Zittingsdagen in maart 2007

RELAAS ZITTINGEN

MAART 2007

05 maart 2007

Vandaag was het de beurt aan de verdedigers voor het slotpleidooi Joxe Mari Elosua klaagde hierbij aan dat in het lopende proces 18/98 alleen gehoor gegeven werd aan de politieke impulsen en niet aan de juridische onderbouw. Bovenop die aanklacht kwam nog de flagrante schending van de rechten van de verdediging en van de beklaagden, en dit gedurende de 16 maanden die voorafgingen.

Volgens de vastgestelde kalender zou deze week iedere dag een zitting zijn, maar dat is geen garantie dat vrijdag, 9 maart 2007, de laatste dag van het proces zou zijn. Nadat de verdediging de pleidooien beëindigd heeft, krijgen de beklaagden, als ze dat wensen, het woord. Nadien volgt het vonnis.

06 maart 2007

De verdediger in het macroproces 18/98, Iñigo Iruin, heeft vandaag de Openbare Aanklager ervan beschuldigd een kunstmatige fictie en juridisch verzinsel te hebben gecreëerd om toch maar zijn aanklacht staande te kunnen houden. Hij wees er ook op dat de thesis die hij uitwerkte exact het tegendeel is van wat de geschiedenis aantoont. Hij verduidelijkte dat hier niet de waarheidsgetrouwe “gerechtigheid” aan bod komt, maar de “gerechtigheid” van de auteur van de aanklacht. Hier worden geen concrete acties geoordeeld, maar gedragingen en ideologieën.

Als voorbeeld gaf hij de stelling “ETA van de verschillende fronten” (alles is ETA). Die stelling “ETA de los frentes” werd al in 1974 uit de boeken van ETA geschrapt. (Ik bedoel dat ETA in 1974 al afstand deed van die strategie. In alle manifesten van ETA staat uitdrukkelijk dat al de organisaties, die hier nu terecht staan, onafhankelijk zijn, maar weliswaar hun steun krijgen).

07 maart en 09 maart 2007

In de zitting 188 tot 193 handelden de pleidooien van de verdediging over de verschillende ondernemingen, zoals “Untxorri Bidaiak” (reisagentschap) en “Orain” (uitgeverij). De verdediging, met name Iñigo Iruin, maakte brandhout van de stelling van de Openbare Aanklager als zouden die ondernemingen een “verlengstuk” zijn van ETA. Er is geen enkele bewijs als zou Untxorri Bidaiak ook maar iets te maken hebben met ETA, en er is nog minder belastend bewijs als zou er een vermoedelijke band zijn met de gewapende organisatie. Hij wees er de OA ook op dat hij geen enkel economisch gegeven over het bedrijf verstrekt heeft, en verklaart dat de OA onmogelijk zijn these kan staande houden.

Wat Orain betreft wees Iruin er op dat de OA de uitgeverij beschuldigde van een “mediatiek front van ETA”, terwijl hij geen enkel document kon voorleggen om dat te staven. Het is gemakkelijk iets te verklaren, maar als het op bewijzen aankomt staat hij nergens. Dus ontkende Iruin terecht het bestaan van dat front. Trouwens, voegde Iruin er aan toe, alle handelingen van de krant Egin kunnen gesitueerd worden in het recht op vrijheid van uitdrukking en informatie.

12 maart 2007

Na de eindpleidooien over de zaak Ekin, kwam vandaag de zaak Fundación Joxemi Zumalabe aan bod. De verdediger, José María Elosua, verwoordde het als volgt: “Gedurende het gehele proces kon er geen enkele maal een belastend bewijs aangevoerd worden. Ik klaag dan ook de strategie van het achterhouden van feiten en de verdraaiing van feiten aan, zoals door de Openbare Aanklager, Enrique Molina, naar voren werd gebracht. Ik herinner er aan dat zelfs de UCI van Spaanse politie de thesis van onze verdediging heeft bevestigd, in zoverre zelfs dat zij dat zij zich verplicht zagen de inhoud van hun documenten te wijzigen. De aanklacht is een mengelmoes van tegenspraken, van halve waarheden en van discriminatie. Diezelfde elementen kunnen ook aangevoerd worden voor de zaak “Piztu Euskal Herria”, waarvoor Mikel Zuluaga terecht staat. Het betreffende document is een open tekst, een reflexie over de wereld vandaag, met als enige bedoeling te zoeken naar een humane en sociale verandering. Wat de aanklacht er verder achter zoekt, is nog maar eens “verdraaiing van de feiten”.

