Luis Arana ontdekte de Baskische identiteit

Het Franquisme brak het huis van Sabino Arana af en gooide het puin in zee. Maar de golven waren niet in staat om de geschiedenis van het Baskische Nationalisme te begraven onder de zeebodem. Jean-Claude Larronde biedt in zijn boek over Luis Arana een nieuwe visie aan aan de hand van het leven van de broer van de stichter van de PNV.

Jean-Claude Larronde (Baiona, 1946), een van de stichters van de sectie van Eusko Ikaskuntza (Associatie voor Baskische Studies) in Iparralde, gaf in eerste instantie toe dat de idee om Luis Arana te bestuderen hem niet beviel. Als kleinzoon van grootouders die slachtoffer waren geweest van de nazi-gaskamers, kon hij zijn argwaan niet onderdrukken voor de germanofiele Luis. Maar een oproep door doctor in de geschiedenis Luis de Guezala van de Sabino Arana Fundazioa zette er hem toch toe aan om een boek te publiceren: “Luis Arana (1862-1951)”. Dat boek was voldoende om een reis door zijn leven te maken die de mythen over de abertzale loochende.

Luis Arana is altijd beschouwd geweest als de nummer 2 van zijn broer Sabino, maar hij inspireerde zijn broer, de toenmalige Carlist, Sabino, dermate, dat ook hij de idee van een Baskische identiteit in zich opnam en er naar handelde.

Jean-Claude Larronde met twee exemplaren van zijn werk over de broer van Sabino Arana.

(Foto: Jose Mari Martínez)

De rol die Luis vervulde was heel belangrijk omdat hij tot het besluit kwam dat de Basken geen Spanjaarden waren. Dat vermeldde hij al in zijn documenten in 1880. Twee jaar later legde hij zijn gedachtegoed uit in een gesprek met zijn broer in het ouderlijke huis. Vanaf dat gesprek is alles begonnen.

Zonder dat gesprek zou het Baskische Nationalisme nooit de kop hebben opgestoken?

Er zat eigenlijk geen enkele ideologie achter. Alleen was hij er van overtuigd dat de Basken geen Spanjaarden waren, en dat zij hun tijd verloren door te strijden in vreemde oorlogen voor en met een “minnaar”, Carlisme genoemd, waar de Basken als dusdanig niets mee van doen hadden. Sabino was hoogst verbaasd dit te horen.

De afschaffing van de Fueros en de komst van de Spanjaarden zullen het gedachtegoed wel aangewakkerd hebben?

Ook. Zij hadden de tragedie van de 2de Carlistenoorlog meegemaakt en de ballingschap naar Iparralde die er op volgde. Het waren heel harde tijden voor hen. Luis heeft altijd verzekerd dat zijn vader Carlist was, maar het gevoel “fuerista” (aanhanger van de Fueros) te zijn, stond veel hoger aangeschreven dan de figuur van een eventuele Carlistische troonopvolger. Sabino had hem verteld dat hij al altijd gestreden had voor de Fueros in Baskenland.

Hoe ver reikt de invloed van Luis Arana in het huidige nationalisme?

Wat wellicht altijd zal blijven bestaan is het idealisme en de trouw door Luis aan de grondbeginselen. Maar hij heeft vergissingen begaan. Zo verwierp hij de evolutie dat aan het begrip Ikurriña gegeven werd. Zijn broer Sabino had beslist dat het de vlag van Bizkaia was en Luis wilde dat zo houden, ook in 1933 toen de vlag in een groot deel van de wereld aanzien werd als het symbool van Baskenland.

Werkte hij mee aan de uitwerking van de vlag?

Natuurlijk. Architect zijnde, kon hij heel goed tekenen. De twee broers concipieerden de Ikurriña, maar Luis was de ontwerper. Op de Assemblee van de PNV in 1933 in Tolosa, zou hem een fenomenale hommage te beurt vallen als medestichter van de Ikurriña, maar hij hield met zijn impressionante koppigheid, halsstarrigheid en eigenwijsheid vol, dat de vlag geconcipieerd werd als symbool voor Bizkaia. Hij raakte volledig geïsoleerd en moest ontslag nemen als voorzitter van de EBB-Euzkadi Buru Batzar (EBB), het hoogste partijorgaan van de PNV.

Onderscheidde hij zich als voorzitter?

Toen hij aan de macht was tussen 1908 en 1915, en ook in 1932, was hij niet radicaal. Soms verzette hij zich wel tegen de figuur van Ramón de la Sota, een gematigde in de sector van sector van de nationalisten, maar toch consulteerde hij hem veel. In 1932 zat hij de eerste Aberri Eguna voor. Hoewel zijn figuur opgeëist werd door Jagi-Jagi, een afscheuring van de PNV, mengde hij zich nooit in die twist. Zelfs na zijn marginalisatie in Tolosa bleef hij de partij en de principes trouw. Hij voerde een actieve propaganda ten voordele van het Statuut van Gernika.

Wanneer veranderde zijn gedrag?

Op het moment dat nationalistische afgevaardigden in het parlement (mei 1936) beslisten om ten gunste van Alcalá Zamora als president van de Republiek te stemmen. In oktober 1936 nam hij zelfs ontslag omdat een PNV-er, Manuel Irujo, minister werd in de Spaanse regering van Largo Caballero. Van af nu stelde hij zich radicaler op.

Was deze tussenkomst in de Spaanse politiek de enige oorzaak van zijn radicalisering?

Toen de burgeroorlog uitbrak verklaarde hij dat Euskadi neutraal moest blijven. Hij deed die verklaring nooit in het openbaar, omdat de Guerra Civil iedereen verplichtte partij te kiezen.

Er is al vermeld dat hij een actieve propaganda voerde.

Ja. Hij bekommerde zich vooral om de organisatie. Toen hij aan de macht was, kende de partij grote uitbreidingen in Araba en Gipuzkoa. We moeten ook vermelden dat op zijn initiatief de krant “Euzkadi” werd opgericht in 1913. Een eigen krant was voor hem heel belangrijk. Maar de lijn die de krant volgde, kwam niet altijd overeen met zijn mening. Er waren veel moeilijkheden met directeur Engracio de Aranzadi, die hijzelf benoemd had, over de Eerste Wereldoorlog. Er wordt beweerd dat Luis germanofiel was omdat hij de neutraliteit verdedigde. Maar op het einde van de oorlog schaarde hij zich toch achter de geallieerden. Er werd veel over hem beweerd, maar dat kwam omdat zijn figuur minder bekend was dan zijn broer Sabino.

Waar komt de mythe 'germanofiel' vandaan?

Een overgrote meerderheid steunde de geallieerden. Verkondigen dat men neutraal moest zijn en uitkijken naar wie de overwinning zou behalen, werd aanzien als het zich distantiëren van de algemene regel. Dit werd dan aangedikt tot germanofiel.

Kiezen voor neutraliteit was voor hem een overdrachtelijke uitdrukking, stammend uit zijn houding ten aanzien van de Guerra Civil?

Inderdaad. Maar toch kunnen wij een paar contradicties aanhalen. Wanneer de regimenten van de Baskische regering, de Gudaris (Baskische soldaten) op de Gran Vía te Bilbao defileerden, was hij aanwezig, bleef aanwezig en bracht hen de militaire groet. Hij was diep ontroerd.

Bron: Deia, 24 september 2010