Juan Mari Olano

Interview over de zaak Juan Mari Olano

Mr. Paul Bekaert over de zaak van de Baskische activist Juan Mari Olano:

"Steeds vasthoudend, maar vaak vastgehouden"

De Spaanse regering vraagt aan Frankrijk de uitlevering van Juan Mari Olano. Hij werd aangehouden in Baiona ('Frans'-Baskenland) op 3 december 2001. Sindsdien is hij opgesloten in de Franse gevangenis van Gradignan (Bordeaux). Op vrijdag 8 maart 2002 boog het Hof van Beroep van Pau zich over een verzoek van Spanje tot uitlevering. De Vlaamse advocaat meester Paul Bekaert was één van zijn raadslieden. Een vraaggesprek.

- Wie is uw cliënt Olano?

Paul Bekaert: Steeds vasthoudend. Bij tijd en wijle vastgehouden... Hij is geboren in Gaintza, een dorp in de Baskische provincie Gipuzkoa. Hij is nu 46 jaar. Meerdere keren zat hij al vast voor zijn politieke activiteiten. Bij het einde van de dictatuur, in de jaren 1975-'76 werd hij beschuldigd van lidmaatschap van de ETA. Hij vluchtte naar Noord-Baskenland, Frans staatsgebied dus. In 1978 werd hij opnieuw gearresteerd. Bij zijn arrestatie stierven twee militanten die bij hem waren onder de kogels van de Spaanse politie. Hij kwam vrij in 1983. Van 1987 tot 1991 zetelde hij in het parlement van de autonome 'Baskische gemeenschap' voor Herri Batasuna. Hij was lid van de Mesa, het bestuur van de links-nationalistische partij. Als bestuurslid werd hij aangehouden in het kader van het fameuze proces tegen de 'Mesa' (zie rubriek: "Politieke processen 2"). Ik heb dit proces trouwens als waarnemer bijgewoond. Een farce! Alle 23 leden, onder wie Olano, kregen liefst zeven jaar effectieve gevangenisstraf. Na twee jaar vernietigde het Constitutioneel Hof de veroordeling van zeven jaar voor uiting van een mening. Hij kwam vrij in 1999. Sinds 15 jaar is hij woordvoerder en coördinator van de Gestoras Pro Amnistia (zie rubriek: "Historiek Iparralde 10"). Hij heeft dus een indrukwekkende staat van dienst in de Baskische beweging.

- Olano is dus actief in de Gestoras Pro Amnistia. Wie en wat is dat?

Paul Bekaert: Sinds 25 jaar organiseren de Gestoras Pro Amnistia de solidariteit ten aanzien van gevangenen en Baskische politieke vluchtelingen in Spaans Baskenland. Er zijn lokale comités actief in zo goed als alle Baskische dorpen en steden. Duizenden mensen zijn betrokken bij deze problematiek. Ik onderstreep dat 'Gestoras Pro Amnistia' een volksbeweging is. Zij heeft tot doel de verdediging van de rechten van Baskische politieke gevangenen. De Spaanse staat schendt deze rechten voortdurend.

De beweging van Olana klaagt foltering aan, die nog altijd schering en inslag is in de Spaanse commissariaten. Zij klaagt de schending aan van de democratische vrijheden. Zij vraagt recht om te leven in Baskenland en daarom de stopzetting van onwettelijke uitdrijving. De Gestoras organiseren de solidariteit ten aanzien van de Basken die slachtoffer zijn van de repressie. Zij sturen elke maand geld naar de politieke gevangenen. Bedoeling is dat elke politieke gevangene waardig zou kunnen leven. Door deze financiële steun willen zij de familie van de gevangenen materieel ontlasten. Immers, de families zijn al zwaar beproefd. De gevangenen zijn verspreid over heel het Spaanse grondgebied. Ze zijn opgesloten tot in de overzeese Spaanse gebieden. Door haar werk draagt Gestoras bij tot een vreedzame democratische oplossing van het Baskisch conflict. Op 31 oktober 2001 werden in Spaans Baskenland 11 leden van het bestuur van Gestoras Pro Amnistia aangehouden. Op dat ogenblik verbleef Juan Mari Olano in Frans-Baskenland, in Baiona.

