Proces tegen Batasuna

Gerechtelijk onderzoek 35/02

"Sumario 35/02” of het gerechtelijk onderzoek 35/02 heeft als voorwerp het vermoedelijke verband bloot te leggen tussen Batasuna en ETA of met andere woorden aantonen dat Batasuna deel uitmaakt van ETA.

De actie werd opgesplitst in 2 pistes:

1. Aantonen dat Batasuna deel uitmaakt van ETA, met als gevolg de schorsing van alle activiteiten, de sluiting van de lokalen en van de Herriko Tabernas. De schorsing, gedecreteerd door Baltasar Garzón op 26 augustus 2002, werd officieel van kracht op 17 januari 2003.

2. Het goedkeuren van de Partijenwet, de “Ley de Partidos”, met als gevolg dat de partij verboden wordt en uitgesloten wordt om deel te nemen aan verkiezingen (zowel de organisatie als de individuele leden). Het verbod werd officieel van kracht op 27 maart 2003.

Er hangt Batasuna, samen met ANV en EHAK, nog een ander proces boven het hoofd, naar aanleiding van het "Sumario 4/08" (het gerechtelijke onderzoek tegen de politieke leiders).

28 januari 2002

Op 28 januari 2002 verklaart magistraat, Eduardo Fungairiño dat de huidige Spaanse en Europese wetten niet toelaten de partij Batasuna juridisch aan te pakken. Al het mogelijke zal gedaan worden om een passend antwoord te geven. In 1990 was Eduardo Fungairiño voorwerp van een mislukte aanslag, toen ETA hem een bompakket toestuurde. Het pakket kon tijdig gelokaliseerd en onschadelijk gemaakt worden.

29 april 2002

De wagen gaat pas voorgoed aan het rollen op 29 april 2002. Magistraat Garzón komt naar Baskenland afgezakt met een legertje Guardia Civiles om een aantal linkse Baskische militanten te arresteren. Er worden er meteen 11 opgepakt, onder wie ex-bestuursleden van de partij Batasuna, raadsleden en ex-raadsleden. De acties tegen die formaties werden gestuurd vanuit de “Diligencias Previas 153/2000” (gerechtelijk vooronderzoek), nu Sumario 35/02 genoemd.

Bij de arrestatie van Rufi Etxeberria kon er niet eens een arrestatiebevel getoond worden. Verder werden er een aantal huiszoekingen verricht, o.a. in het huis van José Luis Franco (alsof het nog niet erg genoeg is als Bask met een dergelijke familienaam door het leven te moeten.) Er werden ook huiszoekingen verricht bij de juridische adviesbureaus “Etxepare” in Mungia, “Aisa” in Tolosa, “Hator” in Hernani, “Ducal” in Bilbo, en bij de ondernemingen die instaan voor de distributie van levensmiddelen “Erosgune S.L.” en “Eneko S.L.”. Uiteraard werden ook alle woningen van de andere arrestanten doorzocht. Op bevel van Garzón werd zelfs in Hendaia een bestelwagen met materiaal van Batasuna staande gehouden. In Amara werd een rol plastic in beslag genomen, omdat die gebruikt wordt voor “het fabriceren van spandoeken"! Al vierentwintig uren voordien had Batasuna-leider, Arnaldo Otegi, op een persconferentie aangekondigd dat vanuit het Hooggerechtshof een politieactie op het getouw stond. Het partijbestuur wordt voorlopig met rust gelaten.

De aanklacht die magistraat Baltasar Garzón had klaarliggen, en die publiek gemaakt werd door het Spaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken, luidde: “Integratie in het financiële netwerk van ETA”. Dit werd verduidelijkt met volgende omschrijving: “De arrestanten hebben een plan in werking gesteld, uitgetekend door ETA, om door middel van handelsmaatschappijen fondsen te verwerven ten behoeve van het actieve lidmaatschap van een terroristische organisatie.” De arrestanten worden ervan beschuldigd geld wit te wassen dat ETA verkreeg via de "revolutionaire belastingen" (zie rubriek: Financieel netwerk 1"). Bovendien beschouwde Baltasar Garzón de structuur en de functionaliteit van de “Herriko Tabernas” als “globaal strijdinstrument ten dienste van het “MLNV-Movimiento de Liberación Nacional Vasco”. Structuur en functionaliteit die door deze culturele associaties gebruikt werden als propagandamachine, logistieke ondersteuning en financieel element van eerste orde. Daarom beval hij ook beslag te leggen op de lopende rekeningen van die voormelde “Herriko Tabernas”. Het exacte aantal inbeslagnames is niet precies te achterhalen.

Tijdens de daaropvolgende 1-mei-viering zegt de historische Batasuna-voorman Jon Idigoras in een toespraak dat de "erfgenamen van Franco" bij de laatste arrestaties "optraden in een échte Naziestijl”. Op vele plaatsen wordt geprotesteerd en in het Baskisch Parlement moet voorzitter Atutxa de woorden van Arnaldo Otegi laten schrappen uit de notulen als hij de verkozen leden van de PP "fascisten" noemt.

02 mei 2002

Magistraat Baltasar Garzón beveelt de blokkade van de rekeningen van verschillende "Herriko Tabernas". Dit is een regelrechte oorlogsverklaring, want de "Herrikos" zijn de gewone "volkshuizen", zoals die bij ons vroeger bestonden. Er worden kaartwedstrijden gehouden, de ouderen komen er ’s morgens hun koffie drinken en de jongeren verzamelen er ’s nachts om te discussiëren.

