Bijdrage tot de strijd

"Ze zijn rijk geworden dankzij de arbeid van ons Volk, en nu krijgen ze de kans iets terug te doen om de bevrijding van dat Volk te financieren"

De "afpersingsmethode" van ETA bestaat erin dreigbrieven te sturen naar Baskische bedrijfsleiders. Daarin wordt geëist dat een welbepaald bedrag moet gestort worden, in ruil voor zowel de bescherming van het patrimonium van het bedrijf, als voor de fysieke bescherming. Wie betaalde, werd zwaar door het Spaanse gerecht aangepakt.

Alhoewel heel wat bedreigden aangifte deden van deze maffiapraktijken, is het moeilijk vast te stellen hoeveel de "raad" hebben opgevolgd en in stilte deze last op hun schouders hebben genomen. Naast de terreur waren er immers nog de verwijlintresten als de vooropgestelde datum niet werd gehaald.

De schrik en de onmacht van de geviseerde steeg van jaar tot jaar, samen met het versturen van brieven gemarkeerd met een speciale code. Door middel van een serie cijfers en letters (een soort paswoord) op de brieven aan te brengen, wilden de Etarras verhinderen dat de brieven aan de pers werden doorgestuurd. Op die manier immers kon gemakkelijk achterhaald worden wie de boosdoener was, met alle gevolgen van dien.

Na een operatie van de Franse politie tegen de coöperatieve Sokoa , is gebleken dat ETA tussen 1980 en 1986 1.200 miljoen peseta's heeft kunnen binnenrijven, door een duizendtal bedrijfsleiders te chanteren. Jaren lang gebeurde dit onder meer in het kerkje van Sokoa (Ciboure, in Iparralde) waar de pastoor, Piarres Larzabal, (zie foto) fungeerde als tussenpersoon. Hij hield trouwens een herdenkingsplechtigheid nadat Txikia in Algorta het leven verloor in een vuurgevecht met de Guardia Civil. Pastoor, Piarres Larzabal (*), was zeer geliefd onder de mensen, onder zijn vrienden, onder zijn dorpsgenoten. Niets was hem teveel.

Als er hulp moest geboden worden, was hij er altijd bij. Als blijk van dankbaarheid werd achter de kerk van zijn geboortestadje, Azkaine, een monumentje opgericht, opdat hij niet zou vergeten worden!

(*) Bij Pastoor Piarres Larzabal , konden Baskische vluchtelingen uit het Zuiden steeds terecht voor “financiële en administratieve hulp”. Hij werd geboren in Azkaine in 1915. Zijn vader kwam uit Urruña, zijn moeder uit Lesaka (Navarra). Zijn grootvader langs vaderskant was naar het Noorden gevlucht om de Spaanse militaire dienst te ontlopen. Zijn grootvader langs moederskant diende om dezelfde reden de omgekeerde richting nemen! Op 19-jarige leeftijd had hij al een belangrijk theatraal oeuvre bij elkaar geschreven. Na zijn studies in Parijs zag hij van dichtbij de Spaanse Burgeroorlog aan de andere kant van de Muga. Zo werd Aitzol, eveneens priester én schrijver door de Francotroepen opgepakt en gefusilleerd nadat hij bij Larzabal had ondergedoken gezeten. Na de inval van de Duitse troepen in Frankrijk trad hij tot de Weerstand toe. Dit bracht hem in concentratiekampen in Tsjecho-Slowakije, Polen en Duitsland. Nadat hij in 1943 werd vrijgelaten keerde hij consequent terug naar de “Résistance” en bracht het tot commandant. Na de oorlog keerde hij terug naar zijn parochie Hazparne en naar zijn engagement voor de Baskische Taal. Hij stichtte theatergroepen, werkte mee aan vrijwel elke publicatie in het Baskisch en zelfs aan de stichting van een boerenvakbond in Noord-Baskenland. In 1951 werd hij aangesteld in Sokoa waar hij het witte kerkje bouwde. Maar vanuit zijn parochie ontwikkelde hij een enorme activiteit. Zo verleende hij zelfs steun aan de antikoloniale opstand tijdens de Algerijnse Oorlog. In 1960 was hij één der stichters van Embata, de politieke beweging die later in het tijdschrift Enbata zou uitmonden. In 1968 stond hij met Telesforo Monzón aan de wieg van Anai Artea, de organisatie die de ETA-vluchtelingen in het Noorden opving na hun vlucht. (Waarschijnlijk kreeg hij toen de sympathieke bijnaam “Zoro de Sokoa”) Ook werd hij lid van Euskalzaindia, de Baskische Academie.

