Ibarretxe

Juan José Ibarretxe Markuartu (Llodio, °15 mei 1957) is een politicus van de gematigde Baskische nationalistische strekking en behoort tot de Partido Nacionalista Vasco (EAJ-PNV). Hij is de actuele Lehendakari (minister-president) van de regering van de Baskische Autonome Gemeenschap en werd een eerste maal in die functie verkozen op 2 januari 1999.

Biografie

Hij is geboren in Llodio (Álava), op 15 maart 1957, in een arbeidersgezin. Hij studeerde Economische- en Bedrijfswetenschappen aan de faculteit Sarriko, die deel uitmaakte van de Universidad de Bilbao (die in 1980 zou omgevormd worden tot de Universidad del País Vasco (UPV-EHU).

Na een ziekte nam hij de gewoonte aan een streng dieet te volgen, wat meteen verklaart waarom hij nogal mager uitvalt. Hij gaat veelvuldig sporten en fietsen geniet zijn voorkeur, naast atletiek en bergwandelen. Toen hij burgemeester was van Llodio, nam hij de taak van voorzitter van de "Sociedad Ciclista Llodiana" (wielervereniging) op zich. Ibarretxe is dus een wielerfan en een supporter van Euskaltel-Euskadi, meer bepaald van Iban Mayo. Hij is getrouwd met Begoña Arregi, met wie hij twee kinderen heeft: Nekane en Eneritz. Ibarretxe groeide uitsluitend in het Castilliaans op, maar toen hij genomineerd werd als kandidaat voor Lehendakari deed hij een enorme inspanning om het Euskara aan te leren, een taal die hij nu volledig beheerst. Ibarretxe is dus een “Euskaldun Berri”, een nieuwe Baskischtalige (die de taal niet van huize uit meekreeg). Hij zegt van zichzelf dat hij niet-praktiserend katholiek is.

Hij werd in 1983 verkozen als burgemeester van Llodio en als Baskisch parlementslid. Van 1986 tot 1990 en van 1991 tot 1994 was hij o.a. minister van financiën van de Baskische autonome regio. In 1998 won Ibarretxe de nominatie als kandidaat voor het presidentsschap. Hij werd president op 2 januari 1999. Hij was toen 41 jaar.

In 2003 lanceerde hij het Plan Ibarretxe, dat Baskenland bindt met Spanje in een “vrije associatie”, met een eigen wetgevend systeem en een eigen vertegenwoordiging in de Europese Unie. Het plan raakte door het Baskische parlement, maar werd afgeschoten in het Spaanse parlement, de Cortes.

Het Plan Ibarretxe

Het ‘Plan-Ibarretxe’ blijft de gemoederen in Spanje en Baskenland meer dan bezig houden. Door de regering Aznar (de vrienden van Franco en van Wilfried Marten, die de PNV in het Europese parlement dumpte voor de PP, omwille van de macht) en de PSOE (de sociaaldemocraten) wordt zelfs gesproken van een nationale noodtoestand. Aznar stelt voor om via de grondwet de Código Penal, strafwetboek, te wijzigen (een schoolvoorbeeld dat de dictatuur nog niet helemaal voorbij is) en het houden van een Referendum strafbaar te maken. Een artikel zou straffen voorzien tussen de 3 en de 5 jaar, en ontzetting uit de burgerrechten tussen de 6 en de 10 jaar, voor wie een referendum uitroept zonder voorafgaandelijke goedkeuring van de Cortes.

De PSOE is het er niet mee eens, maar roept iedere EU-regering afzonderlijk en ook de EU zelf op om een verklaring tegen het plan af te geven. Ook het Spaanse bedrijfsleven zet de Baskische onder druk om zich vooral tegen het plan op te stellen, omdat dit volgens hen isolatie en uitsluiting zou betekenen. Het Baskische bedrijfsleven is al even erg als de vakbonden bij ons, als het om zelfbeschikking gaat. De Baskische vakbonden echter staan, in tegenstelling tot ABVV en ACV bij ons, als een blok aan de kant van het Baskische volk. Ook de Spaanse kerk en de Spaanse vakbonden zijn tegen. Het Constitutionele Hof in Spanje discussieert over de vraag of ze het beroep van de Spaanse regering tegen het ‘plan-Ibarretxe’ in behandeling neemt. Als ze dat doen, kan het debat daarover in het Baskische parlement voor 5 maanden geschorst worden en zal de zaak nog verder op scherp worden gezet.

