Sandra Barrenetxea

Op 4 mei 2006 laat Magistraat Santiago Pedraz van het Spaanse Hooggerechtshof de Baskische gevangene Sandra Barrenetxea vrij zonder borg, "omdat een verklaring aan de politie door een derde onvoldoende is om iemand in de gevangenis op te sluiten".

Sandra Barrenetxea werd op 24 april 2006 opgepakt door de Guardia Civil en gedurende drie dagen gefolterd. Magistraat Ismael Moreno liet haar daarna opsluiten in de gevangenis van Soto del Real op de gekende beschuldiging: "colaboración con banda armada" (collaboratie met gewapende bende). Toch had Barrenetxea geen verklaringen afgelegd, noch aan de Guardia Civil, noch aan de magistraat. Pedraz benadrukte nu dat enkel de “twijfelachtige verklaring” (afgelegd onder foltering) van Ibon Meñika aan de Guardia Civil onvoldoende is om iemand te beschuldigen van "collaboratie met ETA".

Bij de arrestatie van Ibon Meñika werden "betaalcheques" gevonden zoals die door o.a. ETA gebruikt werden. Ook Meñika verklaarde dagenlang gefolterd te zijn. Tot op heden was, althans voor wat Basken betreft, een dergelijke eenvoudige verklaring door een derde al voldoende om iemand zijn vrijheid te ontnemen. Op die manier kwamen honderden Baskische activisten in de cel terecht waarna ze meestal tot jaren gevangenisstraf veroordeeld werden, na "zelfbeschuldiging" ten gevolge van foltering. De arrestatie van een vriend was voor anderen jarenlang aanleiding tot een vlucht naar Frans Baskenland.

04 mei 2006

Zouden alle gelijkaardige zaken van "eenvoudige verklaring aan de politie" nu te herzien zijn?

Een andere magistraat, Fernando Grande-Marlaska, die zich opwerpt als "erfgenaam" van Baltasar Garzón laat wel de Herriko Taberna van Zamudia waar Meñika "thuis" was voor twee jaar sluiten. Dit gebeurt "op eenvoudig verzoek" van de neofascisten van "Slachtoffers van het Terrorisme" en van "Waardigheid en Justitie", twee mantelorganisaties van de PP.

08 mei 2006: Sandra Barrenetxea getuigt

“Ahora estás en las cloaclas del Estado, y aquí la tortura campa a sus anchas”

“Nu zit ze in de ingewanden van de staat, en daar kan de foltering zijn gang gaan”

Nauwelijks één maand na het staakt-het-vuren door ETA, op 24 maart 2006, met als doel een democratisch proces tot oplossing van het conflict te stimuleren, klaagt Izquierda Abertzale de politionele bezetting van Irala (Bilbao) aan. Drie dagen na het in voege treden van het staakt-het-vuren arresteerde de Ertzaintza de inwoner, Dani Yaniz, van Irala, en op 24 april 2006 werd Sandra Barrenetxea door de Guardia Civil opgepakt en incomunicado geplaatst. Vijf dagen na de arrestatie van Ibon Meñika, beschuldigd van betaalcheques bij zich te hebben om ETA te steunen, verlaat Sandra Barrenetxea de zetel van LAB (vakbondsorganisatie) en stapt een cafetaria binnen. “Onmiddellijk verschenen 5 mannen, die zich identificeerden als Guardia Civiles, en gaven mij het bevel met hen mee te komen. Het was een verschrikkelijk moment, ik verschoot geweldig. Ik klampte mij vast aan de bar, roepende van niet doen, niet doen… maar zij sleurden me mee en zij gooiden mij in hun wagen. Ik kreeg handboeien omgedaan en ze brachten mij (zo veronderstel ik althans, want ik zag niets) naar La Salve (een wijk in het 2de district van Bilbao). Hier begonnen de bedreigingen, die constant zouden voortduren.

