De maskers vallen af

26 maart 2009

Arnaldo Otegi is nooit vies geweest van duidelijke meningen, wat hem tot voor kort nog in de gevangenis bracht, en de Spaanse “democratuur” kan niet overweg met duidelijke meningen. Zeker niet als het hun eigen mening niet is. Door de Spaanse “democratuur” wordt geen tegenspraak geduld.

Op 26 maart 2009 verklaart Otegi dat superrechter Garzón met zijn de theorie van, “ze zijn allemaal van ETA” het Baskische Conflict wil omzwachtelen door de “politieke natuur” ervan te elimineren en alles te herleiden tot een “strijd tegen het terrorisme”. Alsof het om een aantal “ordeverstoorders” of “misdadigers tegen de Staat” gaat! Het Baskische Conflict heeft in se weinig te maken met ETA. De gewapende organisatie is alleen een afgeleide van het conflict, een gevolg. Het probleem zelf is onweerlegbaar politiek getint.

Garzón en andere magistraten proberen hun stelling aan te tonen door te stellen dat Batasuna en andere partijen (ANV, EHAK) nog nooit de aanslagen van ETA openbaar hebben veroordeeld. Hoewel het niet veroordelen, niet noodzakelijk een goedkeuring veronderstelt, is dit voor Spanje voldoende om te bewijzen dat Batasuna en andere nationalistische partijen “allemaal van ETA zijn”. Het gevolg is het verbod en de nietigverklaring van een tiental politieke partijen van Izquierda Abertzale.

En zie, wat gebeurt er op 3 augustus 2009?

3 augustus 2009 - De maskers vallen af

Op 3 augustus 2009 verklaart Alfredo Pérez Rubalcaba, minister van Binnenlandse Zaken, dat Batasuna (en andere links-nationalistische partijen) nooit gelegaliseerd zal worden, zolang ETA bestaat (alsof zij de oorzaak van dat bestaan zijn). Het veroordelen of het afzweren van het geweld door die of andere partijen, is eigenlijk van geen tel. De veroordelingen en nietigverklaringen van zoveel nationalistische partijen, op basis van het ontbreken van openbare veroordelingen van ETA-aanslagen, was dus een drogreden!

Alfredo Pérez Rubalcaba schreef op 3 augustus 2009 figuurlijk op de lambrisering van de toegangspoort naar de Spaanse rechtstaat (?) een zin die gericht was tot ETA: “Abandonad toda esperanza", geef nu is eindelijk alle hoop op. Die waarschuwing was niet alleen gericht tot de gewapende organisatie, maar ook tot iedereen die dezelfde doelstelling (een eigen staat Euskal Herria) verdedigt. Met iedereen wordt dan bedoeld ‘Ezker Abertzale’, de linkse nationalisten, die een nieuwe dialoog met de staat willen afdwingen. Hij verklaarde voor Cadena SER dat ETA alleen vervolging en gevangenis te wachten staat, nooit dialoog, en dat de ‘anderen’ die politiek willen spelen, nooit zullen toegelaten worden tot de instellingen, zolang ETA leeft.

De minister liep hierbij vooruit op de intenties van de wereld rondom Batasuna die, een paar maanden terug in interne documenten, liet verstaan afstand te willen nemen van het geweld en dat ze vanuit een wettelijke positie (legalisering) ETA wilden overtuigen ook afstand te doen van het geweld. De minister voegde er aan toe dat dit voornemen voor hem geen enkele waarde had en tot niets zou dienen, want: “Wij democraten (?) weten dat Batasuna gelijkstaat aan ETA”. Hij kon met moeite zijn vreugde onderdrukken toen hij ook de recente uitspraak van het Tribunaal van Straatsburg aanhaalde.

Op 30 juni 2009 deed het Europese Hof te Straatsburg een uitspraak over de nietigverklaring van Batasuna op 27 maart 2003, als resultante van de “Ley de Partidos” van 29 juni 2002. De resolutie bepaalt dat de nietigverklaring van Batasuna niet alleen het gevolg is van de niet-veroordeling van ETA-aanslagen, maar ook omdat de politieke Abertzalepartijen meermaals en bij herhaling manifestaties organiseerden die bijna altijd uitliepen op een soort betrokkenheid met het geweld (altijd uitgelokt door verbod en politiecharges) en tegen de georganiseerde co-existentie (España una, grande, libre) in de Spaanse rechtstaat (sic). Deze resolutie zorgde voor grote beroering, en op 2 juli 2009 wijdde de radicale Baskische krant “Gara” nog eens zijn hoofdartikel aan de uitspraak van het Hof in Straatsburg, waarbij het uitsluiten van enkele Baskische partijen wettelijk juist genoemd wordt.