04 mei 2002

Rechter Garzón noemt de politieke partij Batasuna “nóg een onderneming van ETA". Van de 11 leden van de partij die enkele dagen geleden gearresteerd werden, kwam enkel Agustín Rodríguez vrij (onder borg.) De overigen worden beschuldigd van "lidmaatschap van gewapende bende". In een processtuk van 132 bladzijden verbindt Garzón de organisatie van de "Herriko Tabernas" met het vooronderzoek 18/98 "als een instrument in dienst van de structuur van het MLNV."

15 mei 2002

Op 15 mei 2002 heeft de PSOE zich dan toch laten vangen in het web van de PP om samen met hen het Pact over de Wet van de Partijen te tekenen die de bedoeling heeft Batasuna te illegaliseren. De PSOE dient, meer om de schone schijn, 17 amendementen in.

24 mei 2002

Op 24 mei 2002 stemt het Congres in Madrid bijna 90 % vóór de behandeling van het ontwerp "Wet van de Partijen" die het "illegaliseren" van de abertzalepartij Batasuna tot doel heeft. De PP kreeg de steun van de PSOE, de Coalición Canaria, de Partido Andalucista en een deel van de Catalaanse "nationalisten" van CiU. De PNV herinnerde er, bij monde van Josu Erkoreka, aan dat initiatief van de PP niet kan rekenen op een meerderheid in Baskenland. Begoña Lasabagaster van EA verweet de PP dat ze enkel electoraal rendement nastreven. Gaspar Llamazares zegt dat de nieuwe wet geen einde zal stellen aan ETA, noch EH (Euskal Herritarrok?) zal laten verdwijnen. Volgens Arnaldo Otegi, woordvoerder van Batasuna, houdt dit feit de start in van de opleving van het zelfbestuur van het Baskische volk. We zullen zien wie zal winnen." "Spanje koos voor oorlogsstrategie", aldus Jobeba Permach. Rafa Lareina richt zich via ETB tot "de wereld van Batasuna" en vraagt hen "niet in de politiek van de gewelddadige confrontatie te stappen, omdat dit wel eens de bedoeling van de initiatiefnemers zou kunnen zijn, en er dan vele arrestaties zullen volgen."

29 mei 2002

In Arrasate-Mondragón werd op 29 mei 2002, op last van rechter Baltasar Garzón, Iñaki Mallagarai gearresteerd. Hij is nét 56 jaar geworden. Mallagarai was intern directeur van de Spaarbank Caja Laboral Popular - Euskadiko Kutxa, en wordt ervan verdacht geldsommen van de Herriko Tabernas (Volkscafés) "doorgestuurd" te hebben in de richting van ETA. Ook de privéwoning van de man werd doorzocht. Op 31 mei 2002 werd hij in voorwaardelijke vrijheid gesteld onder borgtocht van 30.000 euro’s.

In één der "kwaliteitskranten" wordt eenvoudigweg gezegd “dat de (befaamde) Coöperatieve Caja Laboral van Arrasate-Mondragón altijd al verdacht werd ETA-geld wit te wassen en zodoende de belangrijkste financiële bron voor de organisatie was, maar dat er geen bewijzen waren die dit aantoonden". El Mundo levert eveneens zijn "bijdrage" aan de "heksenjacht" en merkt op dat het "eigenaardig" is dat er nog nooit aanslagen gepleegd werden op bankgebouwen van de Caja Laboral…

05 juni 2002

Op 05 juni 2002 stemmen in het Congres in Madrid 303 van de 320 leden ermee in de Partijenwet, die Batasuna moet verbieden, volgens de geijkte parlementaire procedure te behandelen. De Communisten van IU, die in Baskenland mee regeren, noemen het "een frontale aanval op de rechtstaat." Initiativa per Catalunya-Verts spreekt over "een zware politiek vergissing". Volgens Pernando Barena van Batasuna-Navarra "worden de poorten naar de catastrofe geopend". PNV, EA en IU zullen beginnen met het ophalen van protesthandtekeningen bij gemeenteraadsleden.

04 juli 2002

Op 04 juli 2002 stelt rechter Garzón, Batasuna burgerlijk verantwoordelijk voor de acties van "Kale Borroka" (straatgeweld) die een totale schade van 24,3 miljoen euro (1000 miljoen frank?) zou veroorzaakt hebben (het komt niet op een euro min of meer). Toch worden de acteurs van deze gewelddadige acties zelden gearresteerd (en zijn dus niet gekend), weet men dus niet of er een relatie is tussen hen en Batasuna. Garzón eist nu dat Batasuna binnen 24 uur 24,3 miljoen euro betaalt. Eén miljoen euro per uur, dus. Garzón zal daarna beslag leggen op de bezittingen van Batasuna. Dit is toch te gek voor woorden! Dat deze hele zaak gaat uitdraaien op een Open Oorlog kan hem duidelijk niets schelen. Misschien is dit wel juist de bedoeling. Batasuna-woordvoerder, Arnaldo Otegi, zegt dat zijn partij het bedrag niet kán en niet zál betalen. Bovendien moet Batasuna van de Spaanse Staat nog aanzienlijke sommen achterstallige verkiezingssubsidies krijgen, aangevuld met de boetes waartoe Binnenlandse Zaken al enkele malen veroordeeld werd. En de democratische staat weigert die aanzienlijke uit te betalen.

06 juli 2002

Op 06 juli 2002 verordent Garzón bij verschillende banken de blokkade van de rekeningen van Batasuna, alvorens er beslag op te leggen. De Partij is hiervan echter nog niet in kennis gesteld! Is dit nog een rechtstaat? De Minister van "Justitie" Angel Acebes beschuldigt Batasuna en zijn leden bovendien van allerlei zaken die nooit bewezen zijn en waarvoor ze zelfs nooit voor een rechtbank verschenen! Socialistische en PP-burgemeesters en raadsleden worden inderdaad bedreigd (door ETA), maar daar kan een politieke partij toch niet zomaar ongestraft van beschuldigd worden! Garzón vraagt ook aan Europees Parlementsvoorzitter, Pat Cox, naar de hoeveelheid geld die de formatie HB-EH-Batasuna wettelijk int van het Europese Instituut. De verhouding van de Ier Cox met de Spaanse politiek aangaande Baskenland kennende, gaat hij daar misschien niet eens op antwoorden, gewoon wegens "niets mee te maken" of "waar bemoeit die zich mee?"!

