Zittingsdagen in maart 2006

RELAAS ZITTINGEN

MAART 2006

01 maart 2006

Het tribunaal van de Audiencia Nacional heeft de zitting van vandaag opgeschort tot maandag, 06.03.2006, om te vermijden dat het verhoor van Xabier Alegria, de gedoodverfde hoofdverdachte, zou onderbroken worden. Angela Murillo verklaarde zich akkoord met een petitie van de verdediging waarin eenzelfde argumentatie was aangehaald. De zitting van vandaag heeft dan ook nauwelijks één uur geduurd, van 10.23 tot 11.30u.

Dat was de tijd die de verdediging nodig had om de verklaringen van Karlos Trenor en Pablo Gorostiaga op te nemen, aanvullende verklaringen die teruggaan naar de start van het proces (als gevolg van blunders van het Hof).

Dan was het de beurt aan Xabier Alegria, met het gekende gevolg. Na meer dan 3 maanden proces zijn nog maar 21 beklaagden verhoord. Die 21 hebben dus recht opnieuw verhoord te worden, van voren af aan, maar de verdediging toont zich veel inschikkelijker dan het Hof zelf, door slecht 8 beklaagden opnieuw op te roepen.

06 maart 2006

Vandaag werden de zittingen hervat met het verhoor van Xabier Alegria, die in antwoord op de vragen van zijn advocate, Arantxa Zulueta, bevestigde dat hij gedurende de incommunicado-periode gemarteld werd door de Guardia Civil. Hij werd in 1998 gearresteerd, in 2000 en in 2003. De martelpraktijken slaan alleen op 2003, omdat hij “geforceerd” werd bepaalde verklaringen af te leggen: “Para hacerme declarar cosas que no son ciertas” (om mij verklaringen te laten afleggen die niet correct zijn). Onder het foltergeweld werd hem een formulier voorgelegd dat hij moest ondertekenen, en waar namen van Batasunaleiders in voorkwamen (Arnaldo Otegi…). Ook zouden er documenten getoond zijn, schijnbaar (?) afkomstig van de Etarra Juan Maria Dorronsoro, waarin stond dat de bijnaam van Alegria, in het organigram van ETA, “Garikoitz” was, later “Lourdes” en nog later “Koldo”, en dat hij rekenschap verschuldigd was aan ETA omwille van zijn verantwoordelijke functies bij KAS, Orain en Egunkaria. Tja, onder de gekende martelpraktijken kan je veel bekennen. Hij bevestigt bovendien dat dit een politiek proces is, zonder enige juridische basis, er zijn alleen met aantijgingen.

Omstreeks 11.30u werd een reces ingelast en na de terugkeer van de beklaagden droegen ze allemaal een T-shirt met een aanklacht tegen de folterpraktijken en met de eis dit te doen stoppen. Na de hervatting opteerde Alegria om in het Castilliaans te antwoorden, omdat er problemen waren met de vertaling. Hij gaf toe voor KAS te hebben gewerkt: een organisatie die opgericht werd als antwoord op de fusillades van Txiki en Otaegi. Hij voegde er ook nog aan toe dat KAS niet de minste binding had met ETA. Militeren in beide organisaties was trouwens onverenigbaar. Hij was ook verwonderd dat men KAS als een clandestiene organisatie beschouwde, omdat hij als woordvoerder talrijke publieke persconferenties gegeven heeft. Welke clandestiene organisatie doet dit nu publiek?

07 maart 2006

Eenmaal de zitting gestart, antwoordde Alegria op de vragen van zijn advocate, Arantxa Zulueta, in verband met de sluiting van de krant Egin. Hij herhaalde dat hij geen deel uitmaakte van de administratie van de uitgeverij Orain,omdat hij lid was van KAS (onverenigbaar). Er werd hem wel gevraagd de programmatie van “Egin Irratia” (radio) te vernieuwen en een grotere vertegenwoordiging van het Euskara te voorzien. Op een bepaald ogenblik vroeg Zulueta een politiedocument uit het vooronderzoek 75/89, maar na een halfuur was het nog niet terecht. De voorzitster legde de schuld bij de enorme hoeveelheid papieren die dit vooronderzoek omvatte en beval de voortzetting van de ondervraging. Er kwam natuurlijk protest op die onwettelijke handeling. De volledige verdediging diende een verzoekschrift in om alle papieren uit het vooronderzoek 75/89 te laten nummeren. Na een reces van een paar uur waren de documenten nog niet gevonden en het Hof verklaarde zich akkoord om de vragen die betrekking hebben op vermeld document later te hernemen en dit in de notulen te laten opnemen. Het is goed mogelijk dat die documenten definitief onbruikbaar zullen zijn als bewijslast en dus buiten het proces zullen blijven.