In het Baskische parlement haalde Ibarretxe zijn slag thuis. Het plan werd goedgekeurd met 39 voor op 75, op 30 december 2004. Het voorstel werd naar de Cortes verwezen waar het met overdonderende meerderheid werd weggestemd:

313 tegen

PSOE: Spaanse socialisten,

PP: ranzig rechtse volkspartij,

Izquierda Unida: verenigd links,

Coalición Canaria: een coalitie van Spaanse nationalisten, ex-communisten en conservatieven op de Canarische eilanden

Xunta Aragonesista: een verzameling van sociaaldemocraten, ecopacifisten, feministen en humanisten

29 voor

PNV: gematigde Baskische nationalistische partij

EA: Eusko Alkartasuna, een nationalistische Baskische onafhankelijkheidspartij met sociaaldemocratische inslag, actief in zowel Spaans- als Frans-Baskenland

Nafarroa Bai: een coalitie die alleen opkomt in de Autonome Gemeenschap Navarra en die bestaat uit de nationalistische Baskische partijen, Aralar (afgescheurd van Batasuna en geweld veroordelend), EA, PNV, Batzarre (die zichzelf vasquistas of Baskisten noemen en afwijken van de andere nationalistische partijen, omdat zij er alleen op uit zijn een politieke gemeenschap te vormen tussen Navarra en Euskadi, en niet verder willen gaan)

CiU: Convergència i Unió is een federatie van twee Catalaanse nationalistische partijen, Convergència Democràtica de Catalunya, met liberale ideologie en Unió Democràtica de Catalunya, met christendemocratische ideologie

ERC: Esquerra Republicana de Catalunya, oorspronkelijk een federalistische politieke partij, nu geëvolueerd naar Catalaanse onafhankelijkheidspartij

BNG: Bloque Nacionalista Galego, een politiek front hoofdzakelijk bestaande uit individuele militanten. Het zijn independistas, voorstander van onafhankelijkheid, en zij zijn nationalistisch en links

2 onthoudingen

IC-V: Iniciativa per Catalunya-Verds, een Catalaanse politieke partij omschreven als ecosocialisten.

De verwerping door het Congreso de Diputados (Kamer van volksvertegenwoordiging) zette de Lehendakari Ibarretxe er toe aan om op 17 april 2005 verkiezingen voor de Baskische Autonome Gemeenschap uit te roepen, om op die manier een plebisciet van de bevolking te krijgen (wat hij ook kreeg).

Gecontesteerde gesprekken

Na de aankondiging van het staakt-het-vuren door ETA op 22 maart 2006, vroeg Juan José Ibarretxe de afschaffing van de Ley de Partidos. Dit is de Ley de Partidos, een op maat gesneden wet om Batasuna te kunnen verbieden.

Hij nam contact op met alle Baskische politieke partijen.

Ook met individuen van het door de Ley de Partidos verboden Batasuna. Op 19 april 2006 vergaderde hij samen met Arnaldo Otegi, Juan José Petrikorena en Pernando Barrena in het Palacio de Ajuria Enea (de zetel van de Baskische regering). Dit was voor het Foro de Ermua de aanleiding om een aanklacht bij het TSJPV-Tribunal Superior de Justicia del País Vasco (hoogste gerechtshof in Baskenland) in te dienen, omwille van een delict van ongehoorzaamheid aan de wet Ley de Partidos, de Partijenwet.

Het is van bijzonder groot belang te weten dat Ibarretxe in feite niet met Batasuna als politieke partij gepraat heeft, maar wel met vertegenwoordigers van het radicale nationalisme. Dat verschil is toch wel erg belangrijk in dit geval!

