Juan Carlos

REY JUAN CARLOS ALFONSO VICTOR MARÍAde BORBÓN y BORBÓN-DOS SICILIAS

Rey Juan Carlos I

koning bij de genade van Franco

Politieke antecedenten

Juan de Borbón, zoon van koning Alfonso XIII en wettelijke erfgenaam van een hypothetisch Koninkrijk Spanje, publiceerde op 19 maart 1945 het Manifiesto de Lausana (*). In dat manifest trok hij op een ongemeen harde manier van leer tegen de Franquistische dictatuur en bood aan het Spaanse volk de mogelijkheid op een niet welomlijnde monarchie (hij presenteerde een constitutionele monarchie als gematigd alternatief voor het regime van Franco). Hij verwierp het Franquistische regime, gebaseerd op het Duitse en het Italiaanse totalitaire systeem, omdat het gefaald had. Hij beloofde ook een serie prioriteiten in geval hij als monarch kon terugkeren: de goedkeuring van een grondwet, de erkenning van de rechten van de mens, garantie op politieke vrijheden, de installatie van een democratische wetgevende assemblee, de erkenning van de regionale verschillen, amnestie voor politieke gevangenen en een billijker verdeling van de rijkdom. Als gevolg van dit manifest twijfelde Franco over de wettelijke erfgenaam als mogelijke opvolger.

(*) Extract uit het Manifiesto de Lausana

“Om die redenen heb ik besloten... mijn stem te verheffen en plechtig aan Generaal Franco te vragen dat hij, het fiasco van zijn totalitair staatsconcept erkennende, zou afzien van de macht en vrije doorgang zou verlenen aan het herstel van het traditionele Spaanse regime, de monarchie. Het enige staatsconcept dat borg staat voor Orde, Religie en Vrijheid. Onder de vleugels van de monarchie –verzoenend, strikt rechtvaardig en tolerant- zijn de zo veelvuldig gevraagde hervormingen in het belang van de Natie mogelijk. Opdrachten van eerste orde zijn: de onmiddellijke goedkeuring, door de stem van het volk, van een politieke grondwet, erkenning van alle rechten inherent aan alle personen, garanties op de overeenkomstige politieke vrijheden, de installatie van een verkozen wetgevende assemblee voor de Natie, erkenning van de regionale diversiteit en een uitgebreide politieke amnestie".

Lausana, 19 maart 1945

De voorafgaandelijke beslissing

Op 31 maart 1947 werd Juan de Borbón geïnformeerd door minister Carrero Blanco, in opdracht van Francisco Franco en in de hoedanigheid van redacteur van de “Ley de Sucesión” (de wet die de opvolging moet regelen), dat het Franco zelf zal zijn die de monarch voor het koninkrijk zal aanduiden: “Op het ogenblik dat het hem het best schikt”. Bovendien rapporteerde Carrero Blanco aan Juan de Borbón –de wettelijke troonopvolger- dat hij ook in aanmerking komt als koning van Spanje, op voorwaarde dat hij getrouwheid zweert aan het Spanje van de “Movimiento Nacional” (het totalitaire mechanisme, gebaseerd op het fascisme, als zijnde de enige weg om te participeren in het Spaanse openbare leven), het katholicisme, het anticommunisme en het antiliberalisme.

Het manifest van Estoril

Op 7 april 1947 publiceerde Juan de Borbón een manifest, Het manifest van Estoril (*), waarin hij de onwettelijkheid van de Ley de Sucesión poneerde, omdat die wet wijzigingen (verdraaiingen) vooropstelde ten aanzien van het rechtskarakter van de monarchie zonder de wettelijke troonopvolger te erkennen of te raadplegen.

(*) Extract uit het Manifiesto de Estoril de Don Juan, 7 april 1947

Spanjaarden:

Generaal Franco heeft publiekelijk zijn intentie aangekondigd om aan de Cortes zijn project Ley de Sucesión a la Jefatura del Estado voor te stellen. Een wet waarin Spanje zou terugkeren naar een koninkrijk, en waarin een systeem voorzien wordt totaal tegenovergesteld aan de historische wetten die de opvolging van de Kroon regelden.

In deze kritieke momenten voor de politieke stabiliteit van ons vaderland, kan ik het niet nalaten mij tot u te richten, als wettelijke vertegenwoordiger, uw vorst, om mijn houding tegenover deze ernstige inbreuk te poneren.

Het principe dat de opvolging van de Kroon strikt regelt, en dat één van de basiselementen is van de wettelijk traditionele monarchie, kan men niet zomaar wijzigen zonder de gezamenlijke rol van Koning en Natie, vertegenwoordigd in de Cortes, er bij te betrekken. [...]

