Joxe Mikel Etxeberria Álvarez “Naparra”

Joxe Mikel Etxeberria Álvarez “Naparra” of “Bukanin” is geboren op 14 april 1958 te Iruñea-Pamplona en verdween van de aardbol op 11 juni 1980. In 1974, toen hij op het college zat, maakte hij deel uit van het Studentencomité van Navarra en werd hij belast met anti-Franquistische acties. Beetje bij beetje liet hij zich beïnvloeden door de teksten van Trotski en Bakunin (zijn tweede alias naast Naparra). Hij was ook getuige van de incidenten op de Montejurra in 1976 en de Sanfermines in 1978. Op 5 december 1978 lag “Naparra” ziek te bed toen hij een telefonische oproep kreeg. Onmiddellijk nadien vluchtte hij ijlings naar Iparralde.

Na de dood van Franco sloot hij zich aan bij het speciale ETA-commando “Bereziak” van ETApm. Na de splitsing stapte hij over naar ETAm, en na na meningsverschillen kwam hij uiteindelijk terecht bij de CCAA-Comandos Autónomos Anticapitalistas, een gewapende organisatie die actief was in het País Vasco en Navarra op het einde van de jaren 70 tot begin de jaren 80. De groep was een afscheiding van de speciale commando's Bereziak van ETA-pm. Na de dodelijke aanslag op de PSOE-politicus Casas (echtgenoot van huidige Europarlementaire Barbara Dürkopf) op 22 maart 1984, werd de groep in de komende jaren ontbonden.

Op 11 juni 1980 verdween Joxe Mikel Etxebarria Alvarez “Naparra” of “Bakunin” die als politiek vluchteling in Iparralde leefde, spoorloos van de aardbodem. Het waren de gloriedagen van de vuile oorlog tegen de Basken, en het “Batallón Vasco Español” eiste meteen de ontvoering en de moord op. De huurling, Gilbert Perret, zou hierbij betrokken zijn.

Omdat de familie van “Naparra” wilde weten waar zijn lichaam gebleven was, dienden ze in september 1999 een aanklacht in wegen “illegale ontvoering” en “terroristische moord”, om op die manier tot een ondervraging van Perret te komen. Op 31 maart 2004 weigerde het Hoog Gerechtshof deze eis. Op 19 november 2004 raakte bekend dat volgens de Spaanse Justitie niet kon bewezen worden dat Perret actief deelnam aan de ontvoering en dat niet kon bewezen worden dat ‘Naparra’ verdwenen en dood was.

Op een berg boven Lizartza kreeg Mikel Etxebarria Alvarez een sobere gedenksteen in een weide, van waaruit hij een prachtig zicht heeft over de Baskische groene “jachtvelden” waar hij zoveel van hield.

De broers Perret

De broers Gilbert en Clement Perret werden bij diverse gelegenheden (dus ook bij de verdwijning van “Naparra”) door Franse gerechtelijke kringen in verband gebracht met de “vuile oorlog” tegen ETA. Zij zouden ook intens hebben samengewerkt met de Spaanse inlichtingendiensten na “La Transición” (de overgang naar democratie). Nochtans heeft de Spaanse politie nooit werk gemaakt van die beschuldigingen, ook niet na het proces in de “zaak Hendayais”. Op 23 november 1980 wordt de bar Hendayais te Hendaya het voorwerp van een ongemeen hevig vuursalvo door de BVE. De bar werd gefrequenteerd door sympathisanten van ETA. Er vielen 2 doden, de arbeider José Camio en de gepensioneerde Jean Pierre Aramendi, maar geen van beide had ook maar enige uitstaans met ETA. Er waren ook nog 10 zwaar gewonden.

De magistraat uit San Sebastián die het onderzoek leidde, veroordeelde de ex-commissaris-generaal van Informatie Manuel Ballesteros omdat hij weigerde namen vrij te geven. Tijdens de verhoren werd nochtans vernomen dat drie personen zich aan de Spaanse politie hadden overgegeven, maar onmiddellijk in vrijheid werden gesteld.