Ley de Partidos

Salbuespen Egoerari STOP!

Stop de uitzonderingstoestand!

Euskal Herriak autodeterminazioa

Euskal Herria: zelfbeschikking

Ley Orgánico de Partidos Políticos - De Partijenwet

Ley Orgánica 6/2002, de 27 de junio, de Partidos Políticos

(BOE núm 154, de 28-05-2002, pp. 23600-23607)

Waarom zouden er nog dictaturen moeten zijn, als er al zoiets bestaat als een democratie op zijn Spaans? Tot nu toe werden 12 politieke partijen ofwel verboden, ofwel voor 3 jaar geschorst (in de praktijk is dat voor altijd).

Spanje is de mening toegedaan dat het met de Grondwet van 1978 en met een paar halfslachtige autonomiestatuten, de volkeren zonder staat in het eenheidsgareel kan houden. Spanje heeft wellicht nog nooit van Bredero gehoord: “Het kan verkeren”. Dus wordt er naar andere middelen gegrepen: er worden wetten gestemd die op eigen maat gesneden worden (een onduidelijke wet, waar men alle kanten mee op kan, in ieder geval de eigen kant).

De Ley Orgánica 6/2002 de Partidos Políticos, ook wel de Ley de Partidos (partijenwet) genoemd, werd goedgekeurd op 27 juni 2002 met de goedkeuring van de PP, de PSOE, de CIU, de CC en de Partido Andalucista (304 stemmen voor). Gaspar Llamazares, van Izquierda Unida, stemde per vergissing ook voor. Er waren 16 tegenstemmen en geen enkele onthouding. De motivering van de wet luidde als volgt: “De werking van het democratische systeem garanderen door te verhinderen dat een politieke partij, onder welke vorm ook, aanvallen zou lanceren tegen het democratische regime van de vrijheden of steun zou verlenen aan politiek geweld of activiteiten van terroristische organisaties.”

Interpretaties

Volgens een grote groep uit de Spaanse politieke wereld was de wet noodzakelijk om een einde te stellen aan de straffeloosheid waarmee terroristen (in hun ogen zijn alle Basken terroristen) de democratische instellingen (verkiezingen) gebruikten om zichzelf te financieren.

Volgens andere sectoren, het Baskische nationalisme en Izquierda Unida van Gaspar Llamazares, werd de partijenwet in het leven geroepen om een halt toe te roepen aan de burgerlijke vrijheden van een deel van de bevolking en om de verlenging van de uitzonderingstoestand te bestendigen.

Bezorgdheid

Amnesty International heeft de bezorgdheid uitgedrukt ten aanzien van de Ley de Partidos, omdat door de dubbelzinnigheid, de onduidelijkheid en de vaagheid van bepaalde artikelen in de wet, het mogelijk werd politieke partijen te verbieden die voorstellen doen om veranderingen aan te brengen aan de constitutionele principes (grondwet) of die wetvoorstellen indienen om de vrede te bevorderen (leyes de forma pacífica).

Ook de speciale verslaggever van de UNO drukt in een rapport van 16 december 2008 diezelfde bezorgdheid uit. Op dat moment is de nietigverklaring van de politieke partijen D3M en Askatasuna een kwestie van weken.

Gevolgen

Als gevolg van deze wet besliste het Hooggerechtshof, op 28 maart 2003, om voor het eerst een politieke partij buiten de wet te stellen: Herri Batasuna. Nadien volgden nog Euskal Herritarrok, Batasuna, Sozialista Abertzaleak, AuB, Herritaren Zerrenda, Aukera Guztiak, EHAK, Eusko Alkartasuna, ANV en momenteel is men bezig D3M en Askatasuna onderuit te halen. Deze laatsten zijn trouwens al voor 3 jaar geschorst. Dat brengt ons al op een van totaal 12 politieke partijen, allemaal onafhankelijkheidspartijen, die aan den lijve ondervonden waarvoor Amnesty International waarschuwde.

Ley Orgánico de Partidos Políticos

JUAN CARLOS I

REY DE ESPAÑA

A todos los que la presente vieren y entendieren.

