ETA-político-militar - De andere weg

Op 30 september 1982 verschijnen de leiders van ETApm (político-militar), ook wel polimilis genoemd, op een persconferentie in Biarritz, voor de eerste maal met de gezichten onbedekt. Zij bevestigen er hun wil om een einde te stellen aan het geweld.

De polimilis debatteerden al een paar jaren over de wil om een einde te stellen aan het geweld. De eerste stap in die richting was de deelname aan de eerste democratische verkiezingen van 1977, door middel van de politieke partij EE-Euskadiko Ezkerra, geleid door Juan María Bandrés en Mario Onaindia Natxiondo (*). (Prominente leden van EE, zoals Jon Idigoras en Xanti Brouard, stapten over naar Herri Batasuna). De tweede stap was de steun die zij verleenden aan het “Estatuto de Autonomía de Gernika”. In de laatste jaren van hun bestaan hadden zij hun activiteiten (veel aanslagen) gerechtvaardigd door de eis van een statuut.

(*) Mario Onaindia Natxiondo

+31 augustus 2003

Mario Onaindia Natxiondo werd geboren in Bilbao in 1948 en was lid van ETA in de jaren 60. In 1970 werd hij op het Proces van Burgos ter dood veroordeeld, maar onder druk van de internationale gemeenschap werd dit omgezet in levenslang.

Tijdens de 6de Asamblea van ETA in Baoina (1973) kwam een meningsverschil tot uiting tussen 2 stromingen: ETA Militar (absolute prioriteit voor de gewapende strijd) en ETA político-militar (de ondergeschiktheid van de gewapende strijd aan de politieke strijd). Onaindia behoorde tot de laatste strekking. Die strekking besloot begin de jaren 80 de wapens neer te leggen en exclusief de politieke weg te volgen. Onaindia werd medeoprichter van EIA- Euskal Iraultzarako Alderdia (Partido para la Revolución Vasca), die later samen met EMK- Euskadiko Mugimendu Komunista (Movimiento Comunista de Euskadi) de nieuwe politieke formatie EE-Euskadiko Ezkerra (Izquierda de Euskadi) zouden vormen. Van af dat moment wierp Onaindia zich op als één van de felste verdedigers in de publieke veroordeling van de gewapende strijd, waarbij hij praktisch volledig zijn oorspronkelijke objectieven afzweerde: hij negeerde nu het recht op zelfbeschikking en verdedigde de Spaanse grondwet, die hij vroeger uitspuwde. Het duurde niet lang of de EE integreerde zich in de staatsbehoudende partij PSE (de PSOE van Baskenland). De politieke partij staat nu bekend als PSE-EE.

In 2001 schreef hij zijn memoires: “El precio de la libertad” (Uitgeverij: Espasa Calpe, Madrid, 2001 - ISBN: 9788423954612). In mei 2003 ontvangt hij de “Premie José Luis López de Lacalle”, voor zijn verdediging van de vrijheid en zijn strijd tegen de gewapende organisatie. Hij is ook in het bezit van de “Orden del Mérito Constitucional”, een medaille uitgereikt aan personen die zich hebben ingezet voor de Spaanse grondwet. Als beloning, voor een ex-nationalist die vroeger die grondwet uitspuwde, kan dit tellen. Hij overleed op 31 augustus 2003, op 55-jarige leeftijd, in het hospitaal van Txagorritxu (Vitoria). Mario Onaindía werd op 1 september 2003 begraven.

In het beruchte Burgosproces, eind 1970, waarbij voor het eerst Basken buiten Baskenland moesten terechtstaan, kreeg Onaindía samen met vijf anderen, de doodstraf voor de “terechtstelling” van Melitón Manzanas, de man die tijdens de Francodictatuur in Baskenland faam kreeg als folteraar. Vooral de aangeklaagden hadden door hun uitspraken de wereldpers gehaald. Onaindia bracht door zijn optreden (en zijn imposante gestalte) zelfs de militaire gerechtsvoorzitter van zijn stuk. Hij loochende aan de moord op Manzanas deelgenomen te hebben “omdat hij niet de eer had gehad aan militaristische activiteiten mee te mogen doen”. Toen Onaindia daarop recht sprong en “Gora Euskadi Askatuta” riep (“Leve Vrij Baskenland”) sprongen zowel de auditeur als zijn plaatsvervanger recht en trokken hun sabel! Terwijl onder groot tumult de zaal ontruimd werd zongen de beklaagden het (verboden) lied van de Baskische Soldaat: "Eusko Gudariak".

Toen deze eis realiteit geworden was (Ley Orgánica 3/1979, van 18 december 1979, over het Estatuto de Autonomía para el País Vasco), openden zich de poorten om definitief afstand te doen van de wapens en het geweld, maar het duurde nog tot 1985 vooraleer het proces volledig afgerond was. Bij het einde van ETApm zagen aan 120 activisten af van de wapens, terwijl een kleiner aantal wenste verder te strijden en overstapte naar ETAm (militar).

