Eigen slachtoffer eerst

¡EN MI NOMBRE, NO! - Niet in mijn naam!

Op 25 februari .2006 gaat in Madrid de manifestatie van AVT door, onder het thema: "En mi nombre, no" (Niet in mijn naam).Duizenden personen, met uitdrukkelijke steun van de Partido Popular, namen aan de manifestatie deel om te protesteren tegen eventuele onderhandelingen van de regering Zapatero met ETA. Wat nogmaals bewezen moest worden, is nu voor de zoveelste maal bewezen: de Partido Popular en haar aanhangwagentjes (AVT, Foro de Ermua...) willen geen vrede.

De organisatoren spreken van een opkomst van 1.400.000 betogers, wat later nog eens de hoogte ingejaagd tot 1.750.000 betogers. De politie, die veelal aan de zijde van de manifestanten staan, sprak van een ietwat kleiner aantal. 1.000.000? NEEN, de politie telde 110.000 betogers. Zo zie je maar wat grootheidswaanzin (España una, España grande...) in de geesten kan aanrichten. Op 25.06.2006 wordt voor de zoveelste maal (de 3de in 1 jaar tijd) een manifestatie georganiseerd door (AVT) “Slachtoffers van het Terrorisme”, tegen de onderhandelingen van de regering met ETA. Er mag dus geen vrede komen. Er moeten slachtoffers blijven vallen, dat is interessant voor de partij PP.

FAAVT-Federación de Asociaciones Autonómicas de Víctimas del Terrorismo (Autonome Federatie Slachtoffers van het Terrorisme), Basta Ya, nog een organisatie voor slachtoffers en Memoria, Dignidad y Justicia, intussen afgescheurd van AVT, nemen afstand van de manifestatie, omwille van het politieke karakter ervan en zullen dan ook niet deelnemen. Te pas en te onpas wordt door AVT betoogd, en de herinnering aan de slachtoffers wordt op een schaamteloze manier misbruikt om hun steun aan de PP te verzilveren.

is een veelgebruikte slogan uit het kamp van de “Españolistas”. Nochtans...

Por la sacrosancta unidad

Voor de alles overheersende, heilige eenheid

Eén van de meest verschrikkelijke neofascistische mantelorganisaties van de PP is wel “Slachtoffers van het terrorisme” (AVT). Bij elk proces tegen radicale Baskische nationalisten stellen zij zich burgerlijke partij. Maar ze gaan nog verder. Toen bleek dat dit jaar een aantal ETA-kopstukken met “naam en faam” zouden vrijkomen (omdat ze hun straf tot de laatste dag uit zaten), kwamen ze pas écht in de weer. Zoals de wet het voorschrijft krijgen gevangenen “korting” op hun straf als ze in de gevangenis universitaire studies volgen. Dit vergemakkelijkt hun re-integratie in de maatschappij en dat is zeker “nodig” voor ETA-strijders die vaak veroordeeld worden tot gevangenisstraffen van duizend jaar.

Het is niet vreemd dat Basken studeren aan Baskische universiteiten, maar daar wilde de nar, Aznar, een stokje voor steken. Dit was de kans om in één trek de Baskische activisten extra te straffen én de Baskische Universiteit te criminaliseren. “Slachtoffers” spande een proces in “omdat de UPV (Universidad del Pais Vasco) op frauduleuze wijze universitaire titels toegekend zou hebben aan leden van ETA.” In de week van 07.11.2005 vroeg het openbaar Ministerie van het Hooggerechtshof de zaak te klasseren.

De AVT-Asociación Víctimas del Terrorismo (Vereniging Slachtoffers van het Terrorisme) is een mantelorganisatie van de PP, waarvan de leden hoofdzakelijk afstammen van degenen die tijdens de Burgeroorlog en de dictatuur die erop volgde aan de kant van de trekker stonden. Zij gaan steeds driester en onbeschaamder te werk. Zij stellen zich nu burgerlijke partij in het monsterproces, alhoewel geen enkele, maar dan ook geen enkele beklaagde, ook maar enig slachtoffer gemaakt heeft. Zij die pleiten voor "Herinnering, Waardigheid en Rechtvaardigheid", laten zich kennen als een haatdragend clubje dat niets onverlet laat om de Baskische identiteit in de kiem te smoren.

