Embalse de Itoiz

Dorpen

Het getroffen gebied

Het project

De regering van Navarra lanceerde de projecten “Embalse de Itoiz” en “Canal de Navarra” met een dubbel objectief:

    1. Een einde maken aan de chronische problemen van droogte en daarmee gepaard gaande schaarste aan water in de centrale en zuidelijke zone van het gebied.

    2. Drinkbaar water voorzien voor de totale omgeving van Iruñea-Pamplona.

Daarom werd er geopteerd voor een stuwmeer. Uit de 173 mogelijke plaatsen werd Itoiz geselecteerd, omdat hier het grootste rendement kon verwezenlijkt worden. Om eenzelfde capaciteit te simuleren, zou het noodzakelijk zijn 20 stuwmeren van gemiddelde capaciteit te bouwen.

Het stuwmeer van Itoiz, dat de watertoevoer van de rivieren Irati en Urrobi zou benutten, heeft 2 grote armen die de valleien van Longida en Artzi-Arce aandoen, en ligt op 3 kilometer van Aioz-Agoitz en op 28 kilometer van Iruñea-Pamplona.

De stuw is van het type gebaseerd op zwaartekracht, en gebouwd met conventioneel beton. Voor het project was het noodzakelijk 889.732 m3 aarde te verwijderen en voor de constructie was 1.331.797 m3 beton nodig.

Gelijktijdig met het project Itoiz werd het oude idee om water te voorzien voor de meest droge zones terug uit de lade gehaald. Dit wordt het project Canal de Navarra genoemd, dat 57.000 nieuwe hectaren zou moeten bevloeien, 16.000 hectaren consolideren en drinkwater voorzien voor 350.000 inwoners. Het Canal de Navarra zou in het stuwmeer van

Itoiz ontspringen en een groot deel van Navarra doorlopen tot Ablitas, aan de grens met Aragón.

Beide projecten stonden vanaf het begin ter discussie, omwille van de astronomische kostprijs (250.745.000 euro’s) en omwille van de twijfels over de noodzaak en de rentabiliteit ervan.

De getroffen vallei is een landelijke zone bij uitstek, vooral gewijd aan veeteelt en landbouw, met een lage bevolkingsdichtheid. 15 gemeenten worden door het project getroffen: 7 gemeenten zullen totaal onder water worden gezet: Artozki, Muniain, Usoz, Ezcay, Gorriz, Itoiz en Orbaiz.

8 gemeenten worden gedeeltelijk getroffen: Nagore, Osa, Usoz, Artzi, Lacabe, Uloci, Rala en Orotz-Betelu.

Natuurgebieden

Ook natuurgebieden moesten er aan geloven. Als het stuwmeer tot zijn volle capaciteit zou gevuld worden (590m hoogte) zouden verscheidene natuurgebieden getroffen worden:

a. Reservas Naturales.

Het water zou het laagste gedeelte van drie kloven (bergengten of “foz”) doen overstromen. Drie Reservas Naturales waar verscheidene soorten roofvogels zich nestelen: Foz de Iñarbe, de Gaztelu en de Txintxurrenea.

De regering van Navarra veranderde de “Ley Foral de Espacios Naturales” in 1996 de beschermzone van 500 m tot 250 m.

b. Zonas de Especial Protección para las Aves (ZEPA)

Het project zou twee ZEPA’s onherroepelijk aantasten, waar 21 verschillende soorten vogels verblijven en waarvan er 8 opgenomen werden als bedreigde diersoort in Navarra (zoals de koningsarend, de lammergier, de aasgier, de koningsuil, de passagiersvalk).

De regering van Navarra veranderde het BPA (Bijzonder Plan van Aanleg) in 1991 door de respectievelijke omschrijvingen van de ZEPA’s, vastgelegd in 1990, te reduceren met 40%.

Chronologie

1985: mei keurt het Ministerie van Openbare werken het project goed.

1986: In november treedt de oppositie “Coordinadora de Itoiz” in actie met 1.000 manifestanten

1987: In april weigert de gemeenteraad van Itoiz de vergunningen af te leveren. In november gaat een 2de actiedag van start met 2000 manifestanten.

1988: In april verhinderen inwoners van de getroffen gemeenten de start van de werken, die later onder politiebegeleiding, toch van start gaan.

1989: In februari schrijft het parlement van Navarra 900 miljoen peseta’s in op de begroting, om gronden aan te kopen. Het hele jaar door zijn er mobilisaties van tegenstanders.

