Txabi

Txabi Etxebarrieta Ortiz is één van die onvergetelijke figuren uit de geschiedenis van het Baskische volk. Hij werd geboren te Bilbo-Bilbao op 14 oktober 1944, en kende geen gemakkelijke jeugd. Zijn vader, uit Bizkaia, stierf toen hij 10 jaar oud was en zijn moeder, uit Alava, bleef alleen achter met 4 zonen. Txabi, de derde zoon, en de familie leefden in armoede. Hij had ook te kampen met bronchitis en astma. In 1962 schreef hij zich in aan de faculteit van Economische Wetenschappen te Sarriko, waar hij al vlug een briljante studentenleider werd. Hij promoveerde als nummer 1 van zijn promotie. Hij combineerde zijn studies met zijn leiderschap in de universitaire studentengemeenschap, met zijn lidmaatschap van ETA en met de studie van programmeuranalist in de informatica aan de academie van Bilbo. Hij was ook een fervente aanhanger van de literatuur, in het bijzonder van de poëzie, met voorkeur voor Whitman, Neruda en Shakespeare.

Op 7 november 1967 stelden Spaanse militairen zich verdekt op in een garage om Txabi Etxebarrieta op te wachten. Er volgde een salvo aan kogels, maar ook hij kon ontsnappen. De Guardia Civil stuurde een speciaal getraind dispositief naar de Muga, de grens, om Txabi te onderscheppen. Een jongen, Miguel Iturbe die niets te maken had met ETA, werd neergeschoten in de veronderstelling dat het Txabi was. Dat was al het 15de slachtoffer, dat geen uitstaans had met ETA, en dat aan de Muga bij vergissing werd neergeschoten.

In de vroege ochtend van 7 juni 1968 bestuurde Txabi Etxebarrieta een wagen die hen naar Donostialdea (de streek rondom Donostia) moest brengen. Txabi had er een ontmoeting in het klooster van Lazkano met Eustaquio Mendizábal (bijnaam Txikia, seminarist en hevig aanhanger van ETA), en Iñaki moest een lading explosieven ophalen in Beasain bij Jokin Gorostidi. Gewoonlijk nam hij de trein of de bus, omdat die wijze van reizen veel veiliger was. Nu was hij op weg met een Seat Coupé, met naast zich de jongere militant Iñaki Sarasketa. Op weg naar Villabona werden ze door twee “zwaantjes” van de Guardia Civil staande gehouden voor een wegcontrole. Eén van de Guardias, José Pardines Arcay, merkte al vlug op dat het inschrijvingsnummer niet strookte met wat op het chassis stond. Het resultaat was dat een Guardia Civil, José Angel Pardines Arcay, 25 jaar uit Malpica in Galicië, ter plekke overleed. Txabi zou in paniek op de Guardia geschoten hebben. Volgens bepaalde bronnen, o.a. het boek "Foz de Lumbier" van Ricardo Zabalza, zou Iñaki Sarasketa in een proces-verbaal verklaard hebben dat het overlijden van de Guardia het gevolg was van een verkeersongeval.

Vervolgens vluchtten de twee jongeren richting Tolosa, waar ze zich verschuilden in de woning van een medestander. Maar de omsingeling was al een feit. De twee militanten overlegden wat hen te doen stond en Txabi nam de beslissing om een ontsnappingspoging te ondernemen. Hoewel ze nu een andere wagen bestuurden, een Seat 600, stond de Guardia Civil hen op het kruispunt van Olarrai, Benta Haundi, op te wachten en ze werden herkend. In Benta Haundi, niet ver van Tolosa, werden zij door het gealarmeerde 551ste Commando van de Guardia Civil tegengehouden. Bij Txabi werden valse identiteitspapieren gevonden en bij zijn kompaan een wapen. Er ontstond een schermutseling waarbij Iñaki Sarasketa kon ontsnappen. Txabi werd door een handvol Guardias op de grond gegooid en moest minutenlang mokerslagen op lichaam en hoofd verbijten. Terwijl Iñaki Sarasketa er in slaagde, al schietend, via de bergen te ontkomen, hoorde hij een paar schoten die een einde stelden aan het leven van Txabi Etxebarrieta, het eerste dodelijke slachtoffer in de rangen van ETA (Txabi had twee schotwonden in de borststreek).