Herinnering aan de dictatuur van Franco? Waardigheid door slachtoffers politiek te recupereren? Rechtvaardigheid door onschuldigen voor de rechtbank te slepen?

In de radicale Baskische krant, GARA van 21.11.2005, zet Iker Gallastegi eens enkele puntjes op sommige Spaanse i’s.

Iker Gallastegi, zoon van de historische activist, Eli Gallastegi "Gudari", gaat ervan uit dat van de 2.900.000 Basken grosso modo 14% (400.000) militant en sympathisant is van het radicale nationalisme (links, o.a. omdat de Francodictatuur rechts was.) Dat dit aantal redelijk laag is, wijt hij aan de offers die het Volk gedurende vele jaren heeft moeten brengen. Eén op 11 bewuste nationalisten (35.500 in getal) werd gedurende de laatste 37 jaar ooit gearresteerd door de Guardia Civil, de Spaanse politie of de “Baskische” Ertzaintza. Een gemiddelde van 20 per week, drie per dag. Van deze 35.500 gedetineerden werden er 4.950 (14%) aangehouden en opgesloten. Dit zijn er 3 per week. Op dit ogenblik zitten er ongeveer 250 in “voorlopige” hechtenis en deze kan 4 jaar duren! Anderen zitten al méér dan 25 jaar vast. Van deze groep gevangenen zitten er 500 gedurende 18.500 jaren achter de tralies. 2.000 activisten leven buiten Baskenland. Dit komt erop neer dat 1 op bijna 1000 Basken in de gevangenis zit of gedeporteerd is. Hiervan zitten er 80 op méér dan 1.000 km. van Baskenland verwijderd. Veertien zitten gevangen op een afstand van 750 tot 1.000 km. Honderd tachtig gevangenen zitten in 22 gevangenissen op afstanden van minsten 300 km. Dit betekent dat omwille van deze enorme afstanden, de financiële toestand en/of de hoge ouderdom vele moeders en vaders hun kinderen gedurende jaren niet meer zagen. Kan deze straf die de familieleden opgelegd kregen, gerechtvaardigd worden?

Tussen 1968 en 1994 werden 3.093 Baskische burgers door Spaanse politiemannen of hun Baskische huurlingen zwaar gewond bij manifestaties. Honderd en negen onder hen werden verwond door kogels. Negentien anderen werden eveneens door kogels verwond tijdens straatcontroles. Tussen 1980 en 1987 werden 7 Baskische meisjes verkracht door leden van parapolitionele groepen. Twee van hen vonden daarbij de dood. Drieduizend radicale Basken dienden het land te ontvluchten en leven of leefden in ballingschap. Onder hen werden er méér dan 100 aangehouden in Frankrijk en overgeleverd aan Spanje terwijl er 63 door Frankrijk gedeporteerd werden naar Afrikaanse eilanden waar ze vegeteren zonder papieren, zonder rechten en zonder middelen. Driehonderd anderen werden Por la sacrosanta unidad. Er zijn geen precieze cijfers over het aantal gevangenen dat geslagen of vernederd werd of gedurende lange tijd in isolatiecellen terecht kwam. Méér dan 100 zitten er op dit ogenblik in de gevangenis hoewel ze, volgens de Spaanse wetgeving, hun straf hebben uitgezeten! Tweehonderd en drie ETA-leden vielen onder de kogels van de bezettende troepen of van de “Baskische” politie. In een normaal land was er geen sprake geweest van toetreding tot een “terroristische” organisatie…" In de voorbije 16 jaar werd er méér dan 21 miljoen Euro per jaar uitgegeven aan de verplaatsingen naar de gevangenissen in Spanje of Frankrijk. Voor een bezoek van gemiddeld 40 minuten leggen elk weekend 1.500 tot 2.000 familieleden en vrienden afstanden af voor een totaal van 530.000 km. Hierbij kwamen tot op heden 19 personen om het leven in 98 verkeersongevallen!

