Ontvoeringen

Op 1 december 1970, een paar dagen

voor de start van het "Burgosproces",

wordt de Duitse Ereconsul Eugen Beihl ontvoerd.

De ontvoering die het langst heeft geduurd en het meest tot de verbeelding spreekt is die van de gevangenisfunctionaris, José Antonio Ortega Lara. De man heeft 532 dagen in gevangenschap geleefd! Op 17 januari 1996 wordt José Antonio Ortega Lara in Burgos ontvoerd. Een omvangrijk onderzoek, onder leiding van de Guardia Civil, werpt eindelijk vruchten af: op 1 juli 1979 wordt José Antonio Ortega Lara bevrijd.

José A. Ortega Lara - 532 dagen ontvoerd

In de loop van haar geschiedenis heeft ETA heel wat personen ontvoerd. Dit was een veelgebruikte methode om geld los te krijgen, en het was ook een middel om druk en chantage uit te oefenen op de regering. Sommige gijzelaars werden bevrijd na betaling van het gevorderde losgeld, of via de interventie van veiligheidstroepen. Andere hadden minder geluk en werden vermoord. De ontvoeringen zijn gestart op 1 december 1970, met de gijzeling van de Duitse consul Eugen Beihl, een ontvoering die 55 dagen heeft geduurd. Op 1 december 1970, een paar dagen voor de start van het "Burgos-proces", wordt de Duitse Ereconsul Eugen Beihl ontvoerd. ETA hoopte hiermee de internationale gemeenschap wakker te schudden en hen met de neus op de feiten te drukken: een uitzonderingsrechtbank die zal oordelen over 16 verdachten. De consul werd "ondergebracht" in een pastorie in Iparralde (Frans Baskenland), waarna hij bij een ontsnappingspoging in pyjama over straat liep. De leden van de toneelgroep brachten hem terug naar de pastorie met de raad aan de pastoor "beter op zijn gasten te passen".

Een "ZULO" of schuilkelder

Een "ZULO" is een schuilkelder, gebruikt door ETA om haar ontvoerden te verbergen.

Vrije vertaling:

Model hierboven gebruikt bij de ontvoering van J.A. Ortega Lara.

De meest beruchte "ZULO" is die welke gebruikt werd als gevangenis voor J.A. Ortega Lara, waar hij vanaf 17 januari 1996 gedurende 532 dagen verbleef. Deze "ZULO" bevond zich onder een hal met draaibanken van Talleres Jalgio (Werkplaats Jalgio) in de zone van Mondragón.

8 mei 1995 - José María Aldaya: 342 dagen gegijzeld

Bij de op één na langste gijzeling (342 dagen) was een ondernemer uit Gipuzkoa, José María Aldaya (zie foto), betrokken. (De langste gijzeling staat op naam van José A. Ortega Lara, 532 dagen).

De ondernemer uit Gipuzkoa, José María Aldaya, werd op 8 mei 1995 door ETA ontvoerd toen hij met zijn wagen op weg was naar huis te Fuenterrabía (Gipuzkoa). Zijn wagen