Lehendakari

Lehendakari betekent in het Nederlands eersteling. "Lehen" is het Baskische rangtelwoord voor het Nederlandse "eerste".

De Lehendakari is het staatshoofd van de autonome regio Euskadi. Officieel luidt de titel eigenlijk "Eusko Jaurlaritzako Lehendakari" (president van de Baskische regering). Vroeger werd het woord ook als "Lendakari" gespeld.

De eerste Lehendakari van Baskenland was José Antonio Aguirre in 1936. In 1937 werd Baskenland bezet door de troepen van generaal Francisco Franco en moest Aguirre Baskenland ontvluchten. Van 1937 tot 1960 was Aguirre Lehendakari van de Baskische regering in ballingschap. Jesús María de Leizaola volgde Aguirre na zijn dood in 1960 op en was tot 1978 Lehendakari in ballingschap. In 1979 werd de Baskische autonomie hersteld en sindsdien zit de Lehendakari de Baskische regering voor. Tot nu toe kwamen alle Lehendakari van de Partido Nacionalista Vasco (Baskische Nationalistische Partij).

Hierna volgen de opeenvolgende Baskische presidenten

van de Comunidad Autónoma Vasca

José Antonio Aguirre y Lekube

José Antonio Aguirre y Lekube geboren in Bilbo op 6 maart 1906 en stierf in Parijs op 22 maart 1960. Hij was president van de Baskische regering gedurende de Spaanse burgeroorlog van oktober 1936 tot juni 1937, en nadien Lehendakari in ballingschap van 1942 tot zijn dood in 1960.

Hij begon zijn studies in de eerste Ikastola (Baskische school) die opgericht werd in Bilbo en zette zijn studies verder bij de jezuïeten van Orduña. Aan de universiteit van Deusto studeerde hij Rechten.

Aguirre was afkomstig uit de hogere middenklasse. Zijn vader was directeur-eigenaar van een chocoladefabriek "Chocolates Bilbaínos. Na de dood van vader was Aguirre werkzaam in de chocoladefabriek. Hij solliciteerde bij het advocatenbureau Esteban Bilbao, traditionalist, die later voorzitter van het Franquistische parlement zou worden. Nadien begin hij een eigen bureau in Bilbo.

In 1921 werd Aguirre lid van de katholieke Baskische Nationale Partij PNV (Partido Nacionalista Vasco), in 1930 werd hij verkozen als uitvoerend lid van de Juventud Vasca (later Egi) en in 1931 werd hij burgemeester benoemd in Getxo. Als burgemeester was hij één van de drijvende krachten, en later voorzitter, in de Asamblea de Estella die het Baskisch statuut moest voorbereiden. In mei 1931 werd hij in de Cortes gekozen voor de PNV. Als parlementslid keerde hij zich tegen de antiklerikale wetgeving van de links-republikeinse regering. In 1933 en 1936 werd hij herkozen. In 1933 trad Aguirre als burgemeester van Getxo af en in 1934 werd hij gearresteerd, maar niet verder vervolgd.

Nadat het linkse Volksfront in 1936 aan de macht was gekomen in oktober 1936 (drie maanden na het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog) werd aan Baskenland autonomie verleend. Aguirre werd voorzitter (Lehendakari) van Baskenland. Reeds in juli 1937 viel Baskenland (19 juni 1937: val van Bilbo) in handen van de nationalisten en week de Baskische regering eerst uit naar Santander en later (als het te heet werd) naar Barcelona, waar ook de Spaanse en Catalaanse regering gevestigd waren. Samen met de president van het Frente Popular (Volksfront) Manuel Azaña en de Catalaanse president Lluis Companys (*) week Aguirre in februari 1939 naar Frankrijk uit.