Op 31 januari 2007 moest Ibarretxe voor het Tribunal Superior de Justicia del País Vasco (TSJPV) verschijnen om zijn verklaringen te laten noteren in verband met het onderhoud dat hij had met vertegenwoordigers van Batasuna. De klacht van het Foro de Ermua werd zo gemanipuleerd dat er geen sprake is van radicale individuen, maar van een radicale, en bovendien verboden, partij. De dag voordien waren de vertegenwoordigers van Batasuna aan de beurt geweest.

Tegen het advies van het Openbaar Ministerie in werd op 30 oktober 2007 dan toch een Akte van Inbeschuldigingstelling opgesteld, op basis van “delict van ongehoorzaamheid” (artikel 556 van het Strafwetboek). De beschuldigden zijn de Lehendakari Ibarretxe, de secretarisgeneraal van de PSE, Patxi López, de Baskische socialistische leider, Rodolfo Ares en een paar leiders van Batasuna. De aanklacht slaat op de gesprekken van 19 april 2006 en 22 januari 2007.

Wat leedvermaak komt soms uit een onverwachte hoek. De socialisten zelf moeten nu voor de rechter verschijnen voor een wet die ze zelf hebben goedgekeurd. De PSOE laat zich voortdurend ringeloren door de PP om toch maar geen kiezers te verliezen. Zo is het gekomen dat zij samen met ranzig rechts de Partijenwet getemd hebben. Nu zijn ze zelf slachtoffer van de eigen politieke manipulatie e krijgen zij het deksel op de neus, krijgen zij een koekje van eigen deeg.

De “redders van het vaderland” (El Foro de Ermua * en Dignidad y Justicia *) vragen de volgende straffen:

Ibarretxe

López en Ares

Vertegenwoordigers Batasuna

El Foro de Ermua

Het Forum van Ermua

2 jaar en 9 maanden

9 maanden

1 à 4 jaar

Dignidad y Justicia

Waardigheid en gerechtighei

2 jaar

1 jaar

1 à 3 jaar

* Dignidad y Justicia: één van de ontelbare groeperingen die ijveren voor slachtoffers van het terrorisme, maar dan alleen voor slachtoffers die aan één kant gevallen zijn. Het is verhelderend na te gaan wie de leiding heeft van deze groeperingen, allemaal ultra’s. Het doet de wenkbrauwen fronsen als ze ageren tegen de regering Zapatero. Het stemt tot nadenken dat ze niet willen onderhandelen met ETA. Eigenlijk recupereren zij slachtoffers om zo het kiespotentieel van de PP op te drijven. Als zij manifestaties organiseren, lopen de kopstukken van de PP altijd op de eerste rij.

* Foro de Ermua

Verwijzend naar de Akte van Inbeschuldigingstelling geeft het TSJPV het Openbaar Ministerie 3 werkdagen de tijd om de goedkeuring of de afwijzing te formuleren. Op 5 november 2007, de ultieme dag, vraagt de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie de vrijspraak, omdat het volgens hem geen delict is te vergaderen met vertegenwoordigers van Batasuna. Ten gevolge hiervan wordt dan ook de vrijspraak gevraagd voor alle betrokkenen: Ibarretxe, Patxi López, Rodolfo Ares, Arnaldo Otegi, Pernando Barrena, Juan José Petrikorena, Rufino Etxebarria en Olatz Dañobeitia. Het is nu afwachten wat het proces zal brengen.

Op 6 november 2007 verklaart de Baskische regering dat zij de verdediging van de Lehendakari de opdracht gegeven heeft 2 magistraten te wraken: de president van de TSJPV, Fernando Ruiz Piñeiro en de magistraat, Antonio García, die volgens hen een “absoluut gebrek aan onpartijdigheid” hebben aan de dag gelegd.

De derde magistraat wordt door het “Foro de Ermua”gewraakt. De wraking verplicht het TSJPV om deze magistraten te vervangen door 3 andere. Als gevolg hiervan wordt het proces ten vroegste begin volgend jaar 2008 verwacht.

