Koninkrijk Navarra

EUSKAL HERRIA:eertijds het Koninkrijk Navarra

De Basken eisen een welomschreven territorium op, Euskal Herria, dat gedeeltelijk binnen de Spaanse staat en gedeeltelijk binnen de Franse staat ligt. Over dat gebied bestaat eensgezindheid bij alle Baskisch-nationalistische politieke partijen en organisaties. Gaande van links tot rechts. Dit betekent dat er een bepaalde reden bestaat voor het waarom van dit territorium.

Vandaar de vraag: waarom eisen de Basken dit territorium op en geen kleiner of groter territorium?

Waarom wordt Navarra vernoemd?

Pre-Navarra

Onder Pre-Navarra wordt de periode van de Baskische geschiedenis bedoeld die voorafging aan en aanleiding gaf tot het bestaan van het onafhankelijke koninkrijk Navarra.

Het pre-Indo-Europese Europa

Recent genetisch en linguïstisch onderzoek hebben een bijdrage geleverd aan de zoektocht naar meer kennis betreffende de prehistorie en de bevolking van het Europese continent in dat tijdperk. Er zijn wetenschappers die de pre-Indo-Europese mensheid Vascona noemen, Baskisch en ze beweren dat de oorspronkelijke Europese bewoners Euskaros waren, en beschouwen de Baskische taal als de eerste taal in Europa.

Genetisch onderzoek heeft aangetoond dat bepaald prehistorisch DNA, in drie groepen onderverdeeld, wel teruggevonden wordt bij tal van Europeanen, maar dat die een concentratie kent waar vandaag de Basken wonen en leven. Waaruit afgeleid wordt dat de inwoners van deze streek zich destijds over gans Europa verspreid hebben.

Linguïstisch onderzoek heeft dan weer Baskische wortels blootgelegd in tal van Europese geografische namen. Een paar voorbeelden: de wortels ibar en ibai (vallei en rivier) werden aangetroffen in ondermeer Duitsland, Oostenrijk, Servië en Montenegro. Het begrip ur (water) vindt men als wortel terug in namen van tal van Europese rivieren en beken. De Ourthe in Wallonië is daarvan een voorbeeld.

De volkeren die zich in de omgeving van de Pyreneeën vestigden, een zekere vorm van sedimentatie vertoonden en van landbouw leefden, waren min of meer georganiseerd in dorpen. Iruñea was daar één van.

Voor en na het eerste ijs-tijdperk verspreidden de Cromagnon zich over heel Europa. Zo’n 6000 jaren later, tijdens het neolithicum, verschenen de Indo-Europese stammen op het Europese toneel. Deze brachten nieuwe Indo-Europese talen mee. Onder die Indo-Europese stammen, of volkeren, bevonden zich de Kelten. Groepen Kelten doorkruisten het territorium van de Euskaros en een aantal daarvan vestigden zich er tijdelijk. Het zou kunnen dat de benaming Vascones van Keltische oorsprong is, maar het volk dat daar leefde, is het niet.

De Keltische inval verstoorde de eerdere rust grondig en zorgde voor een heuse verandering in het uitzicht van de dorpen. Er werden vestingsmuren opgetrokken en er heerste onzekerheid en angst bij de landbouwers. Daar lag ook de basis voor samenwerking tussen de diverse dorpen tegen de gemeenschappelijke vijand, tegen de Kelten.

De nood om zich te weren tegen het Keltische geweld bracht een zekere militaire structuur met zich mee, gevolgd door een vorm van aristocratie en een sociale hiërarchie.

Vasconia: 2de eeuw v. C. - 8ste eeuw n. C.

Wanneer dan de Romeinen hun imperium uitbouwden, werd ook het territorium van de Euskaros of Vascones ingelijfd. De eerste nederzetting die de Romeinen op het Iberische Schiereiland bouwden, bevond zich in dat territorium: Graccurris, in het jaar 179 v.C. ( het huidige Alfaro, op de grens tussen La Rioja en Navarra, aan de rivier Ebro), genoemd naar de stichter ervan, Tiberio Sempronio Graco.