(*) Lluís Companys i Jover

Op 29 augustus 1940, werd in Biriatu, op de Santiagobrug over de Bidasoa (de “staatsgrens” tussen Frankrijk en Spanje die midden door Baskenland loopt) de president van Catalonië, Lluis Companys, uitgeleverd aan zijn Spaanse vijanden en zodoende recht de dood ingestuurd (15 oktober 1940). Op 29 augustus 2000 werd dit herdacht, en omdat de abertzalepartij EH-Euskal Herritarrok eraan meedeed, kwam er véél protest van de Spaanse regerende partij Partido Popular. Maar hierdoor kwam er ook méér aandacht, interesse en animo. Uit protest zal de PP niet aanwezig zijn. Zij waren trouwens al aanwezig bij de uitlevering zélf! In 1940!

Lluís Companys i Jover werd in 1920 voor het eerst gearresteerd voor zijn linkse en Catalaansnationalistische activiteiten, en op het kasteel La Mola opgesloten. Na zijn vrijlating in 1921 was hij één van de oprichters van de republikeinse en nationalistische Catalaanse partij Unió Rabassaires.

De steeds sterker wordende separatistische neigingen in Catalonië was één van de redenen van de coup van generaal Miguel Primo de Rivera, de kapitein-generaal van Barcelona. De nieuwe dictator verbood alle politieke partijen. Companys en de zijnen weigerden zich hierbij neer te leggen en Companys zat tijdens de dictatuur van Primo de Rivera meerdere malen vast.

In 1930 trad Primo de Rivera af en in april 1931 werden er gemeenteraadsverkiezingen gehouden die door de republikeinen en socialisten waren gewonnen. De kort voor de verkiezingen opgerichte Esquerra Republicana de Catalunya (ERC), waar ook Companys toe behoorde, had de gemeenteraadsverkiezingen in de Catalaanse steden gewonnen. Companys werd lid van de gemeenteraad van Barcelona en kort daarop burgergouverneur van die stad. Kort na de gemeenteraadsverkiezingen verliet koning Alfonso XIII Spanje en werd de republiek uitgeroepen. Op 14 april 1931 riep de voorman van de ERC, kolonel Francesco Macià de "Catalaanse republiek binnen de Iberische (Spaanse) federatie" uit. Het jaar daarop erkende de Cortes Generales (parlement) de autonomie van de Catalaanse republiek en werd Companys voorzitter van het Catalaanse parlement. In 1933 werd Lluís Companys gekozen tot voorzitter van de ERC en na het overlijden van Macià (1934), volgde Companys hem op als president van de Generalitat (= regering van Catalonië).

Op 18 juli 1936 brak de Spaanse Burgeroorlog uit. De Generalitat koos de zijde van de republikeinse regering in Madrid. Op 26 januari 1939 viel Barcelona in handen van Franco's nationalisten en Companys en zijn regering vluchtten naar Frankrijk. Tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk werd Companys door de Gestapo gearresteerd en aan Franco uitgeleverd. Na een kort proces werd Lluís Companys op 15 oktober 1940 in Barcelona geëxecuteerd.

Na de Duitse bezetting van Frankrijk wist Aguirre via België en met de hulp van de jezuïeten naar Panama te ontkomen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog was hij hoogleraar in de Verenigde Staten van Amerika. Pas in 1946 keert hij terug naar Europa en wel naar Donibane Lohizune (Saint Jean de Luz), om een paar maanden later definitief naar Parijs te gaan.

Jesús María de Leizaola Sánchez

Jesús María de Leizaola Sánchez (San Sebastián, 7 september 1896 - San Sebastián, 16 maart 1989) was een Baskisch politicus. Hij ontving onderwijs aan het prestigieuze Colegio Nuestra Señora del Buen Consejo de Lecároz, dat geleid werd door de Kapucijnermonniken (1903-1911). Daarna studeerde hij rechten aan de Universiteit van Valladolid. Hij betoonde zich een briljant student. Samen met José Aguirre richtte hij de Agrupación Vasca de Acción Social Christiana (Baskische Groepering van de Christelijk-sociale Actie) op. De Agrupación Vasca de Acción Social Christiana zette zich in voor de minstbedeelden. In 1930 werd De Leizaola lid van de redactie van de Baskische krant Euskadi (= Baskenland).