De officiële versie van de Guardia Civil luidt als volgt: "Na een hevig lijf aan lijf gevecht zagen wij ons verplicht de wapens te hanteren om de agressie een halt toe te roepen. Als gevolg hiervan moet een schot een van de verdachten geraakt hebben die bij het overbrengen naar een hospitaal in Tolosa overleden is." (Ik probeer me het lijf-aan-lijfgevecht voor te stellen. Het 551ste gewapende Commando van de Guardia Civil tegen twee verdachten, waarvan er één gewapend was).

Iñaki Sarasketa kon dus ontsnappen maar werd later aangehouden in de kerk te Errezil (Régil), in de nabijheid van Azpeitia (Guipúzcoa). Hij werd op 28 juni 1968 veroordeeld tot de doodstraf, later omgezet naar levenslang.

Op het ogenblik van de gebeurtenissen was, Iñaki, 19 jaar oud en militeerde al sinds zijn 15de voor ETA. Txabi Etxebarrieta (23 jaar), zijn vriend en lid van het uitvoerende comité, was overtuigd van de gewapende strijd echter zonder slachtoffers. Het 1ste slachtoffer van ETA was gevallen.

In Benta Haundi is ETA opgehouden een organisatie van geweldloos verzet te zijn: muurschilderijen, Ikurriña’s vastmaken aan hoogspanningskabels, pamfletten verspreiden en sabotagedaden tegen Franquistische symbolen werden afgelost door een spiraal van geweld. Twee maanden later was de beruchte beul Melitón Manzanas aan de beurt.

Txabi Etxebarrieta

veel meer dan de eerste

die doodde,

en de eerste die gedood werd

Hij werd slechts 23 jaar, maar de figuur van Txabi Etxebarrieta is in de voorbije 40 jaar (we schrijven 2008) uitgegroeid tot een symbool. Eén van zijn metgezellen die het dichtst bij hem aanleunde, Goio López Irasuegi (één van de 16 beklaagden in het Proces van Burgos), liet volgende uitspraak noteren: “Txabi was de eerste die gedood heeft en ook de eerste die gedood werd, maar hij was veel meer dan dit”.

Ondanks zijn vroegtijdige dood leidde hij al de 5de Assemblee van ETA, waar hij concepten als “pueblo trabajador Vasco”, het werkende volk van Baskenland, introduceerde. Hij was ook de redacteur van manifesten ter gelegenheid van 1 mei en Aberri Eguna. Maar de 5de Assemblee van ETA wordt in de geschiedenis van Euskal Herria beschouwd als een sleutelmoment, in zoverre dat de rol van Txabi geloogd wordt ook door personen uit onverdachte hoek, zoals Patxo Unzueta, weliswaar toen medemilitant, maar later journalist en columnist van “El País”. In zijn boek, “Los nietos de la ira: nacionalismo y violencia en el País Vasco”, uit 1988 (ISBN: 84-03-91008-8), schrijft hij over Txabi: “Als voorzitter en moderator van de bijeenkomst (assemblee) nam hij een evenwichtige houding aan, verstandig, redelijk en vastberaden (…) Wij willen er aan herinneren dat Txabi Etxebarrieta voor zijn leeftijd een hoog ontwikkeld, beschaafd en geletterd man was (…) Wij kunnen ook niet beweren dat hij toen een nationalisme voorstond die misprees of negeerde wat in de rest van de Staat gebeurde (…)

Mario Onaindia, die startte in ETA en eindigde in de PSOE, vertelt in zijn memoires dat hij zich had laten beïnvloeden door Txabi en verduidelijkt wat hij voelde toen hij in kennis gesteld werd van het overlijden van Txabi: “Er overviel mij een enorm en ongecontroleerd gevoel van hulpeloosheid”. Hoewel de intussen overleden Onaindia in zijn boek onderstreept dat hij ernstig twijfelde aan de ingeslagen weg van de organisatie (ETA), ervoer hij de dood van Txabi als het verlies van een vriend. “Het was voor iedereen duidelijk dat onze levensloop volledig gedetermineerd werd door dit heengaan, en er geen mogelijkheid meer voorhanden was om op onze stappen terug te keren.

