Guardia Civil beschuldigd

15 Guardia Civiles beschuldigd

Het mag niemand verwonderen dat gevallen van foltering voor de rechtbank beslecht worden. Het is echter hoogst merkwaardig dat niet alle gevallen die voor de hand liggende weg volgen.

Het feit dat een magistraat de aanklachten voor foltering tegen Igor Portu en Mattin Sarasola onderzocht heeft, en aanwijzingen ervoor heeft gevonden, verwondert ons niet. Het verwondert ons wel dat hij überhaupt bewijzen gevonden heeft, zelfs al zijn die bewijzen onweerlegbaar. Het verwondert ons nog meer dat hij beschuldigingen aan de feiten vastkoppelt.

Gedurende jaren werden ontelbare identieke gevallen ofwel van tafel geveegd, als zijnde een strategie van ETA, ofwel in uitzonderlijke gevallen toch berecht, maar dan met belachelijke lage straffen. Maar soms werd ook een muur van uitstel en nog een uitstel opgetrokken, tot de feiten verjaard waren.

Alleen al het feit dat er nu toch weer eens een klacht wordt behandeld, ongeacht de al dan niet juridische garanties die hieraan kunnen gekoppeld worden, rechtvaardigt zonder meer de noodzaak van pressie door verenigingen als Etxerat, Gestoras Pro-Amnistia, Amnesty International, om er maar een paar te noemen. Alleen ontbreekt het de regering aan moed en wil om de oorzaken aan te pakken, in de eerste plaats het incomunicado-regime en het plaatsen van camera’s bij de verhoren.

Amaia Izko, advocate van Igor Portu en Mattin Sarasola, beschouwt de beslissing van de magistraat als positief, en herinnert er aan dat sinds 1997 geen enkel geval van foltering berecht werd. Dat dit nu wel gebeurt, is heel uitzonderlijk. Maar zij waarschuwt tezelfdertijd dat de af te leggen weg nog lang is: tussen beschuldiging en rechtvaardige veroordeling staat een vijandige regering met pionnen in alle lagen van de gerechtelijke macht.

27 februari 2009

Op 27 februari 2009 informeert het Tribunal Superior de Justicia del País Vasco dat de onderzoeksrechter, op basis van het vooronderzoek 66/08, vijftien agenten van de Guardia Civil in beschuldiging stelt voor een mogelijk misdrijf van foltering en aanbrengen van verwondingen. De magistraat geeft toestemming om een proces in te spannen, volgens een versnelde procedure. Los daarvan moet de plaatselijke operatieve directeur van de Guardia Civil en de Guardia belast met de bewaking van de politiecellen verschijnen voor de commissie “Misdrijven van foltering”.

04 maart 2009: De Baskische regering eist een onderzoek tot op het bot

De Baskische regering eist op 4 maart 2009 dat het tribunaal het vermoeden van foltering onderzoekt tot op het bot. De woordvoerster van de Baskische regering, Miren Azkarate, verklaarde over de zaak: “De mensenrechten zijn niet deelbaal en moeten door iedereen gerespecteerd worden. Er mogen geen grijze ruimtes zijn of alleen verdachtmakingen, er moet totale transparantie zijn”. Zij herinnerde er aan dat de Baskische regering van meet af aan, van zohaast de letsel bekend werden, geëist heeft dat er over de omstandigheden van de arrestatie klare wijn zou geschonken worden. “De PSOE en de minister van Binnenlandse Zaken Rubalcaba belt ons over alles en nog wat, maar niet over de gebeurde feiten. En nu wordt er een zaak geopend!”

Als enig antwoord komt de minister nu aandraven met de “onthulling”, afkomstig van de Franse politie, als zou op de computer van Txeroki (maximale verantwoordelijke van het militaire apparaat van ETA) een boodschap gevonden zijn waarin staat dat klachten tegen foltering moeten aangemoedigd worden. Dat is wat mij betreft is het nogal wiedes dat wie gefolterd wordt, een klacht indient. Als er mensenrechten geschonden worden, moet dat openbaar gemaakt worden en vervolgd. Maar dat is totaal iets anders dan wat de regering al altijd verklaarde: “ETA draagt iedereen op die gearresteerd wordt om klacht in te dienen wegens foltering” (ook als zou dit niet gebeurd zijn). De cloacakrant “La Razón”, een ranzig rechtse krant, heeft een visioen gehad waarin geopenbaard wordt dat Txeroki zou gezegd hebben dat de klacht van Portu en Sarasola vals was. Zij publiceerden hun visioen op de voorpagina. Op de pc van Txeroki stond dat helemaal niet te lezen, maar Binnenlandminister Rubalcaba probeerde zich toch met dit “nieuws” te beschermen.