De namiddagsessie startte pas om 17.00u met de verdere verhoren van Alegria. Na hem kwam Xabier Arregi, betrokken in de zaak Ekin, die ook verklaarde gefolterd te zijn geweest. En opnieuw was een document spoorloos: een brief van Mikel Zubimendi aan Arregi gericht, die de OA als aanklacht wilde gebruiken. Daarop vroeg de verdediger, Aitor Ibero,om ook dit document, en zelfs de hele doos waarin het stak, buiten het proces te houden. Ook hiervan werd akte genomen. Nadien was Natale Landa aan de beurt, die morgen verder zal verhoord worden.

08 maart 2006

Na Natale Landa was het de beurt aan Txema Matanzas, advocaat. Hij ontkende met klem dat Ekin ooit banden zou gehad hebben met Eta en dat Ekin controle uitoefende op het collectief van politieke gevangenen, zoals de OA nog altijd blijft volhouden. Hij klaagde ook aan dat het merendeel van de documenten en de verklaringen, die gebruikt worden in het proces, afgelegd werden onder het folteren. Hij sprak zelfs van “meteduras de pata” (blunders, flaters, stommiteiten, miskleunen en grove vergissingen). Hij onderstreepte het openbare karakter waarin Ekin werkte. Iedereen kon openlijk vaststellen wat ze deden, namelijk zich toeleggen op de culturele, de socio-economische, de linguïstische en de opvoedende ontplooiing van het Baskische volk. Dat Ekin zou opgericht zijn door ETA, verwees hij naar het land van de fabels. Hij handelde in functie van zijn beroep, advocaat. Nooit heeft hij onderhandeld tussen de gevangenen en ETA, zoals de aanklacht vermeldt. Het collectief naam zelf de beslissingen en die werden door niemand opgelegd. Hij ontkent ook geklonken te hebben op de dood van om het even wie (Garzón beschuldigt hem ervan geklonken te hebben bij de dood van PP-gemeenteraadslid).

De zitting wordt volgende maandag, 13.02.2006, verder gezet met de verklaringen van Ana Lizarralde.

13 maart 2006

Zoals in de vorige zitting was afgesproken, kwam vandaag Ana Lizarralde (ex-woordvoerster van Jarria) aan de beurt. Ook zij weigerde, net als de 25 voorgaande beklaagden, te antwoorden op de vragen van de OA en AVT. Tegenover haar advocate, Arantxa Zulueta, verwierp ze alle beschuldigingen en riep uit: “Ik ben Baskische, ik voel me Baskische en ik zal altijd blijven denken als een Baskische. Ik ben militante voor de onafhankelijkheid en dat is mijn enige misdaad”. Zij onderstreepte eens te meer dat er geen enkele binding bestond tussen Ekin en ETA. Zij wees op de belachelijke logica: “Omdat ETA een onafhankelijk Euskal Herria verdedigt, is iedereen die dit ook verdedigt meteen een Etarra. Op die manier wordt een heel volk gecriminaliseerd”.

Vandaag was ook een verzoekschrift ingediend door David Soto om het proces te verdagen wegens ernstige gezondheidstoestand. Het verzoekschrift werd verworpen en het Hof oordeelde dat zijn advocaat dan maar de DVD van de verhoren moest laten zien en horen. Na een telefoon werd het duidelijk dat Soto voor en tijdje niet aanwezig zou zijn: hij heeft kanker en moet maandag ek. geopereerd worden. Opnieuw werd de verdaging verworpen. De advocaat, Zigor Reizabal, wees het Hof op de eerdere uitspraak, dat alle beklaagden altijd aanwezig moeten zijn. De bijzondere ernstige ziektetoestand van David Soto, en zijn uitdrukkelijke wens, waren dus geen reden om het proces te verdagen. Groot was dan ook de verbijstering toen de zitting plots werd afgebroken, wegens ongesteldheid van een vertaler.