De Leizaola sloot zich aan bij de Partido Nacionalista Vasco (PNV), waar ook Aguirre lid van was geworden. De PNV streefde een autonoom Baskenland (Euskadi) na, binnen Spanje. De PNV was (en is) de sterkste partij in Baskenland. In april 1931 werd Spanje een republiek en de nieuwe regering in Madrid stelde Baskische autonomie in het vooruitzicht. In juni 1931 werd De Leizaola voor de PNV in de Cortes gekozen. In 1933 werd hij herkozen.

In oktober 1936, een paar maanden na het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog, werd Baskenland autonoom. Aguirre werd president van Spaans Baskenland (Lehendakari) en hij benoemde De Leizaola tot minister van Justitie en Cultuur. Aan de Baskische autonomie kwam reeds in juli 1937 een einde toen de troepen van generaal Franco Baskenland bezetten. De regering van Baskenland was naar Barcelona uitgeweken. In Baskenland zelf werden de PNV e.a. Baskisch-nationalistische groepen en partijen verboden.In het voorjaar van 1939 moest de Baskische regering uitwijken naar Frankrijk. Aguirre werd nu president van de Baskische regering in ballingschap en na het overlijden van Aguirre in 1960, werd De Leizaola de president van de Baskische regering in ballingschap. Na de dood van Franco keerde De Leizaola naar Spanje terug. In 1979 verkreeg Spaans Baskenland opnieuw autonomie en in 1979 werd Carlos Garaikoetxea, een partijgenoot van De Leizaola, tot president van de Baskische regering gekozen.

Juan de Ajuriaguerra Ochandiano

Juan de Ajuriaguerra Ochandiano werd geboren te Bilbao op 6 augustus de 1903. Hij was Baskisch nationalist en één van de leiders van de PNV in ballingschap. Na de dood van Franco werd hij voorzitter van een gemengde commissie belast met overheveling van bevoegdheden naar de Baskische regering.

In 1978 nam hij voor een paar uur de functie van Lehendakari waar. Tijdens zijn studentenperiode in Bilbao begon hij zich voor het nationalisme te interesseren en sloot zich aan bij een groep "mendigoizales" (bergliefhebbers) die het nationalisme hoog in het vaandel hielden.

In 1927 studeerde hij af als industrieel ingenieur.In 1934 werd hij als bestuurslid verkozen in de “Bizkai Buru Batzar” (BBB), uitvoerend orgaan van de PNV in Bilbao. Tijdens de burgeroorlog werd hij in de Baskische regering, onder leiding van José Antonio Aguirre, verantwoordelijk gesteld voor de propaganda. De bedoeling was de inlichtingendiensten van de Franquisten in Frankrijk te neutraliseren. Na de val van Bilbao was hij één van de onderhandelaars bij het "Pacto de Santoña" (24 augustus 1937). Hij was toen al opgeklommen tot voorzitter van de “Bizkai Buru Batzar”. Het Pact regelde de overgave van het “Ejército Vasco de Euzkadi”, het Baskisch leger, aan de hand van bepaalde voorwaarden.

Ajuriaguerra negeerde hierbij het afwijzende advies van de Lehendakari José Antonio Aguirre. De soldaten zouden als krijgsgevangenen beschouwd worden onder de hoede van de Italianen, niet onder de Franquisten; politieke leiders en functionarissen zouden de mogelijkheid krijgen te ontsnappen via zee met de Engelse schepen ‘Boby’ en ‘Seven Seas Spray’…

Franco verwees dit Pact naar de prullenmand en op 15 oktober 1937 werd een grote groep leiders (nationalisten, socialisten, communisten, cenetisten (CNT vakbond) en soldaten van het Baskische leger terechtgesteld.