1990: In november keurt het MOPU (Ministerio de Obras Públicas y Urbanismo) definitief het project goed. Tijdens een 5de actiedag zijn er nu al 5.000 manifestanten.

1991: In januari brengt de “Coordinadora de Itoiz” de zaak voor de Audiencia Nacional. In april was er een betoging onder de ordewoorden: “Waarom? Voor wie?”

1992: In september verklaart Miguel Sanz (toenmalig vicepresident van de regering in Navarra) dat de werken doorgaan, desnoods onder bescherming van private veiligheidsdiensten of de Guardia Civil.

1993: In mei beginnen de werken, onder bescherming van de Guardia Civil. Greenpeace eist de stopzetting. In augustus wordt met scherp geschoten door de Guardia Civil. In december wil Felipe González de contracten herzien.

1994: In mei verzamelen 13.000 manifestanten om de stopzetting te eisen. Brussel eist in augustus een studie over de gevolgen op het milieu.

1995: In september verklaart de Audiencia Nacional het project ongeldig, wegens foute planificatie, foute rechtvaardiging en ernstig impactop het milieu. In oktober verklaart minister van MOPU dat het vonnis niet bindend is en dat de werken doorgaan.

1996: In januari publiceert “Diario 16” dat er miljoenen (250 tot 500 miljoen) corruptiegeld uitbetaald werd om frauduleuze vergunningen te krijgen. De Audiencia Nacional onderzoekt de zaak en legt een dwangsom op van 24.000 miljoen peseta’s als de werken niet worden stilgelegd. Later wordt dat 12.000 miljoen is afwachting van een vonnis te gronde door het “Tribunal Supremo”. In april saboteren 8 personen van de “Grupo Solidarios con Itoiz” de kabels om het beton te transporteren. De werken lopen hierdoor een vertraging van 8 maanden op.

1997: In maart verschijnt een studie van professor Economische Analyse van de universiteit van Zaragoza, Pedro Arrojo, waarin hij aantoont dat het project niet rendabel is. In dezelfde maand komen meer dan 20.000 manifestanten op straat in Pamplona. In juni publiceert het Tribunal Supremo een vonnis waardoor het project “Canal de Navarra” op de helling komt te staan.

1998: In januari ratificeert de Audiencia Nacional het vonnis, maar legt de werken niet stil. In oktober verschijnt een studie van de universiteit van Zaragoza die aantoont dat er 27% minder water in het stuwmeer zal zijn, in vergelijking met wat er oorspronkelijk werd gezegd. In dezelfde maand tekent Miguel Sanz het document ter financiering en ter uitvoering van het project “Canal de Navarra”.

1999: In mei toont de geoloog Antonio Casas aan dat er problemen zijn met de geologische ondergrond. Er zullen zich aardverschuivingen voordoen als de werken worden uitgevoerd. In september lekt het “Coordinadora de Itoiz” een nota van het Ministerie van Milieu waarin staat dat het project een maximaal risico inhoudt.

2000: In februari klimmen leden van “Solidarios” op de koepel van het Vaticaan. In november informeren ingenieurs van “Caminos, Canales y Puertos” dat het stuwmeer tot 7 verschillende soorten catastrofen waarbij mensenlevens op het spel staan en de verwoesting van veel dorpen. In december verzekert CHE (Confederación Hidrográfica del Ebro) dat er geen enkele risico is en kondigt het vullen van het stuwmeer aan.

2001: In maart presenteert de voorzitter van CHE, José Vicente Lacasta, 108 argumenten die zouden moeten borg staan voor een risicoloos en probleemloos verhaal van het project. In april is er een manifestatie in Pamplona onder het ordewoord: “Itoiz, STOP por seguridad” (stop voor de veiligheid). In augustus starten de werken aan het “Canal de Navarra”.

2002: In maart wordt een urgentieplan opgesteld waarin toegegeven wordt dat er gevaar is op aardverschuivingen. In april ratificeert het Tribunal Supremo een vonnis dat de hoogte van het water in het stuwmeer beperkt tot 506,8 meter. In mei heft de Audiencia Nacional dit vonnis op.

2003: In februari wordt gestart met het gedeeltelijk vullen tot 506 meter. In februari is er bij een onweer geen controle meer op de hoogte en stijgt het water tot 520 meter. In april wordt overgegaan tot de afbraak van de huizen in Nagore en in juli-oktober die van Itoiz en Artozqui.

