Het proces Egunkaria

Cartoon van Tasio in Gara

De zaak Egunkaria is een proces waarbij de officier van justitie, na jaren van onderzoek, tot de overtuiging kwam om alle beschuldigingen terug te trekken en de zaak te seponeren. De officier van justitie, Miguel Angel Carballo, zei in zijn verslag van 2006 dat er geen enkel document voorhanden is waaruit een relatie blijkt tussen Egunkaria en ETA, en dat gedurende de 13 jaar van publicatie geen enkel nieuwsbericht of artikel gevonden werd om dit beschuldigend verband te staven. Hij vroeg zich dan ook af: “Als Egunkaria geen financieel instrument was van ETA of diende tot het witwassen van gelden afkomstig van terrorisme, of geen uitdrukkelijke of stilzwijgende steun gaf aan ETA en de gewapende strijd niet aangemoedigde of legitimeerde, wat zou dan ooit het doel van ETA kunnen geweest zijn om zich te mengen met de dagelijkse activiteit van die krant?” Een retorische vraag.

De redenen om zich te verzetten tegen deze politieke processen zijn velerlei. Maar de meest voor de hand liggende reden, en meteen ook de belangrijkste, is de politieke impuls die deze processen drijft. Het heeft niet alleen te maken met een concrete strategie tegen een volk en hun sociale en politieke uitingen, maar er blijkt ook overduidelijk dat er geen scheiding van machten bestaat in de Spaanse staat. Het culturele erfgoed, het Euskara, moet de staat beschermen, niet aanvallen. Met martelingen, aangehaald door personen in ‘incommunicado’ (totale afzondering) gehouden, moet rekening worden gehouden en de oeverloze procedurekwesties die de zaak jaren liet aanslepen, is juridisch schandalig.

Dit is opnieuw een proces tegen een Volk! Dit is een proces tegen de vrije meningsuiting en tegen het culturele patrimonium dat een taal toch is. Het is een strategie tegen een Volk dat zich sociaal en politiek uitdrukt, maar dat is in Spanje verboden! Daar menen ze met het sluiten van communicatiemedia een Volk het zwijgen te kunnen opleggen. Daar worden nog (neofascistische) groepen gevonden die zich in zaken als deze, automatisch burgerlijke partij stellen. Aan de poorten van het gebouw waar de Spaanse uitzonderingsrechtbank zetelt, was dan ook veel solidariteit met de beklaagden te merken.

De geschiedenis van dit proces analyseert kristalhelder het rechts- en machtsmisbruik van Spaanse staat ten aanzien van de heksenjacht op “el entorno de ETA”, de zogenoemde omgeving van ETA. Het is eens te meer een bewijs welke gevaren een democratie (en zeker een zelfverklaarde) loopt als het de juridische garanties en de individuele vrijheden opoffert ten behoeve van de strijd tegen het vermeende terrorisme van “el entorno”. Het zijn gebeurtenissen die voorvallen als het doel de middelen heiligt.

Alleen een absolute vrijspraak is aanvaardbaar, en dat is het minste wat geëist kan worden. Dat niet alleen sympathisanten van de Baskische nationalisten die mening toegedaan zijn, bewijst een artikel in de krant “Publico.es” (zie verder bij 01 februari 2010).

15 december 2009

Het “proces Egunkaria” gaat van start. Martxelo Otamendi, Iñaki Uria, Xabier Oleaga, Joan Mari Torrealdai en Txema Auzmendi zitten op de beklaagdenbank, beschuldigd van “pertenencia a ETA”, behorende tot ETA, en dit terwijl er geen enkele bewijs voor handen is. De voorzitter van het Hof had alle bezwaren weggewuifd en de officier van justitie, Miguel Ángel Carballo, weigerde de beklaagden te ondervragen, omdat hij de seponering van de zaak gevraagd had. Wat moest hij trouwens vragen als er geen grond van schuld was?

De eerste die aan bod kwam, was Iñaki Uria, die weigerde te antwoorden op de vragen van de ultra’s van AVT en Dignidad y Justicia (mantelgroeperingen van de Partido Popular).