Ley de Víctimas del Terrorismo - Wet voor de Slachtoffers van het Terrorisme

In de vergeetputten van de haat

Zijn er alleen slachtoffers door toedoen van ETA?

De “slachtoffers” ten gevolge van het “terrorisme” van de Spaanse, Franse en Baskische regeringen en van de groepen paramilitairen, die door die regeringen financieel worden ondersteund en gedirigeerd, bestaanofficieel niet!

“ETA is de enige partij die moordt en die geweld gebruikt”,

Er wordt voortdurend gewezen op de slachtoffers door toedoen van ETA. We horen niets tot weinig over de slachtoffers die Spaanse staat naliet.

Sedert 1968 tot nu zijn er verscheidende slachtoffers gevallen, door toedoen van politiediensten, militaire diensten, huurmoordenaars, doodseskaders, paramilitaire- en parapolitionele groeperingen; als gevolg van foltering, manipulatie van explosieven, enz… Onder hen: politici, journalisten, gewone burgers (wij vernoemen hier losweg: Josu Muguruza en Xanti Brouard, militanten van HB. Galdeano, directeur van de krant Egin. Rosa Zarra, een oudere vrouw die stierf na getroffen te zijn door een "pelota de goma" of rubberkogel van de Ertzaintza. Op de Plaza de la Constitución, in het oude centrum van Donostia, stond een "In Memoriam" (dat werd weggehaald door de Ertzaintza) met heel veel ETA-militanten. Het totaal (tussen de 400 en de 600) spreekt voor zichzelf.

A Euskal Herria,

¿quién le pedirá perdón?

En wie zal vergiffenis vragen aan Euskal Herria?

Op zaterdag, 5 mei 2007, verscheen een bijdrage van Tasio Erkizia Almandoz, militant van Batasuna en ex-volksvertegenwoordiger van Herri Batasuna, in de krant Gara. Ziehier een vrije vertaling.

“De partij van Josu Jon Imaz, de Partido Nacionalista Vasco, heeft een lange weg achter zich van ideologische ontaarding. De partij is er zelfs in geslaagd een hommage brengen aan de opvolger van Franco, Carrero Blanco, of aan de superfolteraar, inspecteur Melitón Manzanas.

De lijst van slachtoffers, voortvloeiend uit de verbitterde confrontatie tussen Euskal Herria en de staten Spanje en Frankrijk, is lang en gevarieerd. En het is zeker geoorloofd een zekere bezorgdheid te uiten ten aanzien van een verdiende hulde aan de vele slachtoffers. Maar de beste hulde die er zou kunnen gebracht worden, is te vermijden dat er nog meer lijden voortvloeit uit dit conflict, en terzelfder tijd kleine stappen gezet worden naar verzoening, gebaseerd op wederzijds respect.

Ik betuig mijn volste respect en medeleven aan de slachtoffers van deze geweldadige en bloedige confrontatie, maar verafschuw diegenen die misbruik maken van de toestand omwille van ideologische objectieven of omwille van electoraal gewin. De morele en schaamteloze recuperatie van hun lijden is verwerpelijk.

Wat op zondag, 22 april 2007, te beleven viel in het Palacio Euskalduna (*) te Bilbo lijkt mij uitermate ernstig, omwille van het partijdig en exclusief karakter van de plechtigheid en omwille van het collectieve schuldbesef waarbij de ernstige toestand van een onderdrukt Euskal Herria magistraal verzwegen werd. Politici hebben in naam van het volk vergiffenis gevraagd, in naam van een volk dat gedwongen wordt te zwijgen, dat verstoken blijft van de meest elementaire rechten: het recht zelf de toekomt te bepalen. Ze hebben vergiffenis gevraagd voor een conflict met politieke wortels, door politici gecreëerd.