Op 21 november 2007 na de bijeenkomst van de regeringsraad verklaart de woordvoerster van het kabinet Ibarretxe, Miren Azkarate, dat de verdediging de huidige regeringsleider Zapatero, zijn voorganger Aznar, de huidige Binnenlandminister, Alfredo Pérez Rubalcaba, en de vorige Binnenlandminister, Jaime Mayor Oreja, zal oproepen om te komen getuigen. Ook zij hadden alle vier gesprekken gevoerd, zelfs met ETA, en dit werd niet vervolgd. Bij een klacht door “Manos Limpias” (*) ingediend bij het Hoogste Gerechtshof, tegen de president van de Spaanse regering José Luis Rodríguez Zapatero verwierp het hoogste tribunaal de klacht, omdat ze geen aanwijzingen vonden van delict. Het tribunaal oordeelde dat er geen uitdrukkelijk verbod stond in de wet om contacten te onderhouden met het verboden Batasuna, en omdat de rechterlijke macht niet de bevoegdheid heeft om de regering te controleren. Velen dachten dan ook dat het hoogste orgaan in Baskenland, het TSJPV, deze stelling zou volgen en de zaak Ibarretxe zou klasseren, maar het onderzoek van magistraat Roberto Sáiz liep gewoon door.

(*) Manos Limpias: voluit Colectivo de Funcionarios Públicos Manos Limpias, is een organisatie die beambten van de publieke sector vertegenwoordigt. Ze zijn gespecialiseerd in het indienen van aanklachten tegen linkse en nationalistische partijen. De leden zijn ultraconservatief en de voorzitter is advocaat en ex-leider van Fuerza Nueva, Miguel Bernad Remón.

Reactie Pernando Barrena

Op 2 november 2007 reageert Pernando Barrena. De woordvoerder van Batasuna bevestigt dat de politieke verantwoordelijkheden om de zaak verder te zetten nu maar eens op tafel moeten gelegd worden. Hij herinnert er aan dat López en Ares de Ley de Partidos met volle overgave hebben gesteund, zonder te beseffen dat ze zelf wel eens het slachtoffer zouden kunnen worden. Wat intussen gebeurd is. Hij bestempelt de hele zaak als Kafkaiaans. De oorzaak van alles is de Ley de Partidos, en de ultrarechtse magistraten, want dat zijn ze, hebben hierin een instrument gevonden om te doen waarmee ze nu bezig zijn. Hij onderstreept dat de pogingen om tot een oplossing van het conflict te komen, worden gecriminaliseerd en gestraft. Leden van de izquierda Abertzale worden dag aan dag gecriminaliseerd, en van alle beschuldigden zitten alleen de leiders van Batasuna nu al in de cel.

Onvoorziene wending

Op 3 december 2007 beraadslaagde het Grondwettelijk Hof over de vraag of een proces kan ingeleid worden, enkel en alleen op vraag van een “acusación popular” (een aanklacht door het volk, een groep). Het is alom gekend dat o.a. AVT (mantelgroepering van de PP) en nog een paar anderen gelijkaardige mantelorganisaties er een gewoonte van maken om, aan de lopende band, aanklachten in te dienen tegen Baskische nationalisten. Bijna 95% van de juridische onderzoeken zijn, in verkorte procedure, op dergelijke vragen gebaseerd. Zelfs als er geen “acusación particular” (welomschreven aanklacht door benadeelde) komt, of als er geen aanklacht geformuleerd wordt vanuit het Openbaar Ministerie, kan een proces tot nu toe ingeleid en gevoerd worden.

Het belang van die kwestie is nu voorwerp geworden van een beraadslaging bij het Tribunal Supremo. De zaak die onderzocht werd (in het bestek van dit artikel irrelevant), is een proces dat geopend werd door magistraat Teresa Palacios, enkel en alleen, op verzoek van de groep ADIC-Asociación para la Defensa del Inversor y los Clientes. De stelling luidde: “No puede abrirse juicio oral sólo a instancias de la acusación popular, sino que es necesario que lo inste bien el Ministerio Fiscal, bien el acusador particular", er kan geen proces ingeleid worden alleen op verzoek van een “volkse aanklacht”, want het is noodzakelijk dat het Openbaar Ministerie wel degelijk aandringt op een “acusación particular” (welomschreven aanklacht door benadeelde).