- Waarvoor vraagt de Spaanse regering uitlevering van Frankrijk? Waarvan wordt hij beschuldigd?

Paul Bekaert: Deze evidente vraag hebben wij ons ook gesteld. Het Spaanse verzoek is zeer vaag en rommelig. Nochtans zegt het Europese verdrag voor de mensenrechten dat elke beschuldiging zo nauwkeurig mogelijk moet omschreven worden, zowel wat betreft tijdstip, plaats en aard van de feiten. Het Franse Hof van Beroep in Pau, distilleerde uit deze Spaanse soep volgende feiten:

· zijn rol van nationaal verantwoordelijke voor Gestoras Pro Amnistia

· zijn deelname samen met Julien Celarian Erratzi aan de financiële organisatie van de ETA, in de hoedanigheid van verantwoordelijke van Gestoras Pro Amnistia (gelijkstelling)

· zijn lidmaatschap van de leiding van de organisatie 'Giza Eskubideak' (mensenrechten)

· zijn inschrijving op de loonlijst van de vennootschap Butroika

· zijn deelname aan het verzamelen van fondsen voor Gestoras Pro Amnistia

· zijn deelname aan en zijn coördinerende rol bij het project Alde Hemendek ('hier buiten, oprotten')

· zijn coördinatierol met Jaqoba Terrones en Julien Larringa Martin, bij het leiden van acties ten gevolge van hongerstaking van één van de leden van ETA, opgesloten in de gevangenis

· zijn rol van redacteur, samen met andere leden van Gestoras Pro Amnistia, van teksten en manifesten ten voordele van leden van de ETA

· en ten slotte zijn deelname aan coördinatiebijeenkomsten van de linkse nationalisten 'Abertzale' georganiseerd door Ekin.

Zoals u merkt wordt hem geen enkel geweldsdelict ten laste gelegd.

- De Gestoras bestaan sinds 25 jaar. Waarom wacht de Spaanse onderzoeksrechter zo lang om op te treden?

Paul Bekaert: De aanval van Garzón op de Gestoras, Juan Mari Olano en zijn medewerkers, is een nieuwe veldslag in de oorlog tegen de Baskische onafhankelijkheidsbeweging. De eerste fase in deze oorlog was de veroordeling en opsluiting van het bestuur van de politieke partij Herri Batasuna. Daarna volgde de sluiting van het dagblad Egin en de arrestatie van de verantwoordelijken. Toen gingen de verantwoordelijke van Xaki achter de tralies. Zij verzorgden de 'buitenlandse betrekkingen' van Herri Batasuna en verdedigden de rechten van Baskische vluchtelingen in het buitenland. Daarna volgden nog Naika en Ekin... Dit is gewoonweg criminalisering van een politieke beweging. De machthebbers maken van hun politieke tegenstanders ordinaire misdadigers om hen zo te treffen en te elimineren. De Spaanse staat en het Spaanse gerecht linken iedereen en alles aan de ETA. Zo eenvoudig is dat. Men maakt van een politieke opposant gewoon een terrorist. In die zin is 11 september voor Spanje een geschenk van de goden. Het scenario is onderhand over heel de wereld bekend. Al deze bewegingen, organisaties en personen hebben dit gemeen dat zij op geen enkel ogenblik geweld hebben gebruikt, geen aanslagen hebben gepleegd op mensen en eigendommen. Zij hebben vergaderd, verenigd, gemanifesteerd, hun mening geuit. Dit zijn geen misdrijven. Indien het nog misdrijven zouden zijn, dan zou het zuiver om opiniedelicten gaan. Dit proces gaat dus over veel meer dan het individu Olano.

- Hoe verliep het proces op 8 maart 2002 voor het Hof van Beroep van Pau. Hoe was de sfeer?

