Atxulo

XABIER MARÍA LARREATEGI CUADRA "ATXULO"

Javier María Larreategui Cuadra “Atxulo” is geboren in Bilbao, studeerde er en woonde in de Licenciado Poza, nr. 24, 4de verdieping. Als vrijgezel vervoegde hij de rangen van ETA bij de militaire vleugel. Als gevolg van een reeks aanhoudingen in april 1969 vluchtte hij in 1970 naar Iparralde. In 1971 stak hij clandestien de grens over om deel te nemen aan acties van de militaire vleugel in de Baskische provincies (1971-1972).

Hij was het die in Madrid een kelderverdieping huurde, gelegen in de Calle Claudio Coello, nr. 104, om er een beeldhouweratelier in te richten. Wij weten uit de aanslag op Carrero Blanco (+20 december 1973) dat die kelder diende om een tunnel te graven en vol te stouwen met explosieven.

Javier Larreategi (57 jaar), beter bekend onder zijn naam als militant “Atxulo”, overleed op 9 april 2008, in zijn geboortestad Bilbao, na een lange ziekte.

Zij die hem gekend hebben, verklaren dat hij, de laatste jaren, een teruggetrokken leven leidde, net alsof hij dezelfde clandestiniteit die hij aan de dag legde tijdens zijn strijd voor de vrijheid en de onafhankelijkheid, wilde verder zetten.

Larreategi moest in 1970, als gevolg van zijn politieke optreden, onderduiken in Ipar Euskal Herria (Frans-Baskenland). Hij was één van de 7 politieke vluchtelingen die door de Prefectuur van het Departement Pyrénées-Atlantiques in oktober 1972 werd uitgewezen. Enige tijd later dook Larreategi op in Madrid, samen met andere militanten van ETA.

Dat verblijf in Madrid zou niet onopgemerkt voorbijgaan. Hij maakte deel uit van het commando dat de “Operación Ogro” (aanslag Carrero Blanco) tot een goed einde moest brengen. Larreategi was de persoon die, zich uitgevend als beeldhouwer, een kelderverdieping huurde in de Calle Claudio Coello. Hier werd maanden gegraven aan een tunnel om er springstoffen in onder te brengen, die moesten dienen voor de aanslag op de admiraal.

Op zaterdag, 22 december 1973, had de Dirección General de Seguridad al de namen bekend gemaakt van de mogelijke daders, onder hen José María Larreategui Cuadra. Een jaar later, november 1974, verschijnt zijn naam, samen met de anderen van het commando, op de lijst van beklaagden die voor de militaire- en uitzonderingsrechtbank “TOP-Tribunal de Orden Público” moesten verschijnen. Een paar maanden vroeger, in juni hadden de Spaanse autoriteiten al om zijn uitlevering gevraagd aan Parijs, maar zowel de magistraat, als de Franse regering was niet op dat verzoek ingegaan. De Franse regering stemt pas in met uitleveringen als de terreur, de vernieling en de moorden van de doodseskaders, gesteund door de Spaanse regering, ook hen teveel wordt. Maar op dat moment is Atxulo al lang verdwenen.

Tien jaar later, op 10 januari 1984, wordt Atxulo gearresteerd in Iparralde, samen met nog een 15-tal andere Baskische vluchtelingen. De rechtbank legt hem een gedwongen verblijfplaats op in Parijs met als bijkomende voorwaarde zich dagelijks aan te melden op het commissariaat van politie. Maar vanaf eind januari 1984 komt hij niet meer opdagen. Men is elk spoor bijster.

Het onderzoek dat tegen hem loopt, licht een tipje van de sluier. Hij wordt verantwoordelijk gesteld voor de internationale betrekkingen van ETA vanaf 1989. Men neemt aan dat hij eerste in Algerije verbleef en later in Nicaragua.

Algerije

Atxulo reisde in 1986 naar Algerije om daar aan de autoriteiten te vragen twee vluchtelingen op te nemen: Iñaki Aracama Mendía “Makario” en Belén González Peñalva “Carmen", lid van het “commando Madrid” en later (1989) aanwezig tijdens de vredesonderhandelingen (*).

(*) De officiële gesprekken zijn van start gegaan op 14 januari 1989, naar aanleiding van een wapenstilstand gedurende 15 dagen, aangekondigd door ETA op 8 januari 1989. De onderhandelingen zouden nu op het hoogste niveau gevoerd worden. Van regeringszijde waren aanwezig: José Luis Corcuera (ministerie Binnenlandse Zaken), Rafel Vera (Staatssecretaris in de regering voor Veiligheid) en Juan Manuel Eguiagaray (regeringsafgevaardigde in Murcia), aangevuld met Jesús Martínez Torres (in 1982, Commissaris-generaal van Informatie, man van Opus Dei en notoir martelaar) en Pedro Martínez Suárez (politie). Vanwege ETA waren aanwezig: niet alleen Eugenio Etxebeste “Antxon”, maar ook Iñaki Aracama Mendía “Makario” en Belén González Peñalva “Carmen”. De gesprekken grepen nu plaats in een huis met 2 verdiepingen, ter beschikking gesteld door de Algerijnse overheid voor buitenlandse dignitarissen.

Nicaragua

Op 23 mei 1993 explodeerde te Managua (Nicaragua) een werkplaats, volgestouwd met wapens en springstoffen. De werkplaats was eigendom van een Spanjaard, Manuel Antonio Larios Moreno (lid van ETA), maar aangezien het wapenarsenaal toebehoorde aan de FPL-Fuerzas de Liberación Popular, een afdeling van het Salvadoriaanse FMLN-Frente Farabundo Martí para la Liberación Nacional, werd in die richting verder gezocht en niet in de richting van ETA. Tijdens een schoonmaakoperatie (razzia) arresteerde de politie van Nicaragua een niet nader bekend aantal personen, onder wie 1 Bask, 4 Salvadoraanse burgers en 1 Chileen. De Bask bleek Javier Larreategui Cuadra Atxulo” te zijn.

Later kwam aan het licht dat het centrum om documenten ten behoeve van ETA te vervalsen, zich in Nicaragua bevond, hoewel latere informatie van de inlichtingendienst Uruguay aangeeft.