Baskisch nationalisme in Iparralde

Marc Legasse Zelaia

Marc Legasse Zelaia, schrijver en militant, was één van de drijvende krachten achter de abertzalebeweging in Frans-Baskenland, hoewel hij er een libertaire ideologie op nahield. Legasse heeft altijd een independistische houding aangenomen.

Hij is te Parijs geboren op 19 april 1918, uit Baskische ouders: vader was van Bassussarry (Labourd) en moeder van Errenteria (Gipuzkoa). Tijdens zijn jeugd leerde hij veel militanten van de PNV kennen, gevlucht voor de burgeroorlog, waaronder niet de minste: Agirre, Irujo, Monzón en Ajuriagerra. Zijn eerste contacten met de abertzalebeweging in Hegoalde (Frans-Baskenland) dateerden van voor de burgeroorlog, toen hij Luis Arana Goiri ontmoette, die medeleerling was van zijn grootvader Gaudioso Zelaia, in het jezuïetencollege te Orduña. Later kwam hij in contact Krutwig, Beltza, Ortzi, Txillardegi en met ETA-activisten als Etxabe, Wilson, Ezkerra en Peixoto.

Na samengewerkt te hebben met de vluchtelingen van de Franco-terreur, trad hij in het verzet tegen de Nazi’s. Eén van zijn broers stierf in de strijd.

Marc Legasse is verscheidene malen gearresteerd en beboet geweest omwille van politieke motieven. Hij stelde zich kandidaat voor verscheidene Abertzalegroeperingen en nam deel aan verscheidene hongerstakingen ten gunste van Baskische slachtoffers van represailles.

Marc Legasse, heeft samen met Pierre Lafitte (ook een schrijver), in het jaar 1942 de eerste onafhankelijkheidsbeweging “Aintzina” (voorwaarts), uit de grond gestampt, ook wel eens de “eskualerristes” genoemd, en in augustus 1944 gaf hij het politieksatirische tijdschrift “Hordago” (uitdaging) uit, dat het 34 jaar volhield tot 1978.

In 1945 kwam Legasse op bij de departementale verkiezingen, zonder succes, en hij werkte een autonomiestatuut uit voor Iparralde, om het voor te stellen tijdens het op punt stellen van de Grondwet van de 4de Franse Republiek in 1945 (*). Legasse beschouwde dit project als voorlopig, in afwachting van de terugkeer van de Baskische regering in ballingschap naar Hegoalde. Regering die dan met Parijs definitief zou onderhandelen. Omwille van die activiteiten werd hij in 1946 opgesloten, beschuldigd van “relatief” separatisme en beboet. Later zal hij nog twee maal opgesloten worden voor separatistische propaganda en anarchisme.

(*) De Derde Republiek was in 1940 ten onder gegaan, en na de bevrijding wenste niemand haar te herstellen. Er werd een grondwetgevende vergadering gekozen, die in 1946 een ontwerp presenteerde. De Senaat werd vervangen door de Conseil de la République zonder wetgevende bevoegdheden. De macht van Assemblée Nationale werd aanzienlijk versterkt, ten koste van die van president en regering. Charles de Gaulle, aan wie het presidentschap was toegedacht, was niet van plan "chrysanten te gaan onthullen" en trok zich mokkend terug op zijn landgoed in Colombey-les-Deux-Églises.

Het 1ste artikel van het ontwerp luidde als volgt:

“Baskenland (Euskal Herria), die de streek van Bayonne en de kantons van Mauleón en Tardets (de oude provincies Labourd, Soule en Basse Navarre) omvat, vertegenwoordigt een natuurlijke en juridische eenheid met een eigen politieke karakter. Daarom moet aan Euskal Herria het recht voorbehouden worden om een specifiek departement te vormen, binnen de eenheid van de Franse Republiek, volgens de regels van de overeengekomen wet op de relaties voorzien in dit statuut. Dit statuut heeft als objectief een akkoord te bereiken over de juridische modaliteiten met het Franse parlement, die toelaten het in die wet voornoemde natuurlijke en politieke karakter te bevestigen, en de welvaart van Baskenland, de materiele en geestelijke welstand van zijn inwoners te garanderen.”