Ajuriaguerra verbleef 6 jaar in diverse Spaanse gevangenissen, kreeg het hard te verduren onder de verschillende sancties die hem werden opgelegd en hij weigerde als ingenieur om de werken van een strafbataljon te ondersteunen. In zijn cel bleef hij bedrijvig met de organisatie van de weerstand tegen de Franquisten en legde de basis voor de “Eusko Naia” (Baskische golf), een project voor de oprichting van een paramilitaire organisatie in de schoot van de PNV. In 1943 werd hij vrijgelaten uit een gevangenis op de Canarische eilanden en werd in Pamplona onder huisarrest geplaatst. Hij overleed in Ayegui (niet ver van Estella en van het Monasterio de Irache) op 25 augustus 1978.

Ramón Rubial Cavia

Na de dood van Franco recupereerde Euskadi de democratie en zijn vrijheid. In 1979 werd er nieuw autonoom statuut goedgekeurd, beter bekend als "Estatuto de Gernika". Een jaar eerder, in februari 1978, werd al een Consejo General Vasco-CGV (een algemene raad) opgericht, die van kracht was tot maart 1979 toen de eerste verkiezingen voor een autonoom parlement werden gehouden. Het was een pre-autonome organisatie, zonder de geringste bevoegdheid, die de Baskische autonomie moest voorbereiden en die voor het eerst werd voorgezeten door Ramón Rubial Cavia, lid van de Partido Socialista de Euskadi. Na de verkiezingen van maart 1979 werd hij opgevolgd door Carlos Garaikoetxea Urriza (de PNV had een relatieve meerderheid weten te bekomen).

Carlos Garaikoetxea Urriza

Na de goedkeuring van het "Estatuto de Gernika" (*) door een volksraadpleging, werden in maart 1980 nieuwe verkiezingen gehouden, de eerste autonome verkiezingen. Dit betekende het einde van de CGV. De PNV kwam opnieuw als winnaar uit de bus en Carlos Garaikoetxea werd de eerste Lehendakari van de autonome regio Euskadi. Advocaat en Licentiaat in de Economische Wetenschappen kreeg de Lehendakari de opdracht om de instellingen van een autonome regering van 0 af te beginnen, en om te onderhandelen over de ontwikkeling van de regio met de centrale staat. Dat was geen eenvoudige, noch gemakkelijke taak. Net zoals zijn opvolger heeft Garaikoetxea zich altijd bitter beklaagd over de kortzichtigheid van Madrid. Het statuut werd constant afgeremd, en is zelfs nooit volledig uitgewerkt geweest.

(*) © "Het statuut van Euskadi (Baskenland) werd vastgelegd in het Autonomiestatuut van Gernika (Guernica), afgekondigd in 1980 na goedkeuring bij referendum van 18 december 1979. Dit Baskenland omvat de provincies Gipuzkoa, Bizkaia en Alava, maar niet de Baskische delen van Navarra (Baskisch Nafarroa). Een van de redenen voor de spanning in Baskenland is dat dit statuut door de centrale regering op heel wat punten nog steeds niet is uitgevoerd; zo zijn nog over te dragen binnen het statuut van Gernika de bevoegdheden inzake sociale zekerheid, werkloosheid, arbeidsbemiddeling en arbeidsinspectie, snelwegen en spoorwegen, bank- en kredietwetgeving, wetenschappelijk onderzoek en gevangeniswezen. Wel omvat het een “Concierto económico” (economisch akkoord), krachtens hetwelk de volledige bevoegdheid inzake en innig van belastingen in Baskenland een zaak van de Baskische overheid, die een vooraf bepaald bedrag (ongeacht de werkelijk inkomsten) overdraagt aan de centrale overheid als Baskisch aandeel in de kosten van uitoefening van de bevoegdheden van de centrale overheid. Het gaat dus om een echte “’fiscale autonomie". © Matthias E. Storme, Gent-Mariakerke 2006

José Antonio Ardanza Garro

In 1985 koos het Parlement als Lehendakari de PNV-er José Antonio Ardanza. Zijn mandaat heeft zich over verscheidene legislaturen verlengd tot 1999. Hij zette het werk van zijn voorganger voort el wel op twee sporen: de economische en sociale ontwikkeling, naast de eis tot naleving van het statuut.

