De Baskische kerk

La Iglesia Vasca entre la cruz y la Ikurriña

De Baskische Kerk tussen kruis en Ikurriña

Er waren steeds priesters en ex-priesters betrokken bij ETA. Vanaf de oprichting op de universiteit in Bilbao en later, gedurende de dictatuur. Het werd, soms pas na hun dood, toegegeven en bewezen. De eerste samenkomsten van de Organisatie vonden trouwens plaats in pastorieën en parochiehuizen en soms waren ze zelfs georganiseerd als retraites! De eerste afspraken zouden via de biechtstoel zijn doorgegeven, maar dit kan een fabeltje zijn.

De Duitse ereconsul, Eugen Beihl, werd na zijn ontvoering in Donostia op 1 december 1970, tijdens het Burgosproces "binnen gehouden" in een "bewoonde" pastorie in Noord-Baskenland. (Nadat hij op een avond wist te ontsnappen, werd hij in het dorp opgemerkt door leden van de toneelvereniging die naar huis gingen. Zij brachten hem terug naar de pastoor met de opmerking "beter op zijn gasten te letten"). Ook later, toen ETA steeds slordiger met de explosieven ging omspringen en er steeds vaker onschuldige mensen en kinderen het leven verloren, waren er toch nog priesters die het op z'n minst moeilijk hadden een precieze grens te trekken wat hun sympathieën betrof. Op de begrafenis van een "dorpspastoor" in Frans Baskenland, enkele jaren geleden, waren zoveel kopstukken van Batasuna en bekenden uit de Franse diaspora aanwezig dat er geen verdere tekening bij nodig was.

Maar NOOIT "verdedigden" ze ETA! Wél eisten ze dat de mensenrechten gerespecteerd werden en werkten ze ervoor dat er "Justicia" kwam voor iedereen. De huidige bisschop van Donostia-San Sebastián, Juan María Uriarte, speelde geruime tijd tussenpersoon tussen de Spaanse Regering en ETA. Zijn voorganger, Monseñor Sétien veroordeelde steeds het geweld aan beide zijden en dat was voor Spanje één zijde te veel. Setién werd er vanuit het Zuiden dan ook van beschuldigd, via zijn uitspraken, "ETA van zuurstof te voorzien". Maar Setién is gewoon een Baskisch nationalist en een wijze "Monsinjeur".

Reeds vóór het ontstaan van de Baskische Onafhankelijkheidsbeweging, ETA, waren er priesters betrokken in de “bevrijdingsstrijd” van Euskal Herria. In mei 1960 schreven 339 priesters een brief aan de bisschoppen van de 4 Baskische diocesen waarin ze wezen op de kloof die bestond tussen de Kerk en de gelovigen en waarin ze het Regime “totalitair”, dictatoriaal en onmenselijk noemden. Speciaal wezen ze op de vervolging van etnische, taalkundige en sociale karakteristieken “die God, ons Basken gaf. Ondanks aandringen kwam er geen antwoord. Daarop werd de brief verspreid onder de internationale pers. Toen kwam er heel snel een antwoord: alle ondertekenaars werden beschuldigd van ongehoorzaamheid, rebellie en inmenging in de politiek. Allen werden ze binnen een periode van enkele maanden verplaatst naar een andere parochie.

Daarop begonnen de priesters zich via hun preken rechtstreeks tot te de bevolking te wenden. Prompt volgde er preekverbod en de Bisschop van Bilbao, Gurpide, ging zelfs zó ver de preken zelf te schrijven en naar de parochies te sturen! Die priesters die afhingen van een Orde weigerden de tekst voor te lezen en kort nadien deden dit ook de priesters die wel van het Bisdom afhingen. Er werden geldboetes opgelegd, maar die werden niet betaald. Toen daarop de lonen geschrapt werden, dienden vele priester als arbeider hun kost te verdienen. De democratisering die door het Tweede Vaticaans Concilie was afgekondigd verschafte de priesters opnieuw moed.