05 maart 2009

Het vonnis van inbeschuldigingstelling spreekt ook over nieuwe bewezen elementen, naast de al onderzochte bewijslast. Daarenboven spreekt het vonnis ook over de valsheid van de versie in de opeenvolgende verklaringen van de minister van Binnenlandse Zaken.

Het gerechtelijke stuk onderstreept dat er drie elementen zijn die de officiële versie lijnrecht tegenspreken: de buiten kijf staande geloofwaardigheid van de afgelegde verklaringen van een getuige ter plaatse, de tegenstrijdige verklaringen van agenten van de Guardia Civil en de informatie verkregen van onafhankelijke forensische artsen. Onmiddellijk na de arrestatie van Igor Portu en Mattin Sarasola verklaarde de Spaanse Binnenlandminister Alfredo Pérez Rubalcaba volgens de krant "El País" dat de arrestaties omstreeks 13.00u plaatvonden, bij een routinecontrole en dat er geen weerstand geboden werd.

En toch moest Igor Portu diezelfde nacht opgenomen worden in een hospitaal te Donostia. De directeur van dat hospitaal bevestigde dat Portu in levensgevaar verkeerde. De forensische arts, Paco Etxeberria, bevestigde ook dat je van een longperforatie binnen enkele uren zou kunnen sterven Onmiddellijk na die eigenaardige informatie kwam Rubalcaba in de namiddag met een nieuwe versie op de proppen: “De heel ernstige letsels waren afkomstig van het “het reglementaire voorziene geweld” gebruikt door de Guardia Civil, omdat beide arrestanten (ineens wel) weerstand hadden geboden, toen zij zogezegd wilden ontsnappen.”

Drie dagen na de gebeurtenissen, op 10 januari 2008, wordt door de verklaring van een ooggetuige de versie van Rubalcaba naar de vuilnismand verwezen. De jongere verklaarde dat de arrestaties gebeurden tussen 10.00u en 10.30u voor de school Erguin te Arrasate. Twee wandelaars kwamen de weg van Udala afgedaald en plots verscheen de Guardia Civil, die hen tegenhielden en de boeien aandeden. De arrestanten boden niet de minste weerstand. Verscheidene inwoners uit die zone verklaarden ook dat de Guardia Civil al om 10:00u in de omgeving aanwezig was.

Steun kwam er ook uit onverwachte hoek: magistraat Fernando Grande-Marlaska spreekt over de opvallend gelijkluidende verklaringen over de doorstane foltering van de beide arrestanten die toch afzonderlijk in isolatiedetentie waren.

De burgemeester van Hernani

Maar hoe moet dit nu met de Burgemeester van Hernani, Marian Beitialarrangoitia, van de radicaal nationalistische partij, ANV? Er wordt een jaar gevangenis tegen haar geëist en ze zal daarvoor eerlang voor rechter Santiago Pedraz van de Spaanse Bloedraad moeten verschijnen. Ze vroeg op 12 januari 2008 kort na de arrestatie op een meeting in Pamplona een applaus als steun voor Igor Portu en Mattin Sarasola. Omdat beiden, na foltering, “bekenden” de aanslag in Madrid Barajas gepleegd te hebben, werd die vraag voor applaus beschouwd als een “verheerlijking van het terrorisme”. Maar op het ogenblik van de meeting was net bekend geworden dat beiden verschrikkelijk gefolterd waren. Beitialarrangoitia vroeg geen applaus voor hun daad, maar als steun voor gefolterde volksgenoten.

Speciale verslaggever UNO

De speciale verslaggever van de UNO, Martin Scheinin, is heel scherp voor de Spaanse regering in een interview afgelegd bij de krant “Berria” op 18 maart 2009.

