Lortu Arte: een verenigd nationalistisch front

20 juni 2010

Het akkoord wordt omschreven als een: “Acuerdo independentista histórico entre la izquierda abertzale y EA”, een historisch akkoord betreffende het onafhankelijkheidsstreven tussen Izquierda Abertzale en Eusko Alkartasuna.

Onder het motto “Lortu Arte” (Tot wij het bereikt hebben) kwamen op 20 juni 2010 meer dan zeshonderd militanten van Batasuna (batasunkides) en EA-Eusko Alkartasuna (euskoalkartasunos) samen in het Palacio Euskalduna te Bilbao om publiekelijk een samenwerkingsakkoord te ondertekenen. De openbare manifestatie werd bijgewoond door internationale waarnemers waaronder vertegenwoordigers van de Vlaams-nationalistische partij N-VA en afgevaardigden van het Ierse Sinn Fein. Verder waren er afgevaardigden aanwezig van FMLN (El Salvador), FPLP (Palestina), Vrije Europese Alliantie (Europa), ERC, CUP en Endavant (Catalunya), BNG, NOS-UP en FPG (Galicia), BIC (Aragón), Corriente Roja (Spanje) en IZCA (Castilla).

Het akkoord is een politieke strategie om samen de weg in te slaan, met als horizon een Baskische onafhankelijke staat. Ongeveer 80 journalisten van 35 diverse communicatiemedia hadden zich laten accrediteren en er waren 30 camera's opgesteld. De plechtigheid was ook on-line te volgen op de webstekken van EA (www.euskoalkartasuna.org) en Izquierda Abertzale (www.ezkerabertzalea.info).

Bases de un acuerdo estratégico entre fuerzas políticas independistas

Basis voor een strategisch akkoord tussen politieke krachten van de onafhankelijkheidsbeweging

Een definitief compromis

De organisatoren van de plechtigheid hadden er zorg voor gedragen dat er een evenwichtige aanwezigheid mogelijk was voor beide politieke partijen. Met zeshonderd waren ze aanwezig in de te kleine zaal. Een paar honderd anderen konden de plechtigheid volgen in de aanpalende lokalen.

De ondertekenaars van het akkoord stelden het nationale karakter van het akkoord op de voorgrond, waarvan het objectief de creatie van een Baskische Staat moet zijn. Gelijktijdig stelden zij als prioriteit het overstijgen van het Baskische conflict voor en het definitieve verdwijnen van het geweld. Zij pleitten ook voor nieuwe politiek-juridische structuren ten behoeve van de Baskische territoria. Ook werd de noodzaak onderstreept dat, om het conflict op te lossen, de te volgen strategie moest gebaseerd zijn op een dialoog tussen de diverse betrokkenen, door middel van diverse middelen, maar met de garantie dat dit uitsluitend zou gebeuren via pacifistische, politieke en democratische weg. De afschaffing van de Ley de Partidos en een oplossing voor de honderden politieke gevangenen kwamen ook aan bod.

Miren Legorburu (Izquierda Abertzale) en Elisa Sainz de Murieta ( Eusko Alkartasuna) werden belast met de voorstelling van de voornaamste artikels uit het akkoord. Zij onderstreepten dat het samenwerkingsverband ten alle tijden openstond voor andere formatie die desgevallend willen toetreden. In concreto betekent dit dat de ondertekenaars werk willen maken van het bundelen van de krachten van elke partij, van elke organisatie, van elk instituut, van elk individu. Samen sterk op weg naar onafhankelijkheid.

Wederzijds respect en vertrouwen

Het document gaat uit van het wederzijdse respect en vertrouwen van de betrokken partijen. Uit de inhoud wordt heel duidelijk dat de (voorlopige) beide partijen de eigen identiteit zullen behouden, met dien verstande dat er een bijzondere nauwe samenwerking in stand wordt gehouden: bevoorrechte partners. De noodzaak om de dialoog te voeden, akkoorden ter zoeken en loyauteit bij overeengekomen akkoorden is primordiaal.

Wij mogen niet vergeten dat Eusko Alkartasuna vertrekt van een eigen politiek, afwijkend van de politiek van Batasuna en dat beide partijen zich in concrete kwesties veelal gedifferentieerd hebben opgesteld. Maar beide partijen hebben onvoorwaardelijk de intentie vertoont om de verschillen te overstijgen, om samen tot een proces te komen in functie van de vrije wil van de Baskische bevolking.

Nationaal karakter

EA en Izquierda Abertzale laten er geen twijfel over bestaan dat het akkoord een nationaal karakter heeft. Dit betekent dat de toekomst die moet worden uitgetekend betrekking heeft op het geheel van Baskische territoria, dus ook samen met Nafarroa-Navarra en Iparralde (Frans-Baskenland). De ontwikkeling van dat nationale karakter moet gebeuren op basis van de bestaande eigen ritmes in elk van de territoria afzonderlijk, met het nodige respect en garanties voor die diversiteit. Daaruit vloeit voort dat toekomstige akkoorden moeten afgesloten worden met ieders toestemming, zodat de toepassing ervan gelijkvormig in het geheel van Euskal Herria kan worden toegepast. Om dat te bewerkstelligen zijn nieuwe politiek-juridische structuren noodzakelijk.

Geweld en vrijheden

Een afzonderlijke paragraaf is gewijd aan het oplossen van het politieke conflict. De ondertekenaars gaan uit van de “principes van Mitchell”, verwerkt in het Goede Vrijdag-akkoord, maar ze voegen er twee punten aan toe: de legalisering van de verboden politieke partijen en het dichter bij huis brengen van de politieke gevangenen.

Ook materies zoals participatiedemocratie (*), sociale justitie, algemeen aanvaarde ontwikkelingsprojecten, territoriale ordening, pariteit, onderwijs, gezondheid, nationaliteit, taal (Euskara) en burgerzin moeten deel uitmaken van de toekomstige Baskische Staat. Over sommige van die punten werd tijdens de zitting meer uitleg verschaft.

(*) Participatiedemocratie is een vorm van democratie waarin de burger een beleidsbepalende invloed heeft op het bestuur. Beslissingen worden hierbij niet slechts overgelaten aan gekozen vertegenwoordigers, zoals het geval is bij een parlementaire democratie. Het doel hiervan is de gelijkheid van de burgers te bevorderen. Dit kan bereikt worden met het referendum, het petitierecht of in mindere mate handtekeningenacties en demonstraties. Nieuwe ontwikkelingen op dit gebied zijn het gebruik van de nieuwe media, zoals internet, e-mail en sms.

Vertrouwen in het volk

De ondertekenaars van het strategische akkoord zijn er zich ten volle van bewust dat de weg naar onafhankelijkheid moeilijk zal zijn. De onderdrukking en de wil om de democratische basis en inhoud te aanvaarden en te respecteren door de staatsnationalisten van Spanje en Frankrijk is niet evident, om het zacht uit te drukken. Ten overstaan van die realiteit hebben Izquierda Abertzale en EA een verbintenis ondertekend om een strategie te ontwikkelen op basis van burgerlijke, pacifistische en democratische confrontatie. In de tekst wordt verzekerd dat hun grootste kracht bestaat in de massale steun van het Baskische volk: “Het volk, en alleen het volk, moet onderwerp zijn van de gevoerde politiek en in de constructie van een Baskische Staat is het altijd het volk dat het laatste woord zal hebben”.

Negatie, wantrouwen, intoxicatie

Iedere stap die gezet werd richting onafhankelijkheid werd door de PSOE, de onvermijdelijke PP en de broodschrijvers van beide partijen onthaald op hoongelach: “Er staat niets nieuws in de tekst, het is steeds hetzelfde verhaaltje”. Die zin werd voor de eerste maal gebruikt na de manifestatie in de Velodroom van Anoeta (Orain Herria, Orain Bakea) in 2004. Ze werd herhaald na de manifestatie te Altsasua (Verklaring van Altsasua) in 2009 en na de voorstelling van het project Zutik Euskal Herria in 2010. Vandaag wordt die zin opnieuw boven water gehaald.

Het naar waarde schatten van het project veroorzaakte binnen de gelederen van de Baskische socialisten, de PSE, zelfs wrevel tussen de voorzitter van de partij Jesús Egiguren en Lehendakari Patxi Lopez.

Jesús Egiguren had tijdens een interview bij de zender Cadena SER laten verstaan dat Batasuna tot het besluit gekomen was dat “votos y armas”, stemmen en bommen, niet langer compatibel zijn. Hij had er aan toegevoegd dat er zich in de geesten van de batasunkides (militanten van Batasuna) een radicale verandering had voorgedaan: Batasuna liet zich tot nu toe meedrijven op de gewapende strijd van ETA. Nu is dat anders: de gewapende strijd wordt verworpen. Wij moeten nu meewerken of steunen (lees: waarom niet Batasuna legaliseren?). Het zou positief zijn als dit in de Baskische executieve wordt besproken”.

Zijn woorden waren nog niet koud of Lehendakari Patxi Lopez (van dezelfde partij) reageerde furieus: “De houding die de executieve moet aannemen, zal door mij bepaald worden”. De meningsverschillen zijn zo erg dat er op 21 juni 2010 een speciale partijbestuur aan gewijd werd, want het is algemeen bekend dat Jesús Egiguren niet alleen staat met zijn overtuiging. Maar wie het hardst roept, krijgt het meest gehoor.

Rufi Etxeberria, in opdracht van Izquierda Abertzale en Pello Urizar in naam van Eusko Alkartasuna waren de eersten die hun handtekening hebben gezet onder het document: "Bases de un acuerdo estratégico entre fuerzas políticas independentistas". Vervolgens was het de beurt aan Ikerne Badiola, Mariano Álava, Santi Merino, Koldo Amezketa en Maider Carrere (in naam van de euskoalkartasunos) en Jone Goirizelaia, Txelui Moreno, Idoia Aiastui, Karmele Aierbe en Iñaki Olalde (in naam van de batasunkides). De ondertekening van het akkoord was tevens het slot van een twee uur durende plechtigheid, die geopend werd op de tonen van de “Himno de las Cortes de Nafarroa”.

Secretaris-generaal van Eusko Alkartasuna, Pello Urizar, drukt de hand van Rufi Etxebarría van het verboden Batasuna

Zo is er de tussenkomst geweest van José Antonio Pastor, woordvoerder van de PSE, die er niets beter op vond dan te verklaren dat het project het conflict geen stap dichter bij een oplossing brengt en dat er zelfs militanten waren bij de ondertekenaars die ontgoocheld waren. Met de allures van een helderziende opperde hij zelfs dat EA aan politieke zelfmoord deed, door niet uitdrukkelijk ETA te vernoemen. Hij is er dan ook van overtuigd dat de Spaanse staat met dezelfde hardnekkigheid als vandaag dezelfde antiterroristische strategie moet aanhouden. Volgens Pastor kan het gebeuren in het Palacio Euskalduna samengevat worden in één zin: “Het was een geslaagde enscenering, een politieke maskerade, veel vuurwerk, maar weinig inhoud.

De socialistische bloedbroeders uit Madrid deden er nog een schepje bovenop. Socialistisch Binnenlandminister Rubalcaba moet blijkbaar in de leer geweest zijn bij Jean-Jacques Cassiman, de gekende Belgische onderzoeker en Leuvense professor in de menselijke genetica, want hij verklaarde boudweg: "Batasuna está casi genéticamente incapacitada para separarse de ETA", Batasuna is bijna genetisch onbekwaam om zich van ETA af te scheiden.”

Op 22 juni 2010 laten de kranten weten dat Rubalcaba de Ley de Partidos nog repressiever wil maken om te vermijden dat Izquierda Aberzale de lijsten van EA zou gebruiken om aan de volgende verkiezingen deel te nemen. De minister spreekt van de wet te “verbeteren”. De volgende verkiezingen gaan door in 2011 om nieuwe gemeenteraadsleden aan te duiden.

De toon is dus gezet. De paniek slaat toe. De Baskische Binnenlandminister Rodolfo Ares (PSE) en de Spaanse Justitieminister Francisco Caamaño, dreigen er mee de apartheid uit te breiden: als EA zich niet schikt naar de autoritaire normen opgelegd door Madrid, dan staat niets nog een nietigverklaring van de zoveelste partij in de weg. EA wordt gewaarschuwd om niet met Batasuna naar de volgende verkiezingen te trekken. Straffe kost, als men weet dat ex-Lehendakari Carlos Garaikoetxea deel uitmaakt van de geviseerde partij. Vroeger was hij dus democraat bij uitstek, nu zou hij plots een antidemocratische toeverlaat van ETA kunnen zijn.

Pello Urizar, de leider van Eusko Alkartasuna, dient de afdreigingen onmiddellijk van antwoord: “Wij staan garant dat de enige weg de weg van de pacifisten is. Deze politieke en pacifistische (zonder geweld) past niet in de strategie van ETA en staat er lijnrecht tegenover. Wellicht kunnen wij deze verbintenis nog harder omroepen, maar duidelijker kan onmogelijk. Als er toch nog een aanslag zou komen, dan zullen wij een vernietigend antwoord geven aan ETA en duidelijk afstand nemen”.

De Partido Popular tapt zoals altijd uit het zelfde ranzige vat. De woordvoerder van de Baskische PP in de CAV (Baskische Autonome Gemeenschap), Leopoldo Barreda, had onmiddellijk door, zonder lezing van de tekst, dat ETA niet veroordeeld werd, zelfs niet genoemd werd. Die man is een genie, want hij verklaarde: “Hay que leer lo que no está escrito (Wij moeten lezen wat niet geschreven staat)”.

De woordvoerder van de Spaanse PP, Esteban González Pons, wikte wel zijn woorden, maar zijn boodschap was kristalhelder: “Onze partij (PP) heeft de nietigverklaring van EA nog niet voorgesteld, omdat EA nog niet beslist heeft gezamenlijk met Batasuna naar de stembusslag te gaan. Wij bevestigen alleen dat wie Batasuna als vertegenwoordiger aanvaardt bij de volgende verkiezingen, “besmet” zal zijn en dan zullen wij uiteraard de nietigverklaring eisen”.

Op 22 juni 2010 dient de PP, bij monde van Carlos Urquijo, een verzoekschrift in bij het Baskische Departement van Binnenlandse Zaken om te onderzoeken of bij de bijeenkomst van 20 juni 2010 (ondertekening samenwerkingsakkoord) de verbodsbepalingen opgelegd aan Batasuna niet werden overtreden. In 2003 werd Batasuna verboden en het vonnis vermeldde de partij geen enkele politieke activiteit meer mocht uitvoeren. En er waren toch wel Batasunkides aanwezig op de plechtige ondertekening. Vandaar!

26 juni 2010

Txentxo Jiménez, coördinator van Aralar in Navarra,bevestigt op 26 juni 2010 dat zijn partij Aralar bereid is samen te zitten met Eusko Alkartasuna en Izquierda Abertzale, na de uitnodiging die beide partijen aan Aralar hebben verstuurd. Hij voegde er aan toe dat dit met de nodige reserves zal gebeuren, omdat volgens zijn partij het akkoord nog gebreken vertoont. Het valt nochtans niet weg te cijferen dat dit een hoopvolle stap in de goede richting is. Aralar laat op 4 juli 2010 weten wat hun reserves zijn: het akkoord mag geen weerspiegeling zijn van exclusieve stellingen die alleen door Izquierda Abertzale worden voorgedragen. Het nationalisch front moet zo plurifom mogelijk zijn. Wat dat dan wel moge betekenen, wordt er niet bij gezegd.

Hoe zal ETA reageren?

Dat valt moeilijker te voorspellen. ETA is na de resem arrestaties van de voorbije maanden toch wel verzwakt. De meningen zijn blijkbaar verdeeld. Volgens bronnen die nauw aansluiten bij Izquierda Abertzale is een deel van de gewapende organisatie gewonnen voor een tactisch staakt-het-vuren (dan kunnen ze zich reorganiseren), en aan andere deel is voorstander van de principes van Mitchell, zelfs als die principes ontwapening inhouden. Het is toch opvallend dat ETA zolang wacht om te reageren op de Verklaring van Brussel. Waarnemers leiden hier uit af dat er wel degelijk een tweespalt is. Maar het gezonde verstand vraagt dat wij een afwachtende houding aannemen. Immers, speculaties hebben in het verleden maar al te vaak tot verkeerde besluiten geleid. Het is wel zo dat er niet eeuwig op een standpunt van ETA kan gewacht worden. De mensenrechtenadvocaat Brian Currin uit Zuid-Afrika, en bemiddelaar, heeft al gewaarschuwd dat er in de komende weken toch wel een antwoord moet komen.

Bron: Gara