Het eerste deel van de vijfde assemblee van ETA in 1966 vond plaats in het parochiehuis van Gaztelu. ETA-militant Doronsora (later doodstraf in het Burgosproces) was er parochiepriester. Bij het tweede deel, in de Goede Week van 1967, lieten de 50 Etarras zich als cursisten inschrijven in het retraitehuis van Getaria. Priesters kwamen regelmatig in conflict met het Spaanse Nationaal Katholicisme. Na de dood van Xabi Etxebarrieta (1ste ETA-dode) stormden dertig, met machinegeweren bewapende Guardia Civiles en zonder bisschoppelijke toestemming, het Benedictijnenklooster van Lazkao binnen. De politiechef noemde de paters “broekschijters”, “stinkende bokken” en “lafaards”.

In november 1968 bereikte de Beweging een nieuw hoogtepunt: 60 priesters uit Bizkaia legden hun werk neer, schreven een brief naar de Paus en zijn nuntius en sloten zich op in het seminarie van Derio. Hun actie was gericht tegen de kerkelijke hiërarchie. In hun schrijven vroegen ze “een Kerk die arm was met het vernederde en uitgebuite Volk, vrij van dienstbetoon aan macht en geld, dynamisch mee betrokken bij de weg van ons Volk, eigen aan de binnen het Volk geboren priesters en volledig geworteld in de Baskische arbeidersgemeenschap.”

De Bisschop vorderde daarop de politie en die omsingelde met 110 manschappen het seminariegebouw om zo de priesters (tevergeefs) tot de aftocht te dwingen. Het protest nam de volgende dagen uitbreiding tot op de theologische faculteit van de Jezuïetenuniversiteit van Deusto (Bilbo). In een brief aan de Nuntius protesteerden 516 van de 910 priesters van het diocees Bilbao tegen het bisschoppelijk optreden. Het overlijden van Bisschop Gurpide op 18 november verhinderde de priesters niet hun actie verder te zetten. De nieuwe bisschop, Zirarda, trok de bedreiging van het suspenderen van de priesters in en bereikte dat de 60 priesters op 29 november, na 25 dagen het seminarie verlieten. Zirarda zocht een neutrale tussenweg tussen de Regering en het Baskische Volk. Hij bezorgde zich zijn eerste vijanden toen, bij een aanhoudingsgolf tegen ETA in april 1969, ook Generaal Vicaris, Urbieta, en verder nog 15 priesters opgepakt werden. De bisschop probeerde de Vicaris vrij te krijgen, maar had geen woord over voor de 15 priesters. ETA noemde hij “Terroristen van een minderheid, rijk aan middelen” en hij bekritiseerde zijn priesters die “waarschijnlijk hun opdracht gemist hadden.” Op 30 mei 1969 gingen vijf priesters in hongerstaking in het bisschoppelijk paleis om te protesteren tegen de uitzonderingstoestand en tegen de folteringen. Op 10 juni werden de 5 hongerstakende priesters tot samen 54 jaar en 2 dagen gevangenis veroordeeld. Daarop verklaarden 30 andere priesters zich solidair met het vijftal. In hetzelfde jaar kwamen in Burgos 7 priesters voor de Krijgsraad in drie verdere militaire processen. Ze kregen eveneens 54 jaar.

In de zeventiger jaren was er een duidelijke kentering en Monseñor Añoveros van Bilbao ontliep ei zo na de cel. Later kregen we de Bisschop van Donostia-San Sebastián, Monsegnor Setién en ook zijn opvolger Uriarte. Beiden deden al het mogelijke om de ETA-top tot een staakt het vuren te bewegen.

Bisschop Uriarte

Bisschop Uriarte van San Sebastián vroeg van op de kansel de situatie van de Baskische politieke gevangenen te "humaniseren". Voor deze woorden wordt de bisschop door het "Forum van Ermua", één van de fascistische groeperingen van PP-signatuur, voor schoft ("canalla") uitgescholden! "Het toont nog maar eens de dienstbaarheid aan ETA van de Baskische Kerk aan", aldus de woordvoerder, Rubén Múgica!

Ook "Basta Ya" spreekt zich uit in gelijkaardige bewoordingen. Carlos Martínez Gorriarán: "ETA is zoals het is omdat het mensen als Uriarte (en anderen die denken als hij) het nooit iets uitmaakte."

