De kolonel zwijgt niet

Amadeo Martínez Inglés

De kolonel zwijgt niet

In 1953 werd Amadeo Martínez Inglés toegelaten tot de Academica General Militar in Zaragoza. Hij nam deel aan de Guerra de Ifni, de Ifni-oorlog, tussen oktober 1957 en april 1958, als toenmalig luitenant. Hij leidde er het bataljon Tetuán nº14 de Castellón. Door zijn inzet in deze oorlog werd hij beloond met de Medalla al Mérito Militar de medaille voor militaire verdienste.

In 1969 behaalde hij het diploma Estado Mayor (generale staf), en werd hij uitgezonden naar de Brigada de Infantería Ligera Paracaidista en de Tropas Nómadas del Sáhara. Hij behaalde ook het diploma Estado Mayor aan de Escuela de Guerra de Argentina en specialiseerde zich Estados Mayores Conjuntos (gezamenlijk generale staf), carros de combate (tank), paracaidismo militar (militaire parachutisme), unidades motorizadas (gemotoriseerde eenheden), operaciones aerotácticas (lucht- en lanmachtoperaties) en fotointerpretación aérea (luchtfotogramma). Tijdens zijn carrière, vooral tijdens de Spaanse democratische (?) overgang, La Transición Española, bekleedde hij belangrijke posten binnen het leger: Jefe de Movilización del Estado Mayor del Ejército (chef mobilisatie in de genrale staf) en Jefe del Estado Mayor de la Brigada de Infantería (chef generale staf van de Infanteriebrigade) en Zaragoza. Gelijktijdig was hij ook professor Militaire Geschiedenis aan de Escuela de Oficiales del Estado Mayor (officierenschool van de generale staf). Dit om maar aan te tonen dat hij geen meelopertje was.

In april 1990 werd hij door de toenmalige minister van landsverdediging verwijderd uit de actieve dienst omdat hij 5 maanden in de militaire gevangenis van Alcalá de Henares werd opgesloten omwille van disciplinaire kwesties. In november 1989 had hij aan diverse mediakanalen verklaard dat hij voorstander was van een beroepsleger. Hij had er datzelfde jaar trouwens een boek over gepubliceerd: “España indefensa”.

In 2001 publiceert hij: ”23-F-El golpe que nunca existió”, (Foca, 2001), een polemisch boek over de staatsgreep van 23F, waarin hij naast de voornaamste politieke en militaire krachten van dat moment ook koning Juan Carlos beticht van deelname aan het het complot

Zware aantijgingen van Kolonel Martínez Inglés tegen het huidige Spaanse staatshoofd.

Ik beschuldig:

“Koning Juan Carlos doodde zijn broer, door vermoedelijk de directe orders van generaal Franco op te volgen”

Hij richt zich ook tot de Procureur Generaal van Portugal om de dood (moord?) te onderzoeken van de broer van Juan Carlos. Die broer, Alfonso, overleed naar aanleiding van schotwonde die uit de loop kwam van Juan Carlos. Hij kreeg nooit een antwoord. Hij schreef er ook een boek over: “La Muerte del Senequita” .

In februari 2008 verschijnt een ander polemisch boek over de figuur van koning Juan Carlos: “Juan Carlos I, el último Borbón” (Styria, 2008), waarin hij ongezouten kritiek uit over de manier waarop de koning aan de macht kwam, en la que critica profundamente su forma de llegar a la Jefatura de Estado, zijn Koninklijke macht en zijn verborgen privaat leven.

In dat zelfde jaar 2008 stuurt hij een brief naar de Kamervoorzitter met de vraag om een parlementaire commissie in het leven te roepen die de vermoedelijke verantwoordelijkheid van de monarch moet onderzoeken van diverse feiten en gebeurtenissen waarbij de koning zou betrokken zijn.