14 maart 2006

Tijdens de zitting vanmorgen ontkende de beklaagde Egiguren dat hij de woordvoerder van Ekin was, omdat Ekin geen concrete verantwoordelijke had, en dit ook tegen de logica en de manier van werken van de organisatie was. Hij signaleerde dat zijn bezigheid buiten Ekin was, omdat hij gedurende 4 jaar vertegenwoordiger was van de politieke partij EH-Euskal Herritarok en als dusdanig geen uitstaans had met Ekin, noch geld van hen incasseerde. Op de vraag of Ekin documenten gebruikte van haar voorganger KAS, verzekerde hij: “Geen enkel document van om het even wie of wat werd gebruikt. Zij die deel uitmaakten van de organisatie waren abertzales met een uitgesproken ideologie. Hij ontkende eveneens met klem dat Ekin het politiek apparaat van ETA was, dat alle organisaties coördineerde. Hij wees ook de beschuldigingen van de hand dat hij activiteiten zou hebben gerealiseerd met Ekin waarbij “métodos de coacciόn y violencia” (methodes van gewelddadige dwang en geweld) werden gebruikt, of dat hij (via Ekin) richtlijnen zou hebben gegeven aan de MLNV-Movimiento de Liberaciόn Nacional Vasco of aan de collectieven voor gevangen Etarras. Hij was aan ETA niet de minste rekenschap verschuldigd. “Als euskaldun (Baskisch zijn en spreken) schrijft mijn geweten mij voor wat ik aan mijn volk verplicht ben. Deel uitmaken van het project waar ook Ekin voor staat, betekent niet dat men daarom perse militant van ETA is.” Hiermee sloot Egiguren zijn betoog af.

15 maart 2006

Mendizabal herinnerde het Hof eraan dat zijn werk altijd de aanklacht tegen de repressie van het Euskara en de euskaldunak geweest was. Na hem kwam Paul Asensio aan het woord. Hij gaf uitleg over het politieke moment waarop Ekin werd gecreëerd en de redenen daarvoor. Hij deed zijn beklag omdat hij beschuldigd wordt zijn politieke werk ter harte te hebben genomen. Hij ontkent dat Ekin orders van ETA opvolgde of dat het was gecreëerd om het Collectief van Politieke Gevangenen te controleren. Hij klaagde ook de censuur aan waarbij hij niet mocht verklaren waarom hij weigerde te antwoorden. De zitting wordt verder gezet op dinsdag, 21.03.2006, met de verklaring van Francisco Javier Balanzategui Agirre.

21 maart 2006

De zitting had om 9.30u moeten beginnen, maar het werd 10.15u. De eerste beklaagde was Xabier Balantzategi, een advocaat die beschuldigd wordt fulltime lid te zijn van Ekin, wat hij ontkende. Na een reces werd Ruben Nieto Torio vanuit de gevangenis gedagvaard. Ruben Nieto was net met zijn verklaring van wal gestoken, toen zijn verdediging om een document vroeg, behorende tot het fameuze 75/89, maar dat eens te meer spoorloos was. Na een nieuw reces werden de documenten eindelijk gevonden en kon men opnieuw starten. Nieto, als lid van EPPK (Collectief voor Baskische Politieke Gevangenen), beschouwde het idee van Garzón (dat EPPK gecontroleerd werd door ETA) als een verregaande aberratie (gemeenzaam "Garzonadas" genoemd). “Wij hebben geen andere partij nodig om te realiseren wat wij doen. Wij beslissen zelf, met onze beperkingen, met onze gebreken en met onze mogelijkheden. Momenteel zijn wij, Baskische gevangenen, de grootste aanhangers van een vredesproces, ondanks de omstandigheden, ondanks het feit dat nog altijd vrienden van ons in de gevangenis sterven”. Hij beklemtoonde dat hij nooit lid geweest was noch van Ekin, noch van KAS, noch van ETA. Hij was pers- en communicatieverantwoordelijke voor de politieke partij Euskal Herritarrok.

