Polo soberanista

Garzón richt zijn pijlen op het "onafhankelijkheidfront"

25 januari 2010

Baltasar Garzón heeft op 25 januari 2010 een gerechtelijke vervolging ingespannen voor “integratie in een gewapende organisatie” tegen Arnaldo Otegi, Rafa Díez, Miren Zabaleta, Sonia Jacinto, Arkaitz Rodríguez, Amaia Esnal, Txelui Moreno en Mañel Serra. De magistraat zal geen vervolging instellen tegen Rufino Etxeberria, omdat er onvoldoende bewijzen tegen hem zijn. De aanwezigheid van Rufi Etxeberria (en alleen van hem) in de bureaus van de vakbond LAB, waar de samenkomsten plaats hadden, zou louter toevallig geweest zijn. Een gebruikelijke methode om de goegemeente toch maar te overtuigen dat de procedure een schijn van geloofwaardigheid heeft. De acht beklaagden werden op 13 oktober 2009 gearresteerd en drie dagen later, op 16 oktober 2009, opgesloten. Zij zullen pas terechtstaan op 27 juni 2011 in wat genoemd wordt de "zaak Bateragune".

Hij beschuldigt hen ervan deel uit te maken van “Bateragune (Samen, één) of Comisión de Coordinación (coördinatiecommissie) of Dirección de la Izquierda Abertzale (directie van IA)”, een coördinatieorgaan dat volgens hem geleid, gedirigeerd en gecontroleerd wordt door ETA.

Garzón onderstreept dat de acht een blok wilden vormen als strategie voor onafhankelijkheid. Dat blok zou op basis van de politiek-militaire strategie van ETA en in hun opdracht moeten uitmonden in een nieuwe politieke formatie die het verboden Batasuna moet opvolgen. Garzón beschuldigt hen ervan een strategie te ontwikkelen die een combinatie zou zijn van “votos y bombas” (stemmen en bommen). Hij dicht de acht de eigenschap toe te handelen in opdracht van ETA, vertrekkende van de superieure hiërarchische positie van ETA en het ontzeggen van enige autonomie aan de nieuwe te vormen partij Bateragune.

De magistraat geeft natuurlijk geen details wanneer dat coördinatieorgaan zou ontstaan zijn, noch wie er deel van uitmaakt. Maar bovenvermelde personen waren op 13 oktober 2009 samengekomen om een strategie uit te werken, en dus kan het volgens hem niet anders dan dat zij de oprichters zijn (oprichters van een orgaan dat niet bestaat). Hij heeft dus geen enkel bewijs voor dat bestaan en nog minder van de relatie van de verdachten met dit orgaan.

Of toch? Zijn meest doorslaggevend argument om hardnekkig zijn stelling te verdedigen, en daarom ook het meest bespottelijke, is zijn waarneming dat er al geruime tijd geen bijeenkomsten meer zijn onder de naam Batasuna, dat er bij communiqués en openbare optredens geen referenties meer naar die partij te bespeuren vallen, en dat er voortdurend in naam van Izquierda Abertzale gesproken wordt. Hij verzwijgt gemakshalve dat het gebruik van die naam of het publiekelijk optreden onder die naam strafbaar is.

Er is meer. Hij vindt niet bestaande feitelijkheden uit. Zo bevestigt hij bijvoorbeeld dat op 16 maart 2009 in San Sebastián een publieke voorstelling plaatsgreep van een project uitgetekend door ETA, en dat het net die mannen van Bateragune waren die de bijeenkomst geleid hebben, omringd door het voltallige middenveld van Izquierda Abertzale. Op die datum had nog niemand van de benaming Bateraguna gehoord. De waarheid is dat op die datum in een hotel te San Sebastián een bijeenkomst gaande was waarbij Izquierda Abertzale een strategie aan het uitdokteren was voor een efficiënt streven naar onafhankelijkheid. De mindere resultaten van de verkiezingen van 1 maart 2009 lagen hier aan de oorsprong. Die bijeenkomst was trouwens de eerste stap die uiteindelijk zou leiden naar de verklaring van Altsasua, een voorstel tot oplossing van het conflict via louter politieke en democratische weg.

Bovendien is het voor de aandachtige toeschouwer totaal onverklaarbaar hoe Garzón het uit zijn hoge hoed tovert dat er, in dezelfde groep, onderscheid gemaakt wordt tussen leden van Bateraguna en vertegenwoordigers van Izquierda Abertzale, terwijl ze allemaal eendrachtig rondom dezelfde tafel zaten.

Het vonnis van inbeschuldigingstelling

Is magistraat Garzón dom of komt hij van een andere planeet? In het vonnis zijn voldoende elementen aanwezig om zijn affirmaties te weerleggen. Wij halen er twee belangrijke aan:

· de voorbije verkiezingen voor het Europese Parlement van 7 juni 2009

· het debat over het democratisch proces

In beide gevallen, en dat schrijft Garzón zelf, spreken de beklaagden via stellingname van Izquierda Abertzale de gewapende organisatie ETA tegen. ETA was niet te spreken over de deelname aan die verkiezingen en in hun document “Mugarri” spreekt ETA zich in eerste instantie lijnrecht uit tegen een democratisch proces. In dit 5 pagina tellende document verklaart de harde vleugel: “Als Izquierda Abertzale doeltreffend wil zijn en een nieuw scenario op tafel wil leggen, moet het de gewapende strijd vanuit een globale strategie benaderen.

