Mariano Rajoy Brey

Mariano Rajoy Brey (kortweg Mariano Rajoy) is op 27 maart 1955 geboren te Santiago de Compostella en voorzitter van de Partido Popular, een partij die werd opgericht in 1989 en de opvolger is van de Alianza Popular, een partij met volgelingen van Franco. De PP is een christelijk-conservatieve partij. Op economisch gebied heeft de partij sterk liberale opvattingen. Ook is de partij voorstander bij uitstek van de Spaanse eenheid (España una, España grande, España libre), en dus tegen grotere autonomie voor Baskenland en Catalonië. Van 1996 tot 2004 zat de PP in de regering, onder leiding van premier José María Aznar, kleinzoon van Manuel Aznar Zubigaray, aanhanger van Franco. Aznar zelf noemt zich falangist en is een aanhanger van het Falangisme. In 2000 toen de PP de absolute meerderheid bezat, zorgde ze ervoor dat door de overheid een vereniging die de herinnering aan Generaal Franco levend wilde houden, gesubsidieerd werd. In 2004 werd Mariano Rajoy aangewezen als opvolger van Aznar als partijleider en kandidaat-premier. Hij was onder Aznar minister van Overheid !1996-1999), minister van Onderwijs en Cultuur (1999-2000) en minister van Binnenlandse Zaken (2000-2001)

De partij stond op voorsprong in de peilingen en leek de parlementsverkiezingen van 15 maart 2004 zo,der problemen te gaan winnen. De bomaanslagen in Madrid van 11 maart 2004 zorgden echter voor een totale ommekeer. In eerste instantie hield de regering vol dat de ETA waarschijnlijk achter de aanslagen zat, ondanks aanwijzingen dat Al Qaida verantwoordelijk was. Er werd gesuggereerd dat de regering bewust informatie achterhield om de ETA te kunnen gebruiken als verantwoordelijke en niet zelf afgerekend te worden, omdat de aanslag volgens de plegers een reactie was op de Spaanse deelname aan de oorlog in Irak. Mede door deze houding verloor de PP de verkiezingen aan de sociaaldemocratische PSOE van Jose Luis Rodriguez Zapatero.

Waarom zelf een artikel schrijven als het zo mooi verwoord wordt in “De Standaard” van 19 november 2011 door Mark Cloostermans.

"Mariano Rajoy Brey wandelt elke dag. Minstens een uur, op z'n gemakje. “Ik ben geen man van de sprint', zei hij daarover. 'En ik heb ontdekt dat dagelijks wandelen bijna nog beter is voor de geest dan voor het lichaam”. Rajoy heeft lang moeten wandelen voordat hij eindelijk zal verkrijgen wat hem al in 2004 beloofd werd: het ambt van premier.

Mariano Rajoy (1955) wordt getypeerd als een pragmatische, maar ultraconservatief, uit de middenklasse van Galicië. Getrouwd, twee kinderen. Was in de jaren '90 meermaals minister, onder meer van Cultuur, Onderwijs en Binnenlandse Zaken. In 2004 wees premier José María Aznar hem aan als zijn opvolger. In de aanloop naar de verkiezingen vonden echter de aanslagen in Madrid plaats, door Aznar hardnekkig en onjuist toegeschreven aan de ETA. Het waren radicale islamisten en de deelname van Spanje aan de oorlog in Irak was hun motivatie. De aanslag bracht de oorlog, sowieso al onpopulair bij het electoraat, erg dicht bij huis. De kiezers straften de conservatieve Partido Popular (PP) af.

Rajoys oppositie tijdens de eerste regeerperiode vanZapatero richtte zich vooral op de ethische dossiers die plots in een stroomversnelling kwamen: homohuwelijk, abortus, versoepeling van de echtscheidingsprocedure... De PP heeft die veranderingen nog niet verteerd.

Rajoy zwijgt nu liever over die onderwerpen. De tweede regering-Zapatero heeft zich totaal in de vernieling gereden door een slordige aanpak van de crisis: de PP-partijvoorzitter positioneert zich dus liever als een beheerder., als een manager Hij wordt niet graag herinnerd aan flaters uit het verleden, zoals zijn ondoordachte ontkenning van de opwarming van de aarde.

