Zittingsdagen in november 2006

RELAAS ZITTINGEN

NOVEMBER 2006

06 november 2006

Met betrekking tot de private ondernemingen, toegevoegd aan het proces en volgens de beschuldiging deel uitmakend van het financieringsprogramma van ETA-KAS (het project Udaletxe), verklaart “deskundige” 16586 dat ETA de financiering van de organismen van de ezker abertzale bepaalde en vastlegde. Concreet had hij het over, de door Egin jaarlijks georganiseerde, verlotingen, loterijen, kraampjes, verkoop van materiaal, kampioenschap van het kaartspel MUS, enz…Hij verwees ook naar andere organismen, zoals AEK (onderwijs in het Euskara) en de uitgeverij Txalaparta, waartegen zelfs geen aanklacht bestaat.

“Deskundige” 19242 sprak dit, waarschijnlijk ongewild, tegen door te verklaren dat het uitputtende schaduwen door hem van de beklaagden weinig resultaat had opgeleverd. Weliswaar had hij gesprekken “gezien” waaruit hij meende te mogen besluiten dat hierdoor sommige beklaagden tot de organisatie Ekin behoorden, maar niet dat er een delict of delictieve activiteit had plaatsgevonden.

07 november 2006

Bij aanvang van de sessie van vandaag verklaarde “deskundige” 16586 dat de onderneming Erigane, verbonden aan de krant Egin, een mantelorganisatie was om het patrimonium gemakkelijker te verhullen. Hij beschuldigde Xabier Otero hierbij van de enige administrator te zijn geweest van die maatschappij. Hij wilde zijn verklaring kracht bijzetten door er aan toe te voegen dat het om een persoon ging die lid was van een lokaal comité van Herri Batasuna. Iedereen was met verstomming geslagen over zoveel wijsheid: het feit raadslid te zijn van het dorp Atarrabia blijkt een beschuldigend element te zijn.

Bij het getuigenis van “deskundige” 19242 in de zaak Fundación Joxemi Zumalabe, verklaarde hij dat hij niet kon zeggen dat die stichting de vervanger van ASK was (ASK, coördinator van sociale bewegingen verbonden met KAS). Openbaar aanklager, Enrique Molina, wees hem er op dat hij vroeger al verklaard had dat ASK in haar functies Kas had vervangen. “Deskundige” 19242 repliceerde dat hij gezegd heeft en geschreven dat als ASK zou verdwijnen, er een andere organisatie zou opstaan die in dezelfde omgeving zou werken en met dezelfde organisaties. Enrique Molina kon de vijandigheden niet laten en vroeg of er een poging was om de relatie tussen de stichting en ETA te camoufleren. Het antwoord was kort: “Neen, op basis van de documenten waarover ik beschik, kan ik niet zeggen dat er een poging was”.

08 november 2006

Met betrekking tot de zaak Xaki, bleven de “deskundigen de thesis ondersteunen dat die associatie, legaal opgenomen in het register van maatschappijen van de Baskische regering, het apparaat van de externe relaties van ETA was. Immers zo stelde een “deskundige”: “ETA beschikte over de hiërarchische structuur en het opperste bevel om instructies te geven, missives te ordenen en het optreden van de leden bij te sturen”. De beklaagden in die zaak hadden verklaard dat zij zelfs niet participeerden in dat initiatief, laat staan uitvoerden wat ETA ooit zou gezegd hebben. Zij handelden legaal en publiekelijk met als enig objectief de situatie van Euskal Herria aan het buitenland bekend te maken. Er werd toegegeven dat alles legaal en publiekelijk was, maar dat de richtlijnen van ETA toch werden opgevolgd. Hiermee werd de zaak Xaki als afgesloten beschouw door Enrique Molina. Naast hem zat de burgerlijke partij, de vertegenwoordiger van AVT, die nauwelijks een vraag gesteld had.

13 november 2006

Het project Udaletxe zou de hoeksteen moeten zijn van de garzonada (bedenksel van Garzón) “todo es ETA”. Dit vermeend project, in de ogen van de aanklagers, zou quota en elementen van financiering vastgelegd hebben voor alles organisaties die verbonden waren met ETA, en dat zijn ze allemaal. Dit zou gebeurd zijn via een “caja única”, een unieke kassa. Nochtans moest de economische expert van UCI-Unidad Central de Inteligencia (inlichtingendienst) erkennen dat de UCI over een document beschikte dat die thesis compleet negeerde. Dit document van september 1997 werd door Kepa Landa, verdediger, onder de neus van de UCI-deskundigde geduwd, en was dus compleet in contradictie met het document van februari 1998 van de deskundige. Ook kon de UCI niet achterhalen wie dan wel de “auteur” van het project Udaletxe zou geweest zijn. De documenten waren in beslag genomen bij ETA-dirigenten in Bidart. Op de vraag of al die documenten uit Bidart kwamen, werd geantwoord: “Ik denk van wel”. De verdediging zag de kans schoon en wierp de expert voor de voeten dat er documenten gevonden waren van politieke partijen zoals PNV, van verschillende tussenpersonen en sociale organisaties, enzovoort…De expert kon alleen bevestigen wat de algemene thesis was bij de veiligheidstroepen: “Als er iets bij ETA gevonden wordt, dan zal dat wel afkomstig zijn van personen die tot ETA behoren”.