De speciale verslaggever van de UNO betreffende foltering, de Fin Martin Scheinin kwam in oktober 2008 al met informatie over zijn 26 pagina’s tellend verslag aangaande folteringen in Spanje. Hij zag zich toen genoodzaakt erop te wijzen dat antiterroristische maatregelen niet gebruikt mogen worden om de rechten van niet gouvernementele organisaties, communicatiemedia of politieke partijen te beknotten. Scheinin sloeg alarm over de lichtzinnigheid waarmee in Spanje politieke partijen en kandidaturen worden verboden deel te nemen aan de verkiezingen. Tevens heeft hij het over de vaagheid waarmee de “Ley de Partidos” wordt toegepast tegen politieke organisaties. Daar voegde hij aan toe reserves te hebben aangaande de term “terroristische organisatie” die onvoldoende gepreciseerd is en waardoor ook activiteiten van uitgevers van kranten, politieke groepen en burgerinitiatieven aan ‘terrorisme’ verbonden kunnen worden. De uitgebreidheid van de vage formuleringen in de “Partijenwet” is niet conform de internationale principes betreffende de beperking van de vrijheid van uitdrukking. Dit geldt vooral bij groepen die werden opgericht met als enig doel deel te nemen aan verkiezingen en waarvan de voorbije acties geen enkel bewijs leveren betreffende terroristische activiteiten.

Martin Scheinin, VN-raporteur voor “Promotie en Bescherming van de Mensenrechten in de strijd tegen het Terrorisme” liet zich interviewen door de Baskischtalige krant ‘Berria’ en liet daarbij nog meer ‘aanbevelingen’ horen: “Telkens er een klacht van foltering is moet de rechtszaak tegen de betroffen persoon worden stilgelegd tot de klacht behandeld is”. In Spanje worden slecht zeer weinig aanklachten van foltering behandeld en nog minder komen er voor een rechtbank. “De vaagheid over het begrip ‘terrorisme’ maakt het mogelijk dat elke groepering die tegen een Regering werkt als ‘terroristisch’ kan beschouwd worden. Zo worden acties van ‘Kale Borroka (straatgeweld) systematisch als ‘terrorisme’ beschouwd. Dit is ‘geweld’, maar daarom nog geen terrorisme!”

“De isolatiedetentie (incomunicado) die in Spanje wordt toegepast is veel erger dan in de meerderheid van de Europese Staten. Dit hoort niet thuis in een democratie! De Audiencia Nacional (afstammend van een uitzonderingsrechtbank uit de Francodictatuur) heeft veel te veel bevoegdheid en controlemogelijkheid.”

Bron: Deia, Gara en EiTB

29 mei 2009

De 3de Kamer van de Audiencia te Gipuzkoa verklaart in een gerechtelijk dossier dat er voldoende rationele aanwijzingen zijn die hen toelaat om het proces tegen de Guardia Civiles verder te zetten op basis van een vermoedelijk misdrijf van foltering. Zij baseren zich daarvoor op inlichtingen door de wetsdokters, die bevestigen dat de kwetsuren afkomstig zijn van vuistslagen over het gehele lichaam. Het Hof verwerpt hierbij de poging van de verdediging om er een opgezet spel (door ETA) van te maken. Er werden in Frankrijk door leiders van ETA vijf foto’s getoond met de kwetsuren van Portu en Sarasola.

Het dossier maakt ook de identificatie van de betrokken Guardias bekend:

José Manuel Escamilla, Jonathan González, Juan Luis González, Miguel Casado, Oliver Pérez, Juan Manuel Alvarez, Sergio Garcia, Sergio Martínez, Germán Fernández, Domingo Prada en Miguel Angel Tudela worden beschuldigd van een misdrijf van foltering. Ook de directeur van deze operatie, Juana Jesús Casas, en de Guardia Civil die instond voor de bewaking, Juan Carlos Maragoto, worden van hetzelfde misdrijf beschuldigd.

Het proces, onder de benaming “Sumario 66/08”, zou van start kunnen gaan als er binnen de 10 dagen beroep wordt aangetekend, wat ook gebeurde.

05 februari 2010

De verwondingen die Igor Portu en Mattin Sarasola hebben opgelopen tijdens hun arrestatie zijn wel degelijk het gevolg van foltering op 6 januari 2008. Tot dit besluit is de Openbare Aanklager van Gipuzkoa gekomen en dit werd op 5 februari 2010 bekend gemaakt tijdens de behandeling in beroep. Hiermee rijdt hij de verklaringen van binnenlandminister Rubalcabo in de vernieling (overmeesterd tijdens vlucht). Hij maakte ook bekend dat 4 Guardia Civiles van foltering beschuldigd worden, 6 anderen van toebrengen van verwondingen en dat er 5 vrijuit kunnen gaan.

