Zittingsdagen in april 2006

RELAAS ZITTINGEN

APRIL 2006

03 april 2006

Mikel Aznar, een volgende beklaagde in de zaak “Joxemi Zumalabe”, verklaart dat de stichting nooit burgerlijke ongehoorzaamheid gepromoot heeft en dat de aard van hun activiteiten kan nagelezen worden in de notulen van hun bijeenkomsten.

Olatz Altuna was de volgende en bevestigde wat Aznar gezegd had. Zij verduidelijkte ook hoe de stichting verscheidene groepen informeerde en een reeks van cursussen inrichtte, met het oog op coördinatie. Olatz Altuna was de laatste die in de zaak “Joxemi Zumalabe”, aan beurt kwam. Vanaf nu worden de schijnwerpers gericht op de zaak “Xaki”, het zogenoemde internationale netwerk. Toen Mikel Egibar aan zijn verklaringen wilde beginnen, vroeg de nieuw aangestelde advocaat, José Ramón Antxia, de verdaging omdat ij te weinig tijd gekregen had om zich in de zaak in te werken. De zittingen werden verdaagd naar 18april 2006.

18 april 2006

Bij aanvang van de zitting was er terug een incident. David Soto, die eigenlijk aangeklaagd wordt in de zaak Ekin en toen te ziek was om te verschijnen, werd nu plots opgeroepen. Hij werd toen vrijgesteld van aanwezigheid en zou DVD’s ontvangen van alle zittingen. Die zijn nooit aangekomen. De verdediger diende dan ook bezwaar in wegens schending van de rechten van de verdediging en de voorzitster moest noodgedwongen toegeven. Soto zou alsnog verhoord worden als hij alle DVD’s heeft kunnen bekijken.

Toen kwam Mikel Egibar. Hij moest overschakelen in het Spaans, omdat de vertaler er een zootje van maakte. Hij ontkent dat Xaki iets te maken had met ETA, noch dat de bevelen uit die hoek kwamen. Het doel van de Xaki was de situatie in Baskenland internationaal te verspreiden en solidariteit van andere volken op te roepen. Xaki vond dat de vereniging dit moest doen, omdat de informatie over Baskenland in het buitenland door de regering gemanipuleerd werd (hij kon het weten, want hij leefde een aantal in België). Hij gaf nog een gedetailleerd verslag van zijn martelingen en over de manier waarop hij verplicht werd door de Guardia Civil om hun “gearrangeerde” verklaring te memoriseren. Die verklaring werd dan gebruikt om anderen aan te klagen.

De namiddagsessie begon met de verklaring van José Mari Olarra. Hij ontkende alle beschuldigingen en schokte de aanwezigen met zijn verhaal: “Ik ben niet gelovig, maar ik ben heel zeker dat er een hel bestaat. Ik kan het bewijzen, want ik ben er geweest”. Hij verwees hiermee naar de gruwelijke folteringen die hij heeft moeten doorstaan. De verdediger wees er ook op dat de aanklacht tegen zijn cliënt gebaseerd waren op de verklaringen van Mikel Egibar en Xabier Alegria, afgelegd onder het martelen.

De volgende, Elena Beloki, ontkende lid te zijn van Xaki, maar wel gewerkt had in bij de afdeling internationale relatie van de politieke partij Herri Batasuna.

19 april 2006

Voortzetting van de zaak Xaki. Advocaat José Ramón Antxia heeft 6 jaar voor Gestoras pro-Amnistia gewerkt, om de organisatie te voorzien van gerechtelijk advies ten voordele van gedeporteerden. Hij ontkent lid te zijn geweest van Xaki.

Mikel Korta en Miriam Campos, nu aan beurt, ontkenden lid te zijn van Xaki en voegden er aan toe dat Xaki geen clandestiene, maar publieke associatie was. Zij werkten in de afdeling internationale relatie van Herri Batasuna. Zij weigerden te aanvaarden dat hun internationale aanklacht tegen de schending van de mensenrechten in zowel de Spaanse, als de Franse staat, een daad van deligitimisering (ondergraven rechtstaat) was. Als dit soort informatie voor beide staten heel ongelegen kwam, dan was dat hun probleem. De aanklacht van clandestiniteit lachten ze weg met te verklaren dat net zoveel mogelijk publieke weerklank zochten.

Nekane Txapartegi bezorgde de zaal opnieuw koude rillingen. De beschrijving van haar “hel” was nog indringender: ”Ik heb het allemaal moeten ondergaan (voortdurend naakt), van de plastic zak over mijn hoofd, onderdompelen in drek, elektrische shocks, gesimuleerde executie, constant slagen en schreeuwen, seksuele vernedering tot verkrachting”. Zij durfde het de forensische dokter niet vertellen, want de deur stond open en de Guardia Civil luisterde mee. Voor de onderzoeksrechter, Teresa Palacios, deed ze dat wel, maar die nam zelfs geen notities. Voor de start van het proces 18/98 was ze nog bedreigd. Ze moest bij haar verklaringen (afgelegd onder marteling) blijven, of ze zouden haar terug meenemen.