14 november 2006

De verdediging zette vandaag haar ondervraging van de UCI-vertegenwoordigers verder met vragen over individuele gegevens van de beklaagden in de zaak van de ondernemingen. Vooral de bevindingen van de in beslag genomen goederen of documenten, die de politie kwalificeerde als van uitzonderlijk belang voor het onderzoek. Die documenten waren voor het merendeel zelfs niet, in de verste verte niet, in verband te brengen met de beschuldiging.

Nochtans staat in de gegevens (pv’s, enz…) van de politie de bevestiging dat die documenten belastend zijn. Voor alle duidelijkheid, het gaat om blaadjes van voetbalsupporters, documenten van zangkoren, legaal materiaal van Batasuna, facturen, ontvangstbewijzen, enz…De experts van UCI konden geen verklaring geven voor het feit dat die documenten een bewijslast zouden kunne zijn. Op de vraag van de verdediging of die gegevens in alle objectiviteit werden behandeld, was het antwoord van de expert: “Absoluut”.

20 november 2006

De chef van de “deskundigen” van UCI geeft toe, op vraag van de verdediging, dat hij niet begrijpt dat alle militanten van KAS ook militanten van ETA zouden zijn, en dat hij niet kan bepalen wie relatie zou hebben met de gewapende organisatie. Hij er kent dus dat “NO todo es ETA”, in tegenstelling tot de aanklacht “todo es ETA”. Verdergaand op zijn thesis zou het verband enkel kunnen liggen in het zogenoemde “KAS nacional”, een orgaan waarin naar alle waarschijnlijkheid ook ETA vertegenwoordigd was. Maar hij gaf direct toe dat hij van geen enkel lid van “KAS nacional” de identiteit kende en dat er om die reden (lidmaatschap) ook nooit iemand aangehouden werd. Hij zag zich dus verplicht de evidentie te aanvaarden en toe te geven dat er belangrijke fouten gemaakt werden in de documenten die door de politie waren opgesteld. Gegevens toegeschreven aan KAS, moesten eigenlijk toegeschreven worden aan ASK, enz… De argumentatie dat ETA de organismen van de linkse Abertzale zou coördineren en controleren, is dus fout. Verwijzend naar het rapport “KAS Bloque Dirigente”, document van 1983, waarin de politie beschrijft dat ETA deel uitmaakte van KAS, moet de “deskundige” toegeven dat uitdrukkelijk HASI, Jarrai, LAB, ASK en vrouwenorganisatie vermeld werd, en dat door niemand naar ETA verwezen werd, en zeker niet dat ETA de beslissende stem had zoals de aanklacht luidt. Hij verdedigde zich met het zwakke argument dat dit document geïnterpreteerd werd, omdat er geen zekerheid bestond over de organieke relatie tussen beide organisaties. Ook werd toegegeven dat in KAS geen structuur aanwezig was die de illegale strijd en de Kale Borroka zouden moeten controleren.

21 november 2006

Op de eerste verjaardag van het proces, met zitting nummer 136, bleven de “deskundigen” en de Openbare Aanklager volhouden dat de uitgeverij Egin, Orain SA, zijn bezittingen, kapitaal en vermogen verborgen hield voor de Sociale Zekerheid om op die manier een grote schuld te ontwijken. Dat is de kern van de aanklacht tegen de uitgeverij. De “deskundigen” moesten eens te meer toegeven dat ze fout waren. Ze waren niet op de hoogte van een akkoord tussen de Sociale Zekerheid en de uitgeverij over een afgesproken aflossing van de schuld. Maar, de echte vraag is hoe het mogelijk is dat een probleem van schulden en aflossing er van kan gekoppeld worden aan integratie bij een gewapende bende? De “deskundigen” houden vol dat de researchploeg van Egin informatie verstrekte aan ETA en objectieven (slachtoffers) aanduidde. Wat de “deskundigen” niet wisten, was dat er al een proces daarover gevoerd werd en dat de Audiencia Nacional in een vonnis deze praktijk als “legitieme journalistieke research” had bestempeld. Het bijzonder ernstige aan deze zaak is dat op deze loze beschuldiging van “behorende tot een gewapende organisatie” de krant bij decreet gesloten werd.