05 augustus 2002

Dan gebeurt er het volgende: in het toeristische plaatsje, Santa Pola, in Alicante, gaat op 5 augustus 2002 rond 20.30 u. vóór de kazerne van de Guardia Civil (maar eveneens dicht bij een bushalte) een bomauto de lucht in. Hierbij verliezen twee personen het leven, onder wie een kind (6 j.) van een Guardia Civil dat in het gebouw onder een meubel zou terechtgekomen zijn. De meeste gewonden bevonden zich eveneens in het gebouw. Hoewel van de bomauto haast niets meer overblijft, weet Minister Angel Acebes, Binnenlandse Zaken, toch te vertellen dat het een Ford Escort was die op 5 juli 2002 gestolen werd in Montpellier en dat hij geladen was met 40 kg "cloratita", versterkt met dynamiet. De ontsteking zou enkele minuten eerder geactiveerd zijn. Ook weet Acebes dat de bomauto geplaatst werd door een "comando itinerante" (een reizend commando dat vanuit Frankrijk vertrekt, de wagen parkeert en vooraleer de politiediensten de slag te boven zijn gekomen, opnieuw op Franse bodem is.) Maar dit is "technisch" onmogelijk om vanuit Alicante in die korte tijdspanne opnieuw in Frankrijk te geraken. Hoogst opvallend is dat er vooraf geen telefonische verwittiging binnenliep vanwege ETA… De PP-regering zat bovendien te wachten op een aanslag om de Partijenwet "in werking te stellen", en Batasuna buiten de wet te stellen.

Aznar hoopt en wenst dat de Partijenwet nu zo snel mogelijk in werking treed "want de onafhankelijkheidspartij is even zo verantwoordelijk als ETA." Ook magistraat Garzón, die eveneens "straffeloos" elke dag nieuwe dingen mag uitvinden in zijn strijd tegen het linkse Baskische nationalisme, meent nu zijn duit in het zakje te moeten doen: "De Partijenwet zegt wat hij zegt. Hem niet ten uitvoer brengen zou bedrog zijn."

De "bedoeling" van de hele orkestratie was de volgende: na een aanslag zou Batasuna deze aanslag niet publiek veroordelen, en op die manier kon de Partijenwet in werking gesteld worden. (Batasuna heeft na elke aanslag de slachtoffers wel betreurd, maar nooit de aanslag publiek veroordeeld.) En wat zegt Batasuna na deze aanslag? "De mislukking van de repressieve politiek van Aznar is wel erg duidelijk en de gevolgen van het conflict zijn nog erger als de slachtoffers slechts zes jaar zijn." De Baskische Minister van Justitie, Joseba Azkarraga, meent "dat het geen delict is als Batasuna nu zwijgt" (over een veroordeling.)

Intussen vervullen de Regering en het Openbaar Ministerie de formaliteiten om Batasuna buiten de wet te stellen. De Procureur Generaal, Jesús Cardenal, gaf opdracht bewijsmateriaal te verzamelen om de zaak in gang te kunnen zetten.

20 augustus 2002

Op 20 augustus 2002 start Magistraat Garzón de procedure op om de activiteiten van Batasuna op te schorten, daarbij argumenterend dat Batasuna overduidelijk geïntegreerd is in het, wat hij noemt, terroristische complex ETA-KAS-Ekin.

26 augustus 2002

Op 26 augustus 2002 werd door de Juzgado Central N° 5 (Centraal Gerechtshof N°5) een nieuw vonnis uitgevaardigd met nog meer drastische maatregelen:

1. Het onwettig verklaren van alle activiteiten (publiek, privaat, organisatorisch…) van Batasuna gedurende 3 jaar, met mogelijke verlenging van 2 jaar

2. Het bevel alle lokalen van die politieke partij te sluiten, te beginnen met de zetels van de partij tot en met de Herriko Tabernas

3. Het uitoefenen van mandaten verkregen via verkiezingen werd nog getolereerd, maar dan strikt binnen de perken van de institutionele activiteiten. In de praktijk betekent dit dat aanwezig zijn op parlementaire vergaderingen wel mocht, maar dat er geen persconferenties mochten plaatshebben

4. De opschorting werd bevolen om mobilisaties, concentraties, manifestaties, congressen… te houden. Ook de opschorting van propagandistische activiteiten en het bijhouden van een webpagina werden bevolen

5. Al deze maatregelen moeten door de politieke partij via de voorhanden zijnde communicatiemedia openbaar gemaakt worden, maar zelf mag de partij geen beroep doen op diezelfde media, zelfs niet voor reclame.

6. Ten slotte wordt aan de Politie de opdracht gegeven alle gegevens te verzamelen van personen die contact of banden hadden met Batasuna vanaf het ontstaan van de partij

Dezelfde dag van de sluiting van alle lokalen van Batasuna zorgde de Policía Autonómica Vasca, de Ertzaintza, ervoor dat de kantoren van 2 gerenommeerde organisaties die ijveren voor de mensenrechten, Etxerat en TAT, verzegeld werden.