De procedure die gevolgd werd om de Lehendakari Ibarretxe, de PSE en Batasuna te vervolgen is in gelijkaardige omstandigheden verlopen. Het TSJPV-Tribunal Superior de Justicia del País Vasco heeft een zaak aanhangig gemaakt, enkel en allen op verzoek van twee groeperingen: Foro de Ermua en Dignidad y Justicia. Bezwarend is het feit dat het Openbaar Ministerie hiertegen bezwaar had aangetekend. Het staat nog niet vast of de seponering voor de start van het proces zelf zal plaatshebben, dan wel op de eerste zittingsdag in het laatste geval kan er uitgepakt worden met een foto van Ibarretxe op de beklaagdenbank, als hij tenminste wil verschijnen).

Het Tribunal Supremo heeft zich vandaag (03.12.07) beperkt tot de aankondiging van hun beslissing. Op 7 december 2007 werd door het Tribunal Supremo een uitvoerig vonnis, met motivatie, bekend gemaakt. De Baskische regering vraagt het onmiddellijk seponeren van de zaak.

Hierbij rijst uiteraard onmiddellijk de vraag wat er zal gebeuren met de vertegenwoordigers van Batasuna. Zullen zij ook onder het regime vallen van het nu verworpen “acusación popular” (een aanklacht door het volk, een groep)? Ik vrees van niet. De ongebreidelde creativiteit van de Spaanse magistraten (onder druk van de politiek) zal weer hoogtij vieren, en de Baskische nationalisten zullen, zoals altijd, het slachtoffer zijn. Voor hen zijn wetten niet van toepassing.

In oktober 2007 kregen wij andermaal een typisch voorbeeld van de ongebreidelde drang vanwege bepaalde groeperingen om het Baskisch nationalisme te nekken.

Manos Limpias (zie hoger) had een klacht ingediend omdat Lehendakari Ibarretxe de intentie heeft volgend jaar een referendum te organiseren.

Het antwoord van justitie op 7 december 2007 plaatst de aanklacht in een correct daglicht: “Het initiatief van de Lehendakari valt te situeren in een strikt politiek kader en daarom is de aanklacht ongegrond. Meer nog, de aanklacht (door Manos Limpias) is een misbruik van de rechtspraak.”

Seponeren afgewezen

Op 25 januari 2008 wijst het TSJPV het dringende beroep af door de verdediging van Ibarretxe ingeleid, tegen de samenstelling van het tribunaal die de zaak moet afhandelen. Alleen de magistrate Nekane Bolado had een afwijkende mening. De verdediging had de wraking gevraagd van de voorzitter van de TSJPV, Fernando Ruiz Piñeiro en van de magistraat, Antonio García, wegens een absoluut gebrek aan onpartijdigheid. De afwijzing volgt, volgens de regering van Lakua (Baskische regering), onvoorwaardelijk de exclusieve eis van het Forum van Ermua dat met totale willekeur handelt en dat lijnrecht staat tegenover het criterium, aangehaald door het Hooggerechtshof, dat het geen delict is te vergaderen met Batasuna.

13 januari 2010

Eindelijk is het doek gevallen over deze belachelijke zaak. Op 13 januari 2010 wordt er bij het Hooggerechtshof een akkoord bereikt om de zaak tegen Juan José Ibarretxe en Patxi López te archiveren, omdat de bijeenkomsten met de verboden partij Batasuna tijdens het staakt-het-vuren van 2006 niet als misdrijf kan bestempeld worden. Praten over vrede, zelfs met Batasuna, mag dus niet meer gecriminaliseerd worden.

Bron: Bron: Deia en EiTB

Chronologisch overzicht