Bar Aldana

Een onopgeloste zaak

Dat rampzalige gebeuren, is 30 jaar na de feiten (wij schrijven dit op 23 januari 2010) nog altijd niet opgelost. Geen enkel onderzoek bracht opheldering, terwijl de aanslag nochtans opgeëist werd door een groep ultra’s, die zichzelf de Grupos Armados Españoles (*) noemden. Het waren de voorlopers van GAL-Grupos Antiterroristas de Liberación. De tekst waarbij de aanslag opgeëist werd, vermeldde: "Voor ieder omgekomen lid van de FOP-Fuerzas de Orden Público of de Guardia Civil, zullen wij 4 componenten van Izquierda Abertzale als vergelding uit de weg ruimen”.

De Grupos Armados Españoles kunnen geklasseerd worden onder de noemer terrorismo tardofranquista” (laat-Franquistisch terrorisme) en deze gewelddadige extreemrechtse, fascistische groepuscules ontwikkelden zich in de periode tussen de dood van Franco (1975) en de jaren 80.

Zij opereerden onder diverse benamingen: Alianza Apostólica Anticomunista (AAA of Triple A),Antiterrorismo ETA (ATE), Grupos Armados Españoles (GAE) Guerrilleros de Cristo Rey, Batallón Vasco Español (BVE) en Comandos Antimarxistas.

Dat amalgaam aan groepjes (wellicht allemaal samengesteld uit dezelfde “verdienstelijken”), kunnen we zonder meer doodseskaders noemen. Het is dus des te opvallender dat deze zaak nooit werd opgehelderd. Wie had en heeft nu nog altijd belang bij deze doofpotoperatie?

(*) Los Grupos Armados Españoles

De Grupos Armados Españoles (GAE), het Batallón Vasco Español, Triple A, ATE en anderen, zijn de diverse namen die ultrarechts gebruikte om terroristische aanslagen in Baskenland op te eisen. De straffeloosheid en de bijzonder nauwe inter-relationele banden zijn karakteristiek voor hun acties. In december 1979 publiceerde het tijdschrift “Interviu” informatie die zij gekregen hadden van een ex-lid van de Policía Nacional, belast met het onderzoek naar vermeende elementen van ultrarechts. In die informatie werd de militant Jesús García García van het neofascistische “Fuerza Nueva” opgevoerd als de organisator van bovenvermelde ongecontroleerde groepen. Op 5 januari 1980 werd hij te Barakaldo door de militaire vleugel van ETA uitgeschakeld.

Op 20 januari 1980, vroeg in de ochtend, verwoestte een bom van 6 kilo Goma-2 de bar Aldana te Alonsotegi, in de wijk Barakaldo (Bilbao). De aanslag kostte het leven aan vier personen: Liborio Arana, Manuel Santacoloma, Mari Paz Ariño en Pacífico Fica. Er waren ook 10 gewonden, onder wie twee personen die in kritieke toestand werden afgevoerd. De bar was een bekend verzamelpunt voor nationalisten (Abertzales), vooral sympathisanten van de PNV en voor linkse nationalisten (Izquierda Abertzales).

De reactie van de Grupos Armados Españoles, die verklaarden leden en sympathisanten van ETA te zullen vermoorden, liet niet op zich wachten. Op 15 januari 1980 werd Carlos Saldise, sympathisant van Herri Batasuna en lid van Gestoras pro-Amnistía in Lezo vermoord. Naar aanleiding van die aanslag eisten zij nog twee aanslagen op: de aanslag tegen het gemeentehuis van Lezo op 11 december 1979 en de aanslag op Emilio Goitia, een militant van Euskadiko Ezkerra, in oktober 1979. Zijn wagen werd doorzeefd met 10 kogels, maar hij kwam ongedeerd uit de aanslag.

De directeur-generaal van de Policía, José Sainz, werd persoonlijk belast met het onderzoek. Een vrij opmerkelijke keuze om onmiddellijk een hoge functionaris aan te duiden.

Hij kon vaststellen dat de aanslag een paar minuten na 01.00u gebeurde, in de nacht van 20 op 21 januari 1980. De bar lag net voor de kerk en aan de weg van Bilbao naar Valmaseda. Het lokaal was eigendom van José Angel González en Garbine Zárate, beiden aangesloten bij de PNV van Alonsotegi. Op het ogenblik van de aanslag waren een 15-tal personen aanwezig in de kleine ruimte van de bar. Zij waren een paar minuten vroeger teruggekeerd van een avondmaal in een nabijgelegen restaurant.

