Enbata - Charter van Itxassou

De Baskische nationalistische beweging “Enbata” (warme noordoostelijke ziebries) ontlook eind de jaren 50. De groep werd gecreëerd door Baskische studenten in Bordeaux, Paris en Toulouse. Enbata ontwikkelde zich in een beweging, onafhankelijk van andere Baskische nationalistische groeperingen. Hun methodiek was geweldloosheid en hun politiek project was in eerste instantie een Baskisch departement met culturele en economische autonomie. Later moest de mogelijkheid voorzien worden om op te gaan in de Baskische staat: Euskal Herria, binnen een federaal Europa van de volkeren.

Enbata startte in september 1960 met de publicatie van een magazine onder dezelfde naam “Enbata”. Ter gelegenheid van de 1ste Aberri Eguna (dag van het vaderland, nationale feestdag) na de Spaanse burgeroorlog, in Itxassou (1963), werd het politieke project (Charter van Itxassou) voor de Baskische regio in Frankrijk voorgesteld. Onder de aanwezigen op de Aberri Eguna bevonden zich naast één van de oprichters van “Enbata”, Ximun Haran, ook nog Iulen Madariaga, Jacques Abeberri, directeur van de dansgroep "Oldarra", de ingenieur J. Louis Davant, de poëet en dokter Michel Labéguerie, burgemeester van Cambo, en Piarres Larzábal.

We schrijven 1960

In Euskal Herria beleeft het Baskisch nationalisme moeilijke momenten. De blijkbaar niet te stoppen nachtmerrie, het Franquisme, blijft voortduren. De PNV in ballingschap is in crisis, en de dood van Lehendakari, José Antonio Agirre, is een zware slag. De onlangs opgerichte ETA exploreert nieuwe wegen.

En opeens, een enorme verrassing: het vuur van de abertzalebeweging flakkert op. En nog wel op een plaats waar het nooit bestaan heeft, in Iparralde. Het eerste nummer van het magazine “Embata” (vanaf 1961 “Enbata” genoemd) verschijnt in september 1960 te Bayonne. De politieke beweging met de zelfde naam begint zich te organiseren.

De “Charter van Itxassou”, voorgesteld op de Aberri Eguna van 1963, proclameert het recht op soevereiniteit voor het verenigde Baskische volk. Die afkondiging bracht een even grote schok teweeg als ten tijde van Sabino Arana Goiri in 1895, toen hij voor de eerste maal in de geschiedenis verklaarde: "Euskadi es la patria de los Vascos", Euskadi is het vaderland van de Basken.

Een schok, maar Enbata kwam niet zomaar uit het niets. We kunnen de oprichting ervan enkel begrijpen, als we weten dat dit de vrucht is van ideeën, van acties en van de drama’s die de Basken aan de overzijde van de Muga, in Hegoalde, moesten ondergaan. De opeenvolgende vloed aan vluchtelingen (Carlisten, republikeinen en nationalisten van de Guerra Civil, het groeiende verzet van eind de jaren 50, begin de jaren 60) misten hun effect niet. Enbata ontplooide zich in die complexe en moeilijke periode tot een politieke beweging en een magazine dat wekelijks verslag uitbracht van de nationalistische strijd. Enbata is niet aan een politieke partij gebonden, maar wil een instrument zijn om het “abertzalismo” te steunen. Recent werd een samenwerkingsverband gesloten met de vakbond ELA (opgericht 23 juli 1911), door middel van de “Fundación Manu Robles-Arangiz” (*).

Manu Robles-Arangiz (+1982)

Stichter van ELA

Bij verscheidene gelegenheden heeft Parijs getracht de publicaties aan banden te leggen. Het heeft niet aan processen ontbroken. De Franse premier Pompidou verbood Enbata in 1970, maar het verbod werd in 1975 opgegeven. In 1997 werd het blad tot een astronomisch bedrag veroordeeld, omdat het aangedurfd had de Franse politie te beschuldigen. Zij hadden geld ontvangen van de Spaanse politie in het kader van hun samenwerking met de doodseskaders van GAL.

