>>Aanslag marine-officieren

11 december 1995

ETA had de bedoeling een aanslag te plegen op een groep marine-officieren afkomstig uit de Marinebasis, gelegen op de Calle Marques de Mondejar te Madrid. De trieste balans was zes doden, maar het waren allemaal burgers te werk gesteld bij de Marine. Een autobom met 50 kilo explosieven werd van op afstand geactiveerd net toen een officiële wagen van de Marine voorbijreed, in de buurt van Puente de Vallecas. De explosie veroorzaakte de dood van zes mensen en verwondde zeventien anderen, sommigen onder hen zeer ernstig. Binnenlandse Zaken brengt de aanslag in verband met de EU-top die zal gehouden worden op 15 en 16 december 1995. De laatste actie van de ETA in Madrid vond plaats op 19 juni 1995, toen een autobom tot ontploffing gebracht werd op het Plaza de Callao, die de dood van Jezus Rebollo, gemeentelijke politiefunctionaris, veroorzaakte. Tot dusver staat dit jaar 1995 de trieste balans van aanslagen op 13 doden.

Een Mercedes bestelwagen, met registratienummer M1585-MK, waarin 9 burgers werkzaam bij de Marina hadden plaats genomen, had net de Calle del Marqués de Mondéjar verlaten en reed in de richting van de wijk Vallecas om de werknemers thuis af te zetten. Omstreeks 15:00u verliet de bestuurder van de wagen, Florentino López del Castillo, de M-30 en reed de Calle de Peña Prieta om een van de werknemers af te zetten in de Calle de Santa Rosa. Ter hoogte van het nummer 14 in de Calle de Peña Prieta veroorzaakte een sterke explosie de onmiddellijke dood van vijf van de inzittenden en een twintigtal gewonden met diverse graden van brandwonden. De plaats van de aanslag werd in een inferno veranderd door het effect van de vlammen en leidde tot paniek onder de voetgangers en de bewoners van het gebied. De gemeentelijke politie waarschuwde de nationale politie, brandweer en ambulances van Samur. Een hulpverlener die op de M-30 reed met zijn particuliere wagen was de eerste persoon die hulp verleende aan de gewonden en slaagde er in nog enkele personen levend uit de bestelwagen te halen.

De slachtoffers (uiteindelijk waren het er zes) zijn: Manuel Carrasco Almansa (begeleider), Santiago Esteban Junquer (administrator), José Ramón Intriago (carrosseriehersteller), Félix Ramos Bailón (carrosseriehersteller), Florentino López del Castillo (chauffeur bestelwagen) en Martín Rosa Valero (werktuigkundige). De vijf eerstgenoemde overleden ter plaatse, de laatste in het hospitaal Doce de Octubre te Madrid. In de bestelwagen die de werknemers na hun dagtaak terug naar huis bracht zaten nog drie andere burgerlijke bedienden die overgebracht werden naar diverse hospitalen.

Een bestuurder van een schoolbus verklaarde dat een stoplicht zijn leven redde, omdat hij een paar seconden voor de explosie gedwongen te stoppen voor het verkeerslicht dat op rood sprong. Hij had vijf minuten eerder 35 kinderen opgehaald bij se school.

Net als de drie burgers die nog uit de bestelwagen gered werden, zorgde men er voor dat nog een twintigtal gewonden zo spoedig mogelijk naar diverse hospitalen werden overgebracht. Onder die gewonden waren er vijf in kritieke toestand.

De explosie was zo krachtig dat zelfs de ramen van de huizen gelegen aan M-30 er aan moesten geloven, en dat was toch op een behoorlijke afstand. De krachtige explosie was tot op enkele kilometers van de Puente de Vallecas te horen.

Agenten van de Unidad Territorial Antiterrorista y de la Brigada de Información (Territoriale Antiterreur- en Inlichtingenbrigade) werkten gisteren aan het voertuig om het te identificeren, en volgens de eerste indrukken, betrof het een Lancia Delta, voorzien van nummerplaten voor een Fiat. die was geplaatst voor borden een Fiat.

Bewoners van het gebied hebben verklaard dat de auto slechts acht minuten voor de aanslag werd achtergelaten door twee mannen en twee vrouwen, die ze omschrijven als "jonge" tussen 20 en 25 jaar. Uit het onderzoek blijkt dat een van hen een afstandsbediening activeerde, na een signaal gekregen te hebben van een ander. De politie tast in het duister over de samenstelling van dit ETA-commando, maar heeft de quasi zekerheid dat Mikel Azurmendi Peñagaricano “Hankas” er bij was. Hij had ook al deelgenomen aan de recente aanslagen, waaronder die op voorzitter van de PP, Jose María Aznar op 19 april 1995.

De minister van Defensie Gustavo Suarez Pertierra, noemde de aanslag een "nutteloze daad" waarvan het doel de verstoring van de Spaanse samenleving te bewerkstelligen. Suarez Pertierra, die zich naar de plaats van de moord haastte, meldde de feiten aan de Koning. en aan premier Felipe González. De vice-minister van Binnenlandse Zaken, Margarita Robles, snelde ook ter plaatse, samen met afgevaardigde Pilar Lledo van de regering in Madrid, directeur generaal van politie Angel Olivares, voorzitter Alberto Ruiz Gallardon van de Gemeenschap van Madrid en met burgemeester Jose Maria Alvarez del Manzano. De burgemeester heeft voor vandaag een dag van rouw afgekondigd in de stad en heeft de burgers opgeroepen om morgen, om 11:00u, vijf minuten stilte in acht te nemen.

Burgemeester Alvarez del Manzano heeft erkend dat er "angst" bestaat voor ETA, die dit jaar al 13 doden heeft veroorzaakt. Een hoge ambtenaar van Binnenlandse Zaken verklaarde dat er vermoedens waren van een aanslag, maar dat Binnenlandse Zaken niet over objectieve feiten beschiktet.

De rouwkapel met de overblijfselen van de zes medewerkers van de Marine zal worden geïnstalleerd in de Marine kazerne in de Calle Arturo Soria.