24 april 2006

Bij aanvang van de zitting vraagt de verdediger, Iñigo Iruin, de verdaging van de zitting omdat Jokin Gorostidi in een diepe coma geraakt was na een hartaanval. Gorostidi moest vandaag verschijnen. Het Hof oordeelde dat de zitting toch moest doorgaan en riep nu David Soto naar de beklaagdenbank. Zowel David Soto, als zijn verdediger, Zigor Reizabal, probeerden met alle mogelijke middelen uit te leggen dat de 70 uren durende DVD’s pas een paar dagen voordien toegekomen waren. Ze werden voortdurend de mond gesnoerd door Angela Murillo. Uiteindelijk zou de zitting toch verdaagd worden naar 8 mei 2006.

25 april 2006

In Donostia overleed Jokin Gorostidi, nadat hij enkele dagen eerder een hartinfarct had gekregen. Gorostidi werd in 1944 in Tolosa geboren en toen hij in 1967 in de bevrijdingsorganisatie ETA al was opgeklommen tot “liberado” (als lid bij de politie bekend), zag het er niet naar uit dat hij in zijn bed zou sterven! Nadat hij in hetzelfde jaar wist te ontsnappen uit een omsingeling door de Guardia Civil, ging hij in de illegaliteit. Hij nam deel aan het 2de deel van de Vde Assemblee en kreeg er de opdracht de eerste gewapende acties tegen de Spaanse bezettende politiemachten op te zetten. Toen de eerste ETA-dode, Txabi Etxebarrieta Ortiz, op 7 juni 1968 onder de kogels viel, was die op weg naar een afspraak met Gorostidi. Beiden zouden de terechtstelling van de beruchte folteraar, Melitón Manzanas, (2 augustus 1968) voorbereid hebben. Op 8 maart 1969 werd Jokin samen met zijn vriendin Itziar Aizpurua, gearresteerd. Bij het daaropvolgende proces van Burgos (eind 1970) werden 9 doodstraffen uitgesproken. Gorostidi kreeg twee keer deze maximumstraf! Zijn vrouw kwam er goedkoper van af, er werd slechts 15 jaar geëist. Het protest vanuit de hele wereld zorgde ervoor dat Franco de wurgpaal niet durfde bovenhalen. Zo kwam Gorostidi in de gevangenis van Cartagena terecht en bleef daar tot 22 mei 1977 zitten. Intussen had Spanje een akkoord gesloten met een aantal Europese landen om van hun “Burgosgevangenen” af te raken. Jokin en zijn vriendin Itziar kwamen in Brussel terecht. Niet voor lang echter. Niet eens 5 maanden later en zonder te genieten van welke amnestie dan ook, keerden ze op 22 mei 1977 onverschrokken naar Baskenland terug! In een zinderende velodroom Anoeta (Donostia) werden ze ontvangen met slogans als “ETA, Herria zurekin!” “ETA, het Volk staat achter u! Een jaar later hoorde Gorostidi bij de stichters van Herri Batasuna en hij bleef van 1978 tot 1991 lid van het Partijbestuur. In 1980 werd hij door de Franse politie gearresteerd. Hierbij werd Txomin Iturbe door een kogel aan het hoofd geraakt. Een jaar later werd hij, samen met de rest van de partijleiding, opgepakt nadat ze in Gernika de koning van Spanje verwelkomden met “Het Lied van de Baskische Soldaat”. Bij een bezoek aan gedeporteerde lotgenoten in Afrika raakte hij na een legionella-vergiftiging 55 dagen in coma.

Natuurlijk werd Gorostidi betrokken in het macroproces 18/98. Toen hij zich vrijwillig aandiende bij het Hooggerechtshof kwam hij pas buiten nadat hij 30.000 euro borg had betaald. Er werd 15 jaar tegen hem geëist. In 2002 verbood Baltasar Garzón de radicale partij Batasuna en zette het hele hoofdbestuur achter de tralies. Onder hen Itziar Aizpurua. Plots waren de rollen omgekeerd en kon Jokin op gevangenenbezoek! In 2003 werd hij voor het laatst opgepakt toen hij met zijn Itziar over het strand wandelde. Baltasar Garzón beschuldigde hem meegewerkt te hebben aan het innen van “revolutionaire belastingen”. Na het betalen van 18.000 euro borg was hij vrij.

De reizen naar en van Madrid, gedurende de laatste vijf maanden, om telkens weer aanwezig te moeten zijn op het proces 18/98 zullen het hart van de oude strijder geen goed gedaan hebben. Maandag, 24 april 2006, had hij als laatste van de hele groep, ondervraagd moeten worden.

>>>>>>>>