Sandra Barrenetxea, opgepakt op 24 april 2006 na een verklaring onder foltering van Ibon Menika, een woordvoerder van de Baskische jongerenorganisatie SEGI, en werd 3 dagen lang gefolterd. Geblinddoekt werd ze doorlopend op haar hoofd geslagen, ze werd bedreigd met verkrachting en sterilisatie, ze kreeg de beruchte plastic zak over het hoofd, werd natgespoten en er werd gedreigd met stroomstoten. Maar op 4 mei 2006 wordt ze plots vrijgelaten. De rechter vindt opmerkelijk genoeg een verklaring aan de politie door een derde onvoldoende om Sandra Barrenetxea in de gevangenis te houden. Normaal gesproken was dergelijke verklaring van derden de afgelopen jaren voor honderden gearresteerde Basken voldoende om tot lange gevangenisstraffen veroordeeld te worden, of simpelweg 4 jaar in voorarrest te blijven zitten. Velen zijn veroordeeld vanwege deze ‘zelfbeschuldiging’. Overigens wordt de in verband met de arrestatie van Meñika een doorzochte Herriko Taberna, een Baskische volkskroeg, voor 2 jaar gesloten na het verzoek van 2 mantelorganisaties van de Partido Popular, Slachtoffers van het Terrorisme en Waardigheid en Justitie.

Enkele dagen na haar vrijlating verklaart Sandra Barrenetxea hoe ze in een cafetaria in Bilbao door vijf mannen van de Guardia Civil werd overmeesterd en geblinddoekt in een auto werd meegevoerd. “Na een aantal uren werd ik geblinddoekt meegenomen naar mijn huis. Het geroep van vrienden en kennissen bracht me enigszins tot rust en verschafte me moed. Nadat het huis doorzocht was, en nog vóór de reis naar Madrid werd aangevat, werd ik onderzocht door een wetsdokter. Op dat ogenblik werd ik heel nerveus omdat ik wist wat me te wachten stond. Daar aangekomen zei één van de agenten: ‘Je moet niet denken dat we hier een Coca Cola zullen drinken en daarna slapen gaan, nu begint het goede pas.’ Ik kreeg weer een blinddoek om en iemand, die commissaris leek te zijn, stelde voortdurend vragen. Toen ik daarop niet antwoordde, zei hij dat we dan maar verder gingen, “waar de gekken zijn”. Ik kwam bij een vijftal Guardias terecht. Als verwelkoming kreeg ik te horen: “Je bent hier in de riolen van de Staat en hier gaat de foltering zijn gang. We zullen je hier verbrijzelen”. Vanaf dat ogenblik zou ik drie dagen aan één stuk blijven wenen. Met steeds kortere tussenpozen kreeg ik zenuwaanvallen en begon ik te hyperventileren. Ze bleven aan één stuk tegen me schreeuwen, denigrerende beledigingen te uiten en ononderbroken op mijn hoofd te slaan. Ik kwam bij verschillende groepjes agenten terecht die elk hun eigen verschillende methodes van mishandelen gebruikten. De ene dreigde met seksuele vernederingen en maakte aanstalten daartoe, de andere stelde enkel vragen terwijl een derde deed alsof hij me ging vermoorden. Helemaal naakt werd ik in een slaapzak gerold en kreeg ik opnieuw de plastic zak over het hoofd getrokken. Ik werd als een speelbal in de kring rondgeslingerd tot ik neerviel. Dan dreigden ze de elektroden aan te sluiten. Ze gooiden water over me heen en gaven me een stroomkabel in de hand. Ik kon niet zien wat ze gingen doen en ze bleven schreeuwen. Ik werd hysterisch! Ze dreigden me te zullen verkrachten. Daarvoor zou een kerel van twee meter groot komen. Ze vroegen of ik nog ooit kinderen wilde krijgen, en ze lieten horen dat ze latexhandschoenen aantrokken. Dat was “omdat ze me gingen steriliseren”. Ze wilden me breken en ik verloor elk besef van tijd. Toen magistraat Ismael Moreno mijn opsluiting in de gevangenis van Soto del Real beval, leek dat voor mij op een verlossing. Soto del Real is wat het is, een gevangenis. Maar mijn ervaring met de “verdienstelijken” was verschrikkelijk geweest. En daardoor was Soto del Real een opluchting. Bij aankomst hoorde ik bemoedigende stemmen van andere politieke gevangenen mij verwelkomen. Ik kwam er tussen mensen die me moed inspraken en die alles voor me deden. Ik kreeg na die gruweldaden eindelijk een bed, dekens, boeken…” De hel was voorbij.