22 november 2006

De agenten van de UCI brachten dus geen werkelijke feiten voor de rechtbank, maar een van te voren bepaald scenario. Zij moesten erkennen dat zij het akkoord tussen Egin en de Sociale Zekerheid niet in het dossier hadden opgenomen, zij moesten erkennen dat ze dat ook bij de op til zijnde sluiting hadden gedaan, zij moesten ook erkennen dat er geen enkel bewijs was dat Jabier Salutregi en Teresa Toda door ETA zouden benoemd zijn als respectievelijk directeur en onderdirecteur, zoals de Openbare Aanklager volhoudt. Zij moesten ook toegeven dat er geen modem aanwezig in de kantoren die dienst deed als communicatiemiddel tussen de krant en ETA, dat ze zelfs in de gehele uitgeverij zo’n modem niet gevonden hadden.

Zich plots bewust wordend van de draagwijdte en de gevolgen van die verklaringen trachtte één van de “deskundigen” zijn verklaringen te “verbeteren”. De voorzitster van het Hof, Angela Murillo, liet dit niet alleen toe, maar als dusdanig verkrachtte zij de garanties op een eerlijk proces.

27 november 2006

Vandaag antwoordde “deskundige” 16586 op de vragen van Alvaro Reizabal en gaf toe dat de vertegenwoordigers van de krant Egin een overeenkomst hadden bereikt met de Tesorería General de la Seguridad Social (TGSS) om de schulden van 1992 tot en met 1994 af telossen. De deskundige kon wel niet anders dan toegeven, omdat de verdediger hem het officieel document liet lezen, dat opgesteld werd door Juan Ignacio Trecet en Elena Ramírez de Arellana van de TGSS, waarin stond dat de krant de nodige stappen had ondernomen om de schulden te delgen en er hen niets te verwijten viel. De “deskundigen” hadden nochtans vorige week verklaard dat zij niet op de hoogte waren van dit document. Het was op de organisatie (UCI) blijven rondslingeren in afwachting van de ondertekening door de secretaris-generaal, maar intussen had Baltasar Garzón, in juli 1998, al opdracht gegeven om de krant te sluiten. Alvaro Reizabal haalde er nog andere document bij waaruit bleek dat 1 jaar voor de sluiting van de krant alle schulden in de provincies Araba en Nafarroa al volledig aangezuiverd waren.

Daarna kwam de advocate Arantza Zulueta over de vondst van de onderzoekers die de naam “Garikoitz” zomaar in verband brachten met beklaagde Xabier Alegria. Ook hier werd geen enkel bewijs gevonden ter staving, ook niet in de individuele onderzoeken tegen de persoon zelf. De verklaring hiervoor van de “deskundigen” luidde dat klaarblijkelijk een verkeerde vertaling was gebeurd op basis van ingekorte paragrafen. In het latere verhoor bleek trouwens dat de documenten waarop men zich baseerde in het Euskara waren opgesteld. Een niet-beëdigde metgezel van de onderzoeker, zonder officiële titel, had de vertaling gedaan. Hij had gedurende 4 jaar wat lessen in het Euskara gevolgd. Na voorlezing van meer dan 20 zinnen moest die “vertaler” toegeven dat hij ze allemaal verkeerd had vertaald.

28 november 2006

Vandaag kreeg de Openbare Aanklager figuurlijk opnieuw een emmer ijskoud water over zich heen, nu in de zaak EKIN. “Deskundige” 19242 bevestigde dat er geen enkele organisch verband was tussen EKIN en ETA, dat er geen enkel element voorhanden was dat zou moeten bewijzen dat de beklaagden deel uitmaakten van een gewapende organisatie. Dit was altijd de stelling van Garzón geweest: ze zijn allemaal van ETA. Zelfs op vraag van de voorzitster Angela Murillo of er bij de beklaagden iemand was die de functie van politiek commissaris heeft uitgeoefend in opdracht van ETA, antwoordde de “deskundige” dat hij dit niet kon bevestigen. Ook de verdediging, Arantza Zulueta, stelde een behoorlijk aantal vragen over alle mogelijke verbanden tussen EKIN, KAS en ETA. Op alle vragen werd met “neen” geantwoord: geen enkel verband dus.

Nu kwamen de beklaagden afzonderlijk aan beurt. Bij zowel Xabier Alegria, Jaime Iribarren, Ana Lizarralde, Paul Asensio, Ruben Nieto, Txema Matanzas, Aitor Ibero, Xabier Balantzategi, Imanol Iparragirre, Oiakue Azpiri, Marta Pé, Patxi Gundin, Olatz Egiguren, Juan Mari Mendizabal, als Iker Casanova werd geen afdoend bewijsmateriaal gevonden voor de aanklacht, wel veel tegenstrijdigheden. Het feit dat ze hier of daar eens een openbare manifestatie hebben deelgenomen, deed niets af van de stelling van de verdediging. Ook op de vraag of er onder hen personen aanwezig waren die de Kale Borroka (straatgeweld) hadden georganiseerd, was het antwoord “neen”.