Sabed: Que las Cortes Generales han aprobado y Yo vengo en sancionar la siguiente Ley Orgánica.

KAPITTEL I

Over de creatie van politieke partijen

Artikel 1. Vrijheid van oprichting en vereniging.

1. De Spanjaarden mogen vrij politieke partijen oprichten, conform aan de beschikkingen van de Grondwet en de huidige Organieke Wet.

2. Het toetreden tot een politieke partij is vrij en gebeurt uit eigen wil. Niemand kan verplicht worden een partij op te richten, toe te treden of er te blijven

3. Politieke partijen kunnen federaties, confederaties en unies van partijen oprichten en inschrijven, mits aan voorafgaande punten is voldaan en mits voorafgaand akkoord van hun bevoegde organen.

Artikel 2. Wettelijke geschiktheid

1. De promotors van een politieke partij moeten fysieke personen zijn, meerderjarig, over alle burgerrechten beschikken, en niet onderhevig zijn aan bepaalde wettelijke belemmeringen. Zij mogen geen veroordeling hebben opgelopen wegens onwettige associatie, of wegens ernstige delicten voorzien in Kapittel 21 (delicten tegen de grondwet) of Kapittel 24 (delicten tegen de internationale gemeenschap) van het Strafwetboek. In het laatste geval vervalt de ongeschiktheid als de persoon in kwestie juridische rehabilitatie verkregen heeft.

2. Politieke partijen mogen in hun statuten de creatie en de erkenning van jongerenorganisaties opnemen.

Artikel 3. Grondwet en juridisch karakter

1. Het akkoord over de oprichting van een nieuwe partij moet geformuleerd worden in een stichtingsakte, die publiek moet zijn en die in alle gevallen voorzien moet zijn van de identiteit van de promotors, de identiteit van de oprichter zelf, de identiteit van de leden van de voorlopige organen, de plaats van vestiging en de statuten. De benaming van de nieuwe partij mag geen termen of uitdrukkingen bevatten die kunnen leiden tot vergissing of verwarring over de identiteit, of die haaks staan op de individuele rechten van personen. Bovendien mag de naam niet overeenstemmen, gelijken op of kunnen geïdentificeerd of geïnterpreteerd worden met een partij die vroeger al ingeschreven was in het register, of illegaal verklaard werd, ontbonden of geschorst door gerechtelijke beslissing.

2. De politieke partijen verkrijgen rechtspersoonlijkheid door zich in te schrijven in het “Registro de Partidos Políticos” op het Ministerie van Binnenlandse zaken, nadat voorafgaand de geschreven stichtingakte, en andere noodzakelijke documenten vermeld in deze Ley Orgánica, werden voorgelegd en goedgekeurd.

Artikel 4. Inschrijving in het register

1. De promotors van politieke partijen moeten de nodige acties ondernemen voor de inschrijving. Als zij handelen in opdracht van de partij, moeten zij persoonlijk en solidair beantwoorden aan de verplichtingen afgesloten met derden.

2. Binnen de 20 dagen volgend op het indienen van de volledige documentatie bij het “Registro de Partidos Políticos”, zal het Ministerie van Binnenlandse Zaken de procedure in gang stellen voor de inschrijving. Die termijn kan opgeschort worden als het noodzakelijk blijkt om procedures op te starten, voorzien in volgend artikel.

3. Uitgezonderd in geval van opschorting, zoals hiervoor beschreven, zal de inschrijving behandeld worden die de rechtspersoonlijkheid toekent, zullen de samenstelling en de statuten kenbaar gemaakt worden, en wordt de relatie met de partij gegarandeerd zowel voor derden als voor leden.

4. De inschrijving in het Register wordt pas definitief als de partij niet onderhevig is aan een lopende procedure van schorsing of juridisch illegaal of ontbonden werd verklaard.

Artikel 5. Onderzoek van de voorwaarden tot inschrijving

1. Als er in de akte of de documenten mankementen worden vastgesteld, zal het Ministerie van Binnenlandse Zaken hen op de hoogte stellen met de aanbeveling de akte of de documenten te corrigeren. Pas na correctie kan de akte opnieuw ingediend worden.