Paul Bekaert: Het was de sfeer van de grote dagen. Het proces ging voor de gelegenheid door in de grote zittingszaal van het Hof van Assisen van Pau. Er waren tal van waarnemers aanwezig: twee advocaten uit Québec, de beruchte Monseigneur Gaillot, oud-minister professor Schwarzenberg, Spaanse en Franse advocaten, de Franse professor Didier Rouget. De zaal zat afgeladen vol met supporters van de beklaagde. De belangstelling van de pers was zeer groot. Ook de ordediensten waren uiteraard op post. Ik had al na het proces van Herri Batasuna voorgesteld om in de toekomst in dergelijke zaken een groep Europese advocaten te laten pleiten. Op die manier krijgen de zaken een Europese dimensie. Mijn raad werd blijkbaar opgevolgd. Olano had liefst vijf advocaten, en dat zijn naast mezelf, Yolanda Molina van de balie van Baiona, Irène Terrel van de balie van Parijs, Ties Prokken van de balie van Amsterdam die ook professor internationaal strafrecht is in Maastricht en tenslotte Jon Enparantza Agirre uit Hernani.

Meester Molina is de gebruikelijke Franse raadsman van Basken in het noorden ofte Frans-Baskenland. Zij bracht een aantal juridisch-technische argumenten aan. Mevrouw meester Terrel heeft veel ervaring in Parijs met uitleveringen. Zij verwees naar een aantal analoge zaken om te besluiten dat uitlevering niet kan. Meester Prokken had het voornamelijk over de politieke processen in Turkije. Als advocaat en waarnemer woonde ze er heel wat bij. Ten slotte pleitte meester Jon Enparatza Agirre over wat Gestoras Pro Amnistia in Spanje dagelijks meemaken. Zijn eigen advocatenkantoor kreeg het bezoek van de politie. Heel het cliënteelbestand werd opgeladen zonder dat daartoe de vereiste formaliteiten, namelijk de aanwezigheid van de stafhouder, de toestemming van de stafhouder en de tussenkomst van de stafhouder gerespecteerd werden.

- Wat hebt u gepleit? Wat waren uw argumenten tegen uitlevering?

Paul Bekaert: Vooreerst heb ik aangetoond dat indien de feiten een misdrijf zouden zijn, zij in elk geval een politiek misdrijf zouden uitmaken. Uitlevering voor een politiek misdrijf is verboden bij wet en verdrag. Verder heb ik beschreven hoe de Spaanse staat de Baskische onafhankelijkheidsbeweging politiek, militair en politioneel aanvalt. Nu is er een nieuwe fase ingetreden: de Spaanse staat schakelt het gerecht in. Ook heb ik er op gewezen dat Spanje - in tegenstelling tot de meeste Europese landen - een jonge democratie is. Zij lijdt duidelijk aan kinderziektes. Scheiding van machten kennen ze blijkbaar nog niet goed. Het gerecht danst naar de pijpen van de Spaanse regering. Het Spaanse regime wil zijn politieke tegenstanders verslaan in de rechtszaal in plaats van in het parlement. De democratische spoeling wordt dan wel erg dun. Tenslotte, in het proces tegen de politieke partij Herri Batasuna heeft het Spaans grondwettelijk Hof de Spaanse regering al teruggefloten. Desondanks volharden zij in boosheid. “Errare humanum est, perseverare diabolicum”.

- Is er al een uitspraak van het Hof van Beroep, en zo ja, welke uitspraak?

Paul Bekaert: Veertien dagen later, op 22 maart 2002, heeft het Hof een arrest geveld. Het beveelt een aanvullend onderzoek. Het vraagt aan de Spaanse autoriteiten te preciseren in welke periode de feiten die ten laste gelegd worden van Juan Mari Olano zich situeren. Verder dient de Spaanse regering te specifiëren of er daden van stuiting zijn van de verjaring en hun datum en hun aard aan te wijzen. De inlichtingen moeten binnen zijn binnen twee maanden. Met andere woorden: het proces wordt voortgezet na 22 mei 2002. Intussen blijft Olano in de Franse gevangenis. De eerdere verzoeken tot voorlopige vrijlating werden verworpen. Maar nieuwe verzoeken werden ingediend.

- Wat zijn uw bedenkingen bij dit alles?

