Germán Rodríguez

Op de horens genomen

Tijdens het Filmfestival van Málaga, eind april 2005 werd een documentaire vertoond die gemaakt werd met subsidies van de Regering van Navarra. De film vertelt een dramatisch voorval dat in Pamplona plaatsgreep toen de regisseur, José Angel Jiménez op 11-jarige leeftijd te wachten stond op de "peñas" (een soort supportersclub, een soort broederschap) die in de feestweek van San Fermín de zaak wat opvrolijken. De hoofdrolspelers in de dramatische gebeurtenis durven in de film nog steeds geen schuld te bekennen. Op 7 juli 1978, bijna 3 jaar ná de dood van dictator Franco, gebeurde er in Baskenland een "incident" dat té zwaar was om het met de mantel der liefde van de "jonge democratie" te bedekken zoals dat indertijd met ál de vergissingen, fouten en schandalen gebeurde. Dít was méér dan een erge oprisping van slechte verliezers…De Antiterroristenwet was pas gestemd, maar de Grondwet nog niet. De vuile oorlog was ook al bezig. In januari waren in Pamplona in een vuurgevecht 2 ETA-leden en één politieman doodgebleven. "2-1 in ons voordeel" aldus de grote politicus Rodolfo Martín Villa. Op 1 mei waren er vele arrestaties geweest. Ingrediënten genoeg voor een temperatuurstijging.

Bij het startschot voor de Bij het startschot ter gelegenheid van de San Fermín-feesten op 6 juli, waarop het feest "ontplofte" (dixit Hemingway), waren er, behalve "Viva San Fermín" ook leuzen te horen voor de vrijlating van de gevangenen. Nadat de laatste stier van de meute weer binnen was gelokt, bleven er drie groepen jongeren (peñas) uit protest in de ring en riepen opnieuw leuzen ten voordele van de gevangenen. Bovendien zongen ze het (tot op heden gecontesteerde) lied van de Baskische soldaat. Na de laatste corrida van 's anderendaags, 8 juli 1978, om 20.50 u. kwamen de peñas txiki met een 50tal de arena binnen, met een spandoek "Amnistia total, presoak kalera".(Totale amnestie, gevangenen op straat=vrij) "San Fermín sin presos" (San Fermín zonder gevangenen). Ze hadden niets slechts in de zin. Vanuit het publiek werd geklapt, maar ook gefloten. Zij werden meteen tegemoet gekomen door 40 leden van de gevreesde grijze nationale politie, matrak in aanslag en traangaskogels bij de hand, en vergezeld door een heer in pak met stropdas: Miguel Rubio, politiecommissaris in Pamplona. Er hing meteen een wolk van traangas in de ring waar niemand uit kon ontsnappen.-feesten 6 juli, waarop het feest "ontplofte" (dixit Hemingway), waren er, behalve "Viva San Fermín" ook leuzen te horen voor de vrijlating van de gevangenen. Nadat de laatste stier van de meute weer binnen was gelokt, bleven er drie groepen jongeren (peñas) uit protest in de ring en riepen opnieuw leuzen ten voordele van de gevangenen. Bovendien zongen ze het (tot op heden gecontesteerde) lied van de Baskische soldaat. Na de laatste corrida van 's anderendaags, 8 juli 1978, om 20.50 u. kwamen de peñas txiki met een 50tal de arena binnen, met een spandoek "Amnistia total, presoak kalera".(Totale amnestie, gevangenen op straat=vrij) "San Fermín sin presos" (San Fermín zonder gevangenen). Ze hadden niets slechts in de zin. Vanuit het publiek werd geklapt, maar ook gefloten. Zij werden meteen tegemoet gekomen door 40 leden van de gevreesde grijze nationale politie, matrak in aanslag en traangaskogels bij de hand, en vergezeld door een heer in pak met stropdas: Miguel Rubio, politiecommissaris in Pamplona. Er hing meteen een wolk van traangas in de ring waar niemand uit kon ontsnappen.