Van synchronisatie gesproken! Op hetzelfde ogenblik, 26 augustus 2002, dat de magistraat Baltasar Garzón decreteert de activiteiten van Batasuna voor drie jaar op te schorten (met mogelijkheid tot 2 jaar verlenging), vraagt bijna 90 % van het Congres de "Partijenwet" in werking te stellen. De opschorting geldt niet voor de verkozen leden van Batasuna in de diverse gemeenteraden of in het Baskisch parlement, noch in de Deputaties. De opschorting geldt ook als Batasuna van naam zou veranderen. Om 23.00 uur vallen de Spaanse politiehonden de nationale Batasuna-zetel, gelegen in Pamplona, binnen. De bezetters roepen slagzinnen als "Batasuna Aurrera" en Demokrazia Euskal Herriarentzat". De parlementairen Pernando Barrena en Santi Kiroga zingen, samen met andere bezetters en sympathisanten, op straat het lied van de Baskische soldaat "Eusko Gudariak Gara". Kort daarop is de Herriko Taberna van Leitza aan de beurt. De webpagina "Batasuna.org" valt (tijdelijk) uit. Aznar vraagt de rechters Batasuna geen ogenblik uitstel te geven.

Mayor Oreja van de Partido Popular noemt magistraat Garzón een "voorloper" (Vanguardia) binnen de Spaanse justitie en een "voorbeeld" voor wie hij "het grootste respect en dankbaarheid heeft".

28 augustus 2002

Op 28 augustus 2002 komt Aznar met een nieuw ultimatum. Drie uur na zijn ultimatum valt de autonome "Baskische" politie, Ertzaintza, met mokers en breekijzers de Batasuna-zetel in Vitoria-Gasteiz binnen. Later op de dag gebeurde hetzelfde in Bilbao en in San Sebastián, nadat Garzón in weinig verhullende woorden tot spoed had aangezet en Enrique Villar, de Spaanse regeringsvertegenwoordiger in Baskenland, had gezegd "alle vertrouwen te hebben in de Ertzaintza". De politiemannen hadden kappen over het hoofd. Sympathisanten en parlementairen hadden zich met kettingen vastgeklonken aan de balkons. Ook werden in Bilbao de lokalen van de TAT (tegen foltering) en Etxerat (pro politieke gevangenen) gesloten.

02 september 2002

Op 2 september 2002 overhandigt het Openbare Ministerie de officiële vraag tot ontbinding van de politieke partijen Herri Batasuna, Euskal Herritarrok en Batasuna. De vraag wordt gericht aan de “Sala Especial del Tribunal Supremo” (speciale kamer van het Hooggerecht) volgens het artikel 61 de Ley Orgánica del Poder Judicial (organieke wet van de rechterlijke macht).

03 september 2002

Garzón noemt Batasuna op 3 september 2002 een "terroristische organisatie". Er wordt gespeculeerd wanneer de Batasuna-leiders zullen beschuldigd worden van "lidmaatschap" van de gewapende organisatie. In het Europese Parlement wordt Koldo Gorostiaga aangevallen door Guillermo Galeote (PP) en Rosa Diez van de PSOE. Nadat eerst de doden van de aanslag in Santa Pola herdacht werden, verklaarde Gorostiaga dat "iedereen in deze Kamer weet dat er een politiek probleem is, maar dat iedereen zwijgt”. Rosa Diez, die altijd al een hoge dunk van zichzelf gehad heeft, noemde deze verklaring "weerzinwekkend" omdat door de woorden van de Abertzaleleider, haar leven in gevaar gebracht was”. Gorostiaga zegt dat beiden liegen uit haat. Gorostiaga werd gemaand binnen de veertien dagen een som van 58.000 Euro’s terug te storten, die naar Batasuna zouden gegaan zijn.

De nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Ana Palacio, nam in een artikel in de "Financial Times de verdediging van de "Partijenwet" op. Ze noemt daarin de Batasuna-zetels "opslagplaatsen van wapens" en "plaatsen waar het geld, afkomstig van afpersing, geïnd wordt." Als antwoord op de toespelingen bij de Britse Europarlementairen en in de publieke opinie als zou de maatregel diametraal staan tegenover de oplossing die in het Ierse Probleem getroffen werd, zegt Palacio, "dat er geen politieke ideologie buiten de wet werd gesteld, maar een groep terroristen." Ze vergaderde ook een half uur met voorzitter Pat Cox om maatregelen te vragen tegen Koldo Gorostiaga, "hoewel men de beslissingen van de Eurokamer moet respecteren".

02 oktober 2002

Op 02 oktober 2002 liet Baltasar Garzón de verzegeling opheffen van de kantoren van Etxerat en TAT, zonder ook maar enige verklaring te geven waarom die verzegeling er überhaupt gekomen was.

16 oktober 2002

Op 16 oktober 2002 vaardigt de Juzgado Central N° 5 een vonnis uit die het mogelijk moet maken alle noodzakelijke onderzoeken te doen om bewijsmateriaal tegen Batasuna en de Herriko Tabernas te verzamelen. Hiermee wordt de deur opengezet voor een etnische zuivering in de rangen van de Abertzaleak.

11 november 2002

Op 11 november 2002 verschijnen verscheidene verantwoordelijken van Herriko Tabernas voor de Juzgado Central N° 5, om zich te verdedigen, maar op 9 mei 2003 heeft magistraat Garzón al een nieuw vonnis klaar: 75 Herriko Tabernas worden onder gerechterlijk curatele (administración judicial) geplaatst.

10 december 2002

Op 10 december 2002 wordt bekend gemaakt dat om het proces tegen Batasuna te versnellen, 13 van de 34 voorziene getuigen niet zullen komen opdagen. De professoren Edurne Uriarte en Gotzone Mora, Jon Juaristi, de zg. filosoof Fernando Savater, de burgemeester van Ermua, Carlos Totorica en 8 Guardia Civiles.

