Proces met "zelfbeschuldiging onder foltering" als voorwerp

Sumario 15/02

Op 29 april 2009 verschijnt in alle Spaanse kranten dat de onvermijdelijke magistraat van de uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional, Baltasar Garzón, een onderzoek geopend heeft naar de folteringen in Guantanamo (Cuba). Hij refereert naar de schendingen van de Conventie van Genève en naar de Conventie tegen Foltering door leden van het Noord-Amerikaanse leger en de inlichtingendienst. Hij klaagt de ”systematische, onmenselijk en vernederende foltering aan van gevangenen”.

In geen velden is te bespeuren dat hij dat ook van plan is een onderzoek te openen in het folterparadijs Spanje!

Bron: uit Gara, cartoon van Tasio

Garzón onderzoekt folteringen in Guantánamo

Op 16 mei 2009 wordt voor het eerst melding gemaakt van het nakende proces, met de vermelding dat de Openbare Aanklager een straf zal vorderen van 6 jaar cel, op beschuldiging van de eeuwige, en niet op een normale manier te bewijzen, dooddoener “medewerking met een gewapende organisatie”.

Daniel Gutierrez, Jose Ramón Acedo, Jon Etxeberria, Sendoa Domínguez, Iban Saez de Jauregi, Raul Vallinas, Aitor Duran, Unai Romano, Jokin Zerain, Juan Antonio Cortes, Susana Atxaerandio, Zigor Bravo, Juan Carlos Subijana en Enrique Urarte worden dringend verzocht om zich op 28 mei 2009 te verantwoorden voor de uitzonderingsrechtbank. Dit is nu al de 4de maal dat ze dringend verzocht worden zich naar Madrid te begeven.

Vier dagvaardingen

In december 2006 moesten de beklaagden voor de eerste maal in Madrid voor de uitzonderingsrechtbank verschijnen. Al tijdens de eerste zitting werd de zaak opgeschort op basis van oorzaken los van dit proces. De beklaagden konden naar huis terugkeren in afwachting van de volgende dagvaarding. Het wachten duurde 2 jaar, want pas in november 2008 stond er hen een 2de lange reis naar Madrid te wachten, om uiteindelijk te vernemen dat de zaak opgeschort was. Er werd zelfs geen reden opgegeven. Drie maanden later, januari 2009, was het weer van dat: de zaak werd opgeschort op basis van oorzaken los van dit proces. Op 28 mei 2009 zou het proces dan uiteindelijk van start gaan.

De grootscheepse politieoperatie waarbij ze in beschuldiging gesteld werden, ligt aan de oorsprong van dit proces. De grootscheepse politieoperatie vond plaats tussen augustus 2001 en juli 2002. Een 20-tal personen werd incomunicado geplaatst, om ze gemakkelijker te kunnen “bewerken”.

Dit is "incomunicado"

Honderdtwintig uren zonder slapen, op een onbekende plaats, zonder bijstand van een vertrouwenspersoon (advocaat of dokter), geblinddoekt en naakt tussen je folteraars die je met zevenen tegelijk allerlei vragen en beschuldigingen toeschreeuwen, daarbij voortdurend geslagen worden, met vuisten, telefoonboeken, stokken, regelmatig een plastic zak over het hoofd getrokken krijgen tot tegen de verstikking aan, ontelbare keren ondergedompeld worden in een bad vol uitwerpselen, honderd vijftig keren door de knieën moeten buigen tot aan de volledige uitputting, daarbij omvallen en bij de haren weer rechtgetrokken worden, om opnieuw te beginnen, nat gemaakt worden terwijl je de klemmen van de elektroden hoort knetteren, een revolver die vlak naast je oor wordt afgeschoten of een revolver die op je slaap wordt gezet waarna je enkel een klik hoort, op handen en voeten staan, terwijl ze je genitaliën bewerken. Plots bijkomen op een stoel, terwijl je polsslag wordt genomen en waarbij je hoort zeggen: “Hij was bijna weg”. Dat is incomunicado-opsluiting.