(*) Op 22 april 2007, werd in het Palacio Euskalduna te Bilbao een hommage gehouden te ere van de slachtoffers van het ETA-geweld. Het Oficina de Atención a las Víctimas del Ejecutivo, bureau van de Baskische regering voor de Aandacht van de Slachtoffers, heeft de herdenking in naam van de Baskische regering op het getouw gezet. Het opzet was een algemeen pardon ten aanzien van die slachtoffers (hebben andere slachtoffers dan geen recht op pardon?) Diverse politieke partijen en sociale groeperingen ondersteunden, met gering tot groot enthousiasme, de oproep: PNV, PSE, EA, EB, Aralar, UGT, CCOO (vakbonden) en Confebask (werkgeversorganisatie).

De PP, en aanverwanten AVT en Covite, namen niet deel omdat zij er een electorale zet van de Lehendakari Ibarretxe in zagen. Ook bepaalde slachtoffers, verbonden met de PSE, weigerden aanwezig te zijn: Natividad Rodríguez, weduwe Fernando Buesa, Maite Pagazaurtundua en José Ramón Recalde.

Te onderstrepen valt het feit dat als Batasuna een hommage brengt aan de slachtoffers van de doodseskaders van het staatsterrorisme er niemand van bovenvermelde partijen aanwezig is. De deelnemers riskeren zelfs zware gevangenisstraffen.

TAT-Torturaren Aurkako Taldea (Grupo Contra la Tortura – Beweging tegen het folteren) heeft bij monde van woordvoerster Nekane Txapartegi bekend gemaakt dat hier de hypocrisie ten top gedreven wordt, door alleen de slachtoffers van het ETA-geweld te herdenken en de anderen, de slachtoffers van de Staat, een tweede maal in de put te duwen.

Het is ernstig omwille van het sectaire karakter van de plechtigheid, waarbij de slachtoffers van het staatsterrorisme gemarginaliseerd en geminacht worden, terwijl de slachtoffers van ETA verheerlijkt worden. Op die manier wordt een scenario geschapen van goeden en slechten. De goeden zijn de verdedigers van de sacrosancte eenheid van de Spaanse staat, de slechten zijn de vogelvrij verklaarden: Xanti Brouard, Gladys del Estal (1), de Carlisten op Montejurra (op 9 mei 2007 verschijnt een artikel hierover in mijn blog), Lasa en Zabala, de moorden in Alonsotegi (2), de arbeiders van 3 maart in Gasteiz, de doden van de slachtingen door GAL, Norma Mentxaka (3)...

(1) Op 3 juni 1979, tijdens de Internationale Dag tegen Nucleaire Energie, wordt Gladys del Estal Ferreño in Tudela (Navarra), neergeschoten tijdens een manifestatie

(2) Op 19 januari 1980 plaatsen doodseskaders (BVE) een bom in de bar Aldana te Alonsotegi, omgeving Bilbao, waarbij 4 burgers het leven lieten: Manuel Santacoloma, Pacificio Fika, Mari Paz Armiño en Liborio Arana.

(3) Op 9 juli 1976 wordt tijdens een volksfeest in Santurtzi, waarbij gemanifesteerd wordt, door de veiligheidsdiensten met scherp geschoten, met Mentxaka als dodelijk slachtoffer

De hommage ging uit van een dichotomie (indeling in 2 klassen) tussen de verdedigers van de Staat en de rest, die kritiek had op het systeem, die arbeidsvoorwaarden eisten, die sociale rechten opeisten, die het Euskara als officiële taal promoten, die zelfbeschikkingsrecht eisten. Het doet herinneren aan de tijd dat de propagandamolen van Franco, de rode honden en de rode separatisten vogelvrij verklaarden. En op deze hommage waren verscheidene politieke partijen aanwezig, maar één partij draagt hier een verpletterende verantwoordelijkheid: de PNV van Josu Jon Imaz. Het uiterste waartoe zij zijn opgeschoven is zorgwekkend. Dit is geen nationalistische partij meer.