AVT en Covite (slachtoffers van het terrorisme): "Uriarte meent de situatie van de gevangenen te kunnen vergelijken met de lijden van de slachtoffers." "Wij moeten perfect samenleven met onze moordenaars en met allen die hen steunen. Dat is de samenleving die ook onze familieleden genieten op de kerkhoven".

Zelfs de Secretaresse van de Internationale Relatie van de PSOE, Trinidad Jiménez, kan het niet nalaten de verklaringen van de bisschop inopportuun te noemen en ze zegt dat "in een democratische rechtstaat de rechten van alle gevangenen verzekerd zijn." In een échte democratische rechtstaat is dat wél zo. Maar of dat in Spanje ook zo is, zal verderop blijken!

25.12.2004: De Bisschop van Donostia, Uriarte, vraagt in zijn Kerstboodschap dat er juridische en wettelijke middelen genomen worden om een einde te maken aan mishandeling en foltering. Hij vraagt dit ook aan de politici. Het is voor iedereen gemakkelijk te zeggen wat een ander moet doen, maar we moeten ook eens kijken wat we zélf kunnen doen. (Dit jaar leek wel het jaar van de mishandeling binnen het gezin en dit komt Uriarte goed uit omdat hem niet verweten kan worden dat hij het martelen van enkel politieke gevangenen aanklaagt…) "De vraag voor vrede en verzoening klinkt steeds harder bij ons Volk. We moeten er dan ook alles aandoen om tot vrede te komen." "De dialoog is de weg die leidt naar de vrede." Om zich "in te dekken" citeert hij uit de kerstboodschap van de Paus: "Iedereen moet respect opbrengen voor de anderen en voor de fundamentele rechten van de naties in een universeel perspectief." "In onze harten zijn ook degenen aanwezig die weg zijn van huis en die om duizend redenen in de gevangenis zitten". Uriarte speelde ooit tussenpersoon tussen ETA en de Spaanse Regering en hij is dus uit het goede hout gesneden.

Bisschop Sétien

25.06.2004: De voormalig Bisschop van Donostia-San Sebastián, José María Setién is een zeer wijs man. In Spanje spuwen ze op hem, omdat hij steeds zijn Volk verdedigde (en daar kan je als Bask toch enkel fier over zijn.). Nochtans heeft Monseñor Sétien steeds het geweld veroordeeld, maar hij veroordeelde het geweld AAN BEIDE KANTEN en dat was in Spaanse ogen één kant te veel… De Staat gebruikt namelijk geen geweld. De Staat stelt enkel af en toe "orde op zaken". Gisteren verscheen een boek van hem waarin hij verdedigt dat "de verschillende vormen van relaties tussen de Staat en de naties ter discussie gesteld moeten worden in plaats van ze te verbieden." "De Éénheid van Spanje is een politiek probleem dat de burgers moeten oplossen via politieke weg in een gemeenschap die de mensenrechten respecteert, zowel individueel als collectief, door middel van de dialoog." Wat Setién ook zegt, morgen zal de hele Spaanse pers over hem heen vallen. Ze zullen hem weer beschuldigen "zuurstof verleend te hebben aan ETA".

In Donostia eindigde op 1 november 2004 een driedaagse over "actieve geweldloosheid", meer bepaald "burgerlijke ongehoorzaamheid". De aanwezigen waren na afloop erg tevreden, vooral omdat ze actief hadden mogen deelnemen aan de debatten. Aan het slot zou het tot een debat komen tussen de filosoof Javier

Sádaba en Monseigneur Setién, Erebisschop van Donostia, geliefd in alle lagen van de Baskische bevolking omdat hij steeds de kant van zijn Volk koos in het conflict dat de Spanjaarden met de Basken hebben…. Volgens de prelaat "is iemand pas vrij als hij kan doen waarvan hij denkt dat het juist is. Maar er zullen steeds reacties komenwant ze hebben macht, de mensen die het onrechtvaardige verdedigen. Ze verstoppen dat omdat ze niet tegen hun verlies kunnen." Maar Setién gaat problemen krijgen met zijn verklaring dat er "individuele en collectieve rechten zijn." De collectieve rechten veronderstellen dat er een collectief is, in dit geval het Euskal Herria (Het Baskische Volk). En daar wringt hem voor de Spanjaarden nu net de schoen! Mag het een "anekdote" genoemd worden dat de verzamelde persmuskieten, na de opening van het gesprek door Setién, massaal de zaal verlieten? Ze waren er blijkbaar enkel om een "sappige zinsnede" van de bisschop te kunnen optekenen en om hem dan in hun kranten te kunnen afmaken! Setién veroordeelde herhaaldelijk het geweld "aan beide zijden" en dat was voor de buren uit het Zuiden één zijde te veel. In de Spaanse pers werd hem dan ook verweten "ETA van zuurstof te voorzien" en kreeg hij de eer "een smeerlap" genoemd te worden.