2. Als men uit de ingediende documenten redelijke aanwijzingen van strafrechtelijke onwettigheid kan afleiden, zal het Ministerie van Binnenlandse Zaken het Openbaar Ministerie hiervan op de hoogte stellen, mits in acht name van de wettelijke termijn van 20 dagen en voorzien van het nodige bewijsmateriaal.

3. Het Openbaar Ministerie beschikt dan eveneens over een termijn van 20 dagen op te beraadslagen over de al dan niet gegrondheid van de klacht, om al dan niet de nodige juridische strafrechtelijke procedure op te starten. Het Openbaar Ministerie moet Binnenlandse Zaken hierover inlichten.

4. Het terugsturen van het antwoord naar Binnenlandse Zaken maakt een einde aan de voorlopige schorsing van 20 dagen, in het geval het bewijsmateriaal te licht bevonden werd.

5. In het tegenovergestelde geval kan de politieke partij, zich steunend op de “Ley de la Jurisdicción Contencioso-Administrativa” (wet op de administratieve rechtspraak), beroep aantekenen.

6. De inschrijving in het Register door een politieke partij, die de activiteiten van een illegale of geschorste partij wil voortzetten of overnemen, is onderhevig aan de bepalingen in Artikel 12 van de huidige wet.

KAPITTEL II

Organisatie, werking en activiteiten van politieke partijen

Artikel 6. Democratische en wettelijke principes

Politieke partijen moeten hun organisatie, werking en activiteiten aanpassen aan de democratische principes, aan wat voorzien is in de Grondwet en aan de wetten.

Artikel 7. Organisatie en werking

1. De structuur en de werking van politieke partijen moet democratisch zijn.

2. Zonder afbreuk te doen aan de interne organisatorische geschiktheid, moeten de politieke partijen over een algemene assemblee van leden beschikken, die direct of via afgevaardigden inspraak moeten hebben over de samenstelling van het hoogste orgaan van de partij, over de goedkeuring van de voornaamste akkoorden en ook over een eventuele ontbinding van de partij.

3. De uitvoerende en leidinggevende organen van de partij moeten in de statuten bepaald worden, en moeten via vrij en geheime stemming tot stand komen.

4. De statuten en interne reglementen moeten ook een termijn van bijeenkomsten vastleggen, het benodigde aantal leden om een punt op de agenda te plaatsen, de regels om tot een deliberatie te komen (algemeen wordt een eenvoudige meerderheid van aanwezigen of vertegenwoordigers voorgesteld).

5. De statuten moeten ook democratische controleprocedures voorzien ten aanzien van gekozen leiders.

Artikel 8. Rechten en plichten van de leden

1. Leden van politieke partijen moeten fysische personen zijn, meerderjarig en mogen geen beperkingen hebben bij de uitoefening van hun werk. Zij hebben allemaal de zelfde rechten en plichten.

2. De statuten moeten een gedetailleerde opsomming voorzien van de rechten van de leden, en in ieder geval wat volgt:

  • Recht om te participeren in de activiteiten en in de bestuursorganen van de partij, recht op vertegenwoordiging, stemrecht en recht op deelname aan de assemblees, in overeenstemming met de statuten.

  • Recht op verkiesbaarheid en verkiezing in de organen van de partij.

  • Recht op informatie over de samenstelling van bestuurlijke en administratieve organen van de partij, of over de beslissingen die organen goedgekeurd, recht op gerealiseerde activiteiten door, en op de economische toestand van de partij.

  • Recht op betwisting van beslissingen door de partijorganen, als die tegen de wet of tegen de statuten ingaan.

3. Uitsluiting en andere disciplinaire maatregelen moeten getoetst worden aan het recht op privacy, moeten volgens welbepaalde beschreven procedures worden uitgevoerd, met garantie van alle rechten (recht op informatie, recht op voorafgaande hoorzitting en recht op beroep).

4. De leden moeten voldoen aan de verplichtingen voorzien in de statutaire voorschriften, en in ieder geval aan onderstaande verplichtingen:

  • De doeleinden van de partij ondersteunen en als dusdanig meewerken aan de verwezenlijking ervan.

  • De beschikkingen van de statuten en de wetten respecteren.