Het autonomiestatuut van Legasse werd in januari 1946 door de recent verkozen Baskische afgevaardigde, Jean Etcheverry-Aintchart, voorgesteld in de overeenkomstige grondwettelijke commissie van de Assemblée Nationale te Parijs. Het resultaat was negatief, meer nog er werd zelfs niet over gedebatteerd.

Na zijn tegenslag bij de departementale verkiezingen in 1945, kwam hij nog vijf maal op bij groepen zoals Enbata, EHAS- Euskal Herriko Alderdia Sozialista en nog wat kleinere kernen.

Zijn allegorieën en korte bespiegelingen maakten hen beroemd: “Hyperchauvinistische Basken! Kalmte. Het is niet nodig van de daken te schreeuwen dat de Basken Amerika hebben ontdekt, dat de Basken Ignacio de Loyola aan de wereld hebben geschonken. De ontdekking van Amerika heeft alleen syfilis en de atoombom voortgebracht, en Ignacio de Loyola de Jezuïeten. Dat is niets om mee op te scheppen”.

PNV, Enbata, Charter van Itxassou

Gevluchte politici van de klassieke PNV-strekking, ondergedoken in Frankrijk, begonnen de politieke acties van Marc Legasse als een gevaar te zien, en zij vreesden represailles van de Franse autoriteiten. Als gevolg van een zekere vijandschap vanwege PNV-vluchtelingen, schreef hij een brief aan de regering in ballingschap waarin hij de houding van die partijgenoten aanklaagde. Legasse had trouwens geen hoge dunk van die regering, die hij, net als ETA later, veel te laks vond.

In de jaren 50 werd een andere nationalistische beweging op poten gezet: Enbata. De groep werd gecreëerd door Baskische studenten in Paris, Toulouse en hoofdzakelijk Bordeaux, waar er een vrij intense activiteit ontstond. Zij brachten een tijdschrift uit onder dezelfde naam, een tijdschrift dat heel goed onthaald werd, en dat zich sterk focuste op het nationalisme met o.a. de eis voor aan autonomiestatuut. Ter gelegenheid van de 1ste Aberri Eguna (dag van het vaderland, nationale feestdag) na de Spaanse burgeroorlog, in Itxassou (1963), werd het politieke project (Enbata - Charter van Itxassou) voor de Baskische regio in Frankrijk voorgesteld. De tekst vertrok van de vaststelling van een verdeeld territorium. De eis die hierop volgde, was de creatie van een Baskisch Departement voor de drie provincies. In een tweede fase, en binnen het gegeven van een verenigd Europa van de volkeren, de vorming van politieke regio die de zeven provincies omvat (3 in Frankrijk en 4 in Spanje).

Gewapende strijd

Gelijktijdig met de ontwikkeling van de Baskische nationalistische politiek in Iparralde, kwam ook stilaan de gewapende strijd op de voorgrond. Dit gebeurde veel later dan ETA in Hegoalde en had in eerste instantie geen band ermee. De eerste aanslag door “Iparretarrak” (zij van het noorden) werd op 11 november 1973 gepleegd. In 1993 werd het rustiger en verdween de gewapende strijd vaan het toneel.

De plotse verschijning van die gewapende strijd gaf aanleiding tot spanningen tussen de uitvoerders aan de ene kant en de vluchtelingen uit Hegoalde aan de andere kant. En al vlug werd hun vrees werkelijkheid, hoewel de eigenlijke oorzaak tot tussenkomst van de Franse overheid, het inzetten van de doodseskaders van GAL was (terreur zaaien in Iparralde om de Franse regering onder druk te zetten). Op 14 juni 1984 ondertekenden de Buitenlandministers van beide staten, Gaston Deferre en José Barrionuevo het akkoord "Acuerdos de la Castellana". Dit akkoord hield in dat vanaf nu deportaties mogelijk waren van politieke vluchtelingen naar Latijns-Amerikaanse landen, dat zware beperkingen werden gehanteerd om het statuut van politiek vluchteling te verkrijgen, en als er toch verblijfsvergunningen zouden worden uitgereikt dit zover mogelijk buiten Iparralde zou zijn. Het akkoord voorzag ook in uitleveringen aan Spanje, omdat dit land "democratisch" zou geworden zijn (de democratie van de doodseskaders waarschijnlijk). In september 1984 levert de socialistische regering de eerste 3 vluchtelingen uit aan de Spaanse justitie. Het moorddadige geweld van

GAL stopt, maar de regering Chirac zet de politieke repressie voort.