Toen tijdens het beruchte Burgosproces (1970) de Duitse ereconsul Beihl in San Sebastián ontvoerd werd, trad Larzabal op als tussenpersoon, waarbij hij zich “Minister van Binnenlandse Zaken van een Vrij Baskenland” noemde. Toen later bleek dat Beihl in een pastorie in Zuberoa had gezeten, werd het duidelijk dat “Zoro” er wel eens meer van zou kunnen afgeweten hebben. Intussen waagde hij het niet meer de Muga naar het Zuiden over te steken, uit schrik gearresteerd te worden. Toen Frankrijk ETA-strijders aan Spanje begon uit te leveren, stuurde Larzabal alle eretekens die hij in de Weestand verdiende terug naar Parijs.

In 1978 schreef hij: “De strijd die ik met de pen en met het woord voer is ten voordele van ETA. Ik wil hun objectieven bekend maken en verspreiden maar ik wil ook vechten tegen de vijanden van ETA.” Toen hij in 1979 op de hoogte werd gebracht van de aanslag op zijn vriend “Peitxoto” werd hij het slachtoffer van een blijvende gedeeltelijke verlamming.

Kort vóór zijn dood (op 12 januari 1988) bleek dat de industriëlen uit het Zuiden hun “revolutionaire belastingen” o.a. in zijn kerkje kwamen “overmaken”! Ze moesten enkel vragen naar “Otxia”.

Het Franse nationale elftal

Van Bizente Lizarazu, de voetballer, werd ook gezegd "dat hij werd afgezet door ETA". Maar ETA vroeg enkel het geld dat hij verdiend had als speler van de Franse nationale ploeg. Dus totaal niets van zijn loon bij Bayern of bij Atlethic.

Herriko Taberna - Taveerne van het volk

In januari 1992 ontmantelde de Ertzaintza (Baskische politie) een ander netwerk. Deze operatie "Easo" bracht aan het licht dat ETA binnenkort 400 miljoen peseta's zou incasseren van 20 bedrijfsleiders.

In augustus 1993 kon de autonome Baskische politie aan ETA een nieuwe slag toebrengen. De operatie "Diru Gutxi" (weinig geld) mondde uit in de arrestatie te Parijs van Carlos Almoraz, genaamd "Pedrito de Andoain".

Hij was de verantwoordelijke van het ETA-financieringsapparaat.

In mei 2002 werden de "Herriko Tabernak" (Baskische volkskroegen) er van beticht gedurende jaren mede verantwoordelijk te zijn geweest (of althans te hebben meegewerkt) bij de organisatie van de revolutionaire belasting. Hoe en waar de bedrijfsleiders deze "belastingsplicht" inlosten, is mij vooralsnog onbekend.

Op het einde van de jaren 70 begonnen de Herriko Tabernas, letterlijk “Taveernes van het Volk”, hun deuren te openen.

De eerste “Herriko” werd in juni 1979 (?) in Sestao geopend nadat in Tudela de ecologisteGladys del Estal (*) op straat werd geliquideerd door de Guardia Civil.

(*) Op 3 juni 1979 tijdens de Internationale Dag tegen de Kernenergie, uitgeroepen na het accident in Harrisburg, werd Gladys del Estal Ferreño in Tudela (Navarra) vermoord door de Guardia Civil, José Martínez Salas. Tijdens een zitstaking werd zij door de Guardia Civil zo hard met de kolf van een geweer Z-70 geslagen dat het geweer afging. Ze viel ter plekke bloedend neer, niet als gevolg van het schot, maar als gevolg van de slagen.