2004: In januari wordt gestart met het volledig vullen van het stuwmeer (duur 3 à 4 jaar). In september heeft een aardbeving plaats van 3,3° in Lizoian en een andere van 4,6° in Nagore. In november pakt de “Coordinadora” uit met een studie van 1972 (door geoloog Joaquin de Valle) waarin staat dat er een breuk in de ondergrond van het stuwmeer is.

2005: In april komt de CHE met 5 argumenten op de proppen, die zouden moeten bewezen dat er geen oorzakelijk verband is tussen de aardverschuivingen en het project. In juni tonen door het CHE geplaatste speciale meters aan dat er grondverschuivingen zijn aan de linkerkant.

Kiko Lako, woordvoerder van “Coordinadora de Itoiz”

Bron: www.eitb.com/itoiz/es/eitb24_itoiz_es.asp

Op 15 augustus 2007 verschijnt in Eitb24 volgend artikel

De “Coordinadora de Itoiz” informeert dat er zich in de eerste helft van de maand augustus 2007 niet minder dan 37 nieuwe aardschokken (aardverschuivingen) hebben voorgedaan in de omgeving van het stuwmeer. De seismologen registreerden op 7 augustus 2007 de hoogste waarde (2,0° op de schaal van Richter) ter hoogte van Otoiz en omstreken. Van de 37 aardschokken werden er 12 geregistreerd in het epicentrum van het stuwmeer zelf en 25 in een straal van 5 kilometer.

Over langere periode wordt een gemiddelde van 2 schokken per dag vastgesteld, wat een voldoende motief zou moeten zijn voor een onmiddellijk en gecontroleerd leegmaken van het meer zou moeten zijn.

Op 18 augustus 2007 verschijnt in Eitb24 volgend artikel

Het collectief “Solidarios con Itoiz” heeft laten weten dat Julio Villanueva op vrijdag, 17 augustus 2007, gearresteerd werd, terwijl hij zich in orde wilde stellen voor de vernieuwing van zijn rijbewijs. Er wacht hem een gevangenisstraf van 4 jaar en 10.

Julio Villanueva is één van acht verdachten die de kabels (om het beton te transporteren) zou hebben doorgeknipt op 6 april 1996. Met hem erbij zijn er nu drie leden die via de gevangenis gepasseerd zijn, waarvan er al twee terug vrijgelaten zijn. Als protest zal het collectief een protestmanifestatie houden te Iruñea-Pamplona op maandag, 20 augustus 2007, om 19:00u.

Julio Villanueva werd op 6 december 2007 in vrijheid gesteld. De invrijheidsstelling is er gekomen omdat een rechter oordeelde dat het delict, gepleegd in april 1996, verjaard is.

Op 8 september 2007 verschijnt in Gara volgend bericht

“De ‘Coordinadora de Itoitz’ (actiegroep tegen de stuwdam) klaagt aan dat er zich sinds het begin van de werken al 1327 aardschokken, aardverschuivingen hebben voorgedaan, waarvan in de eerste 7 dagen van september alleen al 21. De Coordinadora vraagt dringend aan de Spaanse Minister van Milieu, Cristina Narbona, om het leegpompen van de stuwdam te verordenen, vooraleer er slachtoffers te betreuren vallen.”

Manifest van 29 november 2007

Elf ecologische collectieven hebben vandaag, 29 november 2007, een manifest voorgesteld waarin het leegpompen van het stuwmeer van Itoiz, het stilleggen van de aangroei van het meer van Yesa, een nieuwe hydrologische politiek en de invrijheidstelling, zonder voorwaarden, van het gevangen lid, Julio Villanueva, van “Solidarios con Itoiz“ geëist worden.

De collectieven zijn: Amigos de la Tierra, Coagret, Ecologistas en Acción, Greenpeace, Gurelur, Lurra, Asamblea de Vecin@s Amenazad@s por Itoiz, Coordinadora de Itoiz, Iniciativa Ciudadana Yesa No Vida Sí, Nueva Cultura del Agua de Navarra en Soliari@s con Itoiz.

De tekst herinnert aan de oppositie die al van bij de start gevoerd werd, herinnert ook aan de gevolgen (1300 aardschokken van januari 2004 tot 29 november 2007), herinnert aan de dagelijkse angst en onzekerheid van de omwoners en herinnert aan de onzekerheid van de bewoners van Sangüesa/Zangotza, dichtbij het Pantano de Yesa, waarvan uitbreiding voorzien is.