In 75 v.C. werd Pompaelo gebouwd, het huidige Pamplona. Net daar waar eerder het dorp Iruñea was. Vandaar ook de dubbele benaming Pamplona-Iruñea. De houding van de Romeinse bezetter stak schril af tegen het geweld van de Kelten. Waardoor de Vascones en de Romeinen in harmonie begonnen samen te leven. Een aantal delen van de bevolking werden tweetalig Euskara (Baskisch)-Latijn.

In de eeuwen die daarop volgden (2de tot 5de eeuw n. C.), wisten de Vascones hun culturele, politieke, sociale en economische aanwezigheid te verzekeren, ook zo erkend door de Romeinen. Onder de Romeinse structuren wist de Vasconische cultuur te overleven en zich te ontwikkelen, zij het dat de Romeinse invloed zich liet gelden. Er ontstond een Romeins-Vasconische cultuur.

Het was een periode van bloei en ontwikkeling. Er werden meer en beter versterkte dorpen en steden opgetrokken, de samenleving werd georganiseerd in juridische termen en er kwam een vorm van internationale betrekkingen op gang. Het was ook in die periode dat de Romeinen een stevige stadswal lieten bouwen rond Pamplona-Iruñea. De Vascones begonnen zich als Romeinen te beschouwen, zij het dat ze hun cultuur en taal behielden, en leefden bijna 700 jaar als onderdanen van het Romeinse Imperium (ter vergelijking: de Goten en Franken leefden zo’n 200 jaar onder Romeins gezag).

Na de val van Rome wist Vasconia onafhankelijk te blijven van de Germaanse volkeren die Europa veroverd hadden. De Germanen, voornamelijk Visigoten, wisten Vasconia niet te veroveren. In dezelfde periode moest Vasconia ook aanvallen van de Franken in het noorden, en van Moren in het zuiden verduren. Eginhard, die kroniekschrijver van Karel De Grote was, vermeldde Vasconia als een aparte entiteit, dat niet ingelijfd was bij het Frankische Rijk.

In die tijd strekte het Vasconische Rijk zich uit tot in Aquitanië. Steden als Bordeaux en Toulouse (Tolosa) lagen binnen dat rijk. De macht en het territorium van Vasconia was minstens even groot als die van de Franken, en misschien groter dan die van de Visigoten. De koning, of prins, of soeverein van Vasconia was Eudón De Grote (8ste eeuw n. C.). Hij was het die voor het eerst de Moren tot stilstand bracht, en niet de Franken. Zowel kronieken uit Rome als Frankische en Visigotische kronieken, erkennen dat het de Vascones waren die de eerste overwinning tegen de Moren behaalden. Europa werd onderverdeeld in drie grote politieke entiteiten: het door de Moren bezette gebied of Hispania, Pamplona capital en Burdeos capital, en het Frankische Rijk. Pamplona capital en Burdeos capital kwamen overeen met respectievelijk Vasconia ten zuiden van de Pyreneeën en Vasconia ten noorden van de Pyreneeën. Na de dood van Eudón De Grote begonnen de Franken een reeks oorlogen om Vasconia in te lijven.

Van Vascones naar Navarros

Het is eveneens in die periode dat de naam Navarra voor het eerst in kronieken opgetekend werd. Opnieuw was het Eginhard, de kroniekschrijver van Karel De Grote, die negen jaren vóór de Veldslag van Orreaga naar Navarra verwees: waar de rivier Ebro ontspringt en waarvan het territorium overeenkomt met dat van Vasconium.

Met Navarra doelden de Franken op die Vascones die aanvankelijk niet ingelijfd werden bij het Frankische Rijk, dus op die Vascones die hun eigen taal en cultuur bleven behouden binnen een onafhankelijk territorium. De naam was geen afgeleide van een geografisch, etnisch of sociaal begrip. Het was een louter politieke noemer, die vanaf de 12de eeuw n. C. een algemeen begrip zou worden voor de gemeenschap van onafhankelijke én ingelijfde Vascones. De betekenis verschoof dus met de tijd van een benaming voor het onafhankelijke Vasconia naar een omschrijving voor alle Vascones.