Meisje van Rajoy

Rajoy is geen flamboyante verschijning. Zijn zichtbare onzekerheid voor de camera en een licht spraakgebrek maken hem niet tot een stemmenkanon, maar dat geldt net zozeer voor zijn tegenstander, Alfredo Rubalcaba (PSOE). Dit zijn geen verkiezingen van voluntaristische leiders, maar van pragmatici, van secondanten die door omstandigheden de teugels in handen krijgen.

Krijgen, inderdaad, want Rajoy heeft niets gedaan om ze te verwerven. Tijdens zijn oppositieperiode liet hij zich niet opmerken door veel interessante voorstellen; hij wachtte af tot premier Zapatero zichzelf onmogelijk maakte. Bij de vorige verkiezingen, toen het Zapatero nog voor de wind ging, kwam Rajoy er dan ook amper aan te pas. De herinnering aan zijn lichtjes gênante speech tijdens het tv-debat van 2008 blijft hem achtervolgen. Rajoy schetste een portret van een meisje dat leeft in een toekomstig Spanje, geleid door de PP. Hij wenste haar een familie, een thuis en ouders met werk toe, en liet zich daarna gaan in een lyrische schildering van de ideale maatschappij volgens de PP.

'Het meisje van Rajoy' is ontelbare malen geparodieerd op het internet. In de aanloop naar het tv-debat van dit jaar, zeiden de socialisten er vertrouwen in te hebben: Rubalcaba zou scoren... 'tenzij Rajoy zijn meisje tevoorschijn haalt, natuurlijk'. (Ze kwamen van een koude kermis terug: de meeste politieke commentatoren vonden dat Rajoy het beste uit het debat kwam.)

Over wat Rajoy van plan is met Spanje, blijft het koffiedik kijken. De slogan van de PP luidt: “Sluit je aan bij de verandering”. Er wordt geschermd met 'verandering' en 'licht aan het einde van de tunnel'. Rajoy kondigde tijdens verkiezingsmeetings jongerenbanenplannen en arbeidsmarkthervormingen aan. Details blijven uit. Dat is een beetje Rajoys stijl. “Gematigdheid is goed”, zei hij tijdens een interview in september. “Een gematigd iemand heeft recht op zijn overtuigingen, net zo goed als een radicaal”.

Het kan echter ook strategie zijn. De PP is bang kiezers af te schrikken met onomwonden standpunten. Rajoy zegt water en vuur te zullen verzoenen: belastingen voor bedrijven verlagen, zonder onderwijs, gezondheidszorg en pensioenen te schaden. De socialistische PSOE waarschuwt voor een sociaal bloedbad.

De PP heeft ongetwijfeld grote plannen, nu een volstrekte meerderheid mogelijk wordt. Eén terrein waarop ze zich kunnen onderscheiden, is de arbeidsmarkt. Volgens de economist Josep Comajuncosa is het onderscheid tussen vaste en tijdelijke contracten één van de slepende problemen van de Spaanse economie, onder meer omdat het ondernemers niet aanmoedigt te investeren in opleiding. Op dit punt is het onderscheid tussen de PP en de PSOE duidelijk. De conservatieven willen een grondige hervorming van de arbeidsmarkt en een vereenvoudiging van de types werkcontracten. De socialisten willen de werknemer stimuleren tot meer opleiding en de werkgever bestraffen als hij zijn tijdelijke personeel te vlot op straat zet.

Het feit dat de verkiezingen een stabiele regering zullen opleveren, zou de markten gunstig moeten stemmen, maar dat effect bleef uit. Vorige week zei Rajoy dat er een eind moest komen aan 'de situatie met de risicopremie': “We moeten Europa zeggen dat Spanje een betrouwbaar land is, dat zich aan zijn beloften houdt. Dat we één van de grootmachten zijn, hoewel we een regering gehad hebben die niet hetzelfde niveau haalde”. Betekent dit dat ook de PP, net als de PSOE, wil proberen de Europese maatregelen in de tijd te spreiden? Het is niet zeker.

Dat de Spanjaarden weinig vertrouwen hebben in hun politici, blijkt uit andere pollresultaten. De kleinere partijtjes mogen allemaal een boost verwachten, hoofdzakelijk ten nadele van de PSOE. En de opkomst zal laag zijn. In een lezersbrief in La Vanguardia werd het laatst zo verwoord: “Voor wie moet ik nu stemmen? Voor hen die ons in de problemen gebracht hebben, of voor hen die geen valabel alternatief hebben?”