Getuigenis 1994

Getuigenis uit 1994

TAT heeft voor het jaar 1994 de getuigenis van 53 aanklachten neergeschreven. Wij hebben er lukraak 1 getuigenis uit overgenomen.

Zes jongeren afkomstig uit Berriozar, dichtbij Pamplona, werden op 16 maart 1994 door effectieven van de Guardia Civil gearresteerd, en 5 onder hen werden naar de Dirección General van dit korps in Madrid overgebracht. Zij werden beschuldigd van samenwerking met ETA. Een van hen werd opgenomen in een hospitaal te Pamplona wegen hevige en constante angstaanvallen.

Onder de arrestanten bevond zich de voorzitter van de Consejo Navarro de la Juventud (Jeugdraad van Navarra), Jaime Iribarren. De anderen, tussen de 22 en 25 jaar, waren: Juan Carlos Castañares, Larrea Pedro de Miguel, José Félix Puyo Rebollo, Emilio Castillo en Mikel Medel. De Guardia Civil had hen, in een gezamenlijk actie, uit hun huizen gehaald tussen 03,00u en 04:00u in de vroege morgen.

Felix José Puyo Rebollo

“Ik werd op woensdag 16 maart 1994 gearresteerd om 03:05u. Ik weet het nog goed, want het uur stond vermeld op het proces-verbaal. Ik was thuis bij mijn ouders toen er werd aangeklopt. Mijn vader had nauwelijks de deur geopend of er werd al een pistool tegen zijn hoofd geduwd. Ikzelf lag te slapen en tussen het dromen in had ik de indruk dat er iets abnormaal aan het gebeuren was. Toen ik wakker schoot zag ik een Guardia Civil die een pistool op mij gericht hield en die mij beschuldigde van lidmaatschap van ETA. Terwijl ik mij aankleedde drongen nog twee Guardias de kamer binnen. Op dat ogenblik waren 7 Guardias over het huis verspreid. Een onder hen verhinderde dat ik contact kon nemen met mijn familie. Ik mocht geen afscheid nemen en hoorde een van mijn zussen zeggen dat ik kalm moest blijven. Mijn rechten werden voorgelezen en de huiszoeking begon. Ik mocht hierbij niet aanwezig zijn. Later hoorde van mijn ouders dat ze alles wat los of vast zat hadden meegenomen: aantekeningen voor mijn studies, studiemateriaal, boeken, foto's van excursies, enz...

Ik kreeg de tijd niet om fatsoenlijk plaats te nemen in de wagen en werd verplicht het hoofd gebogen en de armen achter de rug te houden. Ik werd geboeid. Het traject dat wij aflegden, was niet zo heel ver en ik vermoedde dat ze mij naar de Comandancia van de Guardia Civil te Iruñea brachten. Met de handen nog altijd op de rug geboeid wierpen zij me op de vloer, probeerden mijn jagersjas uit te trekken om er mee op mijn hoofd te slaan, maar dat lukte niet wegens de boeien. Ter plaatse zag ik dat er nog 3 andere arrestanten waren. Ik werd onder slagen en beledigingen naar een verhoorkamer gebracht en ik herinner mij dat ze mijn ellebogen achter mijn rug samendrukten, wat veel pijn deed. Daarna werd een fiche opgesteld, werden vingerafdrukken genomen en foto's genomen. Ik werd dan opnieuw in een wagen gegooid voor een korte rit, en een paar ogenblikken later bevond ik mij terug ergens binnen. Ik veronderstelde dat ze mij naar een andere plaats hadden overgebracht.

Toen begonnen de echte verhoren. Er werd een plastiek zak over mijn hoofd getrokken en zij begonnen vragen te stellen. Na een poosje waarschuwden zij mij dat ze piano zouden spelen. Met de zak nog over het hoofd en in verstikkende toestand veronderstelde ik dat het een nog ergere soort marteling zou zijn, maar hun Bargoens betekende dat er opnieuw fiches werden opgesteld, vingerafdrukken en foto's genomen.

Ik werd nu naar een zaaltje gebracht waar ik opnieuw verhoord werd en ditmaal bleef de plastiek zak voortduren over mijn hoofd. Ze noemden mij sprinkhaan, want telkens als ik de zak over het hoofd kreeg, probeerde ik mij te verweren door op de springen, door te stampvoeten, enz. Met 3 Guardia Civiles moesten ze mij in bedwang houden en dat deden ze door de zak nog strakker om de keel te spannen, wat trouwens littekens heeft nagelaten. Ze sloegen mij in de maag, in de milt en op alle tere plekken. Door de slagen moest ik naar adem snakken, maar met die zak op het hoofd was dat een verschrikking. Ik zag zozeer af dat ik bereid was alles te zeggen wat ze me vroegen. Vergeet niet dat de 'behandeling' ongeveer 4 à 5 uur duurde. Zij waren omstreeks 03:00u met de 'behandeling begonnen en zijn pas gestopt bij het ochtendgloren.