Hij moest ook veel energie besteden aan de pacificatie van het land, en bereikte uiteindelijk een akkoord op 12 januari 1988 met alle partijen over de politieke normalisatie en de uitroeiing van het geweld. Dit akkoord wordt het "Pacto de Ajuria Enea" genoemd.

Juan José Ibarretxe Markuartu

José Ibarretxe Markuartu (15 mei 1957) is de president (Lehendakari) van Baskenland sinds 2 januari 1999. Hij werd geboren in Llodio in de provincie Álava. Hij behaalde het diploma van economist aan de universiteit van Baskenland. Hij trad toe tot de Nationalistische Partij van Baskenland, de Partido Nacionalista Vasco.

Hij werd in 1983 verkozen als burgemeester van Llodio en als Baskisch parlementslid. Van 1986 tot 1990 en van 1991 tot 1994 was hij o.a. minister van financiën van de Baskische autonome regio. In 1998 won hij de verkiezingen als presidentskandidaat en werd president op 2 januari 1999.

Ibarretxe is een wielerfanaat en een supporter van Euskaltel - Euskadi meer bepaald van Iban Mayo.

In 2003 lanceerde hij het controversiële "plan Ibarretxe", dat Baskenland bindt met Spanje in een Vrije Associatie, met een eigen wetgevend systeem en een eigen vertegenwoordiging in de Europese Unie.

Het Baskische Autonome Parlement keurde op 30 december 2004 het plan Ibarretxe voor een verregaande autonomie voor Baskenland, met een nipte meerderheid van 39 tegen 35 stemmen, goed.

Intussen is het plan, eind januari 2005, in de Cortés met grote meerderheid verworpen, wegens ongrondwettelijk.

Francisco Javier López Álvarez

Francisco Javier López Álvarez, geboren te Portugalete op 4 oktober 1959, en beter bekend als Patxi López, is de huidige Lehendakari van de Baskische regering. Hij is tevens secretaris-generaal van de Partido Socialista de Euskadi-Euskadiko Ezkerra (PSE-EE).

Geboren uit een arbeidersfamilie, afkomstig uit Las Encartaciones, in streek in Bizkaia, was hij van jongs af aan doordrongen van de socialistische ideeën: zijn vader was de historische leider van het Baskische socialisme Eduardo López Albizu "Lalo". In 1975 sloot hij zich aan bij de Juventudes Socialistas de Euskadi (socialistische jeugd), werd verkozen tot secretaris-generaal, en bleef dit tot 1988.

In 1977 was hij ook toegetreden tot de Partido Socialista de Euskadi, en werd lid van uitvoerend comité in 1988. Hij studeerde voor ingenieur aan de Universidad del País Vasco, maar maakte zijn studies niet af, omdat hij in 1987 gedeputeerde voor de partij werd in het Congres, in vervanging van José Antonio Sarazíbar. Hij was er de 2de jongste Député na José Luis Rodríguez Zapatero. Hij werd secretaris van de partij van 1991 tot 1995, en in oktober 1997 werd hij tot secretaris-generaal van de partij verkozen, en in 2000 opnieuw verkozen.

Bij de Baskische parlementsverkiezingen van 1 maart 2009 behaalde zijn partij 25 zetels (PNV, 30) en hij wierp het op een akkoordje met de PP-Partido Popular (onder druk van Madrid) dat op 26 maart 2009 ondertekend werd.

Op 5 mei 2009 werd hij als Lehendakari geïnstalleerd met 39 stemmen op de 75.

Íñigo Urkullu Rentería

Íñigo Urkullu Rentería is op 18 september 1961 geboren in Alonsótegui en is een van de prominenten van de PNV geworden. In januari 2008 werd hij er voorzitter van en werd hij herverkozen in januari 2012. Bij de verkiezingen van 21 oktober 2012 loodste hij zijn partij naar de overwinning met 27 zetels, gevold door de meer radicale partij EH Bildu met 21 zetels. Na zijn kandidatuur voor het “lehendakaritza” (eerste ministerschap) werd hij op 13 december 2012 de nieuwe Lehendakari, in opvolging van de socialist Patxi Lopez.