En afhankelijk van de snelheid waarmee de gewenste zelfbeschuldigingen er uitgeklopt werden, mochten zij in voorlopige vrijheid (na enkele dagen tot zelfs na 2 jaar). Nu moeten er van die 20-tal burgers, 14 terechtstaan in het proces 15/02. Van die 14 hebben er 13 klacht ingediend bij de onderzoeksrechter en bij verschillende rechtbanken, wegens foltering. Van al die aanklachten is er geen enkele in overweging genomen, tenzij één zaak, en deze zaak zal door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens worden behandeld. Het betreft de zaak Unai Romano. De zaak werd in oktober 2008 aanhangig gemaakt bij het Europese Hof, maar tot op vandaag, 29 mei 2009, heerst alleen stilte.

Daags voor de start van het proces 15/02 verschijnt toevallig het jaarlijkse rapport van Amnesty International. Het rapport bevat een algemene visie over de mensenrechten van het voorbije jaar 2008. Wat Spanje betreft, is er een hoofdstuk “Foltering en mishandeling” voorzien, waarin bevestigt wordt dat talrijke gegevens werden bekend gemaakt over foltering en mishandeling door Spaanse functionarissen, die normaal gezien toch de wet moeten naleven. Er wordt bovendien bij vermeld dat dit sinds jaren een steeds terugkerend verwerpelijk fenomeen is. Er wordt veel aandacht besteed aan de foltering van Igor Portu en Mattin Sarasola, en er wordt met aandrang gevraagd, en dit voor de zoveelste maal, om o.a. de incomunicado-detentie af te schaffen.

Op 28 mei 2009 gaat het proces 15/02 van start voor de Spaanse uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional. Het is al de 4de maal dat de beklaagden naar Madrid moeten gaan om te verschijnen voor de “Bloedraad”.

Het is bijna 8 jaar geleden dat verscheidene burgers uit Vitoria-Gasteiz werden gearresteerd. Deze arrestaties zijn er gekomen na zelfbeschuldigingen en na verklaringen door derden die onder foltering werden afgelegd. Dat die folteringen werkelijk hebben plaatsgehad, bewijst de tot de verbeelding sprekende foto van Unai Romano. Er zijn trouwens nog meerdere foto’s.

Het is hemeltergend dat er een proces van start gaat enkel en alleen gebaseerd op verklaringen die onder brutale martelpraktijken werden afgelegd. Andere bewijzen zijn totaal niet voorhanden.

Het proces zelf

Alle beklaagden die op 28 mei 2009 terechtstonden, droegen T-shirts met opschrift'Stop Tortura' en met de foto van het vervormde gezicht van Unai Romano.

De zitting die met enige vertraging van start ging, was al omstreeks het middaguur beëindigd. Dat was het gevolg van een overeenkomst tussen de Openbare Aanklager, Ignacio Gordillo en de beklaagden. Elf beklaagden hebben een straf van 2 jaar aanvaard en één beklaagde een straf van 1 jaar en 6 maanden.

Het voorwerp van de overeenkomst was dat de beklaagde zouden bekennen dat zij feiten van “Kale Borroka” hadden gepleegd. Op die manier kon de Openbare Aanklager de klacht wijzigen van "pertenencia" (behorende tot) in

"colaboración” (medewerking), wat een andere strafmaat inhoudt. Een ander gevolg hiervan was dat de Openbare Aanklager en het Hof op die manier konden vermijden dat er over het folteren zou gepraat worden. Voor hen is dat altijd mooi meegenomen. Als er niet over gepraat wordt, zal het wellicht ook niet gebeurd zijn.

De vermindering van de strafmaat houdt ook in dat de beklaagden niet naar de gevangenis moeten als er rekening gehouden wordt met de voorhechtenis.

Bron: Gara

Theo van Boven reageert

De voormalige speciale verslaggever tegen foltering bij de UNO, Theo van Boven, heeft een brief laten publiceren: “Statement of Public Concern”, waarbij hij zijn positie bepaald ten aanzien van het proces 15/02. Een proces gekenmerkt door aanklachten tegen foltering. De brief is in PDF-formaat en in het Engels (dezelfde tekst wordt ook nog eens herhaald in het Spaans).

Bron: www.askatu.org

>>>>>>>>