Toen ze plastiek zak over mijn hoofd trokken, dacht ik niet aan sterven, maar voornamelijk aan het verliezen van het bewustzijn. Dan zou mij toch wat rust gegund worden. Maar om welke reden dan ook gebeurde dat niet. Ik verloor wel een totaal besef van ruimte en tijd, ik was totaal gedesoriënteerd en wist zelfs niet meer of ik op mijn buik of op mijn rug lag.

Terug in de cel kreeg ik het bezoek van een forensische arts, een jonge vrouw die mij vragen stelde. Ik vertelde haar dat ik een verstoorde en ontregelde ademhaling had en een sensatie van verstikkend en angstig gevoel. Op de vraag waaraan ik dit toeschreef, antwoordde ik niet, want zij was vergezeld van 2 personen in burger, waarschijnlijk Guardia Civiles. Ik vertelde alleen dat het een gevolg was van de verhoren.

In Iruñea-Pamplona werd ik tweemaal verhoord, of beter gezegd, een lange verhoring met een korte rustpauze tussenin. Daarna werd ik opgesloten in een cel waar het bijzonder koud was. Ik weet niet meer hoelang ik daar verbleef, maar nadien werd ik overgebracht naar Madrid. Dat gebeurde zonder dat mijn gezicht bedekt werd, maar ik moest het hoofd gebogen houden en de ogen gesloten. Als ik de ogen opende, stond mij een pak slaag te wachten. Ik was natuurlijk ook geboeid. Tijdens de reis werd er meer dan dan eens kort geremd zodat ik met mijn hoofd tegen het traliewerk van de celwagen vloog. Er werd eenmaal gestopt, maar wij (er zaten nog gevangenen in de wagen) mochten niet uitstappen, ook niet toen wij onze behoeften moesten doen. Eten kregen wij ook niet. Afgaande op wat de Guardia Civiles mompelden, moeten wij omstreeks 16:30u in Madrid aangekomen zijn, maar er ben er dus niet zeker van.

In Madrid moesten wij, nog altijd met het hoofd gebogen, een behoorlijk aantal trappen op tot wij aan een cel kwamen. Ik werd in drie in 3 verschillende cellen opgesloten, waarvan er twee zonder licht. Ik werd wel tienmaal van de ene cel naar de andere gesleept.

Het eerste verhoor gebeurde door een persoon, waarschijnlijk een luitenant, voortgaande hoe hij door de anderen voordien behandeld werd. Hij haalde aan wat ik vermoedelijk gedaan had en stelde vragen. Ik moest de hele tijd tegen de muur staan en mocht mijn blik niet afwenden. Later werd ik terug naar een cel gebracht en was alle notie van tijd verloren. Ik wist niet hoe laat het was, of het dag of nacht was. Toen zij mij het eten brachten, deden zij er nog een schepje bovenop: bij het avondeten vertelden ze mij dat ze het ontbijt brachten en bij iedere maaltijd was het van het zelfde laken een broek. Ik wist absoluut niet meer wanneer het morgen of avond was.

In Madrid waren de slagen en de fysische mishandelingen ook niet van de poes. Alvorens naar de verhoorkamer te worden geleid gaven zij mij een “herhaling”: de plastiek zak werd opnieuw over mijn hoofd getrokken terwijl een Guardia met handschoenen aan mij een pak slaag gaf. Hij kwam mij uit de cel halen en maakte van de gelegenheid misbruik om me op weg naar de verhoorkamer voortdurend te slaan op het hoofd. In de verhoorkamer vroeg men mij plaats te nemen, maar ik kreeg de tijd niet, want de Guardia met de handschoenen sloeg me neer op de stoel. Hij trok mij bij de haren recht en bleef maar verder slaan op het hoofd, op de keel. Ik werd tegen de grond geslagen en had niets meer om mijn testikels te beschermen, want ik was ervan overtuigd dat ze me ook daar zouden toetakelen, wat dan ook gebeurde. Terwijl de woestelingen hun lusten botvierden, kwam een persoon binnen die begroet werd als: “Gracias abogado” (bedankt advocaat). Er werd mij verteld dat mijn incomunicado-periode werd verlengd en ik moest een papier tekenen. Ik begon over het hele lichaam te beven van angst. Nog langer in hun handen! In stortte ineen en toen de advocaat klaar was om mijn verklaringen te noteren, bevestigde ik alles wat ze wilden horen, of ik dat nu gedaan had of niet. Bij het terugbrengen naar mijn cel vertelden ze mij dat ik het goed gedaan had, dat ik goede verklaringen had afgelegd. Tijdens die verklaringen sprak de advocaat geen woord en hij had zich ook niet geïdentificeerd. Hij beperkte zich tot luisteren, tot noteren en tot ondertekenen.