Dertien ex-Batasuna-kopstukken, onder wie Patxi Zabaleta, Xabier Sánchez Erauskin, Iñaki Aldekoa, Francisco Letamendia ‘Ortzi’ en Iñaki Esnaola, verklaren in een manifest dat Batasuna helemaal niet ontstaan is vanuit ETA, noch de bedoeling had hetzelfde doel uit te voeren. Een bewijs hiervan zijn de vele belangrijke politieke tegenstellingen die er in het verleden en ook nu waren. Ze tonen zich solidair met de Batasuna-leden die dreigen veroordeeld te worden. Verder zeggen ze dat de dossiers van Garzón, zoals de Partijenwet, de vrede niet dichterbij zullen brengen.

19 december 2002

Op 19 december 2002 maakten 19 "vermeende gedelegeerden van ETA binnen Herri Batasuna - Euskal Herritakkor-Batasuna" (leiders en ex-leiders van de linkse Baskische onafhankelijkheidsbeweging) om 9 uur hun opwachting bij het Hooggerechtshof in Madrid, om er te verschijnen voor Bloedraad van Baltasar Garzón. Met 4 busjes waren ze er naar toe gereden en zodoende waren ze voor de opgekomen Spaanse fascisten (een 50-tal) een gemakkelijk doelwit: "Hier komt de vuilnis!" "Dood aan ETA!" "Wij vergeven noch vergeten!" "Minder witte handen, méér sterke handen." "Arzalluz wijst aan, ETA schiet." "Otegi, hoerenzoon, sterf!" en "Euskal Presoak, Gaskamer", werd er geroepen of stond er te lezen op de pancartes die ondertekend waren door het "Front Spanje-Falange". Er werd een pop aan een strop opgehangen met op het T-shirt de naam van Arnaldo Otegi. De politie zorgde ervoor dat beide partijen uit elkanders buurt bleven. Toen even later toevallig een aantal Baskische jongeren hun opwachting maakte, werd er "Viva España" geroepen en "Waar is Muguruza?" doelend op de Batasuna-volksvertegenwoordiger die in Madrid bij een aanslag van de Falange vermoord werd. Binnen diende de groep zes lange uren te wachten op de magistraat die sinds kort weer uit ziekverlof was teruggekeerd (gedeeltelijke gezichtsverlamming). De "ondervraging" was vlug afgelopen. De Openbare Aanklager Enrique Molina had hen de cel willen indraaien, maar dit kon vermeden worden door een borgsom van 12.000 €. Om 15.00 verliet Garzón het gebouw, even later gevolgd door de betichten. Er waren nog drie ultra’s over die recht op hun benen konden blijven staan. Als verdediging hadden de Batasuna-leiders aangehaald dat ze hun werk "legaal" was, "openbaar" en "openlijk gekend." Garzón kwam toch met zijn zelfde rijmpje opzetten: "Alle organisaties van het MLNV maken deel uit van dezelfde structuur, onder de leiding van ETA."

09 januari 2003

Op 9 januari 2003 gaat het proces van nietigverklaring van Batasuna van start voor het Hooggerechtshof te Madrid. Het uiteindelijke vonnis wordt op 27 maart 2003 bekendgemaakt.

17 januari 2003

De sluiting van de Herriko Tabernas, schorsing gedecreteerd door Baltasar Garzón op 26 augustus 2002, wordt officieel van kracht op 17 januari 2003.

27 maart 2003

Op 27 maart 2003 wordt door het Spaanse Tribunal Supremo (Hooggerechtshof) het vonnis bekendgemaakt waarin verklaard wordt dat Herri Batasuna, Euskal Herritarrok en Batasuna onwettig zijn. Zij verordenen de schrapping uit het Registro de Partidos Políticos (register van alle politieke partijen), decreteren het stopzetten van alle activiteiten (ook het recht op vergaderen en manifesteren) en eisen de opening van de procedure tot liquidatie van alle bezittingen.

Het voorwerp van de paragraaf “het stopzetten van alle activiteiten”, door Baltasar Garzón geconcretiseerd in het vooronderzoek “Sumario 35/02”, houdt in dat het recht op vergaderen en het uiten van de vrije meningsuiting met de voeten getreden wordt. Garzón heeft hier een beslissing genomen die helemaal niet binnen zijn bevoegdheidspakket hoort. Zelfs derden, die niet het voorwerp uitmaken van dit onderzoek worden hierdoor getroffen. Als derden een manifestatie inrichten, zal dit onmiddellijk tot gevolg hebben dat er een gerechterlijk onderzoek volgt om na te gaan of er geen banden (hetzij direct, hetzij indirect) zijn met betreffende politieke partijen. Hiermee kan men natuurlijk alle kanten uit.

14 december 2004

Bijna 400 professoren van de UPV (Baskische Universiteit) eisen de onmiddellijke vrijlating van hun collega, Joseba Garmendia Albarracín. Enkele dagen geleden eiste Baltasar Garzón nog een borgtocht van 30.000 euro. Garmendia is dan wel voorlopig vrij in de "Zaak Udalbiltza", waarvoor hij dezelfde borg diende te betalen, maar hij zit nog steeds vast in de "Zaak van de Herriko Tabernas", de Volksbars. Maar Garmendia betaalde ook al 50.000 euro borg voor zijn vrijlating in de "Zaak Egunkaria". Garmendia zit al 29 maanden in "voorarrest" en was verkozen in de gemeenteraad van Urretxu! Hij wordt beschuldigd van "lidmaatschap van ETA" en "het werven van fondsen”. Tot op heden werd hiervoor nog geen enkel bewijs aangebracht… Maar een Bask die zoveel voor zijn volk doet, moet wel van ETA zijn!