De “editorialist” meent dat het vonnis niet enkel gevolgen heeft voor een “klein collectief van mensen dat tussen de Golf van Bizkaia en de Ebro leeft”, zijnde het deel van Baskenland op het Iberisch Schiereiland.

Het vonnis heeft ook consequenties voor iedereen die politieke veranderingen nastreeft waarbij meer vrijhedenworden geëist, waarbij het geheel van de mensenrechten ter sprake komt, de solidariteit onder volkeren wordt nagestreefd of een verbetering van het democratisch bestel wordt gevraagd. Kortom, consequenties voor elke democraat. Dat is de kern van de beroering die deze resolutie teweegbrengt.

Op de eerste plaats geldt dit voor de interpretatie van het concept “terrorisme”, de criminalisering van de solidariteit en de speciale maatregelen die gecreëerd werden in “de strijd tegen de terreur”, gepromoot door George Bush, José María Aznar en Tony Blair na 9/11. Daarbij werden, zonder enig juridisch bewijs, personen en politieke partijen op “zwarte lijsten” gezet en hun rechten nog verder beperkt dan ze al waren. Zo werd ook de partij ANV-Acción Nacionalista Vasca verboden, een partij die al vóór de Spaanse Burgeroorlog bestond en enkel tijdens de Francodictatuur verboden was.

4 augustus 2009

Izquierda Abertzale heeft op 4 augustus 2009 gereageerd op de uitlatingen van de minister: “De eisen (openbaar veroordelen van de aanslagen) van laatste decennia waren een louter excuus om de politieke natuur van het conflict te verdoezelen. Het was een juridisch en politiek bedrog. Wat de regering echt zorgen baart, is het politieke project van Izquierda Abertzale, haar deelname in de instellingen en de steun die zij daarbij krijgen van een groot deel van burgers. Een politiek project dat op een vreedzame en democratische wijze ijvert voor een Baskische staat in Europa. Daarom wordt ook dit breed ondersteund project gecriminaliseerd (ze zijn allemaal ETA) ”.

Izquierda Abertzale verklaart zich grote zorgen te maken over de halsstarrigheid waarmee de regering ETA via repressieve weg probeert te vernietigen, wat dan weer een verharding van de gewapende strijd oproept. “De oplossing ligt niet vervat in het politioneel en militair uitschakelen van ETA. De regering zal hierin nooit slagen. Immers, het conflict kent zijn oorsprong al jaren voordat ETA op het strijdtoneel verscheen. Het conflict draait enkel en alleen om de vraag van een groot deel van de Baskische bevolking om respect ten aanzien van een vrije en democratische beslissing over hun eigen toekomst. Alleen ‘onderhandelen en dialogeren’ is de enige oplossing om het conflict te overschrijden. Dat is ons enig doel en wij zullen er voor blijven strijden, zelfs als dit ons in de gevangenis brengt.

24 augustus 2009

Een ander orakel is de Baskische minister van Binnenlandse Zaken, Rodolfo Ares. Op 24 augustus 2009 laat hij vanuit Lakua (de Baskische Wetstaat 16) weten dat het tonen van foto’s van Baskische politieke gevangenen een “misdrijf” is, meer bepaald de onvermijdelijke ‘verheerlijking’. Hij roept op om txosnas (kermisstalletjes) te verbieden op feesten. Er worden immers, uit solidariteit, foto’s van politieke gevangenen getoond. Hij roept ook op om geen “Herriko Tabernak” (volkskroegen gefrequenteerd door nationalisten) te bezoeken, want ook daar hangen foto’s (tot een politieke gevangene vrijkomt, en zijn foto komt verwijderen). Het is op deze augustusdagen heel warm in Spanje en de temperatuur loopt al vlug op tot 40°. Een zonneslag is dus mogelijk.