Na de middagpauze verscheen Iker Casanova (opgesloten in een gevangenis) en hij bevestigde dat EPPK door niemand gecontroleerd werd. Hij was niet gearresteerd met de andere Ekin-gevangenen, maar pas 2 jaar later. Hij wordt beschuldigt van lidmaatschap bij Ekin en als verantwoordelijke voor de fondsen. Hij ontkent. Dan was het de beurt aan Patxi Gundin, als lid van Ekin, die eveneens alle beschuldigingen ontkende, omdat hij enkel in de culturele sector werkzaam was.

22 maart 2006

Vandaag komt Iribarren aan de beurt, beschuldigd in het Ekin-dossier. De voormalige volksvertegenwoordiger belicht het feit dat de Baskische linkse beweging haar werkzaamheden autonoom en onafhankelijk uitvoert. Er is niemand die van bovenaf of van buiten uit controleert. Dat er relaties waren, is vanzelfsprekend omdat allen dezelfde idealen hebben. Alle activiteiten grepen trouwens in alle openbaarheid en publiek plaats. Hij sprak ook over ETA. Zij spreken en handelen in eigen naam en alleen in eigen naam. En de fabel dat ETA-KAS-EKIN één organisatie wordt genoemd, weerlegt hij als “fabricatie”. De OA beschuldigt hem ervan de nationale leider van Ekin te zijn, op basis van twee video’s, die een meeting van Ekin bevatten. Iribarren betreurt het dat de OA niet eens de moeite gedaan heeft om de video’s te bekijken, want hij is op geen van beide te zien. Na Iribarren werden Oiakue Azpiri en Marta Perez opgevoerd, gemeenteraadsleden van EH ten tijde van hun arrestatie. Zij ontkennen lid te zijn geweest van Ekin.

27 maart 2006

In de aak van de burgerlijke ongehoorzaamheid “Stichting Joxemi Zumalabe” wordt Mikel Zuloaga ervan beschuldigt in opdracht van ETA het pamflet “Piztu Euskal Herria” te hebben geschreven voor de Stichting, als onderdeel van ETA’s bevel tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Zuloaga was geen lid van de stichting toen hij gearresteerd werd. Toen hij hoorde van de politie-invallen bij de stichting, die ervan verdacht werden het pamflet te hebben geschreven, sprak hij zijn advocaat aan om het misverstand uit de weg te ruimen. Hij was zelfs bereid om dit voor een rechter te getuigen. Hijzelf had dit geschreven met als enig doel een openbaar discussieforum te openen. De advocaat lichtte de Audiencia Nacional in, maar er kwam lange tijd geen enkele dagvaarding. Tot op een dag, onder de ogen van vrouw en zoon, een politiemacht zijn huis binnenstormde en hem arresteerde. Hij ontkende in opdracht van ETA te hebben gehandeld en verklaarde dat niemand, maar dan ook niemand, dit verband kan leggen, tenzij de politie, de aanklager en rechter Garzón. Daarvoor moet er toch een reden zijn.

Fernando Olalde, een andere beklaagde, afkomstig uit Donostia heeft 25 jaar lang als consultant samengewerkt met Karlos Trenor en José Maria Elosua. Hij stamt uit een heel rijke familie (vader was één van de stichters van Krafft) en toen zijn vader stierf in december 1994, erfde hij 180 miljoen peseta’s. Als sociaal geëngageerde wist hij dat hij dit geld niet voor persoonlijk gebruik zou aanwenden. En dat engagement leidde hem naar de Audiencia Nacional.

Samen met Iñaki O’Shea, Sabino Ormazabal, Carlos Trenor en Pepe Uruñuela had hij een fonds opgericht met een beginkapitaal van 100.000 peseta’s, waarbij elk een gelijk deel had ingebracht. Kort nadien schonk hij aan de Stichting (Joxemi Zumalabe) zijn totale erfenis. Niettegenstaande dit grote bedrag wenste hij niet publiek als “patron” aangesproken te worden. Dat bleef mogelijk tot op het ogenblik dat Garzón verscheen. De bedoeling van de Stichting was het debat en de discussie onder de Baskische organisaties te promoten en de leden te helpen bij training en studie om de interrelaties te promoten.