  • De gevalideerde akkoorden van de bestuursorganen eerbiedigen en nakomen.

  • Borg staan voor de bijdragen en andere aandelen, voorzien in de statuten, die aan iedereen werden toegekend.

Artikel 9. Activiteit

1. Politieke partijen kunnen vrij hun activiteiten uitoefenen. Zij moeten wel de constitutionele waarden, de democratische principes, de mensenrechten en de pluraliteit respecteren

2. Een politieke partij wordt illegaal verklaard als de democratische principes worden geschonden, in het bijzonder als de democratische principes of het regime van de vrijheden worden aangevallen of onmogelijk worden gemaakt:

  • Door systematische schending van de fundamentele rechten en vrijheden, door aanslagen tegen het leven of de integriteit van personen te bevorderen, te rechtvaardigen of vrij te pleiten. Of door uitsluiting en vervolging van personen omwille van ideologie, religie, geloof, nationaliteit, ras of geslacht.

  • Door geweld, als methode om politieke objectieven te bereiken, aan te moedigen, te steunen of te wettigen.

  • Door acties van terroristische organisaties te completeren of te steunen, en zodoende een klimaat van terreur en intimidatie tegen bepaalde personen of groepen in stand te houden.

3. Onder voorgaand punt dient een herhaalde en een opeenstapeling van feiten en acties verstaan te worden:

  • Uitdrukkelijke of tactische politieke steun verlenen aan het terrorisme door terroristische acties te wettigen op grond van politieke motieven of door de schending van fundamentele rechten te minimaliseren of te vrij te pleiten.

  • Acties van geweld begeleiden door programma en optreden die een cultuur van confrontatie, verbonden met het terrorisme, stimuleren. Of om tegenstanders, die zich hiertegen verzetten, te vervolgen, te neutraliseren of zelfs sociaal uit te sluiten, door morele dwang, angst en uitsluiting als onderdeel van het dagelijkse leven te bestendigen. In het bijzonder betreffende de vrijheid van meningsuiting over en deelname aan publieke aangelegenheden.

  • Door op regelmatige basis veroordeelde personen, voor terroristische misdrijven, op te nemen in leidinggevende functies van de partij of op kieslijsten en die niet openlijk de doeleinden en de methoden van het terrorisme hebben verworpen. Of door militante personen op te nemen die banden hebben met terroristische organisaties.

  • Door symbolen, boodschappen en elementen die verwijzen naar of zich identificeren met terrorisme en geweld te gebruiken als instrument voor de activiteiten van de partij.

  • Door rechten en voorrechten, voorzien in de kieswet, toe te kennen aan personen die meewerken met of gunstig staan t.o.v. terroristische organisaties.

  • Door geregeld mee te werken met entiteiten of groepen die op een systematische manier akkoord gaan met en steun verlenen aan terroristische organisaties of geweld.

  • Door administratieve, economische of welke steun dan ook te verlenen aan voornoemde entiteiten, vanuit de instellingen waar zij mee regeren.

  • Door activiteiten te bevorderen, door dekking te geven of door deelname aan activiteiten die als doel hebben eer of hulde te bewijzen aan terroristische of gewelddadige acties.

  • Door acties van ordeverstoring, intimidatie en sociale confrontatie, verbonden met terrorisme of geweld, te vergoelijken.

4. Om de activiteiten, waar in dit artikel naar verwezen wordt, in te schatten moet rekening gehouden worden de resoluties, de documenten en de communiqués van de partij, van de partijorganen en van de parlementaire en gemeentelijke groepen. Moet rekening gehouden worden met door die partijen georganiseerde bijeenkomsten, meetings, manifestaties en openbare handelingen. Moet rekening gehouden worden met de ingediende voorstellen in de instellingen, ook van leden en kandidaten.

KAPITTEL III

Juridische ontbinding of schorsing van politieke partij

Artikel 10. Juridische ontbinding en schorsing

1. Naast de beslissing van de leden, zich steunend op de statuten, om de partij te ontbinden, kan de ontbinding of de schorsing van een politieke partij door een vonnis van de bevoegde juridische autoriteiten en binnen de tijdspanne voorzien in paragraaf 2 en 3 van dit artikel. De ontbinding wordt van kracht na de annotatie in het “Registro de Partidos Políticos”, met voorafgaandelijke kennisgeving aan de betrokken partij.