Bij de dood van Franco vertikte de PNV het om de verantwoordelijkheid voor de burgeroorlog en voor de 40 jaar dictatuur te laten onderzoeken. Zij opteerden om de bladzijde om te slaan en te “vergeten”, om de beestachtigheden tegen ons volk onder de mat te vegen. Geen uitzuivering van politionele of politieke machten, geen gerechtelijke aanklachten voor de brutaliteiten van het leger, geen aandacht voor de samenstelling van de rechterlijke macht die bemand was met franquisten…

De volgende stap was de criminalisering van de Izquierda Abertzale, onder het mom van het Pakt van Ajuria-Enea (*).

(*) Het Pact van Ajuria-Enea werd in 1988 ondertekend, waardoor de Baskische Autonome Regering aan de Spaanse staat de socio-politieke ruimte en bescherming bood die het nodig had om zijn tegenaanvallen te laten uitvoeren in Euskal Herria door politiecorpsen van de Spaanse staat. Ook in die periode begon de spreidingspolitiek van gevangenen, de heksenjacht op Herri Batasuna, van het apartheidsregime tegen HB in de media, de operatie in Bidart… Eender welke maatregel werd gedoogd, zolang het maar bijdroeg tot de vernietiging van de Baskische links-nationalistische beweging.

Als gevolg van een steeds sterker wordende Izquierda Abertzale (zeer hoog resultaat in de verkiezingen van 1987 en een obstakel om de status van neo-franquisme te handhaven), werd een politiek van pesterijen en onwettig verklaringen uitgetekend. De gevolgen van die heksenjacht was het opsluiten van het volledige politieke personeel van Izquierda Abertzale, het sluiten van kranten, het verbod op politieke partijen, fantasme-processen, de wederrechterlijke in bezitneming van burgerlijke en politieke rechten van 15.000 burgers…

Met behulp van een regimepers, die niet weet wat deontologie is, werd een nieuw syndroom in het leven geroepen: zij die zich geen Basken voelen, zijn slachtoffers van het nationalisme; de Basken zijn beulen omdat ze in het onderwijs het Euskara willen invoeren, omdat leraars (na meer dan voldoende kansen) geweerd worden als zij geen Euskara spreken. De Partido Popular heeft zelfs geen enkele scrupule om de slachtoffers te cultiveren en zo worden daarin bijgestaan door het grootste deel van de media, die dekking geven.

Op 22 april 2007 werd een hommage gehouden voor één bepaald soort slachtoffer: het slachtoffer dat ideologisch verwant is met “het systeem”. Dat betekent noch min, noch meer de rehabilitatie van een bepaalde staatsideologie en de veroordeling, op een impliciete manier, van de Baskische gemeenschap. Het valse beeld dat de Basken beulen zijn, wordt hierdoor gevoed.

Het is absoluut geoorloofd hulde te brengen aan de slachtoffers, maar Mr. Ibarretxe het is niet geoorloofd dit te doen zonder rekening te houden met de context, het is zelfs verwerpelijke de context te verzwijgen. En als er vergiffenis gevraagd wordt in naam van het volk, dan moet dat gebeuren voor alles wat dit volk heeft ondergaan, dus ook vergiffenis vragen voor de slachtoffers van het staatsterrorisme. Is het ene geweld aanvaardbaar en het andere niet? Die zondag heeft u een stap gezet in de richting van het criminaliseren van de Baskische Staat.

Wie en wanneer zal iemand vergiffenis vragen aan Euskal Herria voor de tientallen jaren van onderdrukking en onderwerping, voor de ontelbare slachtoffers van de doodseskaders, voor de 6.000 burgers die vreselijk gefolterd werden door staatsambtenaren, voor de historische minorisatie en achteruitstelling van het Euskara, voor de verkrachting van het democratisch recht om zelf te beslissen?

Onderwerping zal ons nooit vrij maken!