Met blind vertrouwen op een grootse toekomst voor ons geliefde Spanje, weet u dat u altijd op uw Vorst zal kunnen rekenen.

Juan,

Het referendum

Op 6 juni 1947 werd het referendum georganiseerd over de “Ley de Sucesión”, en volgens officiële (?) cijfers trok 89% van de Spanjaarden naar de stembus. Volgens diezelfde officiële (?) cijfers stemde 93% voor en stemde slechts 4,7% tegen ( 2,3% blanco of ongeldig).

De definitieve beslissing

Vanaf 18 juli 1947, als gevolg van de nieuwe wet, handelde Franco als monarch van het onlangs geproclameerde koninkrijk Spanje, met dien verstande dat de troon vacant bleef.

Op zijn plezierjacht “El Azor”, gelegen in de Golf van Bizkaia, kwam Franco op 25 augustus 1948 tijdens een onderhoud met Juan de Borbón overeen, om diens 10-jarige zoon Juan Carlos naar Madrid over te brengen om zijn studie in Spanje te voltooien (hij verbleef op dat ogenblik in Rome). Ook de andere zoon, Alfonso de Borbón y Borbón-Dos Sicilias, kon hem vergezellen. Franco beloofde aan Juan de Borbón dat de monarchistische krant “ABC” in alle vrijheid zou kunnen informeren en dat alle beperkingen tegen monarchistische activiteiten zouden opgeheven worden.

Op 9 november 1948 werd Juan Carlos door Franco op zijn residentie “El Pardo” ontvangen, waar hij geïnformeerd werd dat een groep professoren van niet mis te verstane trouw aan de “Movimiento Nacional” (het totalitaire mechanisme, gebaseerd op het fascisme, als zijnde de enige weg om te participeren in het Spaanse openbare leven), belast werd met zijn opvoeding.

Op 24 december 1961 greep een accident plaats dat van grote invloed zou zijn voor de opvolging van Franco. Op die datum was er een jachtpartij gaande in de bossen van El Pardo, de toenmalige residentie van de Generalísimo. Pers en radio, gewurgd door de censuur, besteedden er geen aandacht aan, maar de geheime diensten van de V.S. brachten het accident toch aan het licht, omdat het een enorme invloed had op Franco aangaande zijn houding op het leven en de toekomst.

Het nieuws werd pas op 26 maart 1962 bekend gemaakt toen het agentschap “Cifra” een bondige informatieve nota verspreidde waarin vermeld werd dat "su excelencia el jefe del Estado" licht gekwetst was aan de linkerhand (open breuk als gevolg van de loop van het uiteenspatten van zijn jachtgeweer) en verzorgd werd in het hospitaal “Central del Aire” te Madrid. De kwetsuur had hij tijdens de jachtpartij opgelopen en naar aanleiding hiervan werd Franco zich voor de eerste maal bewust dat hij niet “onsterfelijk” was. Gelijktijdig werden foto’s verspreid met een stralende familie Franco (hijzelf met verband) om de Spaanse bevolking gerust te stellen.

Op 21 juli 1969 werd Juan Carlos de Borbón door Franco aangeduid als zijn opvolger (de wettelijke troonopvolger, Juan de Borbón, negerend), en hij kreeg de titel van “Príncipe de España” (prins van Spanje).

De dag dat Franco zijn opvolger aanwees

Op 22 juli 1969, op grond van de “Ley de Sucesión en la Jefatura del Estado del 26 de julio de 1947” (*), werd Juan Carlos door Franco aan de Cortes Españolas voorgesteld, met de titel van Rey de España, als zijn opvolger. Dit gebeurde nadat de jonge prins de eed van trouw had afgelegd aan de “Leyes Fundamentales del Reino y los principios del Movimiento Nacional”, of het Franquistische en fascistische ideeëngoed. De slechte verhouding tussen Juan de Borbón y Battenberg (derde zoon en wettelijke opvolger van koning Alfonso XIII) hadden er voor gezorgd dat de wettelijke opvolgingslijn werd genegeerd. Deze negatie werd door Juan Carlos aanvaard, waardoor er een intern conflict ontstond in de “Casa Real de Borbón”, het Koninklijke huis Borbón. Juan de Borbón y Battenberg, Conde de Barcelona, heeft tot 1977 nooit afgezien van zijn rechten op het koningschap. Dat gebeurde dus pas twee jaar na de troonrede van zijn zoon en op het moment dat Franquistische regime tot het verleden (?) behoorde.

