Het jaar 2000.....

Bij de verkiezingen in het jaar 2000 kan de Partido Popular standhouden en de regering Aznar kan een tweede ambtstermijn inzetten.

Op 30 april 2000 komt de krant "GARA" met documenten voor de dag waarop PNV, EA-Eusko Alkartasuna en ETA een samenwerkingsakkoord ondertekenen. Onder de handtekeningen voegde ETA er "een eigen interpretatie" aan toe. De PNV zou dit akkoord gebroken hebben, maar Egibar verklaart dat een "niet bestaand akkoord" niet gebroken kan worden. Alles zorgt voor erg veel commotie, zowel in Baskenland als in Spanje. Aznar aanvaardde schriftelijk een nieuwe samenkomst met ETA, maar kwam ze niet na. Monseigneur Uriarte (zie De Baskische kerk) was tussenpersoon bij de onderhandelingen, waarbij in 1999 drie vertegenwoordigers van de Spaanse regering en twee van ETA in een Europese stad zouden samenkomen. Plaats, dag en uur van de samenkomsten werd door ETA bepaald. De voertaal was Spaans, maar de vertegenwoordigers van de gewapende organisatie spraken onder elkaar Baskisch. De vertegenwoordigers van de regering gebruikten i.v.m. ETA termen als "gewapende organisatie", "gewapende strijd" en "revolutionaire, socialistische organisatie". Monseñor Uriarte deed de introductie. EA-Eusko Alkartasuna "verdedigt" zich door te zeggen dat er geen akkoord met ETA was, "omdat het niet in zijn geheel werd aangenomen". Mayor Oreja (*) noemt de publicatie een "wraakneming", een vendetta van ETA tegen de PNV en EA-Eusko Alkartasuna.

(*) Jaime Mayor Oreja

Toen de Partido Popular bij de verkiezingen van 1996 de stembusslag gewonnen had, werd Mayor Oreja benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken. Hij bleef de volledige legislatuur in die functie en nog een stuk in de volgende legislatuur. In 2001 werd hij vervangen door Mariano Rajoy, omdat hij (vergeefs) het voorzitterschap (Lehendakari) van de Baskische Autonome Gemeenschap ambieerde.

Op 13 mei 2000 wordt in Pamplona het "Proceso Batasuna" voorgesteld. De nieuwe "organisatie" wil binnen een jaar een nieuwe politieke structuur in het leven roepen waarin er plaats is voor alle abertzales (nationalisten), linkse en progressieve sectoren. Er zal geen limiet zijn wat thema's en debat betreft.

Op 17 december 2000 sluiten de regerende PP en de "collaborerende" PSOE een staatspact tegen ETA:

Het wordt het "Pact voor de Vrijheden en tegen het Terrorisme" genoemd. De verklaring wijst een onafhankelijke Baskische Staat rigoureus af. Volgens Aznar kunnen alle andere partijen zich erbij aansluiten, op uitzondering van de PNV en EA-Eusko Alkartasuna. Die moeten eerst afstand doen van hun ideeën over autonomie voor de Basken. Ook moeten beide partijen de samenwerking beëindigen met EH-Euskal Herritarrok, de politieke tak van ETA. De Catalaanse regerende CiU-Convergència i Unió werd niet eens geïnformeerd! Volgens hen sluit het pact anderen uit en wekt het frustraties op ("excluente y frustrante"). De Baskische Lehendakari, Ibarretxe, toch niet bekend voor zijn duidelijke of provocerende uitspraken, zegt dat "het pact niet tegen ETA is, maar tegen het Baskische Nationalisme". "Tegen hetgeen de PNV en EA-Eusko Alkartasuna verdedigen." Gorka Knörr, van EA-Euskal Herritarrok is veel duidelijker: "Wij aanvaarden geen lessen in democratie (*) van een ex-falangist zoals Aznar, noch van degenen die de Rechtvaardiging van de vuile oorlog van GAL hoog in het vaandel houden." Voor EH-Euskal Herritarrok dient het pact tot confrontatie, niet tot een oplossing van het conflict.

(*) Geen lessen in democratie

Spaans bewind krijgt autoritaire trekken

Ruzie met de rechterlijke macht, ruzie met de vakbonden en een oppositie die uit het politieke dal kruipt. Voor de regering-Aznar lijken de gemakkelijke jaren voorbij.

Door onze correspondent STEVEN ADOLF

MADRID, 2 FEBR. Stakingswillige vakbonden, kwade rechters en een hoge onderscheiding voor een van de belangrijkste beulen van het Franco-regime. De regering van premier José María Aznar -vorig jaar aan een tweede termijn begonnen- kampt met serieuze problemen. Zij meet zich graag het imago aan van een ploeg die de democratische dialoog zoekt, maar dat is ernstig aangetast. Volgens critici dreigen de autoritaire trekken van het conservatieve bewind, dat kan bogen op een absolute meerderheid in het parlement, zelfs de overhand te krijgen.