13 oktober 2009: Arrestatie van de kopstukken van Batasuna

Op 13 oktober 2009 stelde magistraat Baltasar Garzón abrupt een einde aan de pogingen van Izquierda Abertzale om initiatieven voor te breiden in het zogenoemde “Batera Gune” (plaats van ontmoeting). Hij gaf het bevel om de kopstukken van Batasuna die nog op vrije voeten of terug op vrije voeten zijn, te arresteren. Het betreft o.a. de historische leider Arnaldo Otegi, de ex-voorzitter Rafa Díez Usabiaga van de vakbond LAB en Rufi Etxeberria, Miren Zabaleta, Sonia Jacinto, José Manuel Serra, Arkaitz Rodríguez, Amaya Esnal, José Luis Moreno Sagüés. De reorganisatie van de politieke structuren zouden, volgens onderzoeksbronnen, gerealiseerd worden in opdracht van ETA, terwijl duidelijk gebleken was dat ETA helemaal niet opgezet was met die initiatieven.

De arrestaties zelf liepen wat vertraging op omdat bepaalde media al gedeeltelijke details doorgespeeld kregen, en het nu wachten was op 3 equipes van de zender TVE om de feiten te filmen. Televisiebeelden moesten de razzia wat glans bijbrengen.

De hele operatie kent een voorgeschiedenis. Binnenlandminister Alfredo Pérez Rubalcaba verklaarde in augustus 2009 dat de voorstellen van Izquierda Abertzale een farce waren van ETA en dat de rechtbanken al voldoende aangetoond hadden dat Batasuna en ETA hetzelfde was. Ook de regimepers sprong de minister bij met verklaringen zoals er in “El País” verschenen: “ETA remt de initiatieven (pogingen tot onderhandelen) van Otegi af”.

De arrestanten hadden nochtans niets anders geprobeerd dan het zoeken naar een doeltreffende strategie (*), op democratische basis, om de toekomst voor een onafhankelijk Euskal Herria voor te bereiden, wat trouwens de wens is van een meerderheid van de bevolking. Arnaldo Otegi had trouwens een initiatief aangekondigd. Maar de socialistische regering verkiest nog altijd bommen boven vrede.

(*) Doetreffende strategie

Eind april, begin mei 2009 werd een debat op gang getrokken waarbij twee stellingen werden vooropgesteld:

  • Verder doden op tafel leggen als drukkingsmiddel om onderhandelingen met de regering af te dwingen

  • Een einde stellen aan het geweld, zonder uiteraard afstand aan de eis voor zelfbestuur met opname van Navarra in een onafhankelijk Euskal Herria

Bij de eerste strekking (geweld) vinden wij de volgelingen van Garikoitz Aspiazu, “Txeroki”, die verzwakt uit de laatste massale aanhoudingen van Etarras komen.

Bij de tweede strekking (geweldloos) vinden wij Arnaldo Otegi terug, die opnieuw op het voorplan getreden is en de ex-secretaris-generaal van de vakbond LAB.

Het antwoord van de Spaanse regering op de tweede strekking kennen wij: Njet!

Amnesty International drukte zijn bezorgdheid uit bij monde van de Spaanse directeur Esteban Beltrán van AI. Hij verzekerde de zaak op de voet te volgen, maar kon pas duidelijk stelling nemen als hij over alle gegevens beschikte. Hij wilde wel de dubbelzinnigheden uit de Partijenwet aanklagen.

25 januari 2010

Baltasar Garzón heeft op 25 januari 2010 een gerechtelijke vervolging ingespannen voor “integratie in een gewapende organisatie” tegen Arnaldo Otegi, Rafa Díez, Miren Zabaleta, Sonia Jacinto, Arkaitz Rodríguez, Amaia Esnal, Txelui Moreno en Mañel Serra. De magistraat zal geen vervolging instellen tegen Rufino Etxeberria, omdat er onvoldoende bewijzen tegen hem zijn. De aanwezigheid van Rufi Etxeberria (en alleen van hem) in de bureaus van de vakbond LAB, waar de samenkomsten plaats hadden, zou louter toevallig geweest zijn. Een gebruikelijke methode om de goegemeente toch maar te overtuigen dat de procedure een schijn van geloofwaardigheid heeft. De acht beklaagden werden op 13 oktober 2009 gearresteerd en drie dagen later, op 16 oktober 2009, opgesloten.

Garzón beschuldigt hen ervan deel uit te maken van “Bateragune (Plaats van ontmoeting) of van de Comisión de Coordinación (coördinatiecommissie) of van de Dirección de la Izquierda Abertzale (directie van IA)”, een coördinatieorgaan dat volgens hem geleid, gedirigeerd en gecontroleerd wordt door ETA.

23 juni 2010

Op 23 juni 2010 volgt de Audiencia Nacional de stelling dat er zeer duidelijke aanwijzingen zijn dat “Bateragune” een organsime is dat gecontroleerd wordt door ETA.

Bron: Gara en Deia