ETA vraagt om dialoog

Op 18 februari 2008 wordt bekend gemaakt dat ETA, alvorens het staakt-het-vuren van 22 maart 2006 aan te kondigen, drie brieven stuurde naar de Spaanse regering waarin ETA kenbaar maakte dat het de bedoeling had een politieke onderhandeling op te starten om het conflict tussen Euskal Herria en Spanje op te lossen. De regering antwoordde op alle brieven met het accepteren van de voorwaarden, zonder enige nuancering. De president van de regering, José Luis Rodríguez Zapatero, preciseerde niet dat een dialoog over politieke kwesties onmogelijk was, zo behept was hij om van deze opportuniteit gebruik te maken. De antwoorden van de executieve gebeurden soms schriftelijk, soms gewoon door een woordelijke boodschap, die altijd gericht waren aan het uitvoerende comité van de gewapende organisatie die de brieven ondertekend had.

De 1ste brief

De opening van een weg via communicatie

Deze brief kwam in handen van de president tijdens de kerstvakantie 2004-2005. De inhoud was een voorstel van ETA om een dialoog te openen die succes zou kunnen hebben, zonder het toenmalige dagelijkse politieke leven te benadelen of te conditioneren.

Het document kwam toe in de hoeve Txillarre, dichtbij Elgoibar, tijdens een bijeenkomst tussen de leiders van Batasuna (Arnaldo Otegi en Pernando Barrena) en vertegenwoordigers van de PSE (Jesús Eguiguren en Paco Egea). Deze bijeenkomsten waren al een paar jaar gaande, en de voorbereidende gesprekken waren al goed opgeschoten. In november 2005 zou Arnaldo Otegi zelfs met een voorstel op de proppen gekomen zijn: de installatie van 2 rondetafels, een politieke tussen de politieke partijen en een technische tussen de regering en ETA over gevangenen, vluchtelingen en wapens (die laatste dus niet politiek!)

Na het lezen van het document stuurde Otegi, in naam van Batasuna, een boodschap met de melding: “Zorg dat je de Spaanse Tony Blair wordt” (doelend op het vredesakkoord in Ierland), en met de aanbeveling dat Zapatero bereid zou zijn dat de Basken aan die rondetafel zelf over hun toekomst zouden kunnen beslissen.

Het antwoord van de president kwam er de volgende dag tijdens een discours. Otegi werd als gesprekspartner erkend, het voorstel werd aanvaard, als hij en de rest van Batasuna het geweld zouden veroordelen. Zapatero wist heel goed dat dit onaanvaardbaar was, maar beschouwde dit als een klein kwaad ten opzichte van een groot goed: het mogelijke einde van het terrorisme.

De 2de brief

Politieke onderhandeling en internationale bemiddeling

De tweede brief komt aan in februari 2005. ETA herinnert aan het voorgaande voorstel en biedt de regering de mogelijkheid aan een internationale organisatie te zoeken, om de vertrouwelijkheid van de bemiddeling te waarborgen. Gelijktijdig bevestigen zij dat ze voornemens zijn om via democratische weg een politieke oplossing te zoeken voor het Baskische conflict.

De executieve aanvaardt het voorstel zonder meer, omdat het pact over twee rondetafels al aanvaard werd en omdat ze in ieder geval bereid is verder te onderhandelen. In maart 2005 aanvaardt de executieve formeel het voorstel, preciserend dat zij tot het uiterste wil gaan op voorwaarde dat de discretie gewaarborgd is dat om het even welk initiatief in incompatibel met geweld (“Sí, pero cualquier iniciativa es incompatible con la violencia”).

De 3de brief

Bijeenkomsten onder bescherming van de organisatie Henry Dunant

In april 2005 maakt de gewapende organisatie de uitverkoren internationale organisatie concreet: Centre for Humanitarian Dialogue te Genève. In hun communicatie leggen zij nog twee concrete feiten vast: de plaats van samenkomst en de persoon waarmee de gezanten van de regering contact moeten opnemen.

Vier postbussen - Martin Griffiths

Om de aankomst van de officiële documenten te waarborgen, geeft ETA aan de personen die voor de bezorging moeten instaan volgende veiligheidsinstructies: geen telefonisch contact, persoonlijke overhandiging en zo discreet mogelijk zijn over en tijdens de verplaatsingen. De missives moeten via 4 verscheidene tussenstations (postbussen als het ware) bij de bestemmeling terechtkomen:

1. Een Frans-Baskische priester moet de brieven doorgeven aan

2. François Maitia, een Frans socialistisch politicus, die de brieven moet overhandigen

3. aan een tussenpersoon, die intussen gecontacteerd werd. Die moet ze verder bezorgen aan

4. een markante Baskische socialist, die uiteindelijk de brieven in handen van

Alfredo Pérez Rubalcaba, moet bezorgen.

De bijeenkomsten hadden plaats in hotels, eerst te Genève, dan in Oslo. De bemiddelaars, ter beschikking gesteld door het centrum HD, bestonden uit 3 personen en de coördinatie lag in handen van Martin Griffiths, president van het centrum.

Beslissing van de regering

In juni 2005 wordt als beginpunt, vertrekpunt, een akkoord bereikt. Het Centrum HD waakt er over dat alle formaliteiten officieel zijn en draagt er toe bij dat het vergelijk tussen de vertegenwoordiger van de regering en de delegatie van ETA, beantwoorden aan de naleving van de resolutie goedgekeurd door het Congres van Volksvertegenwoordigers op 17 mei 2005.

In het voorakkoord stond als eerste paragraaf te lezen: "De Spaanse regering zal de vrije beslissingen die het Baskische volk over hun toekomst neemt, respecteren. Deze beslissingen kunnen pas aangenomen worden in afwezigheid van geweld of dwang, waarbij de wettelijke normen en procedures, de democratische methoden en de rechten en de vrijheden, gerespecteerd worden.

In de tweede paragraaf staat te lezen dat de Spaanse regering erkent dat het de Baskische partijen toebehoort, alsook de zogenoemde sociale, economische en syndicale agenten, deze akkoorden tot stand te brengen, en dat zij onderhandelingsmechanismen moeten uitwerken met een zo’n groot mogelijke consensus. Nadien zal ETA een permanent staakt-het-vuren afkondigen, op 22 maart 2006, met ingang van 24 maart om 00.00u, met als boodschap het stimuleren van een democratisch proces voor Euskal Herria: “Het overstijgen van het conflict, hier en nu, is mogelijk”

>>>>>>>>