Het is er niet altijd even proper in de Herriko Taberna.

De dorps- of straatkampioenschappen MUS (een kaartspel ontstaan in Baskenland omstreeks 1745) gaan er door te midden van een blauw rookgordijn en wie ze zelf niet kan betalen gaat er de Basakische kranten “Gara” of “Berria” lezen. Je kan er bovendien alle stickers, T-shirts, aanstekers, badges en andere prularia kopen, maar ook de Baskische vlag en andere spandoeken. Op de toog staan spaarpotjes waarvan de opbrengst naar één of andere actie gaat. Je wordt er ook aangesproken om lotjes te kopen waarmee een mand levensmiddelen gewonnen kan worden. De opbrengst van de loterij gaat naar de gevangenen of hun familieleden en vrienden die vaak de buskosten voor de verre verplaatsingen niet kunnen betalen. Boven de toog hangen de foto’s van alle plaatselijke politieke gevangenen met daarbij hun naam, het aantal jaren van afwezigheid en het aantal kilometer dat ze van huis ondergebracht zijn. Als een gevangene vrij komt hoort het tot de “cérémonie protocollaire” dat hij/zij in de Herriko die foto gaat verwijderen. Aan de gevel hangt de Baskische vlag. Je kan dus niet mislopen! Spaans spreken wekt enige argwaan, maar als je ’s anderendaags opnieuw binnenloopt, kennen ze gegarandeerd je gezicht terug.

De Herriko Taberna "Arrano" te Zarautz

Plaza de la Música

Via de “Herriko” kan je zelfs de politieke overtuiging van de voorbijganger in de straat te weten komen. Vraag hem waar “la Herriko” ligt… Ofwel wijst hij/zij je enthousiast waar je heen moet. Soms gaat hij/zij zelfs een eind met je mee. Het kan ook zijn dat de bevraagde zegt het niet te weten, terwijl ze om de hoek ligt… Gedurende al die jaren vond de Baskische radicale jeugd er haar thuisbasis om politieke discussies te voeren.

Samenwerking met bedrijven

Met zekerheid kunnen wij zeggen dat er jarenlang een netwerk (woorden van de veiligheidsdiensten) geweest is, waarvan een aantal bedrijven deel uitmaakten. Zij steunden ETA financieel en waren betrokken bij het witwassen van 'onrechtmatig' verkregen geld. In de jaren 80 zou een verzekeringsmaatschappij tussenpersoon hebben gespeeld bij het innen van geld uit gokautomaten. Dit heeft men nooit kunnen bewijzen. Wat wel deining veroorzaakte, waren de gevolgen van de "Golpe de Bidart". Uit het onderzoek dat hierop volgde, kon met zekerheid worden vastgesteld dat het ETA-project "Proyecto Udaletxe" een bedrijvennetwerk van ETA was. Dit net alleen al tekende voor een jaarlijkse ontvangst van 2.000 miljoen peseta's en was verspreid van Baskenland tot over Cuba, Panamá, Venezuela en de Kaapverdische Eilanden.

Geldnood

Om uw een idee te geven. ETA heeft een dagelijkse behoefte aan 15.000.000 Peseta's, en een jaarlijkse aan 5.400.000.000 Peseta's. Deze astronomische cijfers zijn afkomstig van een bekende, vertrouwelijke informant van de Ertzaintza, en werden vrijgegeven in 1996. Aanvankelijk gebruikte ETA de veel toegepaste methode van bankovervallen. Langzamerhand werd die weg verlaten om zich toe te spitsen op de drie meest gebruikte en lucratieve methodes:

    • losgeld bij ontvoering,

    • inning van een bijdrage voor de strijd bij ondernemers,

    • samenwerking met grotere of kleinere bedrijven en handelszaken

Wel vraagt men zich af of de laatste methode, die van de samenwerking, gebaseerd is op overtuiging of chantage. Het staat vast dat een merendeel van de handelszaken meewerkt uit overtuiging. Recent politioneel optreden heeft geprobeerd het financieringsnetwerk van witwassen en innen van grote sommen geld te bemoeilijken.

>>>>>>>>