Proces tegen Guardia Civil

25 oktober 2010

Vanaf vandaag, 25 oktober 2010, staan 15 mannen terecht in de Audiencia Provincial van Gipuzkoa te San Sebastian. Ik noem ze de mannen zonder gezicht. Ze staan terecht onder de beschuldiging van foltering van Igor Portu en Mattin Sarasola. Deze mannen zonder gezicht behoren tot tot de elitetroepen van GAR en maken deel uit van de Guardia Civil. Er zijn gewone Guardia's bij, korporaals, sergeanten en de hoogste in rang in luitenant. Zij krijgen de volle steun van Binnenlandse Zaken.

De voorzitter van het Hof heeft beslist dat er geen camera's in de zaal aanwezig mogen zijn, dit in tegenstelling tot het proces van Portu en Sarasola zelf, waarvan de zittingen zelfs rechtstreeks door verscheidene kanalen werden uitgezonden op TV.

De verdediging van de Guardia's, twee advocaten uit Madrid, vragen de vrijspraak, maar de Openbare Aanklager gaat hiermee niet akkoord. Pas op! Niet te vroeg victorie kraaien: de Openbare Aanklager is geneigd een minimumstraf te voorzien en voor slecht 9 van de 15 folteraars. Volgens het Strafwetboek, geldend in Spanje, is een straf van 6 jaar voorzien. Benieuwd wat het vonnis zal bepalen. De burgerlijke partij eist een schadevergoeding van 500.00 Euro voor elk van de slachtoffers, en stelt de Spaanse Staat burgerlijk verantwoordelijk.

Voor de verklaringen van de 15 Guardia's voorzag de kalender 3 zittingen, maar de gezwindheid waarmee die mannen te werk gaan, gooide de kalender overhoop, want na nauwelijks 3 uren hadden ze de zaak geklaard. Zij weigerden te antwoorden op de vragen van de burgerlijke partij en hun eigen advocaten stelden geen vragen. Het enige wat ze over de lippen kregen, was de officiële versie: de verwondingen die ze hadden opgelopen zijn het resultaat van de weerspannigheid tijdens de arrestatie, toen ze op de vlucht wilden slaan.

Portu en Sarasola zullen op 26 oktober 2010 worden verhoord. De eindconclusie, het vonnis zeg maar, komt er waarschijnlijk op 28 oktober 2010.

26 oktober 2010

Igor Portu verklaarde dat hij geen enkele verwonding vertoonde alvorens te werden gearresteerd. Hij werd door een paar Guardias afgezonderd om hem te identificeren en zijn rugzak te doorzoeken. Hij ontkent ten stelligste dat hij probeerde te ontsnappen. Dan deed hij zijn verhaal over de slagen en de folteringen.

Mattin Sarasola verklaarde nu op zijn beurt en de verklaringen waren gelijklopend aan die van Igor Portu: geen ontsnappingspoging, zware mishandelingen en foltering.

Dan riep de Openbare Aanklager de ooggetuige naar het bankje. Hij herhaalde wat hij gezien had en dat de twee helemaal geen aanstalten hadden gemaakt om te vluchten. De verdediging van de Guardias heeft daarop een onderzoek gevraagd naar “valse getuigenis”.

Nu kwam de verpleegster die Portu verzorgde aan de beurt. Zij had hem in zijn ondergoed aangetroffen en toen zij zijn kleren wilde teruggeven, bleek dat ze nog nat waren (van de onderdompeling in een riviertje onderweg).

Wat we u nog graag willen vermelden, is dat tientallen Guardia Civiles de toegang tot het gerechtsgebouw blokkeerden, en door middel van slagen en brutaliteiten familieleden en vrienden buiten hielden. Niemand trad hiertegen op, ook de Ertzaintza niet. De Guardia Civiles trokken wel intimiderend de rechtszaal binnen.

27 oktober 2010

De zitting van deze morgen opende met de verklaring van de burgemeester van Aramaio, Asier Agirre. De beschrijving die beide jongeren gaven van de plaats waar ze werden afgezonderd om onder handen te worden genomen, klopt perfect met de beschrijving die de burgemeester gaf van de plaats. Hij bevestigde bovendien dat de plaats gedurende 2 à 3 uren door de Guardia Civil was omsingeld. Portu en Sarasola hadden dus niets uitgevonden.