Paul Bekaert: Ik ben ten zeerste verontrust. Zoals al gezegd gaat dit proces veel verder dan dit individuele geval. Steeds meer stellen wij vast dat politieke tegenstanders die geen geweld gebruikt hebben op een hoop gegooid worden met terroristen. Dit is zeer gemakkelijk en gaat er bij de publieke opinie ook heel gemakkelijk in. Wij zien nu al wat er gebeurt ten aanzien van de antiglobalisten. De terreurbestrijding wordt steeds meer gebruikt als wapen tegen politieke opposanten die geen geweld gebruiken. Niets is zo gemakkelijk om alles en iedereen onder de paraplu van het politieke geweld te gaan plaatsen en er hard tegen aan te gaan. De Europese staten laten zich meesleuren door de Amerikaanse hysterie. Het feit dat het Europese aanhoudingsmandaat op een drafje werd goedgekeurd, zonder rustig debat is zeer gevaarlijk. Binnenkort is er een debat in het parlement betreffende het Europese aanhoudingsmandaat. Ik raad de Belgische parlementairen aan eens goed de verslagen over het proces tegen Herri Batasuna te lezen en zich te bezinnen. Komt er een dag dat men de ploeg van “Meervoud” afvoert naar de Carabanchel-gevangenis te Madrid zonder enige plichtpleging? Wanneer men het Europese aanhoudingsmandaat klakkeloos gaat goedkeuren, is dit niet denkbeeldig. Ik zal maar met de woorden van Paul-Henri Spaak besluiten: "Messieurs, j'ai peur".

“Meervoud”, nr. 76, april 2002, artikel geschreven door Roel Van Booitshoecke.

Er komt geen einde aan de repressie tegen Olano

Op 26 mei 2008 maakte de magistraat Fernando Grande-Marlaska bij de uitzonderingsrechtbank, Audiencia Nacional, bekend dat hij Juan Mari Olano om 10:00u geconvoceerd had te Madrid omwille van “verheerlijking van het terrorisme” bij de hommage aan Sabin Euba Zenarruzabeitia, "Pelopintxo" op 11 augustus 2007. Intussen neemt Olano ook al plaats in de beklaagdenbank op het proces 33/01, gestart op 21 april 2008 (zie rubriek: "Politieke processen 10").

Sabin Euba Zenarruzabeitia, "Pelopintxo", afkomstig uit Zornotza legde in 1986 de contacten tussen ETA en de PNV. Op 28 april 1992, een maand nadat in Bidart de ETA-top werd opgepakt, werd Euba aangehouden op de luchthaven Charles de Gaulle toen hij (naar men meende te weten) op weg was naar Mexico. Hij werd in Parijs tot vier jaar veroordeeld voor ongeoorloofd verblijf in Frankrijk en vervalsing van identiteitspapieren. Na zijn vrijlating in 1996 nam hij deel aan een protestactie in de kathedraal van Baiona waarbij het recht voor Basken werd geëist in Euskal Herria te wonen. Twee jaar later werd hij in Corsica opgepakt maar na vier dagen kwam hij weer vrij.

Begin 2005 kreeg hij een verlamming en nadat enkele maanden geleden kanker werd vastgesteld, keerde hij terug naar zijn geboortestad waar hij op zondag, 5 augustus 2007, overleed. Meteen ontstond er een spontane hulde die door de Baskische politie uit elkaar werd gedreven…

De manifestatie die op 11 augustus 2007 gepland was, werd verboden door de Spaanse Audiencia Nacional (magistraat Del Olmo) en belet door de "Baskische" politie. De Ertzaintza had de manifestanten volledig omsingeld, maar Juan Mari Olano onderhandelde met hen. Het resultaat werd door Olano via een luidspreker aan de manifestanten meegedeeld: zij kregen 20 minuten om een hommage te brengen aan "Pelopintxo".

Op 27 mei 2008 werd Olano ondervraagd op de Audiencia Nacional, maar hij weigerde verklaringen af te leggen. Daarop mocht Olano vrijuit gaan, zonder dat er speciale maatregelen genomen werden. Magistraat Grande-Marlaska heeft het dossier nu overgemaakt aan de Openbare Aanklager voor verdere studie. Daaruit zal blijken of de zaal geseponeerd wordt of dat er toch een aanklacht wordt ingediend.