Ik dacht dat ik nu verlost was van hun mishandelingen en dat ze me met rust zouden laten, want ze hadden na mijn verklaringen gemeld dat ik voor de rechter zou verschijnen, maar de verkoren bleven doorgaan. Ze vroegen mij uit over mijn dorp Berrioza, over de inwoners, over mijn vrienden...tot zelfs naar personen met wie ik voetbalde. Tijdens de verhoren werd ik geboeid en kreeg een doek over het hoofd zodat ik niets kon zien.

Nu werden de maaltijden wel gerespecteerd, maar de tussentijden waren ofwel heel lang, ofwel heel kort, dus had ik weer moeite met de tijd, want ik wilde me niet oriënteren op de maaltijden. Op een bepaald ogenblik vroeg een Guardia aan een andere waarom ik eten kreeg, want nu zou ik toch alles over me heen krijgen. Ik dacht onmiddellijk dat ik opnieuw zou gefolterd worden, en zo gebeurde het ook. De plastiek zak werd terug over mijn hoofd getrokken en de mishandelingen begonnen. Nu werd het spel van de goede en de slechte Guardia opgevoerd. De goede vertelde mij dat ik een pientere kerel was omdat ik op de universiteit zat. Hij vertelde ook dat ze zich vergist hadden. Er waren nog anderen gearresteerd en die waren wel verdacht. Hij was nog niet uitgesproken of een Guardia met handschoenen kwam tussenbeide en sloeg er op los.

In de cel was het onmogelijk om uit te rusten. Toen ik eindelijk wegdommelde, begonnen ze hard op de celdeur te kloppen. Voortdurend was er lawaai van slaande deuren en van bonken op de deur.

In werd verscheidene malen naar de forensische arts gebracht, met doek over het hoofd, maar ik durfde niets te zeggen over de mishandelingen uit schrik.

En ze kwamen mij opnieuw halen, ditmaal om een formulier van 6 pagina's in te vullen. Zij vroegen mijn bankrekeningen, met welke wagen ik reed, de nummer plaat, of ik kinderen had, of ik een verloofde had, de politieke strekking van mijn ouders, van de ouders van de eventuele verloofde...Ik beefde van de zenuwen, want er stond weer een Guardia naast mij. Daarna werd ik naar een andere kamer overgebracht en gaven zij mij de laatste 'instructies', een herhaling tot in de treure van wat ik bij de advocaat had verklaard. Als ik dit niet letterlijk voor de rechter zou herhalen, zouden ze me weten te vinden en dan niet alleen beschuldigen van medewerking met ETA, maar ook van lidmaatschap. Het was voor hen een koud kunstje om dit aan te tonen. Ze wisten uit het formulier dat ik had ingevuld dat ik met een meisje ging en een Guardia Civil waarschuwde mij dat bij een langdurige gevangenschap dat meisje niet zolang zou wachten. Op dat ogenblik werd het voor mij duidelijk dat ik voor de rechter geen bekentenissen zou afleggen van zaken die ik niet gedaan had (zelfbeschuldiging).

In de kerkers van de Audiencia Nacional vernam ik dat wij opgeroepen werden om te verschijnen om 10:00u en dat dit zou duren tot 20:00u. Voor de rechter ontkende ik de verklaringen die ik had afgelegd, en gaf ik uitleg over de mishandelingen. Na heel lang wachten, helemaal alleen in de kerker, verscheen mijn advocate en zij vertelde mij dat na het betalen van een borgsom ik in voorlopige vrijheid zou gesteld worden. Ik werd naar de gevangenis van Carabanchel overgebracht. De behandeling in Carabanchel was wat normaler, zeker in vergelijking met wat ik had meegemaakt. Terwijl wij eerder als nummer behandeld werden, sprak men ons in Carabanchel aan met naam en voornaam. Er waren natuurlijk ook wat zwaardere momenten: ik kreeg geen beddenlaken en het hoofdkussen was smerig. Ik vroeg WC-papier en kreeg het pas twee uur voor ik werd vrijgelaten. Dat was om 17:30u en eenmaal buiten bleven de sensaties hangen. Iedere keer als thuiskwam om te slapen en er wagens stopten, schrok ik mij verrot. Ik was compleet veranderd. Ook mijn familie was veranderd, vooral mijn vader. Omdat ze (Guardia Civil) gedreigd hadden mij thuis op te bellen, haakte mijn vader de telefoon de hele nacht af.”

>>>>>>>>