Uitspraak in cassatie proces 18/98

26 mei 2009

De politieke marionetten van de uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional, zij worden magistraten genoemd, vegen alle rechtsregels aan hun laars en spreken straffen uit, alleen voor Baskische nationalisten uiteraard, “à la tête du client”. Dit kwam eens te meer duidelijk aan het licht op 26 mei 2009 bij behandeling in beroep van het megaproces 18/98 voor het Tribunal Supremo, het Hooggerechtshof.

Op 15 juli 1998 vielen honderden Spaanse politieagenten, aangevoerd door magistraat Baltasar Garzón, de installaties van de krant “Egin” en van de zender “Egin Irratia” binnen om de sluiting te bezegelen. Op 26 mei 2009, bijna 11 jaar later dus, besliste het Hooggerechtshof in beroep dat de sluiting niet wettelijk was en verklaarde de verbeurdverklaring en de liquidatie van het patrimonium van beide ondernemingen als nietig. Het vonnis wordt uitgebreid naar andere getroffen ondernemingen: MC Uralde SL, Untzorri Bidaiak, Ganeko, Grupo Ugao SL en Gadusmar SL (alle ondernemingen samen maken deel uit van de groep Orain). De uitspraak gaat dus volledig akkoord met het beroep dat ingesteld werd door de verdediging van alle ondernemingen. Bovendien wordt de strafmaat van alle veroordeelden verminderd, hoewel er nog strenge straffen overblijven omwille van “politieke activiteiten”. Negen veroordeelden werden zelfs vrijgesproken.

Er is meermaals op gewezen dat het megaproces 18/98 een farce was, een trieste soap. Het Hooggerechtshof treedt die stelling nu bij.

Onwettelijke toepassing

De advocaten van de verdediging hadden de onrechtmatige toepassing van artikel 129 van de Strafwet aangevoerd om de nietigverklaring van de veroordeling aan te vechten. Dat artikel laat de ontbinding, de sluiting, van een onderneming toe op voorwaarde dat een onderneming expliciet “asociacion ilícita”, onwettige onderneming, wordt genoemd. De Audiencia Nacional heeft dit niet gedaan, noch tijdens het vooronderzoek, noch tijdens het proces. Maar deze uitzonderingsrechtbank is zo vol van zichzelf en rekent zo sterk op de verstrengeling met de politiek dat zij menen dat alles geoorloofd is.

Het Hooggerechtshof heeft nog een punt. Het Hof wijst op het onderscheid tussen wat gebeurde bij de ondernemingen en bij de organisaties als KAS, Ekin en Xaki. Deze laatste, de organisaties werden wel uitdrukkelijk als “asociaciones ilícitas” aangeduid, de ondernemingen nooit.

De Openbare Aanklager probeerde nog zijn vel en dat van de uitzonderingsrechtbank te redden door te stellen dat alle ondernemingen van de groep Orain behoorden tot het netwerk van ETA-KAS (“asociacion ilícita”), en dat het dus overbodig was om ze allemaal als onwettig te benoemen. Hij noemde het zelfs irrelevant om van dit punt een halszaak te maken. Hij kreeg echter lik op stuk toen het Hooggerechtshof motiveerde dat hij een punt had, maar dat het in een rechtstaat fundamenteel was dat de wetten gewetensvol nagevolgd werden. Het Hof voegde er nog aan toe dat de alle leden van de administratieve raad van de ondertekeningen veroordeeld werden voor “colaboración”, samenwerking, en niet voor “integración en banda armada y organización terrorista”, integratie bij een gewapende en terroristische organisatie. “Colaboración” of samenwerking is wel een misdrijf, maar kan niet aangewend worden om de ondernemingen te sluiten.

Een steeds terugkerende strategie

Het feit dat het misdrijf “Colaboración” niet kan leiden tot de sluiting van een onderneming was nochtans al voorwerp van debat bij de aanvang van het proces, en lokte bij de verdediging de stelling uit dat Baltasar Garzón een juridische valstrik gebruikte om toch maar te kunnen overgaan tot de sluiting. Wat niet bestaat, kan geen schade aanrichten! In juli 2001 besliste de 4de Kamer van de Audiencia Nacional de beschuldiging “integración en banda armada” (integratie) niet te hanteren. Door deze beslissing werd al vlug duidelijk dat Garzón niet over de noodzakelijke aanwijzingen beschikte om over te gaan tot de sluiting. Dat dit toch gebeurde, wees een verdediger toe aan het feit dat Garzón een juridische kwalificatie ad hoc gehanteerd had om toch zijn willetje door te drijven. Een andere verdediger sprak van een strategie van Garzón om de zaak niet als louter gerechtelijk, maar als strikt politiek te bestempelen, een steeds terugkerende strategie.

Mogen wij er trouwens op wijzen dat de 4de Kamer verscheidene beslissingen van Garzón herroepen heeft in verband met dit proces en met andere processen tegen Izquierda Abertzale. Beslissingen die wonderwel nauw aansloten bij de strategie van de regering van José María Aznar.

Het vonnis zal nu door de verdediging grondig doorgelicht worden om de nodige maatregelen te treffen aangaande de schade die de ondernemingen, zowel als de betrokken personen, hebben opgelopen.

Strafvermindering

Het vonnis dat het Hooggerechtshof in beroep behandeld heeft, voorziet ook in strafvermindering. De straffen opgelegd door de uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional in december 2007 liepen in totaal op 525 jaar cel voor de 47 beklaagden. Het Hoorgerechtshof verminderde die straffen nu tot een totaal niet hoger dan 290 jaar cel en ratificeerde de vrijspraak voor 9 personen.

Een van de meest opvallende strafverminderingen is die van José Luis Elkoro. Hij werd veroordeeld tot 24 jaar en dit werd nu teruggeschroefd tot 8 jaar. Terecht kan de vraag gesteld worden of de eerste veroordeling niet gebeurde op basis van willekeur.

Het ligt niet in mijn bedoeling om hier alle individuele gevallen op te rakelen, maar de strafverminderingen zijn toch substantieel: Xavier Alegría (van 18 jaar naar 12 jaar en 9 maanden), Joxean Etxeberria (van 17 jaar en 6 maanden naar 12 jaar), en Carlos Trenor (van 17 jaar naar 10 jaar en 6 maanden). Wie toch belang stelt in een totaal overzicht van de straffen kan hier klikken.

Blijft natuurlijk nog de vraag of de verminderde straffen wel proportioneel zijn met het zogenaamde misdrijf. Overigens, heel wat kenners (ook Amnesty International maakte er al allusie op) was er helemaal geen misdrijf, maar Barbertje moest hangen.

Bron: Gara