Getuige Jesús María López

Jesús María López getuigde: “Om 24:20u parkeerde ik de wagen van mijn vader, een Chrysler 150, op een kleine overloop voor de deur van de bar. Ik was vergezeld door mijn verloofde Garbine González, haar vader José Angel González –de eigenaar van Aldana- en een vriend, José Ignacio Atexebarría. De rest van de groep, 6 tot 8 personen, bleef wat achter.

Mijn verloofde naam plaats achter de bar om haar moeder te helpen met de consumpties, en ik ging helemaal achteraan plaatsnemen. Wat later, dat moet omstreeks 01:00u geweest zijn, hoorde ik een geweldige explosie die mij om de grond blies. Terwijl de verlichting uitging, zag ik nog net dat het plafond naar beneden kwam. Later hoorde ik nog een explosie, wat zwakker, net alsof een butaanfles ontplofte.

Ik herinner mij nog dat ik, net voor ik de bar binnenstapte, een kartonnen doos op de stoep zag staan, maar ik schonk er verder geen aandacht aan.”

De bewuste kartonnen doos bleek na onderzoek een krachtig explosief te hebben bevat, 5 tot 6kg Goma-2. Het was een zelfgemaakte bom met een ontstekingsmechanisme dat in werking kwam bij aanraking of verzetten van de doos. Een andere getuige meende zich te herinneren dat een van de personen uit de groep de doos had willen optillen. Deze persoon zou volgens verder onderzoek Liborio Arana Gómez (54 jaar en vader van 6 kinderen) geweest zijn. Zijn lichaam werd totaal verhakkeld teruggevonden in een radius van 25 meter.

Getuige Garbine González

De dochter van de eigenaar, Garbine González, met een gezicht vol ontelbare hechtdraden herinnerde zich het volgende: “De scene die zich na de explosie afspeelde, is met geen woorden te beschrijven. Het was een huiveringwekkend, macaber, dantesk beeld. Als bij wonder ben ik nog in leven. Terwijl ik achter de bar de schotels aan het afwassen was, hoorde ik een oorverdovende knal. Het was net alsof het hele huis op mij viel. Vol verwondingen, bedekt met stof en puin, hoorde ik mijn moeder roepen. Ik baande mij met bebloede handen een weg door het puin om haar te helpen, en wonder boven wonder ik kon haar uit het puin bevrijden en op straat brengen. De aanblik buiten was vreselijk akelig: verhakkelde lichamen verspreid over een grote oppervlakte, enorme brokstukken van het huis en het balkon waren op de slachtoffers gevallen. Veel geparkeerde wagens waren tot schroot herleid, en de wagen van mijn vriend was zelfs in twee stukken opengereten. Het voorste deel lag 100m verderop”.

De ultrarechtse moordenaars hadden zelfs hun handtekening nagelaten. Op de zijkant van de bar waren in grote letters de initialen FN (Fuerza Nueva of Nieuwe Orde) geklad.

Ook Iñigo Urkullu, de 23ste president van de PNV (2007-?), heeft weet van de aanslag. Hij is in Alonsotegi geboren op 18 september 1961. Hij herinnert zich nog de maaltijd die aan de aanslag voorafging. Hij was voordien met vrienden in de bar aanwezig. De toenmalige 19-jarige PNV-militant werd in zijn slaap opgeschrikt door de explosie. Twintig minuten later was hij al aan het helpen: “Ik herinner mij puin, resten van menselijke wezens…en de reis naar het ziekenhuis met familie van overledenen. Bar Aldana was een centrum van nationalisten en wie de bom geplaatst heeft, wist dit maar al te goed.”

Nu 30 jaar later zijn de schuldigen, de laffe daders nog altijd niet geïdentificeerd, laat staan veroordeeld, en over 30 jaar, in 2040, zal dat nog steeds zo zijn. Dat is het democratische Spanje, 5 jaar na de dood van Franco. Dergelijke aanslagen, of ze groter of kleiner zijn in omvang doet niets ter zake, zullen blijven voortdurend tot eind de jaren 80. Als er moet veroordeeld worden, veroordeel dan beide kampen. Als er slachtoffers te betreuren vallen, is dat ook aan beide kanten. Maar democratisch Spanje kent maar één kant. Ik laat u de vrijheid te raden welke kant.

Oficina de Víctimas del Terrorismo

Informatie van de Oficina de Víctimas del Terrorismo (bureau voor slachtoffers van het terrorisme) van de Baskische regering, voorgezeten door Maixabel Lasa en José María Urquijo, bevestigt dat er in Baskenland tussen 1975 en 1990 (zowel op Spaans als op Frans grondgebied) 74 terroristische aanslagen door extreemrechts hebben plaatsgevonden, met een trieste balans van 66 doden. Slecht 17 zaken werden voor een rechtbank beslecht. De rest, waaronder de zaak Aldana, bleef onopgehelderd.

Bron en foto: Deia, 23/01/2010