28 maart 2006

In de zaak van de burgerlijke ongehoorzaamheid “Stichting Joxemi Zumalabe” wordt Mikel Zuloaga ervan beschuldigt in opdracht van ETA het pamflet “Piztu Euskal Herria” te hebben geschreven voor de Stichting, als onderdeel van ETA’s bevel tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Zuloaga was geen lid van de stichting toen hij gearresteerd werd. Toen hij hoorde van de politie-invallen bij de stichting, die ervan verdacht werden het pamflet te hebben geschreven, sprak hij zijn advocaat aan om het misverstand uit de weg te ruimen. Hij was zelfs bereid om dit voor een rechter te getuigen. Hijzelf had dit geschreven met als enig doel een openbaar discussieforum te openen. De advocaat lichtte de Audiencia Nacional in, maar er kwam lange tijd geen enkele dagvaarding. Tot op een dag, onder de ogen van vrouw en zoon, een politiemacht zijn huis binnenstormde en hem arresteerde. Hij ontkende in opdracht van ETA te hebben gehandeld en verklaarde dat niemand, maar dan ook niemand, dit verband kan leggen, tenzij de politie, de aanklager en rechter Garzón. Daarvoor moet er toch een reden zijn.

Fernando Olalde, een andere beklaagde, afkomstig uit Donostia heeft 25 jaar lang als consultant samengewerkt met Karlos Trenor en José Maria Elosua. Hij stamt uit een heel rijke familie (vader was één van de stichters van Krafft) en toen zijn vader stierf in december 1994, erfde hij 180 miljoen peseta’s. Als sociaal geëngageerde wist hij dat hij dit geld niet voor persoonlijk gebruik zou aanwenden. En dat engagement leidde hem naar de Audiencia Nacional.

Samen met Iñaki O’Shea, Sabino Ormazabal, Carlos Trenor en Pepe Uruñuela had hij een fonds opgericht met een beginkapitaal van 100.000 peseta’s, waarbij elk een gelijk deel had ingebracht. Kort nadien schonk hij aan de Stichting (Joxemi Zumalabe) zijn totale erfenis. Niettegenstaande dit grote bedrag wenste hij niet publiek als “patron” aangesproken te worden. Dat bleef mogelijk tot op het ogenblik dat Garzón verscheen. De bedoeling van de Stichting was het debat en de discussie onder de Baskische organisaties te promoten en de leden te helpen bij training en studie om de interrelaties te promoten.

29 maart 2006

Bij de laatste zitting van de maand maart kwamen universiteitslector, Mario Zubiaga en advocaat, Alberto Frias, aan bod. Buiten het Casa de Campo hadden 55 vertegenwoordigers plaats genomen met een manifest, ondertekend door 200 sociale groeperingen, en dit als steun voor de beklaagden.

Mario Zubiaga, lector Grondwettelijk Recht en Politieke Theorie, gedurende 18 jaar, gaf het Hof een les in nederigheid. “Burgerlijke ongehoorzaamheid is een piste in de politiek, die niet alleen legitiem is, maar ook essentieel voor de democratie”. Op de beschuldiging van een ETA-strategie te verspreiden, antwoordde Zubiaga dat dit losse veronderstellingen waren die diabolisch zijn, Kafkaiaans en passen in een MacArthur-decreet. “Het is zover gekomen dat wij onze onschuld moeten bewijzen, omdat u geen enkele grond heeft om onze schuld te bewijzen”. De natuur van een organisatie wordt bepaald door de middelen die zij gebruiken, niet door de doelstellingen. Wat ETA, ETA maakt zijn de middelen (geweld). Als ETA geen geweld meer zou gebruiken, zou het ETA niet meer zijn.

Alberto Frias voegde daar aan toe of het mogelijk was tot een organisatie te behoren zonder het zelf te weten.