(*) “Fundación Manu Robles-Arangiz”

De journalist Sabino Ormazabal bracht op 24 oktober 2003 bij het “Fundación Manu Robles-Arangiz” een boek uit waarin hij een overzicht brengt van de voorbije 35 jaar onder de titel: “Un mapa (inacabada) del sufrimiento” of "Een (onafgesloten) spectrum van het lijden". Het boek werd voorgesteld in aanwezigheid van o.a. de voorzitter van het Instituut, Germán Kortabaria (die tevens communicatiesecretaris is van de PNV-vakbond, ELA) en van de directeur met de mooie naam Iraeta. In de 11 hoofdstukken die het boek telt, brengt het cijfers over het aantal dodelijke slachtoffers (2.250), het aantal gewonden (6.000) ontvoerden of verdwenen personen, bedreigingen, afpersingen, besnoeiingen van de democratische vrijheden, de klachten van foltering (5.300), de arrestaties (30.000 waaronder 10.000 tijdens manifestaties!), de aanhoudingen, de veroordelingen, het aantal personen dat uitgewezen of gedeporteerd werd.

Op dit ogenblik (2003) zijn er 680 gevangenen. Er waren 53 ontvoeringen door ETA. Drie ETA-militanten verdwenen van de aardbodem. Negen activisten kwamen niet levend uit de gevangenis. Vier werden er dood gefolterd (op zich al een bewijs dat je onschuldig bent?) Er zijn 3.000 vluchtelingen. Om aan deze cijfers te geraken gebruikte de auteur diverse bronnen die vaak tegenstrijdige gegevens verschaften. Hierdoor zijn de cijfers niet exact. Bij deze cijfers ontbreken nog “het buiten de wet” stellen van politieke partijen en platformen, de ontzetting uit `et ambt van gemeenteraadslid, aanvallen op journalisten, de sluiting van communicatiemedia, of de boetes: 1.000 miljoen Euro’s tussen 1994 en december 2000, enkel al voor het deelnemen aan manifestaties. Volgens de auteur worden de slachtoffers in vele gevallen gebruikt in het kraam van hen die het uitkomt. Ormazabal wil met zijn werk de gemeenschap bewust maken van het lijden dat zijn volk ondergaat. Ook wil hij solidariteit vragen voor alle slachtoffers en hun familie en tot slot wil hij de vrede en de samenleving herstellen.

Cijfers zijn duidelijker dan percentages: sinds 1977 werden gemiddeld per dag méér dan 2 personen opgepakt. Alle twee dagen vloog één van hen in de gevangenis en klaagde de andere foltering aan. De auteur noemt de slachtoffers die aan beide kanten vielen en dat is voor Spanje één kant te veel.

Charter van Itxassou

15 april 1963 viel op een zondag. Het was bovendien Pasen. Voor de eerste maal in vele jaren werd Aberri Eguna in vrijheid gevierd, en wel in de gastgemeente Itxassou, in Lapurdi-Labourd (waarvan Baiona-Bayonne de hoofdstad is). Er werd een twijg van de "Eik van Guernica" geplant door Ximun Haran, die Enbata vertegenwoordigde en door Iulen Madariaga, die de organisatie ETA vertegenwoordigde.

Bij die plechtigheid waren ook verscheidene vertegenwoordigers aanwezig van culturele organisaties van minderheidsvolkeren uit Europa. Die datum wordt algemeen aangenomen als de "dies natalis" van de politieke beweging Enbata, die al sinds de jaren 50 voor een eerste maal van zich liet horen. Op die zelfde dag werd ook het zogenoemde "Charter van Itxassou" bekendgemaakt, waarvan de tekst later in een grote steen werd gebeiteld.

De tekst gaat als volgt (vrije vertaling):

"Wij Basken zijn:

een volk gevormd door de aarde, het ras, de taal en de instellingen,

een natie gegroeid uit de wil van het verleden en het heden,

een democratie van nature als verlengstuk van onze geschiedenis,

zowel als Volk, als Natie en als Democratie bevestigen wij ons recht op eendracht en op individuele en gemeenschappelijke zelfbeschikking.

Gesterkt door deze werkelijkheid, bewust van deze rechten en van het algemeen aanvaarde recht op zelfbeschikking van de volkeren, proclameren wij onze vastberadenheid om de continuïteit van het verenigd Baskisch Volk te bewerkstelligen:

door middel van de organisatie van het volk en haar erkenning,

door middel van een praktiserende democratisch model"

Op deze Aberri Eguna, 15 april 1963,

verklaren de Basken gegroepeerd

rondom de geplante scheut van de 'Eik van Guernica'

Bron: Enciclopedia Auñamendi