13 maart 2007

Advocate Jone Goirizelaia verzocht het Hof, gezien het gebrek aan bewijslast en meerdere onregelmatigheden, een rechtvaardig oordeel te vellen, wat neerkomt op vrijspraak. Zij wees het Hof er op dat zij niet in de val van “het doel heiligt de middelen” mocht trappen. Hierop, zichtbaar voor de hele rechtszaal, gaf een duidelijk ontstemde magistraat Nicolás Póveda een elleboogstoot aan de voorzitster, Angela Murillo. Goirizelaia vervolgde met de aanklacht dat het Openbaar Ministerie “het werk ten voordele van de dialoog en het akkoord” wilde laten veroordelen. “De Spaanse staat heeft altijd schrik gehad dat de internationale gemeenschap zou te weten komen wat er in Euskal Herria gebeurt. Door dit politieke schijnproces zijn ze er zelf in geslaagd het punt op de internationale agenda te plaatsen. De beoordeling door die gemeenschap zal navenant zijn.”

14 maart 2007

Vandaag, 14 maart 2007, is de laatste zittingsdag in het monsterproces 18/98. De beklaagden krijgen het laatste woord. Euskal Herria krijgt het laatste woord.

De voorzitster van het Hof, Angela Murillo, die uitzinnig van woede was, vertraagt “het laatste woord” van de beklaagden met 6 uur tot 17:30 u (zuivere pesterij). Dit als gevolg van de uitspraak van verdediger Iñigo Iruin: “Ik verklaar mij solidair met de beklaagden, in naam van en samen met alle verdedigers van die beklaagden”. Hij herinnerde ook aan een uitspraak die Jokin Gorostidi, een beklaagde die overleed tijdens het proces, deed op het proces van Burgos: "Gisteren, net zoals vandaag word ik gegijzeld door de oorlogsstrategie van de Spaanse staat. Euskal Herria moet zelf kunnen spreken en beslissen. Wij zullen niet zwijgen tot dit bereikt is. Laat Euskal Herria met rust. Gisteren, vandaag en morgen. Gora Euskal Herria Askatuta! (Leve een vrij Euskal Herria )." Hij bevestigde ook dat hij trots was op de beklaagden, en wat ook het vonnis mag zijn, deze beklaagden zijn een voorbeeld voor een overgroot deel van de Baskische bevolking, die in hen de enige verdedigers van hun rechten zien. Daarop volgde een oorverdovend applaus van de beklaagden met de ongewone reactie als gevolg. Murillo schortte de zitting op tot 17:30 u. Van af dat moment kon iedere beklaagde afzonderlijk zijn mening kwijt. Allemaal herhaalden zij de woorden van Jokin Gorostidi, waarbij zij verklaarden door dit proces in de klauwen van de staat te zijn beland. Hiermee werd het proces beëindigd. De beklaagden verlieten de rechtszaal onder het roepen van de leuze: “Gora Euskal Herria Askatuta!”, leve een vrij Euskal Herria.

Nu moet het vonnis nog gepubliceerd worden. Dat kan enkele weken duren, alhoewel de uitkomst waarschijnlijk al heel lang vast ligt. Er worden straffen geëist die schommelen tussen 4 en 16 jaar cel.

’s Morgens vroeg had de politie ook al zijn ‘pesterijduit’ in het zakje gedaan. Een bus met sympathisanten van 18/98+ werd op de heenreis tegengehouden, alle documenten moesten vertoond worden en van alle inzittenden werd een politiefoto gemaakt. Die sympathisanten hadden de zelfbeschuldiging van 15.000 personen van het platform 18/98+ bij zich. Door het oponthoud kwamen ze pas om 15:00 u te Madrid aan, waar een geïrriteerde Murillo de klacht van zelfbeschuldiging, zonder nazicht, onmiddellijk naar de prullenmand verwees.

19 december 2007

Het verdict is pas op 19 december 2007 gevallen, meer dan twee jaar na de start van het proces en 9 jaar na de eerste beschuldigingen: Het verdict in het proces 18/98

16 april 2009

Op 16 april 2009 maken de kranten melding van het feit dat het Tribunal Supremo, het Hooggerechtshof, 3 dagen voorziet om het het beroep in cassatie te behandelen tegen de straffen uitgesproken in het Sumario 18/98: Cassatieberoep proces 18/98

26 mei 2009

Na de behandeling van het beroep in cassatie bij het Tribunal Supremo, het Hooggerechtshof, valt op 26 mei 2009 de uitspraak: