Zittingsdagen in juni 2006

RELAAS ZITTINGEN

JUNI 2006

05 juni 2006

Bij aanvang van de zitting dient de verdediging een motie tot wraking in tegen de drie magistraten van het Hof (wegens objectieve partijdigheid), omwille van het feit dat zij fotokopieën opnemen in de rechtsgang als vervanging van de oorspronkelijke documenten die spoorloos zijn. Die oorspronkelijke documenten moesten als basis dienen voor de aanklacht. Alhoewel de motivatie uit 33 pagina’s bestond, had het Hof genoeg aan amper één uur om de motie te verwerpen, met nauwelijks enige argumentatie. Daarop diende de verdediging een motie tot nietigverklaring van het proces in. De verdediger Zigor Reizabal somde tot 6 bezwarende motieven op die de onuitvoerbaarheid van het gebruik van de fotokopieën moest aantonen. De meest essentiële voorschriften van de gerechtelijke procedure waren met de voeten getreden en er werd frauduleus gebruik gemaakt van artikel 729.3 van de wet “Ley de Enjuiciamiento Criminal”. Sedert de zitting van gisteren zijn er al verscheidene getuigen aan bod gekomen, die allemaal het transparante en democratische karakter van de krant en de radio Egin kwamen onderstrepen. Die getuigen waren bovendien niet van de minste: Javier Sábada, Amaia Zubiria, Iñaki Berazategi en Mikel Aramendi, die samengewerkt hebben met de krant; Jonan Fernández, coördinator van Elkarri gedurende 13 jaar, die beklemtoonde dat de krant een kwantitatieve, kwalitatieve en sociale ontvankelijkheid ten toon spreidde die gevoelig hoger lag dan bij andere media; Marian Beitialarrangoitia (ex-directrice van radio Egin en tegenwoordig directrice van een magazine en een andere radio), en Iñaki Usarralde (ex-medewerker van radio Egin), die de moeilijke economische situatie van de krant belichtten (tijdelijke werkloosheid) en die ontkenden dat ook maar iemand de programmatie van de radio controleerde of ook maar op enige manier beïnvloedde.

06 juni 2006

De eerste die vandaag zijn getuigenis kwam afleggen, was de beroemde dramaturg Alfonso Sastre (gezien de leeftijd van 80 jaar, via videoconferentie). In zijn verklaring gaf hij tussendoor mee dat “wie op die manier kritiek heeft op de krant Egin, in ieder geval de inhoud ervan niet gelezen heeft”. Hij had de sluiting, tot op de dag van vandaag, ervaren als een schandalig onrecht en onderstreepte het pluralisme van de ideeën die in de krant verschenen waren, wat niet kon gezegd worden van de regimepers. Na de middag was het de beurt aan drie ex-directeurs van de krant:

· Mariano Ferrer (de eerste directeur): “Er bestond een dringende noodzaak om een communicatiemiddel te creëren die Euskadi als een nationale realiteit zou benaderen, die de stem van velen zou zijn, maar de spreekbuis van niemand. Wij wilden een menselijk gelaat tonen als tegenwicht t.o.v. de onmenselijke Franco-dictatuur. Dat de oprichting van de krant zou gedirigeerd zijn door ETA of KAS, doet mij meewarig glimlachen. Dit is intellectueel oneerlijk.”

· José Felix Azurmendi (directeur 1980-87): “Het project vervulde mij met vreugde. Wij deden aan eerlijke en objectieve journalistiek, en niemand gaf richtlijnen over de te volgen redactionele lijn. Ik zou dit in geen enkel geval geaccepteerd hebben. Ik ben geen broodschrijver”.

· Xabier Oleaga (directeur 1990-92): “Ik wens hier nog aan toe te voegen dat wij de stem wilden zijn van hen die geen stem hadden”.

Nadien verscheen Txaro Arteaga in de getuigenbank, gedurende 16 jaar directrice van “Emakunde” (Baskisch Instituut voor de Vrouw). Zij wees er op dat Egin tot driemaal toe gelauwerd werd met de “Premio Emakunda” (1990-91-95), omwille van de inzet en de strijd voor de gelijkheid van de man en vrouw en voor de soms penibele situatie van de vrouw in een machomannenwereld. Zij wees er eveneens op dat dit voor andere media details in de marge waren, waar praktisch geen aandacht aan besteed werd.

Vervolgens kwamen verschillende syndicale vertegenwoordigers getuigen: Txutxi Ariznabarreta, verantwoordelijke voor de Área de Comunicación van LAB, Jesús Uzkudun, secretaris van Salud Laboral en Medioambiente van de CCOO en Juan Antonio Korta, persverantwoordelijke van de vakbond ELA. Allen onderstreepten zij het pluralistische en volkse karakter van de krant, dat ernstig en in de diepte verwoord werd. De krant behandelde een veelvoud van onderwerpen: gezondheid, hygiëne, werkongevallen, werkomstandigheden en arbeidsconflicten.

07 juni 2006

Aangezien de Openbare Aanklager de vertegenwoordigers van de krant ook beschuldigt van fiscale fraude ten overstaan van de Sociale Zekerheid (waarvoor een gevangenisstraf van 51 jaar geëist wordt), werd voor vandaag Juan Ignacio Trecet gedagvaard in de getuigenbank. Trecet is provinciaal directeur van de “Tesorería General de la Seguridad Social” (Sociale Zekerheid) in Gipuzkoa. Hij verklaarde altijd een positieve houding te hebben opgemebij de krant om tot een akkoord te komen, (voor beiden aanvaardbaar) met de Dienst Sociale Zekerheid.

Trecet bevestigde hierbij dat de uitgeversmaatschappij van Egin en de Sociale Zekerheid van Gipuzkoa tot een overeenkomst gekomen waren: in een tijdspanne van 5 jaar zouden alle achterstallen vereffend worden, terwijl voor de overige provincies dit al gebeurd was (intresten incluis). Dit akkoord berustte op de erkenning van de achterstallen, op een afbetalingsplan en op bepaalde garanties. Op vraag van de verdediging antwoordde Trecet dat het zijn persoonlijke overtuiging was dat Egin zich, zonder enige twijfel, aan dit akkoord zou hebben gehouden. Indien Egin was blijven bestaan, zouden ook de totale achterstallen betaald geweest zijn. Tot toedoen van de sluiting en het stilleggen van alle activiteiten, op last van Garzón, is dit evenwel niet kunnen gebeuren.

12 juni 2006

Vandaag zijn verscheidene getuigen, velen uit sociale organisaties, opgedaagd om hun verklaringen af te leggen i.v.m. hun relatie t.o.v. Ekin. Deze verklaringen deden de thesis van de Openbare Aanklager uiteenspatten. Ana Eizagirre, Xabier Mendiguren, Iñigo Urrutia, José Ramón Kortabarria, Nikolas Ibarra en Josu Telleria en nog vele anderen, bevestigden eensgezind dat zij nooit orders van Ekin gekregen hebben, dat Ekin in volledige openbaarheid opereerde en dat het werk van deze organisatie zich situeerde in de sfeer van het Euskara, de cultuur en het socio-economische. Alle getuigen wezen op het feit dat de voorstelling van Ekin in Iruñea-Pamplona gebeurde voor duizenden personen en dat de voorstelling de editorialen van alle kranten haalde. Dat Ekin een obscure en clandestiene organisatie zou zijn, zoals de OA beweert, is dus een fabeltje van jewelste.

13 juni 2006

Voortgaande op wat gisteren werd verklaard -dat de organisatie geen geheime of clandestiene groep was, dat de militanten nooit verborgen hielden wat ze deden, dat de beklaagden in die zaak nooit hun ideologie of hun criteria oplegden- noemde één van de getuigen de aanklacht van de OA, dat Ekin en ETA één pot nat waren, een “burrada” (afgeleid van ‘burro’ of ezel, met als vertaling onzin, nonsens, dwaasheid). Toen werd voor het Hof de organisatorische en associatieve werkelijkheid van Baskenland uit de doeken gedaan. Enrique Miranda, burgemeester van Undiano met 140 inwoners en 2 associaties, verklaarde: “Het is een tendens dat alle dorpen in Euskal Herria één of meerdere associaties hebben”.

14 juni 2006

In zoverre de voorzitster van het Hof het toeliet, verklaarde Iñaki Zabaleta (doctor, hoogleraar Media en Communicatie aan de Openbare Universiteit van het País Vasco, en lezer van de krant Egin) het volgende over de krant Egin: “Het was een journalistiek project, vergelijkbaar met welke Westerse democratisch model dan ook, en was onder geen enkel beding een instrument van ETA. Ik kwalificeer Egin als een groot Baskisch project, dat tijd noch moeite spaarde om de beste journalisten aan te trekken. De redactionele lijn was progressief en open, en gaf een stem aan alle sectoren van de maatschappij. Zelfs voor de PP werd ruimschoots plaats vrijgemaakt. Ik denk aan Carlos Iturgaiz, die zijn PP-zegje mocht komen doen. De krant stond voor een coherente en pluralistische continuïteit. Ik verwerp dan ook met klem de thesis van de OA dat ETA hier een determinerende rol zou hebben gespeeld ”.

In dezelfde zin verklaarden ook Alberto Gartzia (persverantwoordelijke van het Departamento de Medio Ambiente del Gobierno de Gasteiz), Lourdes Uribarri (verantwoordelijke van LAB in Gasteiz), Manuela Alonso (militant van Ekin) en ex-gemeenteraadslid van EH-Euskal Herritarrok, Karmele Arriola. Allen verklaarden zij dat niemand (ETA) Ekin trachtte te imponeren met eigen criteria, en dat de vergaderingen, met Ekin en niet met ETA, handelden over opvoedkundige modellen tot het belang van kleine handelaars in de wijken.

19 juni 2006

De wonden die het proces (met de daarbij horende criminalisering) slaat bij de beklaagden op alle gebieden ( economisch, financieel, familiaal…), heeft hen ertoe doen besluiten vandaag een symbolische actie te ondernemen. In plaats van om 09.00u voor het Hof te verschijnen, bleven zij tot 10.30u voor het gerechtsgebouw staan, waarbij een spandoek ontplooid werd met als boodschap: “Erkenning van burgerlijke en politieke rechten en het stopzetten van de heksenjacht (het proces)”. Angela Murillo, voorzitster, ontstak hierbij in een furieuze gramschap en eiste dat de beklaagden onmiddellijk zouden aanwezig zijn. Wat niet gebeurde. Om 10.30u werd de actie afgeblazen en kon het proces eindelijk worden voortgezet. Dat was zonder de waard Murillo gerekend: alle beklaagden moesten de rechtzaal verlaten en één voor één moesten ze zich voor hun actie komen verantwoorden. De aasgieren van AVT-Asociación Víctimas del Terrorismo, bij monde van hun advocaat, eisten onmiddellijke gevangenneming. Hierop werd niet ingegaan.

De getuigenverklaringen werden verder gezet met Xosé Estévez en José Orella Unzue, academici, die getuigden veelvuldig met Egin te hebben samengewerkt, en daarbij nooit gecensureerd werden of opgedrongen werden een bepaalde lijn te volgen. Floren Aoiz, die in de aangeklaagde organisaties militeerde, ontkende voor ETA te hebben gewerkt. Joseba Kamio, van zijn kant, verklaarde dat de aanklacht tegen al die Baskische organisaties stoelden op een strategie van criminalisering en dat er geen enkel bewijs was voor samenwerking met ETA.

20 juni 2006

Batasunaleider Pernando Barrena die vandaag moest komen getuigen, was verhinderd en wordt nu voor 3 juli opgeroepen. Juan Mari Olano, verantwoordelijke voor “Gestoras Pro Amnistía” verzekerde dat zijn organisatie niet op aandringen van ETA ontstaan is, en dat hij geen bevelen van hen heeft ontvangen. “Wij hadden voldoende criteria voorhanden om zelf te beslissen hoe wij onze opdracht uitvoerden. Een andere benadering is niet meer dan een op hol geslagen verbeelding van de politie om de amnestiebeweging te criminaliseren. Trouwens, het einddoel van de beweging was niet de Staat te delegimiteren, maar wel de rechten van het Baskische Volk te vrijwaren”.

Voortdurend waren er klachten van de verdediger Zulueta en van Olano zelf, dat er geen waarheidsgetrouwe en letterlijke vertaling de verklaring werd genoteerd. Na de middag mochten de beklaagden van Angela Murillo verder getuigen in het Euskara, maar als de vertalingen hen niet bevielen, moesten ze dan maar in het Castilliaans getuigen, een taal die hen ook bekend was. Olana vervolgde met een verwijzing naar de regimekrant “ABC”: "Invención para criminalizar la militancia política" (“Verzinsel om politieke militanten te criminaliseren"): de verklaringen van Xavier Alegría over de schuilnaam “Adidas”, toegedicht aan Olano, werd in 2003 onder marteling en foltering afgelegd. In diezelfde verklaring, onder “dwang” afgelegd, staat ook dat Permach behoorde tot de ETA-koepel. Permach, die nadien aan de beurt kwam, noemde de aanklacht dat ETA een legale politieke arm (Batasuna) had, een verzinsel van jewelste: “Dit proces, net zoals andere gelijkaardige processen, heeft tot doel de militante en dissidente politieke formaties te criminaliseren; het zijn processen die gebaseerd zijn op leugens…” De getuigenis wordt door Murillo onderbroken, omdat zij geen eigen opinies duldt in haar rechtszaal. Permach, die uiteraard in het Euskara getuigde, vervolgde met te zeggen dat ETA een gewapende organisatie was, die zelf haar politieke reflecties bepaalde, en gebruikte als voorbeeld het “alto el fuego” dat op 22.03.2006 werd aangekondigd. Tijdens de zitting van vandaag kwamen ook nog aan bod: Igor Ortega, ex-dirigent van Jarrai-Haika; José Luis Rezabal, lid van het syndicaat LAB; Ainhoa Atxaide, van het studentensyndicaat Ikasle Abertzaleak; Maitane Intxaurraga, van de vrouwenassociatie Egizan en Mikel Echaburu, lid van de Mesa Nacional van Batasuna

21 juni 2006

Gabi Basáñez, die lid is van Euskal Herrian Euskaraz (organisatie die ijvert voor het Euskara en de taalrechten), verklaart vandaag wat zijn functie is in die organisatie. Hij verwerpt de beschuldiging dat Ekin ook maar enige invloed zou hebben gehad op hemzelf of op de organisatie, laat staan dat Ekin de te volgen lijn uitstippelde. Natuurlijk heeft hij contacten gehad met Ekin, maar dan contacten diebetrekkinghadden op de te voeren campagnes ten voordele van het Euskara.

Nog voor de zitting begon heeft de politie alle tassen (handtassen incluis) van de beklaagden doorzocht en geregistreerd en moesten de verdedigers de koffers van hun wagens op inhoud laten doorzoeken.

27 juni 2006

“Ik ben militant van ETA en ik weet niet waar deze schertsvertoning naartoe moet leiden”, protesteerde de gevangene, via videoconferentie, vanuit zijn cel in Frankrijk. “Noch ikzelf, noch de organisatie hebben geen enkele relatie met de personen of de organisaties die in deze schertsvertoning terechtstaan.” “Het enige referentiepunt die ik heb, komt uit de pers die hun hoogst waardevolle activiteiten heeft belicht op het vlak van cultuur, gemeenschapszin en ja, ook politiek. Het enige wat ik en mijn organisatie gemeen hebben met die mensen, is de gezamenlijke eis dat het Baskische Volk het recht zou moeten hebben, zelfstandig en vrij, over hun eigen toekomst te kunnen beslissen.” Tijdens die getuigenis vanJosetxo Arizkuren was de spanning bij momenten te snijden. Angela Murillo probeerde vergeefs zijn mond te snoeren, en bij zijn opmerking dat hij weigerde te antwoorden op de vragen van de openbare Aanklager, bedreigde ze hem met een aanklacht wegens ongehoorzaamheid.

Ook Arritxu Santamaría, coördinator van de “Mesa para el Acuerdo” (rondetafel voor een vredesakkoord, ondersteund door 55 diverse organisaties), kwam getuigen. Hij verduidelijkte de inhoud van het akkoord, en op vraag van de voorzitster van het Hof, antwoordde hij dat ETA geen deel nam aan het debat. Eenmaal de inhoud publiek gemaakt werd, onderschreef ETA volmondig die resolutie.

Nadien kwamen volgende personen op de getuigenbank: José Iriarte Bikila, lid van de politieke partij Zutik; de beroemde surfer Iker Acero; Walter Wendelin; Iñigo Balda, Juan Carlos Alduntzin en Mikel Garaiondo, vroegere gemeenteraadsleden van HB en EH. Allen ontkenden zij dat ETA directieven oplegde aan wie dan ook, en als er contacten waren met EKIN gebeurde dit in alle openheid en publiek.

28 juni 2006

Pernando Barrena, lid van de “Mesa Nacional” van Batasuna (zeg maar uitvoerend comité), verklaarde dat de militanten het laatste woord hadden in de beslissingen, en dat die beslissingen openbaar en gekend waren. Hij benadrukte dat Batasuna onafhankelijk was, haar eigen beslissingen nam (goedgekeurd door de militanten) en dat ETA daar geen uitstaans mee had, noch directieven oplegde.

Joseba Egibar, één van de leidende figuren in de PNV, verduidelijkte dat er bij de sporadische contacten die de PNV had met ETA, er nooit allusie werd gemaakt op Batasuna of welke andere organisatie dan ook. “Als de PNV het noodzakelijk achtte om met ETA te praten, dan gebeurde dit rechtstreeks met ETA en niet via gefantaseerde tussenpersonen. De PNV heeft altijd nauwe en open contacten onderhouden met de Baskische politieke partijen, maar als er met ETA moest gepraat worden, dan was het van man tot man (PNV-ETA).

Van haar kant bevestigde Begoña Errazti, presidente van de EA, dat haar formatie verscheidene gesprekken heeft gehad met EKIN, KAS en SEGI, maar dat zij van deze sociale organisaties nooit of te nimmer instructies of richtlijnen heeft gekregen.

>>>>>>>>