In de Slag van Orreaga (ook Slag van Roncesvalles genoemd) op 15 augustus 778 werd Karel De Grote verslagen door de legers van Navarra, nadat eerder de stadswallen van Pamplona-Iruñea door de Franken vernield werden. De bedoeling van Karel De Grote was Navarra in te palmen, maar met de vernieling van de stadswallen, bereikte hij in feite net het omgekeerde. Niet alleen stierf hij in een tegenaanval, het zou tevens de consolidatie van Navarra als onafhankelijke Europese staat bevorderen.

Nog twee andere veldslagen werden in Orreaga uitgevochten, in 812 en in 824. De eerste veldslag werd geleid door Lodewijk De Vrome, zoon van Karel De Grote. Hij viel Iruñea binnen en op de terugtocht liet hij de vrouwen en kinderen van de soldaten gijzelen. In de veldslag van 824 liepen ingelijfde Vascones mee, onder leiding van Eblo en Aznar.

Beide werden verslagen en als gevangene naar Pamplona overgebracht. Deze overwinning betekende het begin van het Koninkrijk Navarra onder het gezag van Eneko Aritza (of Aresta).

Navarra, Europese staat: 9de - 17de eeuw n. C.

De legitimiteit van het Koninkrijk Navarra (*) is al vaak onderwerp van discussie geweest. Echter, historische documenten tonen overduidelijk de erkenning van Navarra als Europese staat aan. Een uiterst belangrijke bron daartoe is de “Codex van Roda”, een in het Latijn opgesteld manuscript in het Paleis van Pamplona in 992, met unieke bronnen over het Koninkrijk Navarra in de 9de eeuw. Daarin staat de politieke onafhankelijkheid van Navarra beschreven. De Codex formuleert de verschillende politieke entiteiten in het brede gebied rond de Pyreneeën: het Koninkrijk Navarra, het Frankische Rijk en de graafschappen Aragón, Gasconia en Tolosa.

Voor elke politieke entiteit wordt in hiërarchische rangorde een lijst van notabelen geformuleerd. Interessant en belangrijk is dat de namen van Navarra allen in het Baskisch opgetekend staan: onder andere Eneko, Asnari, Xemen en Belasco. Die namen werden in latere vertalingen naar het Spaans omgezet. Eneko werd Iñigo, Xemen werd Jimeno enzovoort. Het feit dat de koningen van Navarra Baskische namen hadden, geeft aan welke taal er gesproken werd op het Hof. In de loop van de eeuwen werden er wel Spaanse namen aangenomen.

