EUSKADI TA ASKATASUNA - Euskadi en vrijheid

Problemen van economische en politieke aard, geflankeerd door een niets ontziend dictatoriaal regime met brutale repressie, zijn de oorzaak van het ontstaan van ETA.

In de periode na de Burgeroorlog, “los años de la posguerra of kortweg la posguerra” genoemd, was Spanje volledig geïsoleerd van de rest van Europa en van de wereld. Het fascistische gedachtegoed streefde naar een economische onafhankelijkheid: het geheel in de eigen behoeften voorzien. Een systeem dat al vlug faalde, met als resultaat gevoelige tekorten, het invoeren van rantsoeneringen, het ontstaan van zwarte markten en administratieve corruptie. De levensduurte was tegen 1950 met 50% gestegen. De salarissen stegen wel een klein beetje, maar niet in verhouding met de indrukwekkende stijging van de prijzen. In 10 jaar tijd was de waarde van het geld al met 25% gedaald. Armoede was troef, maar het grootkapitaal deed gouden zaken. De sociale onrust deed haar intrede. In dit klimaat van collectief pessimisme werden dan nog eens nieuwe tarieven vastgelegd (gevoelige verhoging) voor trams, autobussen en trolleybussen. Ook RENFE (Spaanse spoorwegen) verhoogde de tarieven. De situatie verergerde, de sfeer vertroebelde en de ontevredenheid en de desillusie nam toe. In het voorjaar van 1951 (1 maart 1951) brak in Barcelona een staking uit, ook wel “La huelga de los tranvías de Barcelona” (de tramstaking van Barca) genoemd. Hoewel de staking in eerste instantie gericht was tegen de schaarste en voor een hoger loon, mondde de staking al vlug uit in een algemene staking tegen de Francodictatuur. In het industriële Baskenland werd de algemene staking tegen het Franquisme een groot succes, maar de repressie die er op volgde, gaf aan dat er nog onvoldoende elementen aanwezig waren voor een volwassen, goed georganiseerd verzet.

Ook het Baskisch nationalisme had in die periode te kampen met problemen. De Baskische regering in ballingschap had alle hoop gesteld op de geallieerden van WO II, in de veronderstelling dat zij een einde zouden stellen aan het fascistische regime van Franco. De toenmalige Lehendakari, José Antonia Aguirre, ontpopte zich als een niet te stuiten pro-Amerikaanse slippendrager. In 1947 riep hij een algemene staking uit tegen het regime. De staking kende een groot succes met meer dan 30.000 stakers, wat sinds de burgeroorlog een nooit gezien cijfer was. De regering en hun vazallen, de oligarchie (personen die behoren tot de bevoorrechte klasse), beantwoordden de staking met massale ontslagen en het opnieuw, gecontroleerd in dienst nemen aan lager loon en verlies van anciënniteit.

Maar de strategie van het pro-Amerikanisme flopte totaal. Het jaar 1947 was ook de beginperiode van de Koude Oorlog en het fervente anticommunisme van Franco legde hem geen windeieren. Langzaam aan kwam er steun uit Europa en vooral uit Amerika. De Baskische regering o.l.v. de PNV stond met lege handen.

Tot 1959 had de inflatie het land aan de boord van de afgrond gebracht, de reservefondsen van de regering waren bijna uitgeput, de betalingsbalans was continue in het deficit en de kloof tussen de arbeiders en de middenklasse t.o.v. de oligarchieën was overweldigend. In dit klimaat van uitzichtloosheid werd het “Plan de Estabilizaciόn” voorgesteld, het meest uitgebreide en belangrijkste economisch-administratief plan uit de posguerra. Het IMF (Internationaal Monetair Fonds) verleende de volle steun.

Er werden 3 objectieven vooropgesteld:

1. nieuwe wisselkoersen (devaluatie van de peseta met ongeveer 30%)

2. blokkering van alle salarissen

3. gevoelige beperking van de overheidsuitgaven.

Onnodig te zeggen dat andermaal de werkende bevolking het volle pond betaalde, terwijl de monopolypositie van het groot kapitaal en de banken versterkt werd. Dit alles samen was Europa heel welgevallig en de Baskische regering in ballingschap (PNV) werd totaal uitgeteld achtergelaten: onbekwaam om welke maatregel dan ook te nemen voor de Baskische bevolking. De arbeiders en de kleine burgerij werden in de handen gelaten van het grootkapitaal. Ze zullen dan ook hun eigen weg zoeken.

Als gevolg van het “Plan de Estabilizaciόn” verhoogde de productiviteit en werd de peseta opgenomen in de internationale monetaire markt. Het grootkapitaal was euforisch, maar de arbeiders die er armer door werden, verbraken al vlug deze betovering. En het verzet tegen de dictatuur van Franco begon de kop op te steken.

Laat zeker niet na volgende scriptie te lezen (Scriptie ETA): "ETA: ideologische tegenstellingen en terrorisme", gepubliceerd door © J.I.Petter.

>>>>>>>>

Voor het merendeel van de burgers van Euskal Herria is het nooit anders geweest, hebben ze nooit anders geweten. Misschien de oudsten onder hen herinneren zich nog de eerste keer dat ze het drieletterwoord ETA op muren zagen verschijnen. Deze periode herinneren ze zich als een obscure periode, op het einde van de jaren 50, midden in een sinistere dictatuur. Het begon met het haastig schilderen van het drieletterwoord op een muur, door een jonge militant, die de schrik om een kogel in zijn rug te krijgen of om gearresteerd te worden, combineerde met de sensatie dat hij iets radicaals aan het doen was, dat wellicht gevolgen zou hebben voor de toekomst. En of het gevolgen zou hebben! Na de muurschilderingen volgden later de gewapende acties en die spiraal was onstuitbaar. Los van enige kwantitatieve, kwalitatieve of morele waarde, is het overduidelijk dat de aanwezigheid van ETA een cruciale politieke rol zal spelen in de komende jaren en dat dit zich zal blijven voortzetten tot op de dag van vandaag.