Interview Brian Currin

De Zuid-Afrikaanse advocaat Brian Currin (60) ondertekende afgelopen voorjaar een oproep aan de Baskische afscheidingsbeweging ETA tot een staakt-het-vuren. Maar Currin wil verder: „De keuze voor het afzien van het geweld moet onomkeerbaar zijn.”

Currin heeft zijn sporen op het gebied van vredesonderhandelingen verdiend. In eigen land was hij betrokken bij de oprichting van de Waarheidscommissie. Later bemiddelde hij bij de gesprekken in Noord-Ierland. En hij speelde eveneens een belangrijke rol bij de besprekingen met ETA, die gisteren een wapenstilstand aankondigde.

Het staakt-het-vuren is een feit. Ziet u beweging in de huidige impasse?

„Allereerst moet de links-nationalistische beweging doorgaan met de pogingen om de politieke vleugel, Batasuna, gelegaliseerd te krijgen. Ze hebben naar mijn mening inmiddels een lange weg afgelegd. Er zijn verklaringen uitgegeven waarin ze oproepen om vrede te bereiken zonder het gebruik van geweld. Dat is belangrijk, en wel om twee redenen. Als ze gelegaliseerd willen worden en als ze volgend jaar willen meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen, moeten ze zich houden aan de Spaanse grondwet.

De tweede reden is dat ze momenteel vertrouwen opbouwen. Ze gaan allianties aan met andere nationalistische politieke partijen in de regio. Als ze het vertrouwen van de andere partijen willen vasthouden, mogen ze niet afwijken van hun koers.

Verder is het van belang dat de Spaanse regering en de constitutionele partijen in Baskenland een teken van erkenning geven. Ze kunnen bijvoorbeeld een begin maken met het terugsturen van Baskische gedetineerden naar gevangenissen die dichter in de buurt van Baskenland liggen. Een dergelijke stap zou een enorme vooruitgang zijn. Ik denk dat het antwoord van de Spaanse regering afhangt van de publieke opinie.”

Gezien de matige populariteit van de Spaanse premier Zapatero betekent dit dat we van Spaanse zijde niet veel hoeven te verwachten.

„Ik denk dat het heel moeilijk voor hen is om een stap voorwaarts te maken. Bij het laatste vredesproces in 2006 zette de Spaanse regering zichzelf voor schut. Het overleg met ETA werd als „constructief” betiteld. Enkele weken na die verklaring werd er op de luchthaven van Madrid een enorme bomaanslag gepleegd. Om de publieke opinie in Spanje te veranderen, moet je naar ETA kijken. Die moet het geweld afzweren. Als dat gebeurt, ontstaat er een mogelijkheid voor de socialistische regering om positief te reageren. Een dergelijke verklaring kan de publieke opinie positief beïnvloeden.”

Kun je het verhuizen van gevangenen beschouwen als een noodzakelijk moedig gebaar?

„We hebben in deze fase inderdaad moed nodig. Vredesprocessen boeken vooruitgang wanneer politici leiderschap tonen. De Spaanse regering zou dat ook moeten doen. Maar ik begrijp dat dergelijke stappen niet zomaar genomen kunnen worden. Het helpt enorm dat er een staakt-het-vuren is afgekondigd, maar het zou nog beter zijn iets te zeggen over de voorwaarden voor een permanent einde aan het geweld. Of dat ETA bijvoorbeeld verklaart zich voortaan te houden aan de Mitchellbeginselen, de zes basisregels waartoe de Ierse en de Britse regering en de politieke partijen in Noord-Ierland besloten tijdens de vredesonderhandelingen. De keuze voor geweldloosheid moet onomkeerbaar zijn. Je kunt niet met de ETA onderhandelen over politieke oplossingen met een pistool op je gericht.”

Bij beide partijen zijn de verwachtingen ten aanzien van een mogelijke doorbraak hooggespannen. Is dat terecht?

„Ondanks de teleurstelling na verschillende mislukte vredesbesprekingen bestaat er in Baskenland nog steeds hoop. Het voorbereiden van een vredesproces kun je vergelijken met het bouwen van een huis. Je moet eerst zorgen voor goede fundamenten, anders stort je woning in. In het verleden zijn er te vaak vredesonderhandelingen gevoerd zonder dat er een goede basis was. We moeten dus veel geduld hebben bij het aanleggen van die fundamenten.

Het afzweren van geweld is een essentieel onderdeel van die basis. En dan bedoel ik ook het geweld van de staat, die bepaalde wetten ten behoeve van de staatsveiligheid in stand houdt. Beide partijen moeten dus afzien van het gebruik van geweld.”

Kunt u de moeilijkheidsgraad van het Baskisch conflict vergelijken met het conflict in Noord-Ierland?

„Ze zijn beide even lastig, maar er zijn alleen andere moeilijkheidsfactoren. Een belangrijk verschil is dat de belangrijkste Britse partijen, Labour en de Conservatieve Partij, altijd met één stem spraken als het ging om een zaak van nationaal belang, zoals de Noord-Ierse kwestie. In Spanje is dat anders. Daar wordt het conflict als politiek instrument ingezet. De rechtse Spaanse partij Partido Popular probeert kiezers voor zich te winnen door te roepen dat het een teken van zwakte is wanneer de socialistische regering het conflict met de Basken wil vermijden. Verder is het conflict In Baskenland niet sektarisch, terwijl het dat in Noord-Ierland wel was. De kloof tussen protestanten en rooms-katholieken is enorm, nog steeds. Natuurlijk zijn er in Spanje grote verschillen tussen de partijen, maar je kunt niet spreken van rauw racisme zoals ik dat wel gezien heb in Noord-Ierland. De verschillen in Spanje zijn meer ideologisch van aard.”

Wanneer is die moedige stap te verwachten?

„Ik houd niet van tijdschema’s, want dat zet druk op iedereen, maar het is duidelijk dat de situatie die we momenteel doormaken niet altijd kan doorgaan. Er moet vooruitgang worden geboekt. Ik hoop dat alle partijen bereid zijn om de komende maanden een moedige stap te zetten. Zeker voor het einde van deze maand. Als de linkse Baskische nationalisten van Batasuna mee kunnen doen aan de verkiezingen, hebben ze zeker vier maanden voorbereidingstijd nodig.”

Bron: http://www.refdag.nl/nieuws/buitenland/niet_onderhandelen_met_pistool_tegen_het_hoofd_1_500753