Hij zette zijn loopbaan uiteen die uitsluitend cultureel geïnspireerd was en nooit politiek. Hij verklaarde dat in de jaren 80, na het ontstaan van de zender ETB, een steeds groeiende vraag was naar een krant in het Euskara. Een 70-tal personen, van diverse ideologieën, richtten de groep “Sortzen” op, en bereikten overeenstemming over de basisprincipes van een toekomstige krant: in de Baskische taal (het Euskara), nationaal, uitgebreid (alle onderwerpen moesten aan bod kunnen komen), pluralistisch en eenvormig. De fondsen om de krant leefbaar te houden, zouden ingezameld worden bij het volk.

Hij verklaarde verder dat hij op voorstel van de nu overleden Joxemi Zumalabe voorgedragen werd als onderdirecteur van Egunkaria en dat er 10 andere kandidaten waren. Hij ontkende formeel dat ETA ook maar enige invloed had op de krant en dat hij zeker niet door de organisatie werd aangeduid als kandidaat.

Hij eindige met een relaas van de folteringen die hij had ondergaan: een plastiek zak over zijn hoofd tot de verstikking nabij was, schijnexecuties, bestraling met infrarode stralen en ontelbare slagen met telefoonboeken op zijn hoofd.

Na Uria was het de beurt aan Xabier Oleaga. Zijn verdediger vroeg hem naar zijn wedervaren met folterpraktijken, maar de voorzitter van het Hof snoerde hem de mond met een brutale opmerking dat er hier niet geoordeeld werd of er folteringen waren, al dan niet. Oleaga vertelde toch over zijn arrestatie en overbrenging naar Madrid onder bijzonder pijnlijke omstandigheden (slagen…) en dat hij twee vragen had beantwoord, omdat de Guardia Civil hem verzekerde dat ze hem nadien met rust zouden laten (niet meer zouden folteren). Hij verklaarde ook dat hij op voorstel van Iñaki Uria als hoofdredacteur werd aangeworven. ETA had met zijn benoeming niets te maken.

Martxelo Otamendi, de volgende, verklaarde dat hij voordien al te werk gesteld was bij ETB, Euskadi Irratia en Egin en dat hij gedurende de 10 jaar in alle onafhankelijkheid voor Egunkaria kon werken, zonder dat ook maar iemand, vreemd aan de krant, kon interveniëren. Hij onderstreepte dat ETA niets met zijn benoeming van doen had, en in de veronderstelling dat dit wel zou gebeurd zijn, hij absoluut de opdracht geweigerd zou hebben. Ook Otamendi deed relaas van de folteringen waarvan hij slachtoffer geworden was.

Joan Mari Torrealdai van zijn kant gaf een gedetailleerd verslag van zijn ondergane folteringen en wees er op dat hij het jaar nadien hoognodig psychologische behandeling en bijstand nodig had. Hij had de krant vervoegd omdat zijn vrienden Karlos Santamaria en Martin Ugalde, verdedigers van het Euskara, in het project waren gestapt.

16 december 2009

Op de tweede zittingsdag, die nauwelijks 2 uur duurde, kwamen vooral Guardia Civiles aan het woord die aanwezig waren bij de “verklaringen” die de beklaagden hadden afgelegd. Daarbij hadden ze niets gemerkt dat erop zou kunnen wijzen dat er gefolterd werd. “We zouden in dat geval meteen een arts geroepen hebben!” Maar hoe het kwam dan dat Iñaki Uria niet goed kon lopen en met een been trok, en heel erg zweette? Daar had de Guardia niets van gemerkt. Maar kort voordien had dezelfde Guardia verklaard dat hij met Uria naar een dokter was geweest, omdat hij (zogezegd) een enkel verstuikt had! Een collega verklaarde dan weer dat Uria “gevallen” was toen hij naar de dokter werd gebracht. Verklaringen die op zijn minst gezegd verwarrend waren. Uria zelf zei dat hij, na vijf dagen in volledige afzondering te hebben gezeten (gestaan!), niet meer kon lopen. Dat hij verschillende maanden een fysiotherapeut moest opzoeken om zijn voet weer enigszins behoorlijk op te knappen.