In December 2011 schreef hij een artikel in de digitale republikeins georiënteerde krant “Canarias Semanal”, waarin hij opnieuw van leer trok tegen de figuur van de koning:

Vrije vertaling

"Ja, jij, de laatste vertegenwoordiger in Spanje van een bende dronkaards, hoerenlopers, idioten, hersenlozen, klootzakken, nymfomanen en aan lager wal geraakten die in de loop van de eeuwen de buitenlandse Koninklijke bloedlijn hebben gevormd en schuldig zijn aan achteruitgang, onwetendheid, degradatie, armoede, haat en de wijdverbreide ellende van honderden generaties Spanjaarden; vermoedelijke verduisteraar van publieke gelden om te betalen voor seksuele losbandigheid; de meest corrupte in een land waar helaas corruptie met de moedermelk wordt meegegeven; straffeloze integrant van een ontzagwekkend persoonlijk fortuin waarvan niemand in dit land weet waar het vandaan komt; laaghartige militaire pleger van de staatsgreep van 23F die jij mede organiseerde om in extremis je verachtelijk Franquistische kroon te redden; bekeerde broedermoordenaar (of vermoedelijke moordenaar) tijdens je jeugdjaren; verdachte van hoogverraad tegen het Spaanse volk toen jij in 1975 een pact sloot met het Noord-Amerikanen staatsdepartement, ostentatieve vervangend staatshoofd tijdens de ziekte van dictator Franco, de beschamende overgave van de totale Spaanse provincie Westelijk Sahara (territorium onder Spaanse beheer volgens de UNO) om een oorlog te vermijden die je wankele troon in gevaar zou kunnen brengen, en zodoende medeverantwoordelijk voor de latere afschrikwekkende genocide gepleegd door koning Hassan II die zo het door Spanje in de steek gelaten territorium kon domineren… jij, die buitenlandse staatshoofden (Hugo Chavez) toeschreeuwde om hun mond te houden”.

Het artikel kende een ongeziene overweldigende bijval: op de website noteerde Canarias Semanal 500.000 unieke bezoekers, 34.000 “I Like” op Facebook, 2088 tweets en meer dan 1000 lezersbrieven. Samen met de geïnteresseerde buitenlandse papieren en digital media werd het artikel door meer dan 1.000.000 personen gelezen.

Dit succes is er mede oorzaak van dat de kolonel in beschuldiging werd gesteld wegens ernstige laster en belediging van de Kroon. In april 2012 werd hij voor verhoor opgeroepen. Op 12 maart 2013 moest hij voor de Audiencia Nacional verschijnen. Martínez verscheen op de eerste zitting in zijn kolonelsuniform om zo kritiek uit te brengen op de rechters, “die menen dat ik een terrorist ben” (de Audiencia Nacional behandelt normaal terrorismezaken).

Op 21 maart 2013 werd hij veroordeeld tot 6.480 euro’s.

“Sí, tú, último representante en España de la banda de borrachos, puteros, idiotas, descerebrados, cabrones, ninfómanas, vagos y maleantes que a lo largo de los siglos han conformado la foránea estirpe real borbónica culpable del atraso, la ignorancia, la degradación, la pobreza, el odio y la miseria generalizada de centenares de generaciones de españoles; presunto (estamos en un Estado de derecho aunque no lo parezca) malversador de fondos públicos para pagar francachelas sexuales; corrupto máximo en un país donde, desgraciadamente, la corrupción se mama desde la cuna; impune muñidor de una descomunal fortuna personal que nadie en este país sabe de donde ha salido; vil autogolpista castrense en aquél recordado 23-F que organizaste in extremis para salvaguardar tu detestable corona franquista; fratricida confeso (o presunto asesino) en tu juventud; reo de un delito de alta traición a la nación española al pactar en 1975 con el Departamento de Estado norteamericano, ostentando interinamente la Jefatura del Estado español por enfermedad del dictador Franco, la entrega vergonzante a Marruecos de la totalidad de la antigua provincia española del Sahara Occidental (territorio bajo administración española, según la ONU) en evitación egoísta de una guerra con ese país que hubiera puesto en peligro tu tambaleante corona; corresponsable, en consecuencia, del espantoso genocidio posterior (más de tres mil víctimas) cometido por el rey alauí, Hassan II, para dominar el inmenso territorio abandonado por España... tú que mandas callar a voz en grito a jefes de Estado extranjeros”.