Spanje veroordeeld

De feiten grepen plaats te Pamplona in de nacht van 14 op 15 december 1991, tijdens rellen in de Casco Viejo, de oude wijk, en die rellen duurden vele uren.

Telkens moest hij antwoorden: "Maar neen, de politie heeft dit veroorzaakt!"

Op 8 januari 2009 werd het democratische (?) Koninkrijk Spanje door het Europese Tribunaal voor de Rechten van de Mens te Straatsburg veroordeeld voor de mishandeling en de agressie door de Spaanse politie ten aanzien van de toenmalige 18-jarige Mikel Iribarren Pinillos, en om hem naderhand geen rechtvaardig proces te hebben verzekert.

De feiten

Omstreeks 02:00u in de nacht werd Mikel Iribarren Pinillos (18 jaar) zwaar gewond als gevolg van rookbom die van dichtbij werd afgevuurd en open spatte in zijn gezicht. De helden van deze zwaarwichtige feiten waren leden van de Policía Nacional. Toen de hulpdiensten ter plaatse snelden, lag Mikel Iribarren al in coma. Hij werd met spoed naar het hospitaal van Navarra overgebracht.

Ik haal een beschrijving aan uit de krant “El País” van 16 december 1991:

En estado grave un joven en Pamplona por el impacto de un bote de humo

EFE - , Pamplona - 16/12/1991

Mikel Iribarren Pinillos, de 18 años, se encuentra en estado muy grave en el hospital de Navarra al golpearle en la cabeza un bote de humo durante los incidentes que se produjeron enla madrugada del domingo en Pamplona, después de una marcha en protesta por la dispersión de presos.El joven tiene hundida la parte derecha del cráneo, sufre quemaduras en la mitad de la cara, traumatismo en un ojo, así como paraplejia en la mitad izquierda de su cuerpo.

“Mikel Iribarren Pinillos, 18 jaar oud, bevindt zich in kritieke toestand in het hospitaal van Navarra nadat een rookbom op zijn hoofd terechtkwam, en dit tijdens de incidenten, na een protestmars tegen de spreiding van de gevangenen, die zich heel vroeg zondagmorgen in Pamplona voordeden. De jongeman houdt er een vermorzelde rechterkant van het gezicht aan over, brandwonden over de helft van zijn gezicht, verwondingen aan een oog, alsook paraplegie (het ruggenmerg lager dan de halswervels is beschadigd) aan het linkermiddengedeelte van zijn lichaam.”

Hij ontwaakte pas uit coma na bijna één maand en moest dan aan een lange lijdensweg beginnen: 459 dagen herstel, ontelbare operaties om de fysionomie van zijn gezicht te reconstrueren en een blijvende invaliditeit van 37%, vastgesteld door het Instituto Navarro de Bienestar Social, instituut voor sociaal welzijn.

Een buurvrouw getuigde voor de rechtbank: “Een politieman, voorzien van beschermhelm, vuurde zijn wapen van heel dichtbij af op de jongen die ogenblikkelijk zwaar gekwetst ter plaatse neerzeeg, terwijl er rond zijn hoofd en zijn kledij een enorme rookontwikkeling te zien was”.

Negen politiefunctionarissen, van de oproereenheid, moesten later als beklaagden voor de rechtbank verschijnen. De officiële versie van de politie luidde dat de negen wel ter plaatse waren, maar dat zij niets van het gebeuren afwisten. Het merendeel verklaarde ook dat ze zich beperkt hadden tot het bieden van hulp aan het slachtoffer. Nooit werd de dader geïdentificeerd.

De gerechtelijk molen maalt...

Het Openbare Ministerie realiseerde geen enkele aanklacht, hoewel de burgerlijke partij in september 1995, voor de Audiencia Provincial van Navarra verklaarde dat er wel degelijk een misdrijf van slagen en verwondingen moest vastgesteld worden in hoofde van de politie. De onderzoeksrechter van Pamplona archiveerde de zaak met als motivatie: “Er zijn onvoldoende aanwijzingen om een bepaalde persoon of bepaalde personen of medeplichtigen in verdenking te stellen. Het slachtoffer had heimelijk deelgenomen aan de schermutselingen en op zijn kledij waren partikels gevonden van chemische elementen om explosieven te fabriceren”.

Op 1 juni 1998 aanvaardde de Audiencia Nacional gedeeltelijke het beroep tegen de archivering, en veroordeelde de Administratie tot het betalen van een schadeloosstelling van 10.000.000 peseta’s (60101,21 euro’s). Als motivatie werd ditmaal het disproportionele optreden van de politie genoemd, aangevuld met volgende beschouwing: “Het slachtoffer bevond zich niet toevallig op de plaats van de feiten, maar nam daadwerkelijk deel aan de geweldadige verstoring van de openbare orde, die heeft geleid tot het rechtmatige optreden van de politie”.

Het Tribunal Supremo de España, het Hooggerechtshof, velt op 31 januari 2003 een vonnis, waarbij de feiten wel als evenredig worden beschouwd (en dus niet meer disproportioneel) en motiveert dit als volgt: “Het slachtoffer nam deel aan een verboden manifestatie, en viel zelfs de politie aan, waardoor hij, en hij alleen, verantwoordelijk is voor het gebeuren en voor zijn verwondingen omdat hij een gevaarlijke toestand in die mate geprovoceerd heeft, dat hij er zelf slachtoffer van geworden is”. Het Hof vernietigt de schadeloosstelling opgelegd door de Audiencia Nacional.

Op 21 oktober 2003 dient de verdediging van Iribarren een beroep in bij het Tribunal Constitucional, het Grondwettelijke Hof, dat verworpen werd. Iribarren en zijn verdedigers richten daarop een verzoekschrift in bij het tribunaal te Straatsburg op 14 november 2003 en dat verzoekschrift wordt in oktober 2005 ontvankelijk verklaard.

08 januari 2009: Het vonnis

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg velt unaniem een vonnis in de zaak “N° 36777/03: Mikel Iribarren Pinillos vs. Koninkrijk Spanje”, waarbij Spanje beschuldigd wordt van de schending van onderstaande artikelen:

1. Artikel 3 van het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat bepaalt dat niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.

2. Artikel 6.1 van het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat bepaalt dat bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging, een ieder recht heeft op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. De uitspraak moet in het openbaar worden gewezen, maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd, gedurende de gehele terechtzitting of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van de openbare orde of nationale veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of de bescherming van het privéleven van procespartijen dit eisen of, in die mate als door de rechter onder bijzondere omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer de openbaarheid de belangen van een behoorlijke rechtspleging zou schaden.

Om die reden wordt de Spaanse Staat veroordeeld tot het betalen van 170.000 euro’s aan het slachtoffer: 100.000 voor geleden materiele letsels, 30.000 voor onkosten en 40.000 als morele schadevergoeding. Over de laatste schadeloosstelling (morele schadevergoeding) bestond er geen unanimiteit, omdat 3 van de 7 magistraten die som wat overdreven vonden. Die drie magistraten zijn van oordeel dat Mikel Iribarrenbijgedragen heeft tot het creëren van deze gevaarlijke toestand waarvan hij uiteindelijk het slachtoffer werd.

Cartoon van Tasio in Gara

Op 18-jarige leeftijd werd hij getekend voor de rest van zijn leven. Letterlijk getekend: in zijn gezicht. Meermaals werd hem gevraagd:

"Hoe ben je aan die littekens gekomen, jonge man? Gevallen met de moto of een verkeersongeval met de wagen?

Straatsburg veroordeelt de Spaanse staat tot het betalen van 170.000 euro's aan Mikel Iribarren,

17 jaar na de agressie met een rookbom door de politie

Bron: Gara – El País

08 maart 2011

Op 8 maart 2011 werd het democratische (?) Koninkrijk Spanje door het Europese Tribunaal voor de Rechten van de Mens te Straatsburg voor een tweede maal veroordeeld, omdat de aanklacht wegens foltering van Aritz Beristain, in 2002 gearresteerd en beschuldigd van Kale Borroka (straatgeweld), niet adequaat werd onderzocht. Naast de veroordeling moet Spanje ook 23.000 euro's schadevergoeding betalen aan de betrokkene.

15 maart 2011

Op 15 maart 2011 werd het democratische (?) Koninkrijk Spanje door het Europese Tribunaal voor de Rechten van de Mens te Straatsburg voor een derde maal veroordeeld. De Spaanse Staat moet 20.000 euro's schadevergoeding betalen aan Arnaldo Otegi, in de vorm van morele schadevergoeding, en 3.000 euro's gerechtskosten. De veroordeling van Otegi door het Hooggerechtshof op 26 oktober 2005 wegens een delict van “injurias graves al rey” (een ernstige belediging van de koning) werd omschreven als “buiten proportie en wars van alle ernst, aangezien het recht op vrije meningsuiting (artikel 10 van de Europese Conventie) buiten kijf staat, zeker als het een verkozene door het volk betreft”. (Volledig vonnis in het Frans)

Op 26 februari 2003, op de vooravond van het bezoek van de Spaanse koning Juan Carlos aan Baskenland, verklaarde Otegi op een persconferentie: "De koning, als hoofd van de strijdkrachten, is verantwoordelijk voor de folteringen". Hij alludeerde hiermee op de penibele toestand (Folterpraktijken in de Zaak Egunkaria) van de toenmalige opgesloten directeur van de krant Egunkaria, Martxelo Otamendi. In het Baskische hoogste gerechtshof werd Otegi vrijgesproken op basis van het recht op vrije meningsuiting.