2. Over de juridische ontbinding van een politieke partij moet binnen de bevoegde juridische organen een akkoord zijn over volgende punten:

  • Als volgens de “Código Penal”, strafwetboek, de politieke partij zich bezondigd heeft aan onwettige associatie.

  • Als op een regelmatige en herhaaldelijke manier door de interne structuur ernstige schade aangericht werd aan het democratisch functioneren, zoals voorzien in artikel 7 en 8 van deze Organieke Wet.

  • Als op een regelmatige en herhaaldelijke manier de activiteiten ernstige schade toebrengen aan de democratische principes en het regime van de vrijheden, als gevolg van handelingen voorzien in artikel 9 van deze Organieke Wet.

3. Een juridische schorsing is alleen mogelijk als dit voorzien is in het strafwetboek. De schorsing kan wel toegepast worden als conservatoire maatregel, als dat zo voorzien is in de “Ley de Enjuiciamiento Criminal”, wet van strafvordering, of in de voorliggende wet, artikel 8.

4. Het vermoeden van, ‘het zich bezondigen aan onwettige associatie door een politieke partij’, moet door een bevoegde magistraat bevestigd worden volgens de strafrechtelijke notulen en in akkoord met de voorzieningen in de Ley Orgánica del Poder Judicial (wet op de rechterlijke macht), la Ley de Enjuiciamiento Criminal (wet van strafvordering) en el Código Penal (strafwetboek).

5. Het vermoeden van, ‘op een regelmatige en herhaaldelijke manier door de interne structuur ernstige schade aanrichten aan het democratisch functioneren’, en ‘op een regelmatige en herhaaldelijke manier door activiteiten ernstige schade toebrengen aan de democratische principes en het regime van de vrijheden’, moet bevestigd worden door de Sala especial del Tribunal Supremo, de speciale Kamer van het Hooggerechtshof, volgens artikel 61 van de Ley Orgánica del Poder Judicial (wet op de rechterlijke macht), in akkoord met de procedure van voorliggende wet, vermeld in volgend artikel (procedure).

6. Een eventuele samenloop van de procedures voorzien in voorgaande paragrafen 4 en 5, kunnen niet leiden tot interferentie. Beide procedures moeten tot het einde worden behandeld. Ook is een vrijwillige ontbinding door een politieke partij die aangeklaagd werd niet toegestaan, eenmaal de procedures in gang werden gezet.

Artikel 11. Procedure

1. De Regering en het Openbare Ministerie zijn gelegitimeerd om aan te dringen op een verklaring van nietigverklaring, m.a.w. de bevoegde juridische instanties de opdracht te geven. Het congres van de volksvertegenwoordiging is gelegitimeerd om er bij de regering op aan te dringen om de nietigverklaring van een politieke partij in te luiden.

2. De actie voor de nietigverklaring moet voor de speciale Kamer nr. 61 van het Hooggerechtshof beslecht worden, en moet ondersteund worden met een gegronde motivatie.

3. De Speciale Kamer zal een dagvaarding sturen naar de betrokken politieke partij om te verschijnen binnen de wettelijke termijn van 8 dagen. Eenmaal de partij verhoord werd, zal de Kamer de initiële klacht analyseren. De klacht vervalt bij onderstaande gevallen:

  • Als de indiener een niet gelegitimeerd persoon is of niet behoorlijk vertegenwoordigd werd.

  • Als manifest niet voldaan werd aan de voorziene formaliteiten of vormgeving.

  • Als het de klacht manifest ontbreekt aan gegrondheid.

Alle betrokken partijen hebben het recht om bezwaarschriften in te dienen binnen de wettelijke termijn van 10 dagen.

4. Eenmaal de klacht gegrond verklaard, wordt het vonnis naar de politieke partij in kwestie opgestuurd die dan een wettelijke termijn van 20 dagen heeft om de klacht te weerleggen.