Democraten (?) in actie

Het is Spanje dat jou de vrijheid geeft.

Verdedig het!

España y Libertad

Plataforma

Het platform “España y Libertad”, haatdragende mantelorganisatie van de PP, heeft bij het parket van de Audiencia Provincial van Bizkaia klacht ingediend tegen de vertegenwoordiger van Askatasuna, Julen Larrinaga, en tegen de woordvoerder van TAT-Torturaren Aurkako Taldea, Aiert Larrarte, op grond van beledigingen ten aanzien van de FSE-Fuerzas de Seguridad del Estado, veiligheidstroepen van de staat, dus Ertzaintza en Guardia Civil. Wat was hun misdrijf? Zij hadden openbaar de foltering tegen Ibon Meñika (foto hiernaast) aangeklaagd.España y Libertad”, vraagt het parket afdoend en hard op te treden tegen de laster, de smaad, de verdachtmaking en de aantasting van goede naam van de FSE. In Spanje wordt er toch niet gefolterd! En al de rapporten van internationale organisaties, die het tegendeel bewijzen, zijn niet ter zake en ongeloofwaardig.

Bron: torturano.bitacoras.com

11 mei 2009: Larrinaga en Larrarte voor de rechter

In een zaak zonder voorgaande startte op 11 mei 2009, in de Audiencia Provincial van Bizkaia, het proces tegen Julen Larrinaga en Aiert Larrarte omdat zij het aangedurfd hadden de folterpraktijken tegen Ibon Meñika en Sandra Barrenetxea in de openbaarheid te brengen. De Openbare Aanklager eiste voor elk van hen een boete van meer dan 5.000 euro’s.

Alvorens ze de rechtszaal binnenstapten verklaarden ze aan de pers: “In plaats van diegenen aan te pakken die folterpraktijken toepassen, treden ze alleen op tegen hen die dit weerzinwekkend schouwspel aanklagen. We kunnen de gevallen die wel behandeld werden, op 1 hand tellen, maar het uiteindelijke vonnis bestaat dan ook slechts uit 2 lijntjes? De realiteit is dat de naam Spanje in alle internationale rapporten over foltering verschijnt, samen met Turkije en Israël. Patxi López heeft bij zijn aanstelling als nieuwe Lehendakari verklaard dat hij de straffeloosheid hard zal aanpakken, maar hij verwees daarmee naar het Baskische verzet. Nochtans is de grootste straffeloosheid te vinden in de gevangenissen, de commissariaten en de kazernes van de Guardia Civil, waar de rechten van de mens (geen foltering) systematisch geschonden worden. Wij vragen hem dan ook wat hij zal ondernemen tegen het folteren en de straffeloosheid in gevangenissen en commissariaten. Wij horen alleen een oorverdovende stilte”.

Tijdens het proces sneerde Larrinaga naar het democratische (?) Spanje met de woorden: “De Spaanse staat glijdt meer en meer af naar een politiestaat en laat de rechtstaat terzijde”. De voorzitter van het Hof onderbrak hem door te stellen dat niet de Spaanse staat hier terechtstond. Larrarte wees er op dat hij advocaat is en werkzaam is bij TAT- Torturaren Aurkako Taldea, een NGO die assistentie verleent aan gefolterden en juridische informatie verzamelt over de feiten.

