Casa Cuartel te Zaragoza

11 december 1987

Op 18 en 19 november 1987 werden door de antiterroristische diensten 4 vermoedelijke leden van ETA-m gearresteerd te Cuenca, Vitoria en Hernani. Onder hen Francisco Javier Lertxundi Ibarraño. Hij was in het bezit van documenten met informatie over leden van de veiligheidstroepen van Barcelona, Zaragoza, Valencia en Madrid. Het Casa Cuartel (kazerne) van Zaragoza werd, als doelwit, op de documenten teruggevonden. Bleek achteraf uit ondervragingen dat ook de directie van ETA van deze informatie op de hoogte was gesteld.

Die directie had vanuit Frankrijk een bliksemcommando gestuurd naar Zaragoza om een aanslag te plegen tegen het Casa Cuartel. Om 06:10u in de ochtend hadden 3 Etarras een wagen Renault-18 voor de kazerne geparkeerd, geladen met 50kg springstof. Een Guardia Civil, belast met de bewaking van de toegangspoort, stapte op hen toe om hen te doen verder rijden, maar de inzittenden sloegen op de vlucht. De Guardia Civil kreeg geen tijd om alarm te slaan, want net op dat ogenblik explodeerde de wagen. Zaragoza ontwaakte door een oorverdovend geluid en was totaal ontredderd. De drie daders konden ontkomen door met een tweede wagen te vluchten.

De explosie had een enorme bres van meer dan 10 meter geslagen in de grijsachtige kazerne en drie verdiepingen werden zwaar beschadigd. Van de benedenverdieping bleef niets meer over, en ook de aanpalende onderneming “Industrias Orgánicas, SL” kreeg zijn deel. De Avenida de Cataluña, in de wijk La Jota, zag er uit als na een bombardement. Het interieur van de kazerne was totaal verwoest, nergens zaten nog ramen in de muren. Geparkeerde auto’s waren onherkenbaar omdat ze bedekt waren met een dik laag puin.

In de relatief oude kazerne woonden 40 families met een totaal van 180 personen, en ook nog eens 40 studenten die hun intrede in de “Academia de la Guardia Civil” aan het voorbereiden waren. De trieste balans noteerde 5 kinderen en 6 volwassenen die omkwamen en 36 gewonden.

Dat de paniek volledig was, beschrijft volgend tafereel. Een bus van het leger die verscheidene soldaten vervoerde om bloed af te staan in het militaire hospitaal, waar veel gewonden lagen, reed in zijn haast een motorrijder overhoop, die later aan de gevolgen van zijn verwondingen overleed. De motorrijder, Tomás Lafontana, stond voor een rood licht te wachten.

12 december 1987

Tijdens de begrafenisplechtigheid in de basiliek van Pilar voor de 11 slachtoffers speelden zich hartverscheurende taferelen af. Alle lijkkisten waren bedekt met de Spaanse vlag. Een muziekband van de Guardia Civil opende de plechtigheid met het lied: “La muerte no es el final”, de dood is het einde niet. Na de plechtigheid kwam het tot opstootjes met de talrijk opgedaagde fotografen. Duizenden personen die buiten stonden, onthaalden de lijkkisten op applaus. Maar langzaam aan gingen de armen de lucht in, en werd de fascistische groet gebracht.

Bron: El País