08 september 2005

In het cinemacomplex “Golem” in Pamplona wordt vandaag de documentaire vertoond over de “Sanfermines” van 1978!

Op 8 juli van dat jaar viel de Spaanse politie schietend de arena binnen nadat er een spandoek was ontrold met de tekst:

"Gevangenen Vrij"

"Sanfermines zonder gevangenen"

De beelden hiervan "verdwenen" uit de archieven van de Spaanse televisie, TVE! Bij de rellen die daarop uitdeinden tot in de straten rond Plaza de Torres, werd de jonge manifestant Germán Rodríguez doodgeschoten.

Foto’s uit het dossier van de San Fermínfeesten van 1978

(samenstelling: door jongeren die erbij waren)

Sanfermines rotos!

De jongeren gooiden daarop van op de 'gradins' naar de politie met alles wat ze maar bij zich hadden. Buiten werd er al spoedige met scherp geschoten. over een afstand van 200 m., tussen het gebouw van de Civiele Regering en van de Plaza del Castillo. Tien minuten na de start van de duistere ren van de Nationale politie bleven vele gewonden liggen. Germán Rodríguez, een Communistische dokterszoon, bleef dood achter in de Calle Roncesvalles. De politie had zelfs naar het gebouw van de Deputatie geschoten en zou daarbij geroepen hebben "Navarros, hijos de puta" "Navarrezen, hoerenzonen". Een geneesheer van dienst durfde pas enkele weken later de cijfers van het aantal gewonden van die 10 minuten bekend maken. Tussen de 50 en 55 personen waren gewond geraakt, waarvan drie met schotwonden en een groot aantal met verwondingen door rubberkogels waarmee rijkelijk op de mensen geschoten was.

Verder waren er mensen met verstikkingsverschijnselen door het traangas, zenuwaanvallen, breuken. De kranten hadden vroeg gesloten, mogelijk om eerst de reacties af te wachten en hun "opinieartikels" aan te passen aan de berichten vanuit Madrid. Een duizendtal moedigen begonnen tegen de morgen aan een geïmproviseerde manifestatie! 's Anderendaags, zondag 9 juli, zou niet als naar gewoonte een grote dag worden. EGIN, dat 240 nummers jong was, opende met een paginagrote titel: "Sanfermines rotos" "Sanfermines verpest" in de betekenis van "vandaag zullen er geen stierenrennen plaatsvinden". De straten bleven leeg. Er werd enkel puin geruimd. De jongeren nodigden uit om de begrafenis van Germán Rodríguez bij te wonen. Allen droegen de witte "feestkleding" maar met een zwarte in plaats van een rode sjaal rond de hals. Ze schoven de verantwoordelijkheid voor een ontaarde vreedzame plechtigheid in de schoenen van de Gouverneur. Op 10 juli kwamen er 30.000 personen naar het kerkhof, een manifestatie die Pamplona nooit gezien had. Het werd een begrafenis met opgeheven vuist. De priester van dienst, Patxi Larrainzar, sprak de historische woorden "Nog nooit hebben er zó weinigen zó velen doen lijden." en "Ze schoten het feestglas in onze handen stuk." "Dat niemand ons komt bepraten en zeker geen indringer die ons van elders komt omsingelen." Vanaf het kerkhof trok de massa naar het stadscentrum met drie spandoeken: "Herriak ez du barkatuko" (Het Volk zal dit nooit vergeven) "Germán, gogoan zaitugu" (we blijven je gedenken) "Ontslag van de verantwoordelijken". 11 juli zou dit jaar geen feestdag worden! Om half tien ontstond er in het stadscentrum van Donostia een spontane betoging. Bij de helling van Aldapeta, tussen Buen Pastor en Aiete, op 300 m. van de kazerne van de Strijdkrachten, werden auto's dwars gezet. De eerste politie-eenheid die er aankwam, deed de spanning ten top stijgen door twee keer in de lucht te schieten. Ze kregen meteen een regen stenen als antwoord, waarop dan weer traangas en rubberkogels volgden. Dit ging fout aflopen! Sommige politiemannen liepen met hun revolver in de hand. Deze ongelijke veldslag duurde de hele voormiddag, tot 12.30 u. Toen een politieman in de Calle San Bartolomé met een halfautomatisch geweer op de massa inschoot, kon de 19-jarige Joseba Iñaki Barandiaran, uit Astigaraga, niet tijdig ontkomen. Hij kreeg een kogel in het hart en mét hem héél Baskenland! Het hele Baskenland ging spontaan in staking. Op de camping van Igeldo, boven Donostia-San Sebastián, was de solidariteit groter dan ooit. Velen, vooral jongeren, kwamen vragen wat er eigenlijk gaande was. Het campingwinkeltje was meteen uitverkocht en niemand kon weg want beneden in de stad werden nog meer barricades opgericht. De N 1, richting Frankrijk werd afgesloten. Aan de fonteinen ging ik praten met de mannen die de barricade bevolkten! De spanning was nooit zo groot geweest, zelfs niet tijdens de Francodictatuur. Ik kreeg een enorme bewondering voor de moed van de Baskische jongeren. Net als na de dood van Germán Rodríguez volgden op 12 juli al meteen de politieberichten dat Barandiaran door een eigen "pistolero" zou doodgeschoten zijn en dat de manifestanten de politiestrijdkrachten hadden aangevallen. Barandiaran werd zelfs een delinquent van gemeenrecht genoemd. Ze schoven de schuld op … ETA! Rodolfo Martín Villa, toenmalig Minister van Binnenlandse Zaken, kwam per helikopter vanuit Pamplona naar Donostia overgevlogen op zoek naar een geloofwaardige versie van de feiten. Terug in Pamplona sprak hij de historische woorden:

"Los que atacaron despiadadamente en plenas fiestas, causando muerte y desolación, son los que desean que desaparezca todo vestigio que recuerde su barbarie".

"Lo nuestro son errores, lo suyo crímenes".

Wat wij fout doen zijn vergissingen, maar die van hen zijn misdaden!

Net zoals de Noormannen trokken de bezetters stelend en vernielend door de wijk Egia. Deuren en vensters werden stukgeslagen, waarna traangas naar binnen werd geworpen! Intussen waren foto's verspreid, gemaakt door een Frans toerist, waarop Germán Rodríguez, enkele uren vóór zijn dood, lachend tussen zijn kompanen in de tribunes van de arena zat. Helemaal niet als een agitator! Op 13 juli kwam een politie-eenheid uit Miranda de Ebro (Spanje) over. Zij zouden wel eens "orde op zaken stellen". In Orereta maakten moedigen foto's waarop voorvallen werden vastgelegd die niet voor mogelijk werden geacht. Op minder dan een uur tijd trok de politie-eenheid door de straten van het stadje, sloegen daarbij uitstalramen aan diggelen om daarna gebakjes, horloges, tennisrackets en zelfs vislijnen te stelen! De nieuwe "burgerlijk gouverneur", die meten na de dood van Barandiaran (ter vervanging) was aangesteld, vond amper excuses. "Ik heb geen orders gegeven om Orereta binnen te trekken" bekende hij aan de gemeentesecretaris! 's Anderendaags, 14 juli, verzamelden 3.000 inwoners in het centrum van Orereta. De moedigsten vertelden in het openbaar wat ze hadden meegemaakt. In sommige portalen hadden de politiemannen gepist en gescheten! Vele auto's waren doelloos beschadigd en een vrachtwagen was zonder enige reden in brand gestoken. Er was voor twee miljoen peseta's schade. Op zondag, 16 juli verzamelden 10.000 personen in Donostia voor een manifestatie die werd geopend door familieleden van Barandiaran. Er waren leuzen ten voordele van ETA te horen, maar er werd ook geroepen "Martín Villa tegen de muur!" Politiecommissaris Rubio, die in burgerpak de raid in de ring had bevolen en persoonlijk had aangevoerd, werd dezelfde maand nog overgeplaatst naar Xiribella in Valencia. Daar kwamen meteen 2.000 inwoners op straat om te protesteren tegen zijn komst! Ook andere politieoversten werden weggepromoveerd. Rodolfo Martín Villa loopt nu nog steeds rond… Hij werd zelfs door de Spaanse Regering aangesteld om te trachten de olie uit de tanker "Prestige" die aanspoelde op de stranden "onder de (zand-)mat te schuiven" en er ETA, indien mogelijk, de schuld van te geven!!! Het ging al die kant op toen de Spaanse TV zei dat de getijden in de Golf van Biskaje de schuld waren voor het aanspoelen van de rotzooi! De schuld lag dus bij die Basken en hun golven… Het monumentje voor Germán Rodríguez in de Calle Roncesvalles in Pamplona is niet het originele.