Neem de oplopende spanningen met de rechterlijke macht. Na twee rechterlijke uitspraken die nadelig voor de regering uitpakten, kondigde een geïrriteerde minister van Justitie Angel Acebes aan, dat het hoog tijd wordt voor een "ingrijpende hervorming". De regering heeft genoeg van eigenwijze rechters en wil haar greep versterken op het rechterlijke en justitiële apparaat, zo luidt samengevat de boodschap. Menigeen vindt daarentegen juist dat politici zich in Spanje veel te veel bemoeien met het doen en laten van rechters. Dit gebrek aan respect voor het beginsel van de trias politica, zo kenmerkend voor autoritaire regimes, wordt door premier Aznar evenwel omgedraaid: de rechters respecteren zijn regering niet.

Geld en gratie, daar draait het om. De rechtbank verklaarde met terugwerkende kracht de afschaffing van de automatische prijscompensatie in de salarissen voor ambtenaren in 1997 nietig. De bezuiniging, bedoeld om mee te mogen doen in de Europese muntunie, was een van de eerste beleidsdaden van Aznar. De regering weigert vooralsnog te betalen en tekende beroep aan. De vakbonden bereiden een algemene staking voor. Daarmee lijkt het gedaan met de arbeidsrust waar de regering zo trots op was.

De gratieverlening aan rechter Gómez de Liaño markeert een tweede botsing met de rechterlijke macht. De regeringsgezinde Gómez de Liaño werd bekend door zijn aanhoudende pogingen om de socialistisch gezinde uitgever Jesús de Polanco in de cel te krijgen op basis van een uiterst gekunstelde aanklacht. Machtsmisbruik, oordeelden zijn collega's en ze zetten Gómez de Liaño uit de rechterlijke macht. Prompt verleende de regering hem gratie. Maar de Hoge Raad bepaalde dat gratie geen automatische terugkeer in de rechterlijke macht kan betekenen. Een inbreuk op onze bevoegdheden, meent de regering-Aznar op haar beurt. Zij vecht de interventie van de Hoge Raad aan.

Weinig bevorderlijk voor het imago van openheid en dialoog van de regering was ook de postume toekenning, eind vorige week, van een hoge onderscheiding aan Melitón Manzanas, het eerste dodelijke slachtoffer van de Baskische terreurbeweging ETA in 1968. Manzanas, destijds chef van de politieke politie in San Sebastián, was berucht wegens de martelpraktijken waar hij tegenstanders van het regime van dictator Franco aan onderwierp. Amnesty International heeft de onderscheiding van "iemand die de mensenrechten op grove wijze heeft geschonden" fel veroordeeld. De gratie voor elf nog levende agenten die waren veroordeeld wegens mishandeling en martelpraktijken werd eveneens bekriteerd door de mensenrechtenorganisatie. Ook het recente ontslag van de directeur van de regionale publieke zender Telemadrid roept onprettige herinneringen op. De televisiebaas werd de laan uitgestuurd door het conservatieve regiobestuur van Madrid na uitzending van een documentaire over de situatie in Baskenland, waarin ook politieke aanhangers van de ETA aan het woord kwamen.

Door deze reeks incidenten is het klimaat rond de regering-Aznar verslechterd. De praktische problemen, waar het de laatste tijd van wemelt, doen daar verder afbreuk aan. Zo kwam de aanpak van de gekkekoeienziekte in Spanje traag op gang, hetgeen leidde tot veel verwarring, paniek en woedende slagers. De nieuwe wetgeving die de immigratie in goede banen moet leiden is evenmin een parel van overzichtelijk beleid. De illegale immigranten moeten op staatskosten het land uit, maar zullen niet worden uitgezet. Bovendien mogen ze terugkomen als de papieren in orde zijn. Inmiddels worden twee kerken bezet door hongerstakende buitenlanders en kampen tuinders in het zuiden met een nijpend tekort aan mankracht.

Verder sluimert er nog de kwestie van de Britse atoomonderzeeër Tireless die met averij aan de nucleaire koelinstallatie voor anker ligt in de haven van Gibraltar. Ondanks Spaanse protesten weigeren de Britten hun duikboot elders te repareren, wat de warme betrekkingen die Aznar zo graag met zijn ambtgenoot Blair wil onderhouden danig heeft bekoeld.

Ondertussen ruikt de socialistische oppositie haar kans. Aan jaren van verlammende partijruzies lijkt een eind gekomen. De vorig jaar gekozen partijleider José Luis Rodríguez Zapatero slaagt aardig in zijn voornemen om een zakelijke oppositie tegen het kabinetsbeleid te voeren. Het antwoord van regeringszijde komt veelal niet verder dan: "Onverantwoordelijk". "Er zijn personen die niet voldoende afwegen wat ze zeggen", aldus Aznar. Maar de makkelijke tijden voor zijn conservatieve kabinet zijn voorbij.

Bron: NRC Webpagina's © NRC Handelsblad, 2 februari 2001

>>>>>>>>