21 december 2004

Joseba Garmendia Albarracín, die door de supermagistraat Baltasar Garzón betrokken wordt in de Zaak van de basisdemocratie "Udalbiltza" en in de "Zaak Herriko Tabernas" (de Batasunakroegen waarvan de winst naar ETA zou gaan) komt op 21 december 2004 voorwaardelijk vrij nadat de familie een borgsom bij elkaar kon brengen van 30.000 euro in beide zaken, dus samen 60.000 euro! Garmendia zat bijna drie jaar in "voorarrest".

25 mei 2005

Op 25 mei 2005 dienden de ex-Batasuna-parlementairen, Arnaldo Otegi en Jon Salaberria voor Fernando Grande-Marlaska, magistraat bij het Hooggerechtshof te verschijnen. Dit komt niet onverwacht, want ze genoten tot vóór de laatste verkiezingen van de parlementaire onschendbaarheid (die zo vaak met de voeten getreden werd als het om Basken ging.)

In zijn manie om van alle Basken "leden van ETA" te maken, pakte magistraat Baltasar Garzón zelfs de Herriko Tabernas aan. De Batasunakroegen waar de radicale jeugd samentroept, werden op één dag gesloten omdat ze "deel uitmaakten van het systeem van ETA." Praktisch alle leden van het laatste hoofdbestuur van Batasuna komen voor in het "vooronderzoek Herriko Tabernas" (Sumario 35/02), waarbij een totaal van 40 personen betrokken zijn. Ze moesten toch érgens in betrokken worden!

De Spaanse TV toont in het journaal de aankomst van Otegi bij het Hooggerechtshof. Je hoort het crapuul verschrikkelijke dingen roepen: "Moordenaar!" !" (Otegi werd nooit van moord beschuldigd), "Hoerenzoon!” Op een persconferentie, eerder in Donostia, had Otegi al gezegd dat zijn verschijning meer een media- dan een juridisch doel had. Otegi sprak ook vol ironie over de afwezigheid van magistraat Baltasar Garzón die op dit ogenblik "les geeft" in de VS, terwijl hij jaren lang gewacht heeft om "de foto" van Otegi vóór het Hooggerechtshof te kunnen maken.

Het verhoor van Otegi, voorzien om 20.30u., begon pas om 22.45u.! Uiteindelijk, om 01.00 u. ‘s nacht, werd Arnaldo Otegi beschuldigd van "lidmaatschap van ETA", maar voorwaardelijk vrijgelaten op borgtocht van 400.000 euro. Hij mag het land niet verlaten en moet elke maandag en vrijdag verschijnen voor de rechtbank die het dichtst bij zijn woonplaats ligt. Jon Salaberria, de tweede parlementariër die was opgeroepen, kwam helemaal niet opdagen. De rechter schrijft een internationaal aanhoudingsbevel tegen hem uit.

20 juni 2006

Na het staakt-het-vuren, door ETA afgekondigd op 24 maart 2006, werd het wat windstil in gerechtelijke kringen (akkoorden gemaakt met ETA?), maar al vlug stak terug de storm op. Op 20 juni 2006 werden tijdens een gezamenlijke actie van Spaanse en Franse veiligheidsdiensten, 12 personen gearresteerd (Bar Faisán - Faisán Ostatua) op verdenking van banden met het apparaat van de “revolutionaire belasting”.

22 oktober 2006

Tijdens het proces van het "illegaliseren" van Batasuna haalde Baltasar Garzón het in zijn bolle hoofd dat de Herriko Tabernas "van Batasuna" zijn (en dat de spaarpotjes op de toog dienden om ETA financieel te onderhouden!) De rechter van het Hooggerechtshof nam de resolutie van Garzón over en zo had de Guardia Civil een basis om een onderzoek in te stellen. Maar het hoofddoel is politiek – juridisch – politieel en het komt nog goed over op TV.

Op 22 oktober 2006, drie jaar na de resolutie van Garzón vielen de Spaanse giganten binnen in een 15-tal Volkskroegen. In Donostia, in de Calle Juan de Bilbao, werd de Volksbar “Herria” uitgekamd. In Leitza kwamen ze met 30 opdagen, evenveel als er buiten toeschouwers samenstroomden. In de wijk Txantrea (Pamplona) waren ze met 7, terwijl zich binnen enkel de ober van dienst bevond. Waar een computer voorhanden was, werd die meegenomen want daar is de Spaanse politie, afkomstig uit het armere zuiden, op verzot.

Op 12 oktober vertelde Zapatero informeel aan een aantal journalisten dat indien Batasuna zich met een andere naam en met andere statuten liet registreren ze in de toekomst geen problemen meer zouden hebben. TIEN DAGEN LATER zijn ze er! Is dit een sabotagedaad van de "PP-rechters"?

21 november 2006

De "Herriko Taberna" is altijd al een doorn in het oog van de bezetter geweest.

Elk Baskisch dorp heeft een (en elke stad soms meer dan één) "Herriko Taberna" een "Volkstaveerne" waar de dorpsjeugd samenkomt om te praten, te kaarten of de krant te lezen. De ouderen komen er hun koffie drinken terwijl de kinderen aan een tafel zitten te tekenen. Tegen de muur hangen de foto’s van de plaatselijke ETA-gevangenen te wachten op het ogenblik dat de man of de vrouw die op de foto staat ze zelf komt aftrekken als hij vrijkomt. De Spaanse "versie" van een Herriko is helemaal anders, minder idyllisch: in de "Herriko" worden de aanslagen van ETA gesmeed en het dynamiet zal wel in een duister kamertje opgestapeld liggen! Het is dan ook niet vreemd dat tijdens het voorbije Aznar-regime de Herrikos regelmatig gesloten werden en Baltasar Garzón zag ze in een natte droom al met de grond gelijkgemaakt. In 2002 begon hij dan ook met de Endlösung ervan die leidde tot de Zaak 35/02 met de aanhouding van 11 personen op beschuldiging van "lidmaatschap van een terroristische organisatie."

