Korte voorgeschiedenis

Frans-Baskenland (Frans: Pays Basque Français; Baskisch: Iparralde) is het deel van Baskenland dat in Frankrijk ligt. Het maakt deel uit van het departement Pyrénées-Atlantiques. Een andere benaming is Noord-Baskenland.

Frans-Baskenland bestaat uit de volgende provincies:

  • Labourd (Baskisch: Lapurdi), hoofdstad: Bayonne

  • Neder-Navarra (Baskisch: Nafarroa beherea; Frans: Basse-Navarre), hoofdstad: Saint-Jean-Pied-de-Port

  • Soule (Baskisch: Zuberoa), hoofdstad: Mauléon-Licharre

De indeling is niet officieel: Frans-Baskenland beslaat de arrondissementen Bayonne (geheel) en Oloron-Sainte-Marie (de kantons Mauléon-Licharre en Tardets-Sorholus). De indeling wordt echter algemeen gebruikt door de inwoners zelf.

Het gebied Pays Basques Nord of Iparralde maakte deel uit van het rijk van de Navarrese koning Sancho de Grote. Na zijn dood viel het rijk echter uit elkaar. De provincies Labourd (Lapurdi) en Soule (Zuberoa) gingen deel uitmaken van Aquitanië, en werden samen met de rest van dit hertogdom in 1154 Engels. De Engelse heerschappij over deze gebieden duurde tot 1451, waarna ze overgingen in Franse handen. Het tussen de Labourd en de Soule gelegen Basse-Navarre (Behe-Nafarroa) was oorspronkelijk een deel van het oude Koninkrijk Navarra. Het grootste deel van dit oude koninkrijk ligt tegenwoordig in Spanje en vormt de provincie en regio Navarra. Neder-Navarra was van 1589 tot 1620 door een personele unie met Frankrijk verbonden, waarna het formeel verenigd werd met Frankrijk. In de 16de eeuw werden in de wijde omgeving rondom Bayonne heel veel boeken gedrukt in het Euskara, meestal met christelijke onderwerpen. Van de eigen taal naar eigen de identiteit.

Onder het Ancien Régime van de Bourbondynastie verwierf de streek een soort afgezwakte vorm van zelfbestuur op sociaal en politiek gebied. Wat we in Hegoalde kunnen bestempelen als “Fueros”, zouden we hier “ordonnanties” kunnen noemen. Hieraan kwam een einde met de Franse Revolutie (1789-1799). Het centrale gezag schafte alle mogelijke lokale privilegies af. In 1790 werden alle oude Franse provincies opgeheven, en werden de drie Noord-Baskische provincies met de Béarn samengevoegd tot het departement Basses-Pyrénées (later Pyrénées-Atlantiques). Een periode van 200 jaar verfransing lag nu in het verschiet.

Behalve het Frans, de officiële taal, wordt er Baskisch gesproken, behalve in een smalle strook in het noorden. Baskisch wordt ook gesproken in een klein aangrenzend deel van de Béarn (rond het dorp Esquiule). Verder wordt er in een klein deel van Frans-Baskenland Gascons (een dialect van het Occitaans) gesproken. Het Baskisch dialect van de Soule, het Souletijns, wijkt sterk af van de standaardtaal. Anders dan in Spanje is het Baskisch in Frankrijk op geen enkele manier erkend, net zo min als enige andere regionale taal in dit land. Er zijn echter wel een aantal Baskischtalige en tweetalige lagere en middelbare scholen. Ook is de bewegwijzering steeds vaker tweetalig.

Evenals in de Baskische Autonome Gemeenschap in Spanje vindt men in Frans-Baskenland nationalistische bewegingen die streven naar onafhankelijkheid en een vereniging van de Baskische gebieden. Hierbij ondervindt men het probleem dat waar in Spanje de Baskische gebieden eigen bestuurseenheden zijn, dit in Frans-Baskenland niet het geval is. Mede daarom is er een sterk streven naar het splitsen van het departement Pyrénées-Atlantiques in twee delen: Frans-Baskenland en de Béarn.