José Amedo Fouce

Laat José Amedo Fouce de bom barsten in het laatste proces over de “vuile oorlog”?

José Amedo Fouce is in 1946 geboren in Cerceda, La Coruña. Toen hij 3 jaar werd, verhuisde zijn familie naar Bilbao. In 1968 trad hij toe tot het nu verdwenen “Cuerpo General de Policía” en werd van af het begin ingedeeld bij de inlichtingendienst “Servicio de Información de la Jefatura Superior de Policía de Bilbao”, waarvan hij later ondercommissaris werd bij de “Grupo de Información de la Brigada Regional”.

In de jaren 70 hield hij zich voornamelijk bezig met spionageactiviteiten in de omgeving van ETA.

Als gevolg van de ontvoering door ETA van legerkapitein Alberto Martín Barrios op 5 oktober 1983, en na contacten met Burgerlijk Gouverneur voor Bizkaia, Julián Sancristóbal en de hoge politiefunctionarissen Francisco Álvarez (Jefe Superior de Policía de Bilbao y Delegado de la Lucha Antiterrorista para el País Vasco y Navarra) en Miguel Planchuelo (Jefe de la Brigada Regional de Información de la Lucha Antiterrorista), werd beslist om de Etarra José María Larretxea Goñi te ontvoeren. Sancristóbal consulteerde Minister van Binnenlandse Zaken José Barrionuevo en Rafael Vera (Directeur Staatsveiligheid) die hun fiat gaven. De ontvoering op 18 oktober 1983 mislukte omdat de Franse politie tussenbeide kwam.

Gedane zaken nemen geen keer en er werd beslist om nu de Etarra Mikel Lujua Gorostola te liquideren. Maar nogmaals werd een vergissing begaan, zij ontvoerden de verkeerde persoon, Segundo Marey Samper.

José Amedo werd op bevel van magistraat Baltasar Garzón in juli 1988 gearresteerd en in september 1991 door de Audiencia Nacional veroordeeld tot 108 jaar en 8 maanden cel veroordeeld voor 6 misdrijven die betrekking hebben op de doodseskaders GAL.

José Amedo, veroordeeld voor zijn deelname in aanslagen van GAL, verzekerde op 19 juli 1995 dat de implicaties hiervan terug te vinden zijn in de hoogste kringen van de staat: de president van de regering, Felipe González; de vicepresident, Alfonso Guerra en de toenmalige minister van Defensie en later vicepresident, Narcís Serra. In interviews bij "Tele 5" en "Cope", betrok Amedo, in zijn gebruikelijke bedreigende arrogantie, er ook de voormalige secretarisgeneraal van de PSOE te Bizkaia, Ricardo García Damborenea en de voormalige directeurgeneraal van de Staatsveiligheid, Julián Sancristóbal bij: "Als zij werkelijk verklaringen willen afleggen, dat ze dan eerst vertellen welke thema's er besproken werden door Alfonse Guerra en Felipe González met Barrionuevo. Deze politici hebben er voor gezorgd dat anderen de rekeningen betalen. De grootste schuld berust nochtans op hen".

In juli 1998 werd hij, samen met anderen, nogmaals veroordeeld tot 9 jaar en 6 maanden voor ontvoering en misbruik van openbare fondsen. In 2003 werd hij bij gebrek aan bewijzen vrijgesproken voor de moord op Xanti Brouard.

Na 12 jaar gevangenis, waarvan de helft in open regime, werd hij in het jaar 2000 in voorwaardelijke vrijheid gesteld.

02 augustus 2010

Op 2 augustus 2010 treedt José Amedo opnieuw in de actualiteit. De krant “El Mundo” informeerde dat hij op 29 juli 2010 verscheidene documenten had overhandigd aan voorzitter van de Audiencia Nacional. De documenten zouden verband houden met de aanslagen uit februari 1986 op de bar Batzoki te Baiona en de bar Consolation te Donibane Lohizune (Saint Jean de Luz). Bij die aanslagen, gepleegd door een groep van Portugese huurlingen, raakten 6 personen gewond door vuurwapens.

Amedo moest zich wel reppen, want het gaat om de laatste zaak die nog hangende is over de vuile oorlog van GAL, en de enige beschuldigde is commissaris Miguel Planchuelo, de ex-chef van de “Brigada de Información de la Policía Española” te Bilbao.