De zitting werd beëindig met een overdonderend bewijs dat de verklaringen van de Guardia Civil lijnrecht stonden tegenover de verklaringen van de UCI. Dat tegenspraak de hoofdmoot van de getuigenissen uitmaakte en dat zelfs meermaals beroep moest gedaan worden op “het zou kunnen” of “dat weet ik niet”.

Nu zou de zaak “Xaki” aan beurt komen. Volgens UCI werden de buitenlandse betrekkingen van HB, EH en Batasuna gecontroleerd en gedirigeerd door “Xaki”, alhoewel er geen documenten konden voorgelegd worden die dat bewijzen. Als beschuldigingen werden dan maar de reizen naar het buitenland van Jon Idigoras aangehaald, of de reizen van Gerry Adams en Pat Rice naar Euskal Herria. Van de 27 vorderingen in de zaak van de Fundación Joxemi Zumalabe, werden er maar 5 ingeschreven op de rol van het lopende proces 18/98, met name die vorderingen waarin er sprake zou zijn van burgerlijke ongehoorzaamheid. Dat komt omdat alleen die 5 vorderingen volgens de UCI belastend zouden zijn voor de beklaagden. De Spaanse politie baseerde zich op die vorderingen om aan te tonen dat het project van burgerlijke ongehoorzaamheid geponeerd door ETA-KAS aanvaard werd door de Fundación Joxemi Zumalabe. Op bepaalde dagen werden inderdaad debatavonden georganiseerd. Tijdens de zitting werden dan alle data opgesomd waarop debatavonden zouden georganiseerd worden.

Op vraag van de verdediging of deze debatavonden niet louter een analyse van een sociaal thema als onderwerp hadden en dus een discussiepunt waren, en geen oproep tot ongehoorzaamheid, antwoordde “deskundige” 19242 bevestigend.

In één van de 5 vorderingen is er ook een aanklacht tegen Joxe Mari Olarra. Er werd namelijk een verband gelegd tussen Joxe Mari Olarra en de naam “Eneko”. Die mysterieuze Eneko zou banden gehad hebben met de directie van ETA, en zou als een soort verbindingsofficier gefungeerd hebben. De UCI geeft toe dat zij niet kunnen bewijzen dat Joxe Mari Olarra en Eneko dezelfde persoon zijn. En dat is nu net de enige aanklacht die tegen Joxe Mari Olarra loopt. Toen de verdediging samen met de “deskundige” de documenten analyseerde die moesten aantonen dat het om dezelfde persoon gaat, moest deze laatste toegeven dat er niets, maar dan ook niets, in de tekst daarop wees. Het bleef voor hem een open en onbeantwoorde vraag.

29 november 2006

Van de 27 vorderingen in de zaak van de Fundación Joxemi Zumalabe, werden er maar 5 ingeschreven op de rol van het lopende proces 18/98, met name die vorderingen waarin er sprake zou zijn van burgerlijke ongehoorzaamheid. Dat komt omdat alleen die 5 vorderingen volgens de UCI belastend zouden zijn voor de beklaagden. De Spaanse politie baseerde zich op die vorderingen om aan te tonen dat het project van burgerlijke ongehoorzaamheid geponeerd door ETA-KAS aanvaard werd door de Fundación Joxemi Zumalabe. Op bepaalde dagen werden inderdaad debatavonden georganiseerd. Tijdens de zitting werden dan alle data opgesomd waarop debatavonden zouden georganiseerd worden.

Op vraag van de verdediging of deze debatavonden niet louter een analyse van een sociaal thema als onderwerp hadden en dus een discussiepunt waren, en geen oproep tot ongehoorzaamheid, antwoordde “deskundige” 19242 bevestigend.

In één van de 5 vorderingen is er ook een aanklacht tegen Joxe Mari Olarra. Er werd namelijk een verband gelegd tussen Joxe Mari Olarra en de naam “Eneko”. Die mysterieuze Eneko zou banden gehad hebben met de directie van ETA, en zou als een soort verbindingsofficier gefungeerd hebben. De UCI geeft toe dat zij niet kunnen bewijzen dat Joxe Mari Olarra en Eneko dezelfde persoon zijn. En dat is nu net de enige aanklacht die tegen Joxe Mari Olarra loopt. Toen de verdediging samen met de “deskundige” de documenten analyseerde die moesten aantonen dat het om dezelfde persoon gaat, moest deze laatste toegeven dat er niets, maar dan ook niets, in de tekst daarop wees. Het bleef voor hem een open en onbeantwoorde vraag.