(*) Ley de Sucesión en la Jefatura del Estado

De Ley de Sucesión en la Jefatura del Estado (1947) was één van de acht Leyes Fundamentales van het Franquisme.

De meest fundamentele artikelen waren:

  • Spanje wordt omgevormd tot een Koninkrijk (Artikel 1)

  • De Jefatura del Estado, de leiding van de Staat, hoort toe aan de “Caudillo de España y de la Cruzada, Generalísimo de los Ejércitos, don Francisco Franco Bahamonde” (Artikel 2)

  • Op het even welk moment kan de Jefe del Estado (Franco) aan de Cortes de persoon voorstellen die hijzelf geroepen acht om hem ten gepaste tijd op te volgen, met als titel Rey of Regente (Artikel 1)

Tijdens de dictatuur werd de Príncipe de España, Juan Carlos, gedurende een paar maanden “Stellvertreter” van Franco op de Jefatura del Estado, als gevolg van de zwakke gezondheid van Franco (Ziekte van Parkinson).

Nochtans zagen de meest orthodoxe sectoren van het Franquisme de zaken totaal anders, en toen de gezondheidstoestand van de Caudillo zienderogen achteruitging, begonnen zij te brainstormen over verscheidene formules om het regime overeind te houden. Zij opteerden om de aanduiding van Juan Carlos te annuleren, die volgens hen toch maar een decoratieve figuur was. Zij overwogen zelfs om Alfonso de Borbón, kleinzoon van Alfonso XIII en echtgenoot van een kleindochter van Franco, aan de troon te helpen. Alfonso leunde trouwens heel sterk aan bij de principes van de Movimiento Nacional. De gematigde oppositie tegen het Franquisme aan de andere zag Juan Carlos als een discipel van Franco en de monarchisten verwierpen zijn aanstelling omdat don Juan de Borbón de enige wettelijke erfgenaam was. Ook de linkerzijde en de republikeinen voorspelden een korte levensduur voor Juan Carlos. Zij noemden hem dan ook “Juan Carlos, el breve”, Juan Carlos, de korte (van korte duur).

Maar Juan Carlos, die de graad van generaal bereikt had, kon op een ontegensprekelijke steun rekenen van de Fuerzas Armadas (de strijdkrachten), mede omdat hij door Franco zelf was aangeduid. De relatie werd nog aangehaald toen Juan Carlos, als plaatsvervanger voor de zieke Franco, op 2 november 1975 een bezoek bracht aan het toenmalige Spaanse Sahara. De klap op de vuurpijl voor de Fuerzas Armadas was de eedaflegging geweest op 22 juli 1969, toen Juan Carlos zijn discours begon met de affirmatieve aanvaarding dat hij uit handen van de Jefe del Estado, el Generalísimo Francisco Franco, de politieke legimiteit, ontsproten op 18 juli 1936 (begin staatgreep), had ontvangen.

Op 20 november 1975 overleed Franco en Juan Carlos de Borbón werd op 22 november 1975 als Jefe de Estado geproclameerd en als koning Juan Carlos I gekroond in het Palacio de las Cortes.

Op 22 november 1975, de geest van Franco levendig, legde koning Juan Carlos I, voor God en de Heilige Evangeliën, dezelfde eed af als op 22 juni 1969: “Cumplir y hacer cumplir las Leyes Fundamentales del Reino y guardar lealtad a los Principios que informan el Movimiento Nacional", de fundamentele (Franco)wetten van het koninkrijk nakomen en doen nakomen, en de loyaliteit aan de principes van de Movimiento Nacional beschermen.

Bron: Noticias de Gipuzkoa, Noticias de Alava, Noticias de Navarra en Deia, 22/07/09.

Nabeschouwing

Er wordt ook wel eens geopperd dat de benoeming van Juan Carlos samenvalt met de immense druk die de potentaten van Francoregime uitoefenden. Twee van die vooraanstaande potentaten zijn de toenmalige voorzitter van de regering, Luis Carrero Blanco, en Laureano López Rodó, minister van Buitenlandse Zaken onder Carrero Blanco waarmee hij nauwe banden had en fundamentalist van Opus Dei. Zij, samen met nog een hoop Franquisten van het eerste uur, wilden het Franquisme (zonder Franco dan) blijven waarborgen, en zij waren ervan overtuigd dat een prins die trouw gezworen had aan de principes en de wetten van het Movimiento en bovendien zijn vader Juan de Borbón verraden had, gemakkelijk manipuleerbaar zou zijn.

Aldus geschiede, en Juan Carlos I slaagde er in dat een Borbón terug op de troon kwam, ondanks het feit dat dit gebeuren ophef en gedonder veroorzaakte in de familie van zijn vader.