Amedo onderstreept dat hij al jaren wacht om de gebeurtenissen op te helderen en dat hij onrechtvaardig veroordeeld werd als gevolg van manipulaties en druk op zijn persoon door bepaalde hoogwaardigheidsbekleders. Een van de documenten in kwestie is een brief, gedateerd op 1 februari 1994, geschreven in de gevangenis van Guadalajara en gericht aan de toenmalige Minister van Justitie Juan Alberto Belloch. In die brief stond alles wat voor en na 1986 gebeurde in relatie met GAL, gedetailleerd beschreven. Belloch klasseerde het document verticaal, waardoor de huidige burgemeester van Zaragoza wellicht zal opgeroepen worden als getuige.

Amedo die niet meer kan berecht worden, omdat hij al voor dezelfde feiten werd veroordeeld, laat duidelijk verstaan: “dat hij tijdens en na zijn gevangenschap onder hevige druk werd gezet door hoge ambtenaren van de regering Felipe González met als doel de intellectuele en politieke verantwoordelijken van deze acties uit de wind te zetten”. Onder de vermeldde namen, komen wij personen tegen die, om het zacht uit te drukken, niet van de minste zijn: José Barrionuevo (minister), José Luis Corcuera (minister), Rafael Vera (Staatssecretaris voor Veiligheid), Julián Sancristobal (Burgerlijk Gouverneur voor Bizkaia), Txiki Benegas (Secretaris-generaal PSOE), Antoni Asunción (minister in vervanging van Corcuera), Eligio Hernández (Openbaar Aanklager voor de Staat) en zelfs magistraat Baltasar Garzón (Audiencia Nacional)

10 augustus 2010

Het proces tegen Miguel Planchuelo zal de cyclus sluiten van processen over de vuile oorlog. De resultaten zijn beangstigend gering: voor 27 moorden werden, die laatste inbegrepen, slecht 6 processen gevoerd met als balans 2 veroordelingen. En voor het proces tegen Miguel Planchuelo is er zelfs nog geen datum vastgelegd.

Alleen de Zaak Lasa en Zabala, Santi Brouard, Jean Pierre Leiba, Robert Caplanne, Segundo Marey en de bars Consolation en Batzoki werden (gedeeltelijk) behandeld. Al de rest bleef onbestraft. Er werden wel een paar zaken ingeleid (hotel Mombar, Pérez de Arenaza, Joxe Mari Larretxea), maar al even snel gesloten en afgevoerd. Over die aanslagen komt u meer te weten bij: Vuile Oorlog.

Het grootste gedeelte van de weinige processen tegen GAL in Spanje bleven beperkt tot veroordelingen van huurlingen, in Frankrijk idem, waarbij huurlingen veroordeeld werden voor 13 van de 37 aanslagen. De rest werd gesloten bij gebrek (?) aan bewijs.

Slechts in 2 gevallen werd aan de hoge politieke boom geschud: de Zaak Lasa en Zabala en de ontvoering van Segundo Marey. De veroordeelden waren hier: generaal van de Guardia Civl, Enrique Rodríguez Galindo; burgerlijk gouverneur van Gipuzkoa, Julen Elgorriaga; Minister van Binnenlandse Zaken, José Barrionuevo; burgerlijk gouverneur van Bizkaia, Julián Sancristóbal en staatssecretariaat voor Veiligheid, Rafael Vera.

Amedo zingt al het zelfde liedje sinds 1994. Hij dreigt er sindsdien mee de “wet van de stilte” te doorbreken en alles aan de grote klok te hangen. Zijn motieven zijn duidelijk economisch: zwijggeld. Nu zegt hij dat hij nieuwe documenten heeft overhandigd. De waarde van die documenten zal blijken als er een proces komt. Of was het een zwanenzang?

28 september 2010

Op 28 september 2010 publiceerde de Spaanse krant “El Mundo” dat zij opnamen had van telefonische gesprekken die bewijzen dat tussen januari en februari 1996 de secretaris voor “Relaciones Políticas e Institucionales” (Politieke en institutionele betrekkingen), Txiki Benegas van de PSOE, 35 miljoen peseta's had betaald aan José Amedo als voorschot op een akkoord. Het akkoord hield in dat Amedo al zijn verklaringen zou terugtrekken die betrekking hadden op de betrokkenheid van de PSOE bij het complot van GAL. De uiteindelijk afkoopsom, afhankelijk van wat Amedo zou verklaren op latere processen, zou oplopen tot 600 miljoen peseta's. De krant weet ook te melden dat de toenmalige president van de Spaanse regering, Felipe González en hoge ambtenaren op de hoogte waren van dit akkoord.

Bron: Gara