Pedro Luis Miguéliz "Txofo"

11 november 2010

Op 11 november 2010 overleed Pedro Luis Miguéliz Dabadie "Txofo" in Donostia. Hij was afkomstig uit de wijk Antiguo uit dezelfde stad, was smokkelaar, vertrouweling van de Guardia Civil en kroongetuige in diverse processen tegen GAL, waaronder de zaak Lasa en Zabala. Hij lichtte het deksel van de beerput “GAL verde of la trama verde” (de groene intrige tijdens de vuile oorlog tegen ETA), georganiseerd in de kazerne van de Guardia Civil te Intxaurrondo onder de leiding van toenmalig luitenant-kolonel Enrique Rodríguez Galindo.

In de jaren 80 was Txofo de handlanger van José Antonio Mikel Santamaría Vaqueriza “Tigre” (*) betreffende zaakjes van smokkel in tabak en drugs. Door nauwe banden te smeden met met een paar Guardia Civiles, kon Txofo de “ingewanden” van de kazerne van Intxaurrondo door en door leren kennen. Zijn zaakjes werden vergemakkelijkt door het feit dat hij redder was in de haven van Donostia. Getuigen uit die tijd verklaarden dat hij rondreed met krachtige moto's en dure wagens.

(*) José Antonio Mikel Santamaría Vaqueriza “Tigre”

Tigre was ex-voetballer van Real Sociedad waar hij die bijnaam kreeg voor zijn spierkracht en eergevoel. Na zich teruggetrokken hebben uit het voetbal richtte hij, met enorm succes, de discotheek “Ku” op in San Sebastián en later “Ku Ibiza”, in de jaren 80 een van meest beroemde discotheken in de wereld (volgens Guiness Book of Records). Daarnaast runde hij ook andere handelspraktijken in zijn geboortestad San Sebastián.

In november 1990 werd het dossier “Informe Navajas” gelekt naar de kranten “Diario 16” en “Egin”. De Openbare Aanklager bij de Audiencia van San Sebastián was Luis Navajas, vandaar de benaming van het dossier, data de betrokkenheid van de Guardia Civil uit Intxaurrondo onderzocht met groepen smokkelaars en drugstraficanten. Santamaría “Tigre” was een van de hoofdverdachten en kwam op de dodenlijst van ETA terecht. In de nacht van 19 januari 1993 werd hij in het oude stadsgedeelte van San Sebastián omgebracht.

De dood van Tigre was een zware klap voor Txofo. Hij verloor zijn chef, maar wat nog erger was, hij verloor zijn lucratief handeltje. Hij kocht de medeplichtigheid van Guardia Civiles af met 200.000 tot 500.000 peseta's af voor een lading. Vanaf de dood van Tigre besloot hij een ander handeltje te starten: handel in informatie. En dat had hij in overvloed, vooral over de gang van zaken in de Guardia Civil-kazerne. De Guardia Civiles Felipe Bayo Leal en Enrique Dorado Villalobos waren zijn goudmijn, want hij was op de hoogte van de ontvoering, de foltering en moord op Lasa en Zabala. Hij probeerde zijn stilzwijgen af te kopen en eiste 100.000.000 peseta's. Hij kreeg het geld niet en besloot “aan te bellen” bij de pers, in dit geval “El Mundo”.

Toen José Manuel Olarte Urreizti “Plomos” (*) op 28 juli 1994 ook het zwijgen werd opgelegd door ETA, vreesde Txofo dezelfde weg op te gaan en besliste, na de ontdekking van de skeletten van Lasa en Zabala, om samen te werken met het gerecht als beschermde getuige. “ETA had al Tigre en Plomos omgebracht en ik was wellicht een van de volgende op de lijst”. Van zohaast hij begon samen te werken met de magistraten, werd hij geschaduwd, achtervolgd en bedreigd door Guardia Civiles. De voormalige advocaat van Binnenlandse Zaken bood hem zelfs 50 miljoen peseta's aan om zijn verklaringen terug te trekken.

(*) José Manuel Olarte Urreizti “Plomos”

De nummer 2 van Intxaurrondo, Guardia Civil-commandant Máximo Blanco López, werd in 1993 verplicht de kazerne te verlaten omdat effectieven van de Guardia Civil zelf ontdekt hadden dat hij 2.000.000 peseta's gevraagd had aan José Manuel Olarte Urreizti “Plomos”, smokkelaar en drugstraficant uit de bende van Santamaría “Tigre”.

Txofo verklaarde dat Dorado aan hem en aan Santamaría verteld had over de ontvoering van vermeende Etarras in Bayonne. Dorado was in het gezelschap van Felipe Bayo en nog twee Guardias, Hermida en Sandoval. Bij Laza en Zabala werden de twee jongeren overgebracht naar de villa “La Cumbre” waar ze verscheidene dagen werden vastgehouden in een koude kelderkeuken, waar ze verhoord en geslagen werden. Dorado vertelde dat hij en Felipe Bayo bewakingsopdrachten uitvoerden van 12 uur, en dat op het einde de toestand van de jongeren zo lamentabel was dat ze met iets werden geïnjecteerd. Dan werden ze naar Alicante gebracht waar ze vermoord werden.

Waarom vertelde Dorado dit aan aan Txofo en Santamaría Tigre?

De sergeant was in nauwe schoenen geraakt omdat hij gearresteerd was bij een overval op een winkel in Irún. Er waren ook vermoedens dat hij benzinestations had overvallen op de terugweg van Madrid, waar hij gevangenen moest afleveren. Dorado vroeg aan beide om tussen te komen bij verantwoordelijke politici, want anders zou hij het gehele verhaal openbaar maken. Dorado kreeg de dag nadien al een vooraanstaand advocaat.

Kort interview met Txofo

Heeft Dorado naast Lasa en Zabala nog over andere verdwijningen gesproken?

Hij liep met veel verhalen te koop. Ik weet niet of hij dat deed om meer geld van ons te krijgen. Hij vertelde dat hij voor Galindo en ook voor generaal Casinello werkte. Een enkele keer liet hij zich ontvallen dat er nog meer verdwijningen waren.

Verwees hij hierbij naar José Miguel Etxeberria “Naparra” e n"Eduardo Moreno Bergaretxe “Pertur".

Hij insinueerde dat.

Ken jij Angel López Carrillo, een andere betrokkene?

Ik kende hem toen niet en nu ook niet, alleen van foto's en TV. Maar wat hij verklaarde,ne in deze zaak? komt volledig overeen met wat Dorado ons vertelde over die zaken.

Zijn er naast uw getuigenis nog andere bewijzen die uw beschuldigingen kunnen staven?

Tot nu toe is alles wat ik aan de magistraten heb verteld, te bewijzen. In 1989 heeft Dorado mij bijvoorbeeld twee pistolen 9mm en een revolver Colt getoond die in een kluis lagen. De rechter heeft het bestaan van die wapens bevestigd.

Voelde u zich bedreigd?

Luister, ik heb alle soorten bedreigingen over me heen gekregen, niet alleen telefonisch. Op een bepaalde dag werd ik door de Guardia Civil Hermida gevolgd. Ik sprak hem aan, want ik kende hem wel, en hij kwam met het smoesje dat hij mij wilde beschermen. Een andere keer stond Gumersindo, de chauffeur van Galindo, mij op te wachten toen ik het gerechtsgebouw verliet. Ook hij stelde mij gerust met de smoes dat hij mij volgde om me te beschermen.