Advocaat Iñaki Iruin vroeg of de Guardia weet had van het feit dat Xabier Oleaga het bewustzijn verloren had? “De wetsdokter zegt ons enkel iets als een arrestant een behandeling moet krijgen”, was het antwoord. Verder verklaarden ze dat de zaak over de “vermeende” foltering van Uria en Oleaga, waarvoor zij berecht werden, toch al geklasseerd was in een andere rechtszaak!

Merkwaardig is in ieder geval dat de Guardia Civil, partij zijnde in de zaak, ook als getuige en gelijktijdig als expert (die bij definitie onpartijdig moet zijn) kwam opdraven, wat zelfs de rechter Javier Gómez Bermúdez deed opmerken dat hij hier zijn twijfels over had.

In afwachting dat er eindelijk eens bewijzen op tafel zouden worden gelegd, beperkte de verdediging er zich toe om het grootste gedeelte van hun vragen in de richting van de folteringen te sturen. Dat werd zoals hierboven gezegd, ontkend of in ieder geval bewust omzeild, wat dan weer tot dubbelzinnigheid leidde.

Een Guardia Civil verklaarde dat er na de aanslag in 1966 op ex-voorzitter Francisco Tomás y Valiente van het Grondwettelijke Hof een onderzoek gestart werd bij meer dan 25 ondernemingen, hoofdzakelijk in de omgeving van de Baskische culturele sector. Er zouden aanwijzingen zijn (welke aanwijzingen dat waren, bleef onbeantwoord) van eventuele banden met ETA. Aanwijzingen zijn geen bewijzen en de Guardias waren er in ieder geval heilig overtuigd (bewust of onbewust) van de Garzón-doctrine: “Todo es ETA” en dat werd meteen hun uitgangspunt. Hij moest zelfs toegeven dat er geen documenten gevonden werden die deze stelling zouden kunnen staven.

10 januari 2010

Op 12 januari 2010 wordt het proces Egunkaria verder gezet met de laatste verklaringen van de Guardia Civiles die betrokken waren in de sluiting van de krant in februari 2003. Nadien wordt de rechtszaak nog eens onderbroken tot 25 januari 2010. Pas dan zal het proces in zijn definitieve eindfase belanden, want dan zou alle bewijslast op tafel liggen. Bewijslast dat door de officier van justitie, Miguel Angel Carballo, al in 2006 van tafel geveegd werd met één zin: “Er is geen enkele evident bewijs”.

In een document van 26 pagina’s analyseerde hij de aangevoerde bewijzen. Onder andere dat er documenten gebruikt werden die in 1993 in de pers verschenen waren. Documenten die in de jaren 1990-1993 gevonden werden bij ETA. Er werd hierin een opinie gevormd over de kandidaten voor directiefuncties. Maar een oordeel vellen over iemand kan geen bewijs zijn van samenwerking. Magistraat Garzón wordt ook wel eens genoemd in documenten van ETA. Is dat een bewijs dat er samenwerking is?

Er is meer. In het ETA-bulletin “Zutabe”, nummer 74 van 1995, staat kritiek op Egunkaria omdat de krant gesubsidieerd werd door de Baskische regering en dus broodschrijver was van die regering.

Dat er “Zutabes” gevonden werden bij de verdachten is ook geen bewijs, het waren ten slotte journalisten. En het bewijs dat er samenwerking was, omdat zij communiqués van ETA publiceerden, is al te gek, want ook andere kranten deden het, en doen het nu nog.

Doorslaggevend voor de officier van justitie is dat gedurende de 13 jaar dat de krant verscheen geen enkele document, geen enkele bericht, zelfs geen enkele “post-it” gevonden werd dat ook maar wees op enig verband was tussen Egunkaria en ETA.

12 januari 2010

Op de zitting van vandaag zouden de leden van ETA, José Luis Alvarez Santacristina “Txelis”, ex-verantwoordelijke voor het politieke apparaat en Carmen Guisasola, beiden uit de organisatie gestoten in 1998 wegens dissidentie. Zij zagen het nut van een gewapende strijd niet meer zitten en vroegen het stopzetten van het geweld. Ook José María Dorronsoro zou aan bod komen.