Dat werd ooit met behulp van explosieven verwijderd. De daders werden, evenmin als in Diksmuide, ooit gevonden... Elk jaar krijgt Germán Rodríguez in de arena van Pamplona een speciaal eerbetoon, gewoon door de jeugd, in de tribune. Met een grote foto en een eredans. Diezelfde jongeren verzorgen ook de herdenking die, sedert 1978, elk jaar plaatsvindt bij het monumentje.

Foto geschonken door W. Hensgen

08 juli 2007

Diegenen die in volle feestelijkheden meedogenloos aanvallen, dood en vernietiging veroorzaken, zijn zij die willen dat alle sporen die herinneren aan die barbarij, verdwijnen”.

Vorig jaar 2006 werd de gedenksteen, die opgericht was als nagedachtenis aan Germán Rodríguez, verwijderd. Als motief werd opgegeven dat dit noodzakelijk was omwille van een geplande ondergrondse parking in de Avenida Carlos III en Avenida de Roncesvalles, waar Germán Rodríguez werd neergeschoten op 8 juli 1976. Maar bij het beëindigen van de werken begin februari 2007, werd niet de gedenksteen teruggeplaatst, zoals beloofd, maar wel een prestigieus monument voor de encierro. Verantwoordelijke hiervoor was het gemeentebestuur van Iruñea-Pamplona onder de leiding van burgemeester Yolanda Barcina (UPN, zusterpartij van de haatzaaiers van de Partido Popular).

Op 8 juli 2007, hebben vrienden, sociale, culturele en syndicale verenigingen, dan maar zelf een repliek van de gedenksteen geplaatst op de plek waar hij neergeschoten werd. Het hele gebeuren heeft de gemoederen nog maar eens hoog doen oplaaien. Geen verrassing als je op de hoogte bent van dagelijkse provocaties van de “superdemocraten” van de UPN-PP.

10 juli 2007

Op 10 juli 2007

hebben de “superdemocraten”

van de UPN-PP er voor

gezorgd

dat de repliek van de

gedenksteen

terug verdwenen is.

21 november 2007

Op 21 november 2007 werd eindelijk de gedenksteen voor Germán Rodriguez terug op de oorspronkelijke plaats, de Avenida Roncevalles, opgesteld.

Hiermee werd gevolg gegeven aan een motie van 21 september 2007, die goedgekeurd werd door een meerderheid van NaBai, PSN en ANV. Gelijktijdig werd ook beslist een gedenkplaat toe te voegen met als opschrift: “Iruñea Germán Rodríguez eta 1978ko Sanferminen oroitzapenetan”, Pamplona, ter herinnering aan Germán Rodríguez en de Sanfermines van 1978. De UPN, de zusterpartij van de Partido Popular, had voordien al 5 motie kunnen wegstemmen. Maar sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 27 mei 2007 halen zij de volstrekte meerderheid niet meer. De drijvende kracht achter de motie was het collectief “Hilarria”.