Het Openbaar Ministerie van het Spaanse Hooggerechtshof kwam op 21 november 2006 echter met een verrassende uitspraak. De kranten blokletterden:

La Fiscalía dice ahora que no hay pruebas de que las 'herriko tabernas' sean de Batasuna

Het Openbare Ministerie zegt nu dat er geen bewijzen zijn dat de Herriko Tabernas van Batasuna (of ETA) zijn

Hij beschouwt de inbeslagnames als voorbarig omdat er geen bewijzen zijn van banden met Batasuna. "De enige relatie tussen Batasuna en de Herriko Tabernas is een ideologische verwantschap". De procureur bekritiseert dan ook de huiszoekingen in de Herrikos die in oktober plaatsvonden op last van het Hooggerechtshof.

Volgens de radicale nationalisten, bij monde van Joseba Permach, "treedt de Spaanse Justitie op in functie van de situatie en van de politieke belangen."

10 juli 2007

Geen beslissing betreffende de "Volksbars"

Op 10 juli 2007 zou het Spaanse Hof van Cassatie definitief beslissen over de "Herriko Tabernas", de Volksbars waar de radicale jeugd samenkomt en waar steeds een Baskische vlag uit hangt. De 16 magistraten kwamen echter na drie uren debat niet tot een akkoord en de zaak werd uitgesteld tot een nog te bepalen datum. De Baskische radiozender Euskadi Irratia meende te weten dat de oorzaak van dit uitstel was dat er voordien nog nooit "Herrikos" veroordeeld werden.

Nadat de partij Batasuna buiten de wet werd gesteld als zijnde "van ETA", meende magistraat Baltasar Garzón dat hij maar best meteen ook al de kroegen sloot waarin dat "tuig" kalimotxo (Cola met rode wijn!) gaat drinken. Het geld dat daarbij in de lade terechtkwam, ging volgens hem toch maar naar ETA. In 2002 werden al een aantal bars gesloten of kregen een embargo opgelegd. Later werden behalve de 55 Herriko’s ook nog 120 andere zaken "geïnventariseerd" door gewapende Guardia Civiles of "Autonome" politiemannen (Ertzaintza).

16 december 2007

De intoxicatiekrant “El Mundo”, die alle berichtgeving over Baskenland begint met de altijd terugkerende zin, “Fuentes de la investigación explicaron […]” (bronnen uit het onderzoek verklaren […]), heeft al meermaals zichzelf gefeliciteerd omwille van hun onderzoeksjournalistiek (lekken vanuit veiligheidsdiensten of grofweg leugens en manipulatie). Op 16 december 2007 verschijnt een artikel, van de hand van Fernando Lázaro, waarin de bar “Faisán” te Behobia bestempeld wordt als de draaischijf waar de overdrachten van de “revolutionaire belastingen” geregeld worden.

17 januari 2008

Op 17 januari 2008 vervalt het verbod op alle activiteiten die door Batasuna worden ingericht. Dat verbod werd gedecreteerd door Baltasar Garzón in 2002, en trad in werking op 17 januari 2003. Volgens de wet geldt de maatregel voor maximum 3 jaar, met mogelijkheid tot verlenging van nog eens 2 jaar.

Mag Batasuna nu weer activiteiten inrichten? Niet zo vlug, hier komt supermagistraat Garzón!

Volgens Garzón, en ondanks de wettelijke onmogelijkheid om de schorsing te verlengen, heeft de uitspraak van het Hooggerechtshof bij het verbieden van de politieke partij Batasuna, nochtans een paar consequenties, namelijk: de onmogelijkheid (het verbod) om activiteiten van organisatorische, institutionele, politieke, sociale of mediatieke oorsprong uit te oefenen. Deze maatregel blijft volgens Garzón dus van kracht. Of de verantwoordelijke leiders nu al dat niet veroordeeld zijn, speelt geen enkele rol. Hij waarschuwt dan ook de betrokkenen dat het niet naleven van deze voorwaarden zal leiden naar strafrechterlijke vervolging. Garzón bevestigt eveneens dat het embargo op de rekeningen en goederen die toebehoren aan Batasuna van kracht blijft.

18 februari 2008

Het “Cour d'Assises spéciale” te Parijs startte op 18 februari 2008 een proces tegen 3 leden van ETA (Politieke processen in Frankrijk) die ervan beschuldigd worden belast te zijn geweest van het innen van de zogenoemde “revolutionaire belasting”. Het is het eerste dergelijke proces dat in Frankrijk plaatsgrijpt.

01 april 2008

Op 1 april 2008 (geen aprilgrap) rondde magistraat Baltasar Garzón het vooronderzoek af van het komende proces 35/02. In dat vooronderzoek, dat gestart werd op 20 augustus 2002, werden de banden (ondergeschiktheid) van Batasuna ten aanzien van ETA onderzocht, en ook de financiering van ETA (en de controle van de fondsen) door middel van de Herriko Tabernak (de volkskroegen van de nationalisten). Op de beklaagdenlijst heeft hij 41 personen opgenomen. Onder de pechvogels vinden wij o.a. Joseba Álvarez, Joseba Permach, Arnaldo Otegi, Karmelo Landa, Rufi Etxeberria, Adolfo Araiz, Floren Aoiz en Juan Kruz Aldasoro, naast andere meer bekende leiders van Izqueirda Abertzale. Op de beklaagdenlijst heeft Garzón zelfs de naam gezet van Jon Idigoras, overleden op 3 juni 2005. Dat wordt dus een nieuw megaproces, dat gradueel zal worden gevoerd, omwille van de omvangrijke inhoud van de processen-verbaal: 800 folio’s. De “Auto de conclusión” (vonnis met besluitvorming) zal overgemaakt worden aan de 2de Sectie Strafuitvoering van uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional.