De sleutelfiguur op deze zitting was ongetwijfeld “Txelis”. Hij verklaarde dat ETA nooit enig type van krant, of wat daar op zou kunnen lijken, heeft gepromoot of gecontroleerd. Egunkaria is nooit voorwerp geweest van een of andere creatie van ETA. Er is dus geen enkel verband. Meer nog, hij onderstreepte dat de onafhankelijkheid van de krant en vooral de kritische benadering door de krant van gewelddadige methoden, hem er geleidelijk toe hebben aangezet om het geweld af te zweren, waardoor hij uit de organisatie werd gestoten. De oprichting van de krant werd wel besproken als een bijzondere mijlpaal in de culturele ontwikkeling van het Baskische volk.

Carmen Guisasola en José María Dorronsoro waren verbaasd de documenten te zien die bij hen zouden in beslag genomen zijn bij hun arrestatie in 1993. Zij kennen die documenten eenvoudigweg niet. Nochtans zijn ze door de aanklagers aangebracht als bewijsmateriaal.

Nog flagranter was de verklaring van een Guardia Civil. Hij was aanwezig bij het afluisteren van de telefoongesprekken, waarvan hij dan een afschrift bezorgde aan de onderzoeksrechter. De gesprekken vonden plaats in het Euskara, en hij moest toegeven dat hij geen conversatie in het Euskara kon volgen, hoewel hij als deskundige in die materie was aangeduid. Hij verklaarde een basiskennis te bezitten, maar al vlug bleek dat hij er eigenlijk geen jota van snapte. En deze processen-verbaal werden tijdens het onderzoek toegevoegd als bewijsmateriaal ten laste.

Op het einde van de dag verklaarde de voorzitter van het Hof dat de volgende zitting pas op 25 januari 2010 zal voortgezet worden, en met de bedoeling de zaak af te ronden op 27 januari 2010.

25 januari 2010

De getuigenverklaring van professor José Ignacio Zabaleta, docent aan de Universidad del País Vasco en aandeelhouder van de krant Egunkaria heeft indruk gemaakt. Zabaleta was lid van de handelsonderneming ‘Egunkaria Sortzen’, die het merendeel van de aandelen in handen had. Vanaf het ontstaan van de krant in 1990, was ‘Egunkaria Sortzen’ zo pluralistisch als mogelijk in de Baskische gemeenschap, en controleerde de journalistieke opdracht van de krant. In de handelsonderneming waren professoren, journalisten, jezuïeten en intellectuelen vertegenwoordigd. Zij werkten een beheerscontract uit gebaseerd op 11 punten waaraan de krant zich moest houden. Die punten waren ondergeschikt aan 3 steunpilaren:

1. een pluralistisch, modern, professioneel en achtenwaardig product verzorgen

2. een autonoom medium gecontroleerd en betoelaagd door de Baskische regering

3. een krant die de Baskische taal, het Euskara, zou verdedigen

De vertegenwoordiging van de Baskische regering in de Raad van Bestuur was in 1993 een feit, en het was de toenmalige PSOE die het ijs brak (de socialistische Vice-Lehendakari Ramón Jauregi). Op dat ogenblik was de PNV’er José Antonio Ardanza de Lehendakari. Professor Zabaleta benadrukte dat op die manier toch geen invloed van ETA kon geduld worden, wat trouwens ook nooit gebeurd is.

Na Zabaleta was het de beurt aan de Etarra José Domingo Aizpurua "Pitxas" om te getuigen. Bij hem zouden in 1991 na zijn arrestatie in Iparralde de documenten 'Egunkaria Urriak 26' en '10-4 Azaroak 12' gevonden en in beslag genomen zijn. Deze documenten zijn de basis waarop Dignidad y Justicia, en de Asociación de Víctimas del Terrorismo (AVT), hun argumenten voor de aanklacht hebben gebaseerd. “Pitxas” verklaarde dat die documenten hem totaal vreemd voorkwamen, dat ze hem nooit getoond werden, zelfs niet door de onderzoeksrechter.

Vervolgens kwam de jezuïet José Luis Zincunegi aan het woord. Hij was destijds de superieur van Txema Auzmendi, die toen voor Radio Herri Irratia werkte. Auzmendi had hem over het project “Egunkaria” verteld en van twee dingen overtuigd: de krant zou alleen in het Euskara verschijnen en bedoeld zijn voor een zo breed mogelijk publiek, en niet voor een welbepaald, uitgekozen gedeelde van de bevolking.