(*) Reino de Navarra - Nafarroako Erresuma - Koninkrijk Navarra

Oorspronkelijk sloeg de benaming enkel op een gebied ten zuiden van de Pyreneeën, waarvan de gedeeltelijk Baskische, gedeeltelijk Visigotische bevolking in de 8ste en 9de eeuw een zelfstandig staatje stichtte, in de strijd tegen de opdringende Moren en de Franken. De stad Pamplona met het omliggende gebied was wellicht de oudste kern van het rijk. Eerst werd er gesproken van Reino de Pamplona, later van Reino de Navarra, Koninkrijk Navarra. De eerste koning die als authentieke historische figuur herkenbaar is, was Sancho I (905-925). Hij voerde hevige strijd tegen Abdoerrahman III. Onder zijn opvolgers was Navarra in feite een vazalstaat van het Spaanse kalifaat. In de 10de eeuw begon de interventie van Navarra in de strijd tussen de koninkrijken León en Castilië. Koning Sancho III García, bijgenaamd ‘de Grote’ (ca. 1000-1035) veroverde een deel van Baskenland, Castilië en een gebied ten noorden van de Pyreneeën, waardoor Navarra onder zijn bewind het machtigste rijk in Spanje werd. Voor zijn dood verdeelde hij zijn rijk onder zijn zonen, zodat het weer uiteen viel. Strijd tussen verschillende troonpretendenten en inmenging van Franse vorsten beheersten hierna enige eeuwen de geschiedenis van Navarra. Theobald IV van Champagne erfde in 1234 het gehele koninkrijk Navarra, dat inmiddels ook gebied ten noorden van de Pyreneeën omvatte. Na het uitsterven van het Huis Champagne in de mannelijke lijn ontstond een hevige opvolgingstrijd om Navarra tussen Frankrijk, Castilië en Aragón. Johanna, dochter van de laatste koning, koos ten slotte partij voor Frankrijk. Haar dochter Johanna werd uitgehuwelijkt aan de latere Filips IV van Frankrijk (1275). Navarra behield onder Franse soevereiniteit zijn eigen wetten en instellingen. Telkens wanneer een telg uit het Franse koningshuis die de titel koning van Navarra droeg, ook koning van Frankrijk werd, nam een andere telg het koningschap van Navarra over. In 1322 werd op die manier Johanna, dochter van Lodewijk de Woelzieke, koningin van Navarra. Door haar huwelijk met graaf Filips III van Évreux ging Navarra over op het Huis van Évreux. In de 15de eeuw wisselden weer tal van dynastieën elkaar af onder voortdurende opvolgingsstrijd: o.m. het Huis van Aragón regeerde een tijdlang in Navarra, daarna het Huis Foix. Het koninklijk gezag bestond echter alleen nog theoretisch en de koningen hadden al sinds lang geen enkele reële betekenis meer. Van deze feodale anarchie maakten de steden misbruik om hun macht en hun privileges uit te breiden. Ook Ferdinand II van Aragón profiteerde van deze verdeeldheid om het zuiden van Navarra bij zijn eigen rijk in te lijven, waarna dit definitief in de Spaanse geschiedenis opging. Het gebied ten noorden van de Pyreneeën (tegenwoordig Neder-Navarra, in het huidige Franse departement Pyrénées-Atlantiques) kon hij niet ontnemen aan het Huis Albret, een Zuidfrans geslacht, dat in 1484 door het huwelijk van Jean d'Albret met Catharina van Foix, erfgename van Jan III van Navarra, geheel Navarra had verworven. Hendrik II, de zoon van Jean d'Albret, trouwde met Margaretha, zus van de Franse koning Frans I. Hij probeerde vruchteloos het zuidelijke deel van Navarra opnieuw te annexeren. Zijn dochter Jeanne d'Albret maakte van Navarra, nu gereduceerd tot Neder-Navarra, een calvinistische staat. Haar zoon Hendrik, die als Hendrik IV koning van Frankrijk werd, bracht uiteindelijk in 1589 dit koninkrijk Navarra onder de Franse kroon (zelf beweerde hij altijd trots dat het in feite andersom was!). Officieel bleven Navarra en Frankrijk gescheiden koninkrijken (verbonden door een personele unie) tot 1620, toen koning Lodewijk XIII de landen verenigde. Tot aan de Franse Revolutie droegen de Franse koningen officieel de titel "koning van Frankrijk en Navarra"; ook de koningen Lodewijk XVIII en Karel X deden dit nog. Ook de Spaanse koningen bedienden zich overigens van de titel "koning van Navarra"; zij bezaten immers het grootste deel van het oude koninkrijk met de hoofdstad Pamplona.

Gedurende acht eeuwen bleef Navarra een onafhankelijke staat. Met ondermeer een eigen rechtsysteem, fiscale soevereiniteit en (in de 13de eeuw) een eigen Rekenhof. Maar ook met een eigen munt, eigen maten en gewichten en zelfs een eigen kalender. Wat de eigen munt betreft moet verwezen worden naar wetteksten uit de 16de eeuw. Die stelden ondermeer dat de benaming “Spanje” niet op de muntstukken mocht komen en dat er geen buitenlandse munten (uit Castilië of het Frankische Rijk) in Navarra mochten circuleren. Zelfs de munten uit Catalonië waren verboden.

De kalender was een maankalender. De uitgang ila verwijst daar naar: urtarrila (januari), otsaila (februari), apirila (april), uztaila (juli), iraila (september), urrila (oktober). Het huidige Baskische woord voor ‘maan’ is ilargia. Ook de indeling van de dagen was gebaseerd op de maancyclus en de week bestond uit drie dagen: astelehena (maandag), asteartea (dinsdag) en asteazkena (woensdag). Letterlijk betekenen deze woorden: eerste weekdag, tussenweekdag en laatste weekdag. Het is pas later dat de christelijke kalender toegevoegd werd. De taal in Navarra was Baskisch. Er bestaan voldoende bronnen om dat aan te tonen. Publieke plaatsnamen, zoals straatnamen en namen van bruggen, werden in Baskisch opgetekend, met een verwijzing naar “errege”, de koning: erregebidea (koningsweg), erregezubia (koningsbrug), erregemendia (koningsberg) enzovoort. Ook werden de eerste boeken in het Baskisch geschreven. Het eerste Baskische boek, geschreven door Bernat Etxepare, kwam er in 1545 en titelde Linguae vasconum primitiae: Beginselen van de Vasconische Taal.