07 april 2008

Op 7 april 2008 vraagt Baltasar Garzón, door middel van een rogatoire commissie, aan de Franse en Belgische autoriteiten om 9 lopende rekeningen van Batasuna-militanten te bevriezen. Voor Frankrijk zijn dat de rekeningen van Goio Jiménez, Xabi Larralde, Zigor Gogeaskoetxea, Jean Claude Agerre, Giuliano Cavaterra, Aurore Martin en Patricia Martinon die allemaal in verband gebracht worden met Herri Batasuna en Batasuna. Voor België zijn dat Gorka Elejabarrieta en Andoni Lekue, vertegenwoordigers van Batasuna in Brussel.

12 april 2008

Op 12 april 2008 heropent Garzón het vooronderzoek dat hij als afgesloten bestempelde op 1 april 2008. Aan het dossier worden 2 namen toegevoegd: Pedro Félix Morales en Andrés Larrea Aranzabal, in verband met de Herriko Tabernas.

De identificatie bij Jon Idigoras wordt veranderd van “en libertad” (in vrijheid) naar “fallecido” (overleden). Josu Urrutikoetxea en Jon Salaberria krijgen dan weer de vermelding “en rebelde” (niet verschenen).

29 juli 2008

In een officieel gerechterlijk stuk, op 29 juli 2008 verstuurd aan de “Sección Segunda de la Sala de lo Penal” (2de Kamer van Strafrecht), vraagt de Officier van Justitie, Vicente González Mota, dat de opening van het proces wordt gedecreteerd tegen 40 personen: Josu Urrutikoetxea, zal bij verstek worden veroordeeld (en rebeldía), Jon Salaberria zit op dat moment gevangen in Frankrijk en zal berecht worden na uitlevering, en Jon Idogoaras zaliger wordt van de beklaagdenlijst geschrapt. Het proces zal wellicht, wegens de grote omvang, opgesplits worden in 2 processen. De zaak van Herrikos zou in september 2008 van start gaan, en de zaak Batasuna in februari 2009.

23 maart 2009

Magistraat van de Audiencia Nacional, Baltasar Garzón, heeft op 23 maart 2009 de lijst van beschuldigden uitgebreid naar 43 personen, allemaal leidinggevende figuren Batasuna, Acción Nacionalista Vasca (ANV) y Partido Comunista de las Tierras Vascas (EHAK-PCTV). Hij beschuldigt ze van te gehoorzamen aan de orders van ETA, en op die manier binnen te dringen in het electorale proces. Zij worden allemaal gedagvaard, tussen 13 en 20 april 2009, voor een verhoor in de Audiencia Nacional.

Lijst van de beschuldigden

Jean-Claude Agerre - Txema Jurado - Eusebio Lasa - Imanol Iparragirre - Josetxo Ibazeta - Joana Regueiro - Angel Mari Elkano - Asier Imaz - Xabi Larralde - Mikel Garaiondo - Marisa Alejandro - Pernando Barrena - Arantza Santesteban - Haizpea Abrisketa - Ibon Arbulu - Karmele Aierbe - Maite Díaz de Heredia - Marije Fullaondo - Jon Kepa Garai - Mikel Etxaburu - Ana Lizarralde - Aurore Martin - Aner Petralanda - Juan Joxe Petrikorena - Patxi Urrutia - Mikel Zubimendi - Nuria Alzugarai - Egoitz Apaolaza - Iñigo Balda - Gorka Díaz - Unai Fano - Maite Fernández Labastida - Aitor Aranzabal - Joseba Zinkunegi - Alazne Arozena - Kepa Bereziartua - Ino Galparsoro - Pello Gálvez - Antxon Gómez - Gorka Murillo - Asier Arraiz - Rufi Etxeberria - Juan Kruz Aldasoro - Joseba Permach

Voorlopige hechtenis? Hoelang nog?

Op 26 mei 2009 besluit de uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional om de 5 leiders van Batasuna die sinds 2007 opgesloten zitten in afwachting van hun proces nog wat langer te laten sudderen. Zij hebben geen moorden gepleegd, maar worden in verband gebracht met de financiering van ETA via de Herriko Tabernak. Joseba Permach, Joseba Álvarez Forcada, Rufino Etxeberria, Karmelo Landa en Juan Cruz Aldasoro, die gearresteerd werden uit vrees dat ze zouden ontsnappen, zouden nog wat langer in de cel moeten blijven. Tot na de zomer was de verwachting. De zomer is voorbij en ze zitten (november 2009) nog altijd in de cel. Een voorlopige hechtenis van meer dan 2 jaar. Op 23 maart 2009 had Baltasar Garzón de lijst van beklaagden al uitgebreid naar 44. Wegens het overlijden van Jon Idigoras, wegens een gevangene in Frankrijk en wegens een persoon die nog niet kon gesnapt worden, ligt het totaal aantal beklaagden nu op 41, waaronder ook Arnaldo Otegi.

De beslissing op 26 mei 2009 kwam er na het verzoek om de beklaagden in voorlopige vrijheid ter stellen. Nochtans had magistraat op 1 april 2008 al zijn vooronderzoek in de "Zaak 35/02" afgerond, een zaak die opgestart werd in 2002.

10 oktober 2009

De Minister van Binnenlandse Zaken, de socialist Rudolfo Ares, heeft er bij de Audiencia Nacional op aangedrongen dat er werk zou gemaakt worden van de 47 Herriko Tabernak die nog geopend zijn. Hij bedoelt dat ze zo vlug mogelijk moeten gesloten worden.

07 april 2010

De akte van inbeschuldigstelling wordt openbaar gemaakt.

17 oktober 2014

Het Proces 35/02

>>>>>>>>