Het gerechtelijke dossier negeert de werkelijkheid zo ernstig dat het verwijst naar een document gevonden in het bureau van Rafa Díez. Dat document zegt nochtans uitdrukkelijk: “Wij moeten de fase van de politiek-militaire confrontatie (gewapende strijd) overstijgen, want die fase blokkeert en verhindert ons in ons streven naar onafhankelijkheid en verhoogt de weerzin tegen de strategie van het MLNV. En wat verder poneert de rechter leukweg, en ziende blind, dat dit document een project is van ETA. Hij beschuldigt ook Arnaldo Otegi ervan in opdracht van ETA te streven naar “staakt-het-vuren”, maar dan met een verborgen agenda (onderhandelen, met bommen als drukkingmiddel). Dat al die beschuldigingen niet gestaafd zijn door ook maar enig bewijsstuk, is een zorg voor later. Eerst de “daders” oppakken, dan eventueel bewijslast zoeken (al dan niet gemanipuleerd) om ten slotte te berechten.

Het merendeel van de beschuldigingen om de beklaagden te berechten, is een kopie van zijn aanhoudingsmandaat van 13 oktober 2009. Maar er is een groot substantieel verschil met alle voorgaande akten van inbeschuldigingstelling, en dat mag absoluut niet onbesproken blijven: de gretige ongezonde belangstelling die Garzón nu aan de dag legt voor de poging tot formatie van een “polo soberanista”, een soort onafhankelijkheidsfront (het sluiten van de gelederen van alle nationalistische krachten). Tot nu toe werd het orakel van criminalisering alleen uitgesproken over Izquierda Abertzale, en meer bepaald over Batasuna en ANV. De rest van de nationalisten die dezelfde idee genegen zijn, beschouwde Garzón als misleid zijnde of in de war. Tot nu toe!

Garzón voorziet de beklaagden te verhoren vanaf 10 februari 2010.

De Partido Popular eist van de regering en van het Openbaar Ministerie dat ze optreden

De mogelijke oprichting van een verenigd nationalistisch front zorgt voor hoogspanning en nervositeit. De gezagsgetrouwe kranten werden in stelling gebracht om het hersenspinsel van bepaalde institutionele en politieke woordvoerders een spreekbuis te verlenen. Zo doet het gerucht de ronde dat de politieke partij Eusko Alkartasuna (*) bereid zou zijn om hun kieslijsten voor leden van Batasuna open te stellen, wat door die partij ontkend wordt. Die verkiezingen zijn voorzien voor de lente van 2011. De PP loopt voorop met het Spaans patriottische eenheidsvaandel en eist nu al een onderzoek om die partij te kunnen verbieden: “Alle democraten (?) moeten op hun hoede zijn voor diegenen die zich scharen achter de poging om een nationalistisch eenheidsfront te vormen, want ze zijn strikt genomen hetzelfde als ETA (de dooddoener: ‘Todo es ETA’). Wij moeten er voor zorgen dat Batasuna niet de spot drijft met de wettelijke democratie.”

(*) Eusko Alkartasuna (EA) (Baskische Solidariteit) is een partij die gesticht werd door de ex-Lehendakara Carlos Garaikoetxea in 1986 als afscheuring van de PNV omwille van ideologische redenen (sociaaldemocratisch, independistisch, pacifistisch en aconfessioneel). De partij heeft wel samen met de PNV geregeerd van 1994 tot 2009. De jongerenafdeling van de partij is Gazte Abertzaleak. Na het debacle bij de verkiezingen van maart 2009, waar de partij afzonderlijk opkwam, verliet een groot gedeelte van de leden op 1 juni 2009 de partij om onder de naam Alkarbide een eigen koers te volgen (later werd Alkarbide getransformeerd in Hamaikabat). Carlos Garaikoetxea kwalificeerde de afscheuring als een doodsteek voor de formatie.

Bron: Gara en Diario de Noticias

25 september 2010

Op 25 september 2010 speelde zich te Gernika een zinnebeeldig en symbolisch scenario af ten gunste van Euskal Herria. Om 17:00u werd een plechtig akkoord ondertekend (nu al het 'Akkoord van Gernika' genoemd) die van grote betekenis zou kunnen zijn in de geschiedenis van de Basken. Vijf partijen (Izquierda Abertzale, Eusko Alkartasuna, Aralar, Abertzaleen Batasuna en Alternatiba), syndicaten en sociale organisaties hebben er zich toe verbonden om het akkoord “Acuerdo para un escenario de paz y soluciones democráticas'' (Akkoord voor een vredesscenario en democratische oplossingen) te ondertekenen.