Ibon Meñika, die opgeroepen werd als getuige en in de gevangenis zit voor de zaak “Jarrai-Haika-Segi” (raadpleeg voor uitgebreide informatie de rubriek "Politieke processen 4"), weerlegde de opmerking van de Openbare Aanklager als zou hij geen aangifte gedaan hebben bij de wetsdokter in de gevangenis: “Natuurlijk niet, de schrik zat er heel diep in, want de Guardia Civiles hadden gedreigd de folteringen nog in hevigheid op te voeren als ik ook maar iets zou loslaten”. Dan gaf hij een gedetailleerd verslag van zijn pijnlijk wedervaren: slagen op het hoofd, op de testikels, op de ribben…en als gevolg daarvan verlies van alle tijdsbesef. Hij had wel aangifte gedaan voor de magistraat van de Audiencia Nacional omdat hij wist dat hij niet naar de kerkers van de Guardia Civil moest terugkeren. De Audiencia Nacional schonk, zoals gewoonlijk, niet de minste aandacht de klacht.

Amnesty International (AI) verklaarde gelijktijdig met het proces dat het de grootste twijfels had of de Spaanse staat de klachten tegen foltering onderzoekt. Zij vragen Zapatero dat hij in het Congres onmiddellijk een Plan voor de Mensenrechten opstart, en meer concreet: een Nationaal Mechanisme ter Preventie van Foltering.

12 mei 2009

De Openbare Aanklager verhoogde op 12 mei 2009 zijn eis van 5.000 euro’s tot 7.000 euro’s boete. De verdediging vroeg de vrijspraak, omdat de beklaagden niet de democratische legitimiteit of het democratische prestige in het gedrang wilden brengen. Toen zij in 2006 op de hoogte gesteld werden van de folteringen die Ibon Meñika had ondergaan, wilde zij met hun protest vermijden dat ook Sandra Barrenetxea hetzelfde lot zou ondergaan. Wij weten nu dat dit vergeefs was. Larrarte voegde er aan toe dat niet zij, maar de Guardia Civil zichzelf in diskrediet gebracht had. Hij toonde zich heel verbaasd omdat hij moet terechtstaan, te meer omdat de klacht door de ultrarechtse falangistische groupuscule “España y Libertad” werd ingediend, de vlaggenzwaaiers bij uitstek van geweld.

Dan volgde de verklaring van Ibon Meñika die nauwgezet vertelde welk folterleed hem werd aangedaan. Toen hij het dagvaardingsbevel kreeg op te komen getuigen, dacht hij dat de klacht die hijzelf had ingediend zou behandeld worden.

Ook Sandra Barrenetxea vertelde nadien haar calvarieweg en wees er op dat zij klacht ingediend had bij de wetsdokter van de Audiencia Nacional, maar dat die klacht vertikaal geklasseerd werd, zonder er ook maar enige aandacht aan te besteden. Wat het trieste gebeuren nog erger maakte, was het feit dat ze uiteindelijke werd vrijgelaten zonder veroordeeld geweest te zijn voor misdrijven die haar werden toegedicht. Er was niet het minste bewijs, omdat er geen misdrijf was. Maar als je gefolterd wordt, dan beken je al vlug van alles.

De Openbare Aanklager trachtte de geloofwaardigheid van beide getuigenissen te ondermijnen door te stellen dat er in de medische rapporten niets terug te vinden was over een klacht wegens foltering. Hoe kan het ook anders: de wetsdokters spelen onder één hoedje met een gepolitiseerde magistratuur.

29 mei 2009

Op 29 mei 2009 werden Julen Larrinaga en Aiert Larrarte door een rechtbank in Bilbao vrijgesproken van het misdrijf “injurias a las FSE” (belediging, smaad aan de veiligheidsdiensten). De Strafrechtbank van Bilbao motiveerde dit besluit als volgt: “Beide beklaagden hebben de verklaringen van Ibon Meñika in goeder trouw overgenomen, en wereldkundig gemaakt. Dit was hun recht op vrijheid van informatie en uitdrukking (vrije meningsuiting). “Wie te goeder trouw het bestaan van een misdrijf aanklaagt, begaat geen misdrijf”. Het hof voegde er op een slinkse manier aan toe dat zij niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor “valse verklaringen”. Terloops, in Spanje wordt het merendeel van de klachten over foltering als “valse verklaringen” bestempeld). Het Hof bevestigde dat Ibon Meñika leugens vertelde, want na deskundig onderzoek (?) was gebleken dat hij niet gefolterd werd.

Bron: Gara, Deia, EiTB