Daarna kwamen verschillende forensische specialisten als deskundigen aan het woord. Door middel van een PowerPoint-presentatie toonden ze aan dat Mattin Sarasola 17, en Igor Portu 18 diverse verwondingen hadden opgelopen. De forensische deskundigen hebben ondubbelzinnig verklaard: "De verwondingen zijn niet compatibel met de versie van de Guardia Civil." Dus de Guardia Civil liegt. Een van de verwondingen bij bij Igor Portu was dermate ernstig dat het zelfs levensbedreigend was.

De sessie voortgezet met twee andere medische examinatoren voorgesteld door de verdediging van de Guardia Civil, die Portu en Sarasola nooit hadden onderzocht. Zij bevestigden, na een resem tegenstrijdigheden, uiteraard de versie van de Guardia Civil: verwondingen opgelopen bij de arrestatie, hoewel ze moesten toegeven dat hier en daar een vuistslag niet uitgesloten was.

28 oktober 2010

Het Openbare Ministerie, Jaime Goyena, heeft in de Audiencia Provincial te Gipuzkoa verklaard dat Igor Portu en Mattin Sarasola wel degelijk werden gefolterd. De bewijzen staven dit. Hij beweert ook dat de beklaagden gelogen hebben (meineed?) en dat de Audiencia Nacional niets ondernomen heeft toen de klacht ten berde kwam. Hij trok de bewering dat Etarras altijd moeten getuigen dat ze gefolterd worden, zeer in twijfel. Er bestaat geen handleiding die dat voorschrijft. Hij handhaaft dan ook zijn aanklacht “misdrijf door foltering” tegen 4 Guardia Civiles en het “toebrengen van verwondingen” tegen 6 andere. Ook de overige 5 moeten een gepaste straf krijgen. Het Openbare Ministerie vraagt 3 jaar voor een sergeant en een korporaal, 2 jaar voor een korporaal en een Guardia en 10 dagen huisarrest voor de overige. Heel milde straffen voor dergelijke zwaarwichtige feiten, zeker in het licht van de 6 jaar die normaal voorzien zijn in het Strafwetboek.

Net zoals bij de aanvang van het proces hadden zich een twintigtal bloedbroeders van de Guardia Civiles zich voor de toegang van het gerechtsgebouw gestationeerd om de toegang te beletten voor familie en vrienden van Portu en Sarasola. Ditmaal waren ze in burger. Na een klacht konden de 'gegijzelden' toch de rechtszaal binnen.

29 oktober 2010

Er wordt bekend gemaakt dat het definitieve vonnis pas tegen het einde van het jaar zal uitgesproken worden.

30 december 2010

Op 30 december 2010 heeft de Audiencia Provincial van Gipuzkoa 4 van de 15 Guardias veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden en een schadevergoeding opgelegd van 24.000 euro's. Het Hof verklaarde ook de burgerlijke verantwoordelijkheid van de Politie en van de Guardia Civil.

15 november 2011

Het Tribunal Supremo (Hooggerechtshof) heeft op 15 november 2011 het beroep behandeld van de veroordeelde Guardia Civiles in de zaak Portu-Sarasola. Wij hebben in het verleden al heel wat farcen meegemaakt in de Spaanse rechtbanken. Maar dit vonnis slaat alle verbeelding.

Volgens het Hooggerechtshof werden Igor Portu en Mattin Sarasola niet gefolterd. De aanklacht wegens foltering staat in het draaiboek van ETA. Nog nooit werd dergelijk draaiboek in een rechtbank als bewijs getoond. ETA zou in dat draaiboek zijn militanten aanraden om bij arrestatie onmiddellijk klacht neer te leggen voor foltering. Dus zijn er nooit folteringen geweest, hoewel het Hof in Straatsburg Spanje al een paar maal veroordeelde wegens het niet onderzoeken van foltering.

Ook met de bewijslast heeft het Hooggerechtshof geen moeite. Op 26 oktober 2010 getuigde een verpleegster die Portu verzorgde dat zij had hem in zijn ondergoed had aangetroffen en toen zij zijn kleren wilde teruggeven, bleek dat ze nog nat waren. Toen zij hem naar de oorzaak vroeg, antwoordde Portu: "Errekan sartu naute" (Ze hebben me in het riviertje ondergedompeld).

De magistraten menen nu dat kleren niet zoveel uren nat of vochtig kunnen blijven, en dat Portu in een of andere badkamer zichzelf met water overgoten heeft om zijn klacht te staven.

Ik vraag mij dan af welke badkamer dat moet geweest zijn, hoe hij dat, met de boeien om, gedaan heeft. Met een horde Guardia Civiles op zijn nek?

Bron: Gara