Getuigenis 1995

Getuigenis uit 1995

TAT heeft voor het jaar 1995 de getuigenis van 46 aanklachten neergeschreven. Wij hebben er lukraak 1 getuigenis uit overgenomen.

Omstreeks 23.35u op 21 februari 1995 zag een pompbediende van een benzinestation gelegen aan de Calle de Josep Pla te Barcelona een zwarte Ford Fiesta het benzinestation oprijden, vermoedelijk om te tanken. De twee inzittenden waren er zich blijkb aar van bewust dat zij in de gaten gehouden en gevolgd werden. Zij probeerden een afleidingsmanoeuvre, maar plots kwamen twee klaar staande gecamoufleerde wagens van de Guardia Civil opdagen en blokkeerden hen. Er werd overgegaan tot identificatie. Juan Carlos Maya toonde zijn identiteitskaart, terwijl zijn vrouwelijke metgezel verklaarde dat zij María Lirio Casado was. In werkelijkheid betrof het een oude bekende van de Guardia Civil, namelijk Agurtzane Ezquerra Pérez de Nanclares, belast met de reorganisatie van het “commando Barcelona”.

Agurtzane Ezkerra Pérez de Nanclares

“Ik werd omstreeks 23:00u op 21 februari 1995 gearresteerd aan een tankstation in de wijk Besós te Barcelona. Wij werden door die mannen en een vrouw besprongen, tegen de muur geduwd en werden gefouilleerd. Voortdurend werd het punt van een pistool tegen ons hoofd gedrukt, met de niet mis te verstande waarschuwing dat wij moesten rustig blijven of dat er zou gevuurd worden.

Wij werden naar de kazerne van de Guardia Civil gebracht in de zone 4 van Barcelona. We waren ternauwernood binnengeleid of we werden ondervraagd over onze gegevens en er werden vingerafdrukken genomen.

Vanaf dat moment is alles begonnen. Er kwamen een viertal Guardias de kamer binnen en een van hen trok een zwarte plastiek vuilniszak over mijn hoofd, terwijl de anderen zich ledig hielden met mij te slaan over het hele lichaam: vooral op het hoofd, maar ook in de hals, op de halswervels, in de nek...Alle slagen werden zowel met de blote hand op de oren, als met de vuisten in het gezicht gegeven. Niet alleen met de blote hand en met de vuist, maar ook met een soort dik boek, een telefoonboek of zo. Nadat de zone van het hoofd voldoende bewerkt was, begonnen ze mijn buik onder handen te nemen en sloegen zij op mijn borsten. Een Guardia hield zich bezig om met alle kracht aan mijn naar te trekken. Waren ze het beu, of waren ze vermoeid? Ik weet het niet, maar nu moest ik allerlei oefeningen doen in vreemde houdingen totdat ik er bijna onder uit ging. Later was het dan de beurt aan “La Bañera”: ik werd met het hoofd onder water geduwd tot ik bijna stikte. Vergeet niet dat ik tijdens die brutale mishandelingen voortdurend de plastiek vuilniszak op het hoofd moest houden. De druk was ook hier zo intens dat het leek alsof ik gewurgd werd.

Af en toe trokken ze de vuilniszak wat omhoog om mijn gezicht te bekijken en vast te stellen hoe ik er aan toe was. Onder elkaar gaven ze dan commentaar dat ik goed standhield en dat zij hun werk verder konden zetten. Zij dreigden ermee mij niet alleen met het hoofd onder te dompelen, maar volledig in het bad te gooien en elektroden te plaatsen. Maar blijkbaar hadden zij een ander spelletje in gedachten. Ik werd op een stoel gesleurd, mijn handen werden bevochtigd met een vloeistof en ik moest een soort stekkerdoos vasthouden. Net op dat ogenblik kwam een persoon de kamer binnen en zei dat dit mogelijk was omdat ik iets aan mijn hart had. Reden genoeg om hun spelletje te stoppen. Er werd mij een paar ogenblikken rust gegund, maar ik moest wel rechtop blijven staan met mijn hoofd tegen de muur. Ik moest hardop zingen zodat ik niet kon horen wat ze aan het bekokstoven waren.

Na een tijdje namen ze hun 'werkzaamheden” weer op: ik werd met de blote hand geslagen, kreeg harde vuistslagen, ik moest uitputtende oefeningen doen, de plastiek zak werd weer over mijn hoofd getrokken, enz...Ik weet niet hoelang dit wrede spektakel geduurd heeft. Ik vermoed anderhalve dag, tot op het ogenblik dat mij werd meegedeeld dat ze me naar Madrid zouden brengen.

Op de reis naar Madrid werd ik bewaakt door drie Guardia Civiles in burger. Ik bleef de hele reis geblinddoekt. Nauwelijks in Madrid aangekomen, begon de miserie opnieuw: verhoren ondersteund door slagen, uitputtende oefeningen, bedreigingen allerhande en dat allemaal met mijn hoofd bedekt. Gedurende de dagen dat ik in Madrid verbleef, lieten ze mij geen ogenblik met rust. Als ze mij niet ondervroegen, moest ik voorgekauwde verklaringen afleggen; als ze mij naar mijn cel brachten, werk ik er onmiddellijk weer uitgehaald om opnieuw ondervraagd te worden of om verklaringen af te leggen. Deze procedure werd steeds vergezeld met onophoudelijke slagen. Op bepaalde ogenblikken dreigden ze er zelfs mee om mij door het raam te gooien zoals ze met Anuk hadden gedaan, of ze dreigden me een kogel door het hoofd te jagen en dit te simuleren als zelfmoord. Naast de veelvuldige slagen, bewerkten zij mij ook psychologisch: ze dreigden ermee familieleden te doden of te laten verdwijnen. Ik verloor alle notie van tijd omdat ze nu spelletjes met de maaltijden speelden: avondmaal 's morgens, ontbijt “s avond, enz...

Toen wij al op weg waren naar de Audiencia Nacional werd ik zwaar onder druk gezet. Ik moest voor de rechter verklaren wat ze hadden voorgekauwd. Alles hing af van wat ik zou verklaren voor de rechter. Als het hen niet beviel, zouden ze een uitbreiding van het incomunicado-regime aanvragen, en dat zou ik beleven wat ik nog nooit beleefd had. Wat ik tot nu toe had meegemaakt was een voorproefje.

Gedurende de vijf dagen dat ik handen was van de Guardia Civil heb ik niemand kunnen zien, geen vertrouwensadvocaat, geen familie.

>>>>>>>>