5. Als beide partijen, de aanklager en de aangeklaagde, hun voorstellen of antwoorden hebben geformuleerd, wordt een afkoelingsperiode (un período de prueba) voorzien om bewijzen voor te dragen.

6. Als alle bewijsmateriaal verzameld is, wordt een opnieuw een hoorzitting georganiseerd waar pleidooien kunnen gehouden worden, en dit binnen de wettelijke tijdspanne van 20 dagen. Nadien wordt beslist of het tot een proces komt of niet. Indien positief, moet het proces aangekondigd worden binnen de 20 dagen.

7. Het vonnis van de Speciale Kamer van het Hooggerechtshof, al dan niet ontbinding van de politieke partij, kan slechts in beroep aangevochten worden voor het Constitutionele Hof. Als de ontbinding wordt gedecreteerd, zal het Hof de annulatie van de partij vragen uit het Register. Als de ontbinding wordt verworpen, moeten nieuwe en meer zwaarwichtige elementen worden aangebracht voor het Hooggerechtshof

8. Gedurende het proces van nietigverklaring of ontbinding kan de Kamer conservatoire maatregelen opleggen: verbod op alle activiteiten door die partij ingericht en inbeslagname van alle goederen en gelden.

Artikel 12. Gevolgen van juridische ontbinding

1. De juridische ontbinding van een politieke partij zal volgende voorziene gevolgen met zich meebrengen:

· Na notificatie van het vonnis over het akkoord van ontbinding, moet alle activiteit van de betreffende partij worden stopgezet. Het niet naleven van deze maatregel leidt tot een misdrijf voorzien in het Strafwetboek.

· Handelingen uitgevoerd in tegenspraak met die maatregel zullen leiden naar toepassing van de strafwet. Deze handelingen bestaan er o.a. in dat deze politieke partij geen nieuwe partij mag oprichten, of gebruik maken van een bestaande partij, ingeschreven in het Register, om op die manier de eigen activiteiten verder te zetten of te laten vervangen.

· De ontbinding houdt ook in dat er een proces gestart wordt van liquidatie van het patrimonium van die partij, onder de leiding van 3 vereffenaars, aangeduid door de Kamer. Het nettoresultaat van de opbrengst komt in de Schatkist terecht en wordt voorbehouden voor sociale of humanitaire aangelegenheden.

2. De Kamer staat garant voor de uitvoering van het vonnis en waakt er over dat de getroffen maatregelen geëerbiedigd en uitgevoerd worden.

3. De Kamer staat garant voor de verklaring van ongegrondheid. Dat wil zeggen dat een politieke partij die ontbonden werd, geen verderzetting of opvolging door een nieuwe partij mag organiseren, noch in structuur, noch in organisatie, noch in werking. Ook leidinggevende figuren, vertegenwoordigers, woordvoerders, financiers, enz. van betreffende partijen vallen onder het verdict van nietigverklaring. Zij kunnen dus nooit meer op een kieslijst voorkomen, tenzij (op hun knieën) hun “verleden” afzweren

4. De Kamer verwerpt fundamenteel alle verzoekschriften, alle incidenten, alle uitzonderingen die geformuleerd worden met een manifest misbruik van de rechten, van de juridische persoonlijkheid, van wettelijke- of procesfraude.

KAPITTEL IV

De financiering van politieke partijen

Artikel 13. Finaciering

1. De financiering van politieke partijen wordt geregeld conform de “Ley Orgánica 3/1987”, van 2 juli 1987.

2. Daarnaast moeten de politieke partijen de formele en persoonlijke verplichting op zich nemen om zich te houden aan de overeenkomsten vermeld in de “Ley Orgánica 2/1982”, van 12 mei 1982 van het Rekenhof en van de “Ley 7/1988”, van 5 april 1988 over het functioneren van het Rekenhof.

De huidige Organieke Wet wordt van kracht de dag na publicatie in het BOE-Boletín Oficial del Estado, het Staatsblad.

Por tanto,

Mando a todos los españoles, particulares y autoridades, que guarden y hagan guardar esta Ley Orgánica.

Madrid, 27 de junio de 2002

JUAN CARLOS R.

El Presidente del Gobierno en funciones,

MARIANO RAJOY BREY