De strijd om een eigen departement

De drie Baskische provincies Lapurdi (Labourd), Zuberoa (Soule) en Nafarroa Beherea (Basse Navarra) krijgen van de Franse administratie niet de minste erkenning, ze worden eerder als een stuk folklore beschouwd. De Franse Revolutie van 1789 supprimeerde de Fueros in Lapurdi (Labourd) en Zuberoa (Soule), en elimineerde het “Reino de Navarra”, het resterende deel van het Koninkrijk Navarra. Met één pennentrek was de identiteit van het Baskische volk ten noorden van de Pyreneeën uit de geschiedenisboeken gewist. De Franse administratie creëerde het Département Pyrénées-Atlantiques, bestaande uit de 3 Baskische provincies en Béarn, met als hoofdstad Pau, het oude Baskische Pabe, waar nu de Conseil Général, een soort departementeel parlement, gevestigd is in het Paleis van de Cortes van Navarra.

De Basken van het noorden (Iparralde) hebben altijd de creatie van eigen departement opgeëist: Département Pays Basque.Het verzoek tot de oprichting wordt gedragen door een meerderheid van de bevolking, en is niet louter een eis van de nationalisten. Mensen uit verscheidene en verschillende ideologische concepten ondersteunen de eis. En bij naderende verkiezingen werd altijd wel iets beloofd. François Mitterrand in 1981 en in Lionel Jospin in 1995 verbonden zich ertoe de identiteit van Iparralde te erkennen door de creatie van een Département Pays Basque. Maar zij hielden hun belofte niet. In 2003 trokken gemeenteraadsleden en burgemeesters naar de zetel van de Franse regering om hun stem te verheffen. In 2003 sprak de regering van Jean-Pierre Raffarin zich uit voor een modernisering van de Franse staat door middel van een proces van decentralisatie, en met de belofte van wetgevende bevoegdheden voor bepaalde regio’s. Bij dat plan was Iparralde eens te meer uitgesloten. Op 1 februari 2003 werd door het collectief Batera (zie rubriek: "Historiek Iparralde 2) opgeroepen voor een manifestatie te Baiona, waar meer dan 10.000 manifestanten aan deelnamen.

Het doel was:

1. De erkenning van het Euskara.

2. De oprichting van een Kamer voor Landbouw in Pays Basque (momenteel operatief onder de vorm van een associatie, Laborantza Ganbara, Chambre d'Agriculture in het Baskisch).

3. De oprichting van een universiteit, in al zijn geledingen, te Bayonne

4. De oprichting van een Departement Pays Basque en afzonderlijk een Departement Béarn.

Zes Baskische parlementariërs uit het Département des Pyrénées Atlantiques steunen op 27 oktober 2004 het initiatief van de organisatie Batera om een handtekeningactie uit te roepen voor het opzetten van een eigen politieke administratie. Batera blaast het initiatief nieuw leven in, nadat de beloftes uit Parijs om 'ernaar te kijken' een dode letter bleken. Volgens de wet is het mogelijk om 2 aparte departementen op te zetten (Baskenland en Béarn). Als dit initiatief toch wordt afgewezen wil Batera handtekeningen verzamelen om een referendum af te dwingen.

Het referendum komt. Op 5 maart 2008 zijn er in Iparralde al 34.100 handtekeningen verzameld voor een Baskisch departement (32.800 Iparralde, 1.300 Béarn). Maar zolang het departement Pyrénées-Atlantiques (gevormd door Iparralde en het grotere Béarn) bestaat, volstaan de 34.100 handtekeningen echter niet: de 10 %-grens geldt voor het departementeel niveau. Het streefdoel wordt hierdoor op 46.000 gelegd.