Voor de militanten was Txabi een geboren leider. Ook voor zijn broer José Antonio, die advocaat was. Zo schreef hij bij zijn dood: “Zijn afwezigheid zal een enorme leegte nalaten, die wij alleen maar kunnen betreuren. Ongetwijfeld was Txabi een leider, en wat meer is, hij was een sympathieke leider. Niet uit berekening of om goed te scoren, maar omdat hij intens menselijk was”.

Jokin Gorostidi, met wie Txabi en Iñaki een afspraak hadden in Beasain, gaf volgende beschouwing weg: “Hij was een grootse militant, een grootse revolutionair en een uitgesproken leider. Het klikte meteen met zijn omgeving en hij was liefdevol en hartelijk met zijn medemilitanten, ook in de minder goede momenten”.

De geschiedschrijver, José María Lorenzo Espinosa, beschreef dat zijn heengaan een emotioneel moment was, tot in rangen van de PNV toe en zelfs bij de CCOO-Comisiones Obreras (een syndicale organisatie van communistische herkomst).

Zijn inlijving bij ETA situeert zich al van in 1962. Hij beperkte zich niet tot politieke actie, maar ook tot culturele actie. Hij verslond boeken van Dostoievsky, Whitman, Neruda, Baudelaire, Otero, Shakespeare, Ibsen... In culturele kringen (tertulias), die samenkwamen in de bars van Bilbao, debatteerde hij met de beeldhouwer Jorge Oteiza of met de poëet Blas de Otero. Oteiza kon zijn verdriet niet wegstoppen: “Hij werd geofferd in Benta Haundi. Met de foto van de krant in de hand, kon ik niet vatten dat wij hem voor altijd verloren waren, wij allen. Toen ik op 1 november (1968) naar het heiligdom van Arantzazu trok, was ik vastbesloten hem bovenaan te plaatsen, in de schoot van Maria, naast haar dode zoon, kijkend naar de hemel, schreeuwend, sprekend, ik weet het niet…”

José Antonio Etxebarrieta, geboren op 3 april 1940, was dus vier jaar ouder dan Txabi. Op 18-jarige leeftijd werd José Antonio gearresteerd, toen hij in Begoña vlugschriften uitdeelde. Hij werd beschuldigd van lidmaatschap van EGI en twee maanden opgesloten in de gevangenis van Larrinaga. Dit voorval gaf Txabi de onvermijdelijke impuls om het politieke engagement aan te gaan. Hij opteerde voor de politieke strijd, ook de gewapende, met alle gevolgen van dien. Een anonieme ETA-militant publiceerde in het tijdschrift “Iraultza” van november 1968 volgende profetische zin, uitgesproken door Txabi: “Als wij allemaal thuis blijven afwachten tot er een verandering komt, zal ons volk uitsterven (…) De vrijheid komt niet vanzelf, zeker niet als wij geen impulsen geven (…) Ik denk dat ik het tot mijn 25ste volhoud, hooguit tot mijn 30ste, maar ik zal niet in mijn bed sterven”.

Benta Haundi,

kruising van wegen

voor de geschiedenis

“Het volstaat niet Franco de grond in te boren, thuis in familiekring. Het volstaat evenmin te zeggen dat men waakzaam is omdat men tijdens de oorlog “Gudari” (Baskisch soldaat) was. En het volstaat evenmin om jaarlijks de Aberri Eguna te vieren of om 20 duros per maand over te schrijven (1 duro was 5 peseta's).

Alle Abertzales moeten een grote stap vooruit zetten in de samenwerking met diegenen die strijden voor een integrale bevrijding van Euskadi. En als ze daar toe niet bereid zijn, dat ze dan ophouden zich Abertzale te noemen. Want een Abertzale is diegene die iedere dag concrete acties onderneemt voor de nationale bevrijding van ons volk”

Txabi Etxebarrieta Ortiz

Bronnen: “www.kaosenlared.net”, “www.insurgente.org” en “www.justiciaylibertad.org”