José Luis Geresta Mujika "Ttotto"

José Luís Geresta Mujika

"Ttotto"

met een kogel

in het hoofd.

José Luís Geresta Mujika “Ttotto”, werd op 11 maart 1970 geboren op de boerderij Iruña, in Zizurkil. Al erg jong nam hij deel aan politieke manifestaties, die hij mee hielp organiseren. Hij werd lid van Gestoras Pro-Amnistía waarvoor hij jarenlang actief was. Hij ging ook werken in het alfabetiseringsproject AEK. De geschiedenis van Euskal Herria was zijn voornaamste interessepunt. Vijf jaren zat hij op een bulldozer, later werkte hij als zelfstandige. Ten slotte verdween hij in de clandestiniteit. Op 9 maart 1999 arresteerde de politie zijn vriendin, Nekane Txapartegi, raadslid in Asteasu.

Na enkele dagen vond de Ertzaintza vervalste identiteitsdocumenten die Ttotto gebruikt had. Op 20 maart werd hij dood aangetroffen in de Barrio de Zamalbide (grondgebied Renteria) met één kogel in het hoofd. De officiële versie sprak meteen van zelfmoord, maar de familie sprak dit steeds tegen. Gestoras Pro-Amnistía noemde het een “Staatsmoord”, een nieuwe episode in de vuile oorlog tegen het Baskische Volk.

In Renteria, in de wijk Zamalbide, wordt op 20 maart 1999 het lijk gevonden van José Luis Geresta Mujika, "Ttotto", met een kogel in het hoofd. De Ertzaintza gelooft in zelfmoord, maar ze wisten wel pas 23 uren na de vondst wie het was. Er lagen drie kogelhulzen bij het lijk en het lichaam zat vol schrammen en krabben in het aangezicht en de armen. Arnaldo Otegi spreekt meteen over de "verantwoordelijkheid van Staatsapparaten". De week tevoren werd in Hernani een "heuptasje" gevonden met daarin valse papieren, gebruikt door Geresta, en een Browning. De Guardia Civil had al een tweede versie klaar voor het geval "zelfmoord" zou weerlegd worden. De titel is: "Guardia Civil sluit afrekening niet uit." El Mundo kwam zelfs met drie mogelijkheden! Maar volgens de familie zou Geresta zich nooit zelf om het leven brengen. Maar eerder werd de vriendin van Geresta, Nekane Txapartegi, gearresteerd, terwijl bij de arrestanten in Parijs Irantzu Gallastegi was met wie Geresta "talde" (groep) vormde. Zelfdoding zou dus mogelijk zijn…Op de muren verschijnt de tekst: "Geresta Erahila!! Policia Asesina". Ook wordt er weer over andere "zelfmoorden" gesproken.

In 1993 "werd" Xabier Kalparsoro "Anuk" uit het venster van een politiecommissariaat "gevallen". In 1997, de dag vóór Pasen, Aberri Eguna, werd Josu Zabala eveneens levenloos teruggevonden met een pistool naast zich, een kogel in de borst, maar heel weinig bloed. Arnaldo Otegi: "Ondanks onze diepe pijn zullen we reageren met politieke intelligentie. De Spaanse en Franse staat zijn tot alles in staat om ons vredesproces te dynamiteren."

23 maart 1999

"Zizurkil weent bij het afscheid van José Luis Geresta", titelt GARA en daarbij staat een prachtige foto van een begrafenisstoet die door het veld naar het kerkhof trekt zoals dat in Italiaanse films wel eens te zien is. Een broer van Joselu zegt dat "hij (zelf) spreekt met een gebroken hart maar met klare ideeën". Er raken meer gegevens bekend. Zo zou de revolver links van het lijk gelegen hebben terwijl de kogel via de rechterslaap het hoofd binnendrong. De vele blaren aan de voeten wijzen erop dat hij kort vóór zijn dood veel gelopen zou hebben.

28 maart 1999

Hoewel gewaarschuwd werd voor juridische stappen als de dood van Geresta nog als een moord door "staatsambtenaren" wordt bestempeld, wordt er toch veel in die richting geschreven. O.a. over de overige "zelfmoorden" zoals die van "Anuk" die uit een venster van een politiecommissariaat viel en de dood van "Basajaun" omstreeks dezelfde periode en in gelijkaardige omstandigheden.

Jabier Salutregi Mentxaka, die zich in Gara "directeur van EGIN" blijft noemen (de krant is dan ook maar "voorlopig" gesloten) haalt woorden van Josu Muguruza aan. "Als zij hun kogelvrije vesten aantrekken, moeten we onze begrafenissen voorbereiden!"

20 maart 1999

het lijk gevonden van

In Renteria

wordt op