Na bijna 5 jaar van interne spanningen en delicate onderhandelingen werd het proces definitief bezegeld. Het proces werd in grote mate gestimuleerd door de toenmalige Binnenlandminister, Juan José Rosón, van de regering Adolfo Suárez en de secretaris-generaal van Euskadiko Ezkerra, Mario Onaindia Natxiondo. Getuigen van het eerste uur herinneren zich dat er tot het uiterste van de wettelijke mogelijkheden gegaan werd om de polimilis terug op te nemen in het “burgerleven”. De medewerking van de politie, de aanklagers en de magistraten van de Audiencia Nacional, waren onontbeerlijk. Na het succes van de PSOE in 1982 met Felipe González, werden de afspraken door de UCD van Adolfo Suárez bedongen, gerespecteerd. De integratie van de polimilis verliep zonder noemenswaardige problemen. De verachting, de minachting, de bedreigingen en de agressies kwamen uit de hoek van ETAm (militar).

De 6de Asamblea - ETA-V en ETA-VI

Tijdens de 6de Assemblee (eerste gedeelte), gehouden in 1973 te Hasparren, kwamen de sluimerende spanningen tussen “militaristas” en “obrerista” naar boven. De militaristas gaven de voorrang aan de gewapende strijd, terwijl de obreristas die gewapende strijd ondergeschikt wilden maken aan de politieke strijd van de arbeidersbeweging (obrero betekent arbeider). De obreristas, die in de meerderheid waren, wilden paal en perk stellen aan de gewapende activiteit, maar ze stoten op een duidelijk neen van de militaristas, die de resoluties niet aanvaardden. Een overleg is er eigenlijk niet geweest, want de twee strekkingen spraken nauwelijks met elkaar.

Het waren de militaristas die unilateraal beslist hadden om de aanslag tegen Carrero Blanco uit te voeren in december 1973. In het tweede gedeelte van de 6de Assemblee, na de aanslag, voltrok zich het onvermijdelijke. Er kwam een breuk (de aanslag was de spreekwoordelijke druppel) tussen de twee strekkingen, en ETA werd opgesplitst in ETAm en ETApm:

    1. ETA V Asamblea “Askatasuna ala hil (vrijheid of dood) of ETA-V (ETAm, of ETA-militar)

    2. ETA VI Asamblea “Iraultza ala hil” (revolutie of dood) of ETA-VI (ETApm of ETA- político-militar)

Toch kon ETA-V (ETAm) de controle over de organisatie handhaven, mede door toedoen van een grote toevloed van een sector van EGI, de jeugd van de PNV.

ETA-VI (ETApm) viel uiteen in twee delen:

1. de “mayos” (el mayoritario of de meerderheid)

2. de “minos” (el minoritario of de minderheid)

De eerste groep, de “mayos”, stemde in 1973 in met de toetreding tot de Liga Comunista Revolucionaria (LCR), een Spaanse politieke partij, die later zou fusioneren met MC- Movimiento Comunista.

De tweede groep, de “minos”, werd ontbonden toen de leden toevlucht zochten in andere organisaties zoals, de Organización Revolucionaria de Trabajadores (ORT), de PCE, of zelfs terug in ETA-V (ETAm). Er is pas terug sprake van één ETA in 1976.

Gedurende “La Transición”

In de beginperiode van de zo genoemde "transición" of overgang naar naar een democratie, waren er dus twee ETA’s.

ETApm steunde in 1977 de stichting van een politieke partij die het gedachtegoed van de organisatie zou vertolken, Euskal Iraultzarako Alderdia (Partido para la Revolución Vasca, EIA). Later accepteerde ETApm de amnestie toegekend door de regering aan gevangen Etarras die het geweld afzweerden. In 1982 werd een coalitie gevormd tussen “EIA-Euskal Iraultzarako Alderdia of Partido para la Revolución Vasca” en “MC-Movimiento Comunista”. De coalitie kreeg de naam EE-Euskadiko Ezkerra en zou later fusioneren met de PSE, de Baskische PSOE.

Het afzweren van het geweld, beslist in de 7de Assemblee van ETApm in 1976, werd fel gecontesteerd door een groot deel van de militanten, die dan maar terug onderdak zochten bij ETAm (die vanaf dat moment gewoonweg terug ETA werd genoemd). Vooral de speciale commando’s, de “Bereziak”, keerden terug naar ETA. Ook een paar markante figuren zoals “Antxon” en “Pakito” maakten de overstap van ETApm naar ETA(m). Door o.a. hun medewerking hebben wij het KAS te danken.

>>>>>>>>