Spreiding van gevangenen

¡No a la dispersión! - Neen aan de spreiding!

Een sinds jaren aanslepend misbruik in de Baskische regio is de politieke strategie van de Spaanse staat om veroordeelde Baskische arrestanten te verspreiden (La Dispersión) over diverse gevangenissen in heel het land, en dit ondanks de Spaanse wetgeving zelf, en de Europese wetgeving, die stellen dat gevangenen het recht hebben om opgesloten te worden in een gevangenis zo dicht mogelijk bij hun woonplaats. Deze strategie treft niet alleen de gevangenen, maar vooral ook de families, die vaak dagenlang onderweg zijn om hun verwanten te kunnen bezoeken. Hierbij komt nog dat de autoriteiten de gevangenen regelmatig overplaatsen (verslepen) naar andere gevangenissen, zonder de families daarvan in te lichten, met als gevolg dat zij vaak tevergeefs de lange reis aanvatten, met de risico's daaraan verbonden. De politiek van de gevangenenspreiding is een eerste hinderpaal om tot een vreedzame oplossing van het conflict te komen. in een keten van obstakels om tot een adequate juridische en humane bijstand te komen.

Ondanks vele protestmanifestaties, o.a. een autokaravaan in Lasarte-Oria op 04.10.2003, en een Solidariteitskaravaan naar Parijs op 19 maart 2005, om politieke gevangenen dichter bij huis te brengen, oordeelde de Spaanse regering het opportuun om hen op 01 juli 2005 nog wat verder weg te plaatsen. Xabier Pérez de Aldunate, die in Soto verbleef (444 km), verhuist naar Puerto II (1.132 km). Ook de Franse regering deed haar smerige duit in het zakje: drie gevangenen die in Fresnes (Frankrijk) in dezelfde gevangenis opgesloten waren, worden van elkaar geïsoleerd en naar 3 verschillende inrichtingen gestuurd, waar zij de enige Basken zijn. Ramón Sagarzazu van Fresnes naar Dijon, Beñat San Sebastian van Fresnes naar Lille en Xangarin Rekondo van Fresnes naar Marseille.

De spreiding van de Baskische politieke gevangenen over heel Spanje, met (vroeger) de zwaarste gevallen in cellen op de eilanden of in de enclaves Cueta y Melilla, in Afrika, kwam in 1989 tot stand onder het ministerschap van Enrique Múgica Herzog (*).

(*) Enrique Múgica Herzog

Enrique Múgica Herzog werd geboren in Donostia-San Sebastián op 20 februari 1932. In de jaren was hij medeorganisator van een universitair congres van Jonge Schrijvers. Dit bracht hem gedurende 3 maanden in de cel. Franco en zijn dictatuur had het graag te doen met mensen die niet konden lezen. "Schrijven" was al helemaal een staatsgevaarlijke bezigheid. De latere strijd tegen de dictatuur bracht Múgica Herzog nog vier maal in de cel en wel voor een totaal van 2,5 jaar.Múgica Herzog was jarenlang volksvertegenwoordiger voor de provincie Gipuzkoa (hoofdstad: San Sebastián). In 1988 werd hij door Felipe González "geroepen" om het Spaanse ministerie van Justitie te leiden. Een Baskische Socialist op Justitie… Als buitenstaander, begaan met "het conflict", ga je dan even dromen van "betere tijden". Maar je kent dan de haat van de Spanjaarden ten overstaan van de Baskische nationalisten nog niet. De mix van Bask (Múgica) en Jood (Herzog) in een socialistische partij zorgde voor een onverwachte "wending".Nadat in mei 1989 de onderhandelingen van Algiers, tussen de Spaanse Regering González en ETA mislukt waren, kwam de Múgica Herzog op 15 mei met het bericht dat Spanje een nieuwe strategie zou toepassen betreffende gevangenenpolitiek: de "spreiding". Op 29 mei 1989 werd die strategie ook daadwerkelijk toegepast. Bekende gevangenen van dat ogenblik als Arnaldo Otegi, Mitxel Sarasketa of Koro Egibar waren al eerder overgebracht naar de andere kant van het Iberisch Schiereiland, maar de spreiding zou vanaf nu algemeen worden. Meer dan "vermeldenswaard" was wel dat de Baskische Regering, o.l.v. de toenmalige Lehendakari, Ardanza, hiermee akkoord ging.De enige bedoeling was de leefomstandigheden van de radicale politieke gevangenen zo slecht mogelijk te maken. Isolatie van (de familie in) Baskenland en isolatie van de andere politieke gevangenen.

(Zo werd Koro Egibar, gearresteerd in 1982, in 1988 naar Badajoz overgebracht waar ze 11 maanden in isolement zat. Vier maanden mocht ze zelfs de cel niet uit omdat ze weigerde zich volledig uit te kleden bij controles. Nadat een rechter haar (en anderen) in het gelijk stelde, werd ze gewoon overgebracht naar Almería, waar alles opnieuw begon. Het was een snikhete augustusmaand maar wegens dezelfde weigering werd hen het douchen verboden! Dit duurde eveneens 4 maanden!)

Mikel Sarasketa werd al in 1985, nog vóór de echte spreiding van kracht werd, als "voorbeeld" gesteld. Na een tijdje werden sommige gevangenen overgebracht vanuit het Zuiden naar het Noorden! Spanje wilde op die manier een wig drijven tussen de "harde" en de "meegaande" gevangenen die "beloond" werden. De "harden" werden in de verleiding gebracht hun ideeën af te zweren. Het gevangenencollectief moest gebroken worden. Met Mikel Sarasketa hadden ze een verkeerde keuze gemaakt: Tijdens de 20 jaren die hij "zat" leerde hij niet minder dan 18 Spaanse gevangenissen van binnen kennen en daarbij werd hij 33 keer versleept! De eerste jaren zat hij o.a. in Tenerife (Een trip vanuit Baskenland naar het eiland, voor een bezoek van een half uur, duurde bijna een week!) in Ceuta, de Spaanse enclave in Afrika (idem dito), Almería, Puerto I en Puerto II.

Arnaldo Otegi, de huidige woordvoerder van Batasuna en tot voor kort volksvertegenwoordiger voor die groep, herinnert zich nog dat hij in die tijd in de gevangenis van Herrera zat: "Het was twee weken vóór Kerstmis, en we waren in hongerstaking. Tijdens het luchten gingen we onder elkaar wedden hoe lang het zou duren vooraleer ze ons uit elkaar zouden halen. Ik hield het op Kerstmis omdat ze ons op die manier psychologisch dachten te treffen. En zo gebeurde het ook. Ik werd naar Huelva versleept terwijl de rest naar Almería, Ceuta, Mililla en Granada moest."

Otegi heeft het zestien jaar later in dit verband over de "oorlogstrategie van de PSOE en de PNV". "Ze wilden de politieke positie van ETA en van het linkse nationalisme breken, maar we waren er ons van bewust en het hielp ons om front te blijven vormen." Het gevolg was dat bij de Europese verkiezingen van 1987 Herri Batasuna het meeste stemmen haalde en dat opende de ogen van de PNV’ers.

Binnen de gevangenissen werd er tegen de gevangenenspreiding hard "gevochten" in ongelijke omstandigheden. Het was een dure strijd die meer mensenlevens zou kosten dan het Staatsterrorisme van GAL. Veel familieleden en vrienden verongelukten, en gevangenen stierven aan kanker of aan andere ziektes ten gevolge van de onmenselijke levensomstandigheden. De spreiding mislukte dankzij de onverzettelijkheid van de Baskische strijders, maar ze is niet afgelopen.

In Baskenland zonnen velen op wraak voor het onheil dat Múgica de gevangenen en de families van de gevangenen had aangedaan. Zij moesten elke week vele kilometers rijden voor een gevangenenbezoek van 20 minuten. In 1996, in volle verkiezingstrijd, schoot een ETA-commando vlak bij het Justitiepaleis van Donostia de vermaarde advocaat Fernando Múgica Herzog op straat dood. Het was de enige broer van de ex-minister. Als troost werd Enrique Múgica Herzog Spaans ombudsman, "Defensor del Pueblo".

Klik hier

De spreiding in aantallen

Gebaseerd op de laatste gegevens van februari 2009 zitten momenteel 754 Baskische politieke gevangenen opgesloten in 84 gevangenissen in Spanje en Frankrijk. Voor Spanje zijn dat 599 gevangenen in 52 gevangenissen, allemaal op een gemiddelde afstand van 630 km verwijderd van Euskal Herria. In Baskenland zelf bevonden zich slechts 14 gevangenen. Voor Frankrijk zijn dat 152 gevangenen verspreid over 32 gevangenissen, allemaal op een gemiddelde afstand van 800 km verwijderd van Euskal Herria.

De immense afstand, de spreiding... de penitentiaire politiek door Spanje en Frankrijk in stand gehouden, veroorzaakt voor familie en vrienden ontroostbaar menselijk en financieel leed. Velen onder hen overleven de helse rit (na lange uren arbeid, door regen en sneeuw) niet. Het eerste slachtoffer viel al in 1982, toen er nog geen gestructureerde spreiding was. Het ‘voorlopige’ laatste slachtoffer viel in 2007.

29 september 1982

Rosa en Arantza Amezaga, zusters van de Baskische politieke gevangene Koldo Amezaga, komen om het leven na een verkeersongeval te Aranda de Duero toen ze terugkwamen van een proces tegen Koldo te Madrid. Een derde zus van Koldo raakte zwaar gewond.

01 juli 1990

Pilar Arsuaga en Alfonso Isasi, moeder en broer van Maribi Ramila, overlijden aan de gevolgen van een verkeersongeval te Pola de Sanabria (León), na een bezoek gebracht te hebben in de gevangenis van Ourense (680 km van huis).

18 februari 1994

Matilde Arribillaga, moeder van Xavier Jauregi sterft na een verkeersaccident. Zij stond op het punt de bus te nemen die haar naar een manifestatie van Senideak te Vitoria-Gasteiz zou brengen, toen een vrachtwagen haar aanreed

14 maart 1997

Antxoni Fernandez, grootmoeder van Angel Figüeroa, sterft te Aranda de Duero op 75-jarige leeftijd bij een verkeersongeval, op weg naar de gevangenis van Alcalá Meco (500 km van huis).

22 juni 1998

Jose Mari Maruri komt om het leven bij een verkeersongeval te Barakaldo toen hij op weg was om zijn zoon Lander Maruri te bezoeken in de gevangenis Langraitz.

03 april 1999

Mari Karmen Salbide, vriendin van Txetxu Fernandez, komt op de terugweg van de gevangenis van Logroño om het leven

12 februari 2000

Ruben Garate, vriend van José Antonio Fernandez, komt op de terugweg van de gevangenis van Alcalá Meco om het leven.

08 september 2001

Iñaki Saez en Asier Heriz, vrienden van Lurdes Txurruka, sterven als gevolg van een verkeersongeval op weg naar de gevangenis van Brieva. Een derde persoon raakt zwaar gewond

28 februari 2003

Argi Iturralde Ormaextea (73 jaar), en Inaki Balerdi Iturralde (43), moeder en broer van de Baskische politieke gevangene Juan Karlos Balerdi, sterven tijdens een verkeersongeluk in Zuid-Spanje. De vader, Joxe Balerdi Mintegi (74) raakte zwaargewond. Met hun drieën reden ze de 1032 kilometer naar de gevangenis in Almería voor een bezoek van slechts 20 minuten.

29 november 2003

Sara Fernandez, vriendin van Iñaki Etxeberria, sterft als gevolg van een ongeval te Aranda de Duero op weg naar de gevangenis van Valdemoro. In dezelfde wagen reisde ook Izaskun Urkijo mee, partner van een andere politieke gevangene, Iker Zubia. Zij werd in ernstige toestand gehospitaliseerd.

03 juni 2004

Leo Esteban, broer van Esteban Esteban Nieto (*) overlijdt na enige tijd aan de gevolgen van een zwaar verkeersongeval (amputeren been) bij het bezoek aan de gevangenis van Puerto de Santa María (1135 km van huis).

06 december 2004

Karmele Solaguren, moeder van de Baskische politieke gevangene uit Barañain, Ekain Gerra, verongelukte in de buurt van de stad Soria (Moeder en zoon Solaguren). Ze was 57 jaar oud. Haar man raakte zwaar gekwetst en werd opgenomen in het ziekenhuis. Ekain Gerra was hun enig kind.

25 december 2007

Natividad Junko overlijdt op 25 december 2007 in het Hospital de Txagorritxu. Op 22 december 2007, bij een bezoek aan de gevangenis van Teruel, raakte zij betrokken in een verkeersongeval, samen met haar dochter, partner van de Baskische politieke gevangene Unai Gonzalez, en zijn ouders. De dochter en de ouders liepen diverse kwetsuren op.

(*) Esteban Esteban Nieto

Esteban is geboren in Tolosa op 27 juli 1954. Op 18-jarige leeftijd werd hij benoemd als vrijgestelde van de ORT (Organización Revolucionaria de Trabajadores), een Spaanse politieke partij met een marxistisch-leninistische ideologie (opgericht 1969). Een paar jaar later merkten zijn kameraden een diepgaande wijziging in zijn opvattingen. Hij werd opgemerkt in manifestaties ten guste van Baskische politieke gevangenen, hij kocht de krant “Egin” (voor een communist ondenkbaar) en uit gesprekken kon worden opgemaakt dat hij Marx en Lenin niet meer kende.

Op 28-jarige leeftijd, februari 1982, trad hij toe tot ETA. In die tijd werd door ETA, bij toetreding, nog een fotokopie van de identiteitskaart gevraagd. De kopie werd al 4 maanden later onderschept bij een gearresteerde Etarra. Hij moest naar Iparralde vluchten, van waaruit hij acties in Spanje ondernam.

Zijn naam was bekend bij de inlichtingendiensten en op 25 januari 1987 werd hij in Madrid gearresteerd.Van af dat moment werd hij van gevangenis naar gevangenis gesleept: Carabanchel, Alcalá-Meco, Herrera de la Mancha, Ocaña, Puerto de Santa María, Valdemoro en Salto del Negro. Zijn broer Leo die hem in 1989 bezocht, werd slachtoffer van een verkeersongeval (zoals velen als gevolg van de spreiding) en er moest een been geamputeerd worden.

In de gevangenis van Salto del Negro (Andalucia) hield Estaban 3 hongerstakingen: 41, 34 en 27 dagen. In 1995 en 1996 werd hij 9 maanden aan één stuk opgesloten in een isoleercel, waar men straffeloos op hem kon inbeuken. Hij zag zijn dochter Irati pas toen ze al 5 jaar oud was.

In Salto hadden de dokters een acute pancreasfibrose (woekering van bindweefsel in de alvleesklier) en hepatitis C gediagnosticeerd, maar er werd hem ook maar enige medische behandeling geweigerd. Begin 1999, toen hij noodgedwongen toch gehospitaliseerd moest worden, werd vergevorderde en terminale metastase (uitzaaiing) van leverkanker vastgesteld. Op 7 april 1999 werd hij vrijgelaten, rustend op een bed (zijn sterfbed), en 6 maanden later, op 26 september 1999, stierf hij te Tolosa, omringd door de zijnen.

Economisch bloedbad

Wat kost de spreiding aan de families (exclusief het verlies aan broodwinning) en hoeveel kilometers moeten ze afleggen?

Gemiddelde kostprijs per familie:

Wekelijks: 377,94 €

Maandelijks: 1.637,75 €

Jaarlijks: 19.653,00 €

Gemiddeld aantal km per familie:

Wekelijks: 1.223 km

Maandelijks: 5.300 km

Jaarlijks: 63.599 km

Totale kostprijs voor alle families:

Wekelijks: 282.700,98 €

Maandelijks: 1.225.037,58 €

Jaarlijks: 14.700.450,96 €

Totaal aantal km voor alle families:

Wekelijks: 914.854 km

Maandelijks: 3.964.367 km

Jaarlijks: 47.572.408 km

Reizen (?) kost geld en dat ontbreekt heel vaak. Er wordt een maandgemiddelde van 1.637,75 € geschat per familie, exclusief loonverlies. Om deze kosten te dekken, worden allerlei acties op het getouw gezet. In de Herriko Tabernas (Volkskroegen) worden lotjes aangeboden en staan er spaarpotten op de toog. Vandaar o.a. dat Garzón de meeste Herrikos sloot!

Vanaf de jaren 90 ijverde het collectief “Senideak” er voor om fondsen in te zamelen, met als doel het financiële leed enigszins te verzachten.

Etxerat en andere associaties ter verdediging van de rechten van de gevangenen richten allerlei initiatieven in om met de opbrengst in het financiële leed te kunnen delen.

De aftredende minister van Justitie van de Baskische regering, Joseba Azkarraga, bevestigde in 2002 in het Baskische parlement dat Senideak, en de opvolger Etxerat, sinds 1999 een jaarlijks bedrag van 91.401 € heeft ontvangen (in 2001 slechts 42.000 €), en dat hij hulp zal blijven bieden zolang de spreiding van kracht blijft.

Vanaf het jaar 2003 werd er in de begroting van de regering van Lakua (de Wetstraat 16 van de Baskische regering) ruimte voorzien om de kostprijs van reizen (?) naar de gevangenissen wat draaglijker te maken. Van dan af werd voorzien in een jaarlijkse bijdrage van ongeveer 200.000 €. Zo werd op 24 maart 2009 een bedrag van 225.081 € voorzien, als tegemoetkoming voor het jaar 2008, aan de families van gevangenen (alle gevangenen, ook diegenen van gemeen recht). Als je weet dat de totale kostprijs voor alle gevangenen per jaar 14.700.450,96 € bedraagt, is de som vlug gemaakt.

Vermeldenswaard is de vereniging "MIRENTXIN".

Deze vereniging groepeert vrijwilligers die families iedere week naar verafgelegen gevangenissen vervoeren. Een ongekende solidariteit!

Sociaal isolement

De mechanismen om Baskische politieke gevangenen te isoleren van hun sociale en culturele omgeving, en van de plaatsen waar zij zich hebben ontwikkeld, zijn de volgende:

1.- Opsluiting in gevangenissen ver verwijderd van hun emotionele en familiaire milieu, wat meteen een beperking inhoudt van het bezoekrecht op kwantitatief vlak (veel families kunnen zelfs de financiële kost van een wekelijks bezoek niet aan).

2.- Naast de ingebouwde beperking van het bezoekrecht, is er de beperking van het aantal bezoekers. In veel gevangenissen krijgen alleen directe familieleden bezoekrecht. Als er vrienden op bezoek willen komen, moet er een speciale aanvraag gericht worden aan het “Secretaría General de Instituciones Penitenciarias”, dat arbitrair toestemming kan geven of niet (veelal niet). De willekeur viert hier hoogtij: weigeringen worden niet gemotiveerd en als er al eens een motivatie is, gaat het om “redenen van veiligheid”, zonder verdere toelichting.

3.- Een gevangene heeft slechts recht op twee bezoeken per week, die eventueel (willekeurig bepaald) kunnen gecumuleerd worden tot één bezoek van 40 minuten. Als een gevangene sancties heeft opgelopen, ook willekeurig opgelegd, dan halveert de duur van de bezoektijd of wordt helemaal afgeschaft, zonder dat de familie hiervan op de hoogte wordt gebracht.

4.- De bezoeken grijpen plaats in de bezoekersruimte, afgeschermd met glas en in veel gevallen nog eens met tralies. Op die manier is fysiek contact onmogelijk. In Frankrijk komt dit niet voor.

5.- Er bestaat wel een mogelijkheid om maandelijks fysiek contact te hebben (vis à vis), maar in veel gevangenissen wordt dit contact ontzegd. Als er dan toch eens toestemming gegeven wordt, op specifieke vraag door de gevangene, gebeurt dit op willekeurige basis, en de toestemming kan op ieder moment worden ingetrokken.

6.- In de meeste penitentiaire instellingen hebben de gevangenen kunnen de gevangenen slecht twee maal per maand hun correspondentie verzorgen. Alle binnenkomende post wordt nagelezen en in veel gevallen niet eens aan de geadresseerde bezorgd. Brieven opgesteld in de Baskische taal, het Euskara, worden pas weken later bezorgd omdat ze vertaald moeten worden, en veelal worden ze gewoonweg in de prullenmand gegooid. Sociale relatie is hier ver te zoeken, en privacy is hier onbestaand. Kranten en tijdschriften met politieke commentaren worden beperkt of verboden.

7.- Zowelbezoeken, als correspondentie, als telefoongesprekken (maximaal 5 minuten) worden in bepaalde gevangenissen maar om de maand toegestaan. Telefoongesprekken worden op geluidsband opgenomen en brieven gekopieerd en uiteraard aandachtig gelezen.

Groepsisolement

Onder groepsisolement verstaan wij de spreiding van de gevangenen die als doel heeft de weerstand en de verstandhouding binnen de groep te breken. Dat gaat van opdelen in subgroepen (zonder wederzijds contact) tot individuele afzondering. Alvorens hiervan een beschrijving te geven, lijkt het mij aangewezen de toestand te evalueren voor het in voege treden van de nieuwe richtlijnen.

Vanaf1978, werden de Baskische politieke gevangenen weliswaar in diverse gevangenissen opsloten, maar altijd in omvangrijke groepen. Dat betekende nog niet dat de levensomstandigheden behoorlijk waren. Integendeel: brutale fysieke agressie door voornamelijk Guardia Civiles, die de cellen binnendrongen, langdurige periode van afzondering, voortdurende bedreigingen, zowel fysiek als psychologisch, een streng gedisciplineerd systeem met strikt uurrooster, constante bewaking en verbod van toegang tot om het even welke ontspanning- of werkruimte. Alleen de eigen cel en de binnenkoer (niet altijd) werd hen gegund.

Die harde levensomstandigheden misten echter hun doel: de cohesie tussen de gevangenen breken. In het licht van die falende strategie werd getracht andere middelen aan te wenden. Alle politieke gevangenen werden in één gevangenis ondergebracht, één voor mannen (Herrera de la Mancha) en één voor vrouwen. De bewaking werd gevoelig opgedreven en iedere stap werd geregistreerd. Gesprekken werden afgeluisterd en de penitentiaire beambten hadden er een dagtaak aan om alles op papier bij te houden. De bijhorende repressie werd uiteraard ook opgevoerd.

Vanaf 1987 schakeldede Spaanse staat terug over op de spreiding van één hoogbeveiligde gevangenis naar 62 gevangenissen, verspreid over het gehele land, en zelfs tot in de enclaves Melilla en Ceuta in Afrika. Normaal gezien werden de gevangenen nu onderverdeeld in subgroepen van 5 tot 10 man, met nog altijd de mogelijkheid om met elkaar in contact te komen. Hieraan definitief een einde in 1989 toen een systematische strategie van spreiding van politieke gevangenen werd ingevoerd. Men richtte zich nu op modulen, waar (in het beste geval) maximum 3 Baskische politieke gevangenen werden vastgehouden, met dien verstande dat ze elk in een afzonderlijke cel terechtkwamen.

Ten aanzien van deze nieuwe toestand zag iedere gevangene zich nu genoodzaakt individueel te weerstaan aan de repressieve maatregelen: constante controle en analyse, bedreigingen, mishandelingen, willekeur, oververmoeidheid door slaaptekort (’s nachts de lichten te pas en te onpas aan en uit), voortdurende wijziging van uurroosters, van cellen en zelfs van gevangenissen. De effecten van de afzondering bleven niet uit: angst, vermoeidheid, onaangepaste temperatuur (snikheet of ijskoud), chronische honger (kleine onvoldoende porties, slecht bereid en vies van uitzicht). Een menselijk organisme kan dit niet lang volhouden. Maar nooit vergaten de Baskische politieke gevangenen dat ze tot een collectieve identiteit behoorden, dat er groeiende steun was van buiten uit, en dat hield hen recht. Een paar uitzonderingen, totaal verzwakt, grepen naar het ultieme reddingsmiddel: zelfmoord. Al kan ook hier niet met zekerheid gesteld worden dat er van zelfmoord kan gesproken worden. Niet iedere dode in de gevangenis was het gevolg van zelfmoord, maar de officiële desinformatieversie werd altijd als dogma door de desinformatiemedia overgenomen.

Vanaf 1992 werd ook een gevoelige stijging opgemerkt van fysieke agressie en mishandeling tijdens de veelvuldige overplaatsingen naar andere cellen of andere gevangenissen.

De afzondering, de verwijdering en de spreiding zijn een schoolvoorbeeld van een door de Spaanse staat uitgetekend vernietigingsprogramma met als enig doel de vernietiging van de menselijke waarden, de menselijke wil, de menselijke idealen, de menselijke fantasie, de politieke identiteit, kortom het menselijke leven.

Het is een witgekalkte folterpraktijk met politieke doeleinden.

Bron: Etxerat

02 april 2009: Persconferentie

Diverse generaties, die de spreiding aan den lijve hebben ondervonden, kwamen op 2 april 2009 in Donostia bijeen om door middel van een persconferentie de spreiding andermaal aan te klagen.

In het onzalige jaar 1989 werd, na de mislukte vredesonderhandelingen in Algiers, de gevangenenspreiding ingevoerd (zie hoofdstuk: "Historiek vredesproces"). In plaats van de obstakels weg te ruimen, opteerde de Spaanse staat om het collectief van Baskische politieke gevangenen te breken, door repressie, door hen uit elkaar te halen, zo ver mogelijk van huis en door de levensomstandigheden in de gevangenissen nog te verstrengen (20 tot 22u per dag opgesloten zitten in donkere, vochtige cellen, verbod of beperking van alles en nog wat). Zo wil men de gevangenen verbieden om per briefwisseling te studeren aan de Baskische universiteit. Voor een peulschil worden gevangenen gesanctioneerd, en de straf bestaat dan meestal uit bezoekverbod... Er zijn natuurlijk niet genoeg gevangenissen om elke Bask in een specifieke gevangenis op te sluiten. Daarom werden in diverse gevangenissen afzonderlijke modules gecreëerd, zodat zo nooit met elkaar in contact kunnen komen. Isoleercellen zijn meer regel dan uitzondering.

Ook de PNV nam deel aan het ontwerp van spreiding, dat door de PSOE gedirigeerd werd. Het objectief was de gevangenen af te zonderen van het politieke leven in Euskal Herria, hen fysisch van elkaar te doen vervreemden en hen elk afzonderlijk op te sluiten. Dat zou de communicatie onder elkaar doen verdwijnen en er zou een bres geslagen worden in het sterk samenhangende collectief. Later volgde ook de Franse regering dit ontwerp.

De gevolgen waren niet te overzien: veel sterfgevallen bij de gevangenen zelf als gevolg van afzondering, gebrek aan medische hulp, gebrek aan communicatie, ongebreidelde toename van willekeur en straffeloosheid, voortduren verhuizen (verslepen) naar andere gevangenissen, mishandelingen, verkeersdoden bij de familie, zwaar gekwetsten bij verkeersongevallen. De spreiding heeft het meest gruwelijke gezicht van de Spaanse penitentiaire politiek aangetoond.

Maar 20 jaar later, nu in 2009, kan gerust gesteld worden dat de politieke objectieven van de spreiding grandioos mislukt zijn. De waardigheid van de gevangenen heeft dagelijks het hoofd kunnen bieden aan het sinistere opzet. Het collectief van de gevangenen heeft iedere gevangenis, iedere isoleercel overstegen door hun collectief karakter en hun identiteit. Zij werden gesteund door een meerderheid van het Baskische volk dat het einde wil van de spreiding. En diegenen die het ontwerp aanvankelijk steunden, o.a. de PNV, hebben hun positie onder de druk van het volk wat bijgesteld, zij het voorlopig nog altijd met woorden, zonder daden.

Daarom wil de Movimiento Pro Amnistía de druk nog wat opvoeren. De spreiding is mislukt, maar de gevolgen zijn nog altijd zichtbaar. Daarom organiseert Etxerat een “Gira de Etxerat”, een ronde van Etxerat, van 14 april 2009 tot en met 19 april 2009.

De Ronde van Etxerat

20 jaar! Een cijfer even triest als rond

Ter gelegenheid van de 20ste verjaardag (1989-2009) van de spreiding, zal die wrede politiek in alle hoeken van Euskal Herria worden aangeklaagd. Een trieste verjaardag waarbij de duizenden en duizenden kilometers worden herdacht die de familieleden nodig hadden bij het doorkruisen van het land om hun dierbaren te bezoeken. Eenentwintig gevangenen hebben in die periode de dood gevonden in Spaanse en Franse gevangenissen. Alsof dat nog niet voldoende was, hebben bijna 20 familieleden de kilometerslange reizen (?) niet overleefd. Bedroevende getuige hiervan zijn de 267 verkeersongevallen met naast de doden nog eens tientallen zwaar gekwetsten.

Maar de strategie heeft gefaald, zij hebben het collectief het zwijgen niet kunnen opleggen. Integendeel, deze barbaarse manier van handelen, raakte zelfs tot bij de UNO bekend, die de feiten streng veroordeelde.

Daarom heeft Etxerat ontelbare initiatieven georganiseerd tussen 14 en 19 april 2009, o.a. een mars die alle dorpen en wijken van Euskal Herria zal aandoen, om het einde te eisen van de spreiding. Op 19 april 2009 zal in de zone Landako te Durando een grootste slotplechtigheid plaats hebben.

Bron: askatu.org

06 april 2009: De Spaanse regering gaat in beroep

Het Parket-generaal van de Spaanse staat heeft laten weten bij het TSJPV, het Baskisch Hooggerechtshof, beroep te zullen aantekenen tegen de begrotingspost die financiële tussenkomsten voorziet voor verplaatsingen naar verafgelegen gevangenissen. Zoals eerder vermeld staat die post al sinds 2003 in iedere begroting. Binnenlandminister Alfredo Pérez Rubalcaba en Justitieminister Francisco Caamaño hebben de handen in elkaar geslagen om er werk van te maken.

De minister van Justitie van de Baskische regering, Joseba Azkarraga (voorlopig nog altijd in functie na de verkiezingen) reageert hierop met het verwijt dat Madrid aan politiek opportunisme doet. Hij begrijpt ook niet waarom de socialistische PSOE-regering 6 jaar gewacht heeft, en hij snapt het al helemaal niet want de PSE, de Baskische socialisten, hebben de begroting mee goedgekeurd.

Bron: Gara

De Baskische regering bijt van zich af

De woordvoerster van de Baskische regering, Miren Azkarate, onderstreept dat de hulp aan familieleden van Baskische gevangenen compatible is met de “Ley de Víctimas del Terrorismo”, en bevestigt dat het beroep er alleen gekomen is omdat de socialisten punten willen halen ten nadele van de PP. Het is een smerige campagne gericht tegen de uittredende regering van Ibarretxe.

Het beroep wordt door de Spaanse regering gemotiveerd met de in juni 2008 goedgekeurde “Ley de Víctimas” in de hand, voornamelijk op basis van artikel 9 dat zegt: "[...] medidas para la deslegitimación ética, social y política del terrorismo, defendiendo y promoviendo la legitimación social del Estado democrático de derecho [...]” (...middelen ten voordele van de ethische, sociale en politieke delegitimatie van het terrorisme, en de sociale legitimatie van de democratische rechtstaat verdedigen en promoten...)

De woordvoerster bevestigt dat alle consistentie van het argument haar ten volle ontgaat, want het programma van hulp aan de families is evident compatibel. “Toen de begroting werd opgesteld werden alle economische en juridische elementen rigoureus onder de loep genomen, en de besluitvorming is er in alle wettelijkheid genomen, zelfs met de steun van de socialisten. De Baskische regering bekritiseert al jaren de strategie van de spreiding, want het is een strategie waar al het zinvolle in ontbreekt. De rechten van de mens moeten gerespecteerd worden, ook voor gevangenen”.

08 april 2009: Het Baskische Hooggerechtshof zet door

Het Tribunal Superior de Justicia del País Vasco (TSJPV) heeft op 8 april 2009 het beroep aanvaard. Het dossier dat geopend wordt zal aan de Baskische regering worden overgemaakt, die na kennisgeving (waarschijnlijk op 14 maart 2009) 10 dagen de tijd krijgt om een bezwaarschrift in te dienen. De begrotingsmaatregel kan worden opgeschort als er binnen de maand, bij afwijzing van de bezwaren, bewarende maatregelen door de rechtbank worden opgelegd. De behandeling van de zaak te gronde kan tot 1 jaar verdaagd worden.

Bron: Deia

08 april 2009: Staking van bezoekrecht

Het “Colectivo de Presas y Presos Políticos Vascos” of Collectief van Baskische Politieke Gevangenen heeft op 8 april 2009 een boodschap gestuurd aan de krant “Gara” met de mededeling dat zij, ter gelegenheid van het 20-jarige bestaan van de politiek van verspreiding, ieder bezoek weigeren (staking van bezoekrecht) op 18 en 19 april 2009. Zij willen hiermee hun bijdrage leveren aan de week van protest om zodoende iedereen, vooral hun familieleden en vrienden en diegenen die ijveren voor de rechten van de gevangenen, in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan de vele protestacties.

Bron: Gara