Toen dook de naam Euskal Herria op. Deze term hield alle Vascones in, zowel de ingelijfde als de onafhankelijke Vascones. Of zoals Navarra een begrip was geworden voor beide groepen van Vascones. Daarom ook dat Navarra en Euskal Herria twee zijden van dezelfde medaille waren, en zijn. Navarra was de politieke gemeenschap en Euskal Herria de culturele.

Post-Navarra

Maar, een deel van het Navarrese grondgebied was toen al ingenomen door Castilië, dat een harde taalpolitiek doorvoerde om het Castilliaans op te leggen. De vlag van de Europese staat Navarra was een zon met acht stralen. In de loop van de eeuwen kwamen er varianten van die zon in de vorm van bloemen of robijnen. Na de val van Navarra veranderden de robijnen in kettingen. Wat dan weer te zien is in de huidige vlag van de Forale Gemeenschap van Navarra (*). Een ander, zeer belangrijk, symbool van Navarra was de adelaar van Sancho VII (1194-1234). De zwarte adelaar, “arrano beltza”, was de persoonlijke zegel van Sancho VII. Het symbool is door de eeuwen heen misbruikt geweest door de Castilliaanse heersers en wijzigde van betekenis. Vandaag is de zwarte adelaar een Baskisch symbool voor vrijheid en een verwijzing naar die historische soevereiniteit. In de zestiende eeuw viel Navarra en werd het grondgebied toegevoegd aan Castilië. De Spaanse inquisitie herorganiseerde het territorium. In die reorganisatie ligt de oorsprong van de huidige Baskische provincies binnen de Spaanse staat. Met de Franse Revolutie in 1789 werd de Franse grondwet volledig doorgevoerd in de gebieden die Frankrijk op Navarra veroverd had, en in 1841 werd de Spaanse grondwet doorgevoerd in de gebieden die Spanje veroverd had. Dit betekende meteen ook het einde van Navarra als soevereine staat in Europa.

(*) Comunidad Foral de Navarra - Nafarroako Foru Komunitatea - Forale Gemeenschap van Navarra

Navarra (Nafarroa) heet officieel Comunidad Foral de Navarra en is één van de 17 autonome regio’s van Spanje. Het ligt in het noorden van het land, ten oosten van Baskenland, ten zuiden van Frankrijk, ten noorden van La Rioja en ten westen van Aragón. Navarra is net zoals o.a. Cantabrië en Asturië zowel een autonome regio als een provincie en is dus niet zoals de meeste andere regio's onderverdeeld in provincies.

Besluit

Het koninkrijk Navarra was gedurende acht eeuwen een onafhankelijke staat in Europa, erkend en aanvaard door de andere Europese staten, koninkrijken en graafschappen. Door de veroveringsdrang vanwege het historische Castilië (het latere Spanje) en het historische Frankische Rijk verdween beetje bij beetje deze onafhankelijkheid, totdat het hele koninkrijk opgeslorpt werd door beide machten. Het feit dat dit beetje bij beetje gebeurde, was de aanleiding voor het gebruiken van de term Euskal Herria, waarmee naar het geheel, het eerder onafhankelijke Navarrese gebied verwezen werd. Het is daarom dat de Basken vandaag diezelfde term gebruiken om te verwijzen naar het grondgebied dat ze opeisen.

Met andere woorden, het grondgebied dat de Basken vandaag opeisen onder de naam Euskal Herria, was en is het grondgebied van het historische onafhankelijke koninkrijk Navarra. Dit is meteen ook de reden waarom de Basken net dat territorium opeisen en geen groter of kleiner gebied.

Bron: Sociaal-Flamingantische Standpunten Nr.3