Padre Francisco

Victoriano Gondra Muruaga, ook wel Aita Patxi genoemd, is in Líbano de Arrieta (Vizcaya) geboren op 5 maart 1910 als 6de kind van Buenaventura Gondra en Benita Muruaga. Zijn ouders waren arbeiders en fervente christenen. De familie was diep religieus en ging iedere morgen de mis bijwonen en 's avonds werd de rozenkrans gelezen. De armen, die aan de deur kwamen kloppen, konden rekenen op aandacht en barmhartigheid. De jeugdjaren van de kleine Victoriano verliepen zonder verassingen, in alle sereniteit en rustig.

Ook zij zijn niet veilig

In een simultane politieraid op 11 februari 2005, op last van Franse antiterrorismemagistrate "Le Juge" Laurence Le Vert, werden in Ahurti (Noord-Baskenland) Marcel Etxandi en in Lazkoa (Zuid-Baskenland) Juan Joxe Agirre gearresteerd.

Père Marcel Etxandi" is 70 jaar en woont in de abdij van Notre Dame Belloc te Ahurti-Urt (Iparralde)"Juan Joxe Agirre" is 75 jaar en verblijft in de abdij van Lazkao

(Gipuzkoa)

Beiden zijn ze Benedictijnenmonnik!

Vanaf het eerste ogenblik al waren er tegenstrijdige berichten over de redenen op basis waarvan "Père Marcel Etxandi" werd gearresteerd. In eerste instantie werd verklaard dat hij als getuige werd opgeroepen in de zaak van de nummer één van ETA, Mikel Albizu “Antza", die op 3 oktober 2004, samen met Soledad Iparragirre, "Anboto", werd gearresteerd in het zuidoosten van Frankrijk.

Maar de dag nadien rees het vermoeden dat Etxandi als tussenpersoon, "buzón para ETA" (postbus), zou gefungeerd hebben, alhoewel toegegeven werd dat de inbeslaggenomen documenten nog moesten onderzocht worden. De kamer van de monnik werd gedurende 5 uren doorzocht. Andere religieuzen werden verhoord, waaronder Pater Raphael die vinnig ontkende dat zijn collega een “terrorist van ETA” was: “Wij hebben een traditie van gastvrijheid. Gedurende WO II werden hier veel verzetslui ontvangen en geholpen. Als hier iemand van ETA zou aankloppen, zouden wij hem vragen zijn weg verder te zetten, want sedert Franco heeft ETA volgens ons geen reden van bestaan meer. Er wordt trouwens in ons klooster niet aan politiek gedaan”. "Père Marcel Etxandi" werd pas twee dagen later vrijgelaten.

In 1990 arresteerde de politie in de abdij een “vermoedelijk” (hier kan je alle kanten mee op) lid van de rondtrekkende commando’s van ETA, de fransman Philippe Sáez, die sedert 3 jaar als monnik teruggetrokken leefde in het klooster. En in 1987 werd het klooster overhoop gehaald bij een grondige huiszoeking zonder succes, op zoek naar de leider van Iparretarrak, Philippe Bidart. Bidart werd 5 maanden later aangehouden te Baiona.

Père Marcel is een autoriteit in het vertalen van bijbelteksten in het Baskisch en spreekt dan ook vloeiend Armeens, Grieks, Latijn en Hebreeuws. Zijn medebroeder uit Lazkao is archivaris van alles wat met het Baskische Volk te maken heeft en zij werken samen op allerlei gebied: bijbelkennis, studies over Baskenland… Beiden worden aangezocht door iedereen die één of andere studie over Baskenland wil schrijven. Beiden worden ze nu in verband gebracht met de ETA-leider, Mikel Albizu “Antza", die op 3 oktober in Saliès de Bearn gearresteerd werd. In Lazkao hadden zich twee Guardia Civiles aangediend om Agirre te arresteren. Toen dat formeel gebeurd was, waren er nog eens een 15-tal gekomen om de omvangrijke bibliotheek uit te kammen. Om 16.00 u. werd Agirre weer vrijgelaten. Hij bracht verslag uit aan een peloton journalisten. "Ze vroegen me of ik nummers van "Zutabe" had (het "infoblad" van ETA). Hierop heb ik geantwoord dat ik álles opsla in mijn archief.

Agirre, niet gespeend van humor, had tot slot aan de dienaren van de wet om een kopie van het verslag van de politieactie gevraagd om het in zijn archief te bewaren! Dit werd geweigerd. Vijf uur na aanvang van de farce werd "Aita" Agirre vrijgelaten. Père Marcel Etxandi, verantwoordelijk voor de bibliotheek van Belloc, werd meegenomen naar de hoofdstad Baiona. Hij wordt ervan verdacht "post" van de terroristische organisatie door te geven, en zodoende "als brievenbus" te dienen. Het was onnodig de flikken met de bekende zin "kom eens naar mijn kamer" uit te nodigen. Dat deden ze uit zichzelf al. Intussen ondervroeg de politie de medemonniken over de binnenkomende telefoons en over de bezoekers die de abdij aandeden. Tevens werd hen gevraagd of ze iemand van de arrestanten van 3 oktober kenden. Etxandi werd 2 dagen later vrijgelaten.

Beide arrestanten werkten ooit samen aan de vertaling van de Bijbel in het Baskisch. Mogelijk hadden ze daarin de dichterlijke vrijheid misbruikt en ETA-leider Mikel Albisu een bijrolletje gegeven, niet als "Verlosser". Maar na de poging om de beroemde Baskische koks te lynchen lijkt het nu de beurt te zijn aan de priesters.

Biograaf van de Spaanse koning verklaart

Misschien had ik toch beter die

drie Baskische priesters

neergeschoten

Op 14 juni 2002 publiceert La Vanguardia een artikel van José Luis de Vilallonga. De “de” in zijn naam en het feit dat “de” Vilallonga biograaf van de Spaanse koning is, maakt het stukje misschien interessant.

Vilallonga streed in de Burgeroorlog aan de zijde van de Franquisten en nog wel in een executiepeloton. Nú drijft hij de spot met de Baskische clerus en vertelt hij hoe ze gearresteerd en gefusilleerd werden. De beul gaat verder en weet dat, nét zoals de gearresteerde ETA-leden van nu, ook de priesters het in hun broek deden van angst als ze in vijandelijke handen vielen. Op een keer liet hij drie Baskische priesters vluchten toen ze reeds op weg naar hun dood waren. “Gedurende lange tijd voelde ik mij gelukkig deze drie levens gered te hebben. Nu is dat gevoel véél minder. Ik begon later te denken dat één van hen later misschien welMonseigneur Setién was geworden, het grote giftige serpent. Ik weet niet of één van de drie bisschop is geworden, maar indien dit zo is zou ik het me nooit vergeven hebben.”

En dan begint de biograaf van de Spaanse koning zijn mening te ventileren over de Basken in het algemeen: “Ze werden ons steeds een beetje als primaten voorgesteld, maar erg adellijke, eerbare en goede mensen. In werkelijkheid zijn ze dit niet.” Als voorbeeld zet hij er enkelen op het voorplan:

De glibberige Arzalluz (voormalig voorzitter van de PNV).

De gladde Atutxa (Voorzitter Baskisch Parlement)

Jon Imaz heeft zijn genetische bloedverwantschap met de rioolratten die op zijn gezicht geschilderd staan”.

Josu Ternero (Baskisch parlementair) en Otegi (Batasunawoordvoerder), “de eerste een moordenaar, de tweede die tot moorden aanzet.

“Er is geen enkele fatsoen, niet in woorden, niet in daden. Bovendien zijn het laffe mensen.” (Dit zegt de biograaf van de Spaanse Koning dus over anderen!)