De zitting werd toen opgeschort wegens het overlijdensbericht van de moeder van een van de advocaten, en zal waarschijnlijk verder gezet worden op 27 januari 2010.

27 januari 2010

In de zaak tegen de krant “Egunkaria” kwamen vandaag de getuigen van de verdediging aan het woord:

  • de filosoof en auteur Joxe Azurmendi

  • de journaliste en professor Nerea Azurmendi

  • de verantwoordelijke van het centrum Baketik (Centrum voor de vrede), Jonan Fernández

  • de verantwoordelijke van de coöperatieve van Ikastolas (Baskische scholen), Imanol Igeregi

  • de historicus en auteur Joseba Intxausti

  • de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van Orain SA, Sebastián Barinagarrementeria

Nerea Azurmendi, die in de beginfase subdirecteur en lid van de Administratieve Raad was, verzekerde dat noch ETA, noch KAS deelnamen of tussenkwamen bij de krant, en zij herinnerde er nog eens aan dat de Baskische regering twee vertegenwoordigers had in die Administratieve Raad.

Joxe Azurmendi onderstreepte de invloed van Martin Ugalde en Karlos Santamaria (vrienden van Torrealdai en verdedigers van het Euskara) in het project en hij bracht ook nog eens de folterpraktijken toegepast op Joan Mari Torrealdai te berde.

Barinagarrementeria lichtte de betrekkingen toe die de uitgeverij Orain SA had met "Egin" en met "Egunkaria", en verklaarde dat die betrekkingen louter commercieel waren. Egunkaria beschikte niet over een drukpers en werd daarom op de installaties van Egin gedrukt.

Nadien kwamen de deskundigen opdraven: kalligrafen en vertalers. De deskundige vertaler, professor Bego Montorio, liet geen twijfel over bestaan over de vele fouten in de vertalingen aangebracht door de FSE (ordehandhavers) en beoordeeld en goedgekeurd door de vertalingdiensten van de Audiencia Nacional. Deze vertalingdiensten van de Audiencia Nacional waren dan ook danig in hun wiek geschoten toen Bego Montorio komaf maakte met hun expertise.

De professor verklaarde dat bij bepaalde vertalingen “meningen” werden neergeschreven die niet in de originele Baskische documenten voorkwamen. Dat er paragrafen en zelfs volledige pagina’s niet vertaald waren en dat er zelfs namen van personen in genoemd werden die niet in de originele Baskische teksten voorkwamen.

Een klein voorbeeldje. O.a. het woord “banaketa” dat ‘distributie’ betekent, werd vertaald als ‘stemming’. Kunt u er nog verder naast zitten?

Besluit: er werd een verband gelegd tussen Egunkaria en ETA op basis van verkeerd vertaalde (vervalste?) documenten. Tja!

Na de middag kwamen “deskundigen” van de Guardia Civil nog eens met hetzelfde deuntje opdraven: “De macht bij Egunkaria lag in handen een paar enkelingen en het was ETA die Otamendi had uitverkoren (en aangesteld) als directeur. Maar de journalist Imanol Murua had dinsdag, 25 januari 2010, al verklaard dat hij aan Torrealdai de naam van Otamendi had voorgesteld. De Guardia Civil draafde door: “Er waren collectes om fondsen te verzamelen en dat gebeurde in de omgeving van ETA en KAS” (als u natuurlijk de valse stelling ‘Todo es ETA’, voor waarheid neemt, is dat waar, maar aangezien de stelling vals is, is ook het besluit ervan, vals). Toen er op vraag van de Openbare Aanklager aanwijzingen waren gevonden van steun aan ETA in de artikelen van krant, werd door de GC geantwoord dat de vertaling ervan veel te complex was. De Openbare Aanklager, Miguel Angel Carballo, verwees de verklaringen van de GC naar de prullenmand wegens geen bewijs.

01 februari 2010

Een delegatie van de Juntas Generales de Gipuzkoa, samengesteld uit vertegenwoordigers van PNV, Hamaikabat en Alternatiba, waren naar Madrid gekomen om de beklaagden te ondersteunden en een onderhoud te vragen aan de voorzitter van het Hof, Javier Gómez Bermúdez. Zij overhandigden hem de steunverklaring die goedgekeurd werd in de Kamer van de Juntas Generales de Gipuzkoa en vroegen om de zaak te seponeren. Om die reden werd de zitting zelf met één uur vertraagd.

De advocaten van Dignidad y Justicia bleven volhouden dat magistraat Juan del Olmo destijds handelde volgens de rechtsregels. Zij verdedigden de onpartijdigheid (?) en het bewijsmateriaal (?) van de “deskundigen” (?) en de waarde die aan de vertalingen moest gehecht worden, spijts een paar kleine foutjes (?). Zij onderstreepten nog eens dat Egunkaria een product was van ETA. Ook AVT zong hetzelfde refrein: achter Egunkaria stond ETA. Zij baseerden zich hiervoor op de inlichtingen van de Guardia Civil. Beide rechtse clubjes bleven dan ook straffen eisen tussen de 12 en 14 jaar.

De Openbare Aanklager, Miguel Ángel Carballo, die na hen aan het woord kwam, was een totaal andere mening toegedaan. Er waren geen bewijzen. Tijdens de 13 jaar dat de krant verscheen, is er op geen enkel moment ook maar de kleinste aanwijzing dat de krant ten dienste stond van ETA. Hij vroeg dan ook de vrijspraak. Merkwaardig toch dat een Openbare Aanklager de vrijspraak vraagt, en niet de eerste keer. Waarom dan een proces? Waarom die sluiting, die arrestaties, die folteringen?

Na de middag kwam de verdediging van de beklaagden aan de beurt: “De Baskische gemeenschap weet al lang dat de beklaagden onschuldig zijn, dat de sluiting een politiek manoeuvre was om de Baskische taal en de Baskische vrije meningsuiting te liquideren”.

Ook op 1 februari 2010 verscheen volgend merkwaardig artikel in “publico.es”. Opvallend omdat “publico.es” allerminst een verdediger is van het Baskische streven. Integendeel.

Egunkaria: que se haga justicia

Egunkaria: dat er nu eindelijk gerechtigheid geschiede

“Het proces tegen de directieleden van Egunkaria had nooit mogen plaatsvinden. Zeven jaar na de sluiting van de krant op bevel van justitie, is de hele affaire uitgedraaid op niets. Maar de voortzetting van het proces, waartoe men destijds besloten had, heeft toch iets bereikt: het aan het licht brengen van een van ergerlijkste schandalen van de democratie. (...). Zij die alle moeite getroost hebben om het proces, zonder kop noch staart, verder te zetten, alleen gesteund door de burgerlijke partijstelling van twee associaties, hebben kunnen vaststellen hoe deze beslissing zich tegen hen gekeerd heeft: de weerklank die het proces kreeg, de mogelijkheid die de beklaagden kregen om verklaringen af te leggen, de manifestaties ten gunste van de beklaagden, hebben velen in hun hemd gezet. De Guardia Civiles die de operatie gestart hebben, de magistraat Juan del Olmo die de zaak naar zich toegetrokken had, de regering van de PP die pochte met hun strijd tegen terrorisme. En al diegenen, van krant tot microfoon, die handelden als het mediatieke verlengstuk van voorgaande personen, door de beklaagden onterecht te criminaliseren.

Wie de opportuniteit kreeg, in interviews of steunbetuigingen, om Martxelo Otamendi aan het woord te horen toen hij vertelde over zijn arrestatie en de brutale behandeling die hij moest ondergaan, deelt dezelfde verontwaardiging als ikzelf.

Want alleen maar vrijspraak volstaat hier niet meer. De veroordeling die de beklaagden al moesten verwerken -sluiting van hun krant, arrestatie, gevangenis, foltering, economische verliezen, proceskosten, sociale en mediatieke stigmatisatie- eisen een eerherstel”.

Isaac Rosa, auteur afkomstig uit Andalucía.

Noot: sommigen laten doorschemeren, noch min noch meer, dat Isaac Rosa met zijn leven speelt door het publiceren van dit artikel...

Het is nu wachten op het vonnis van het Hof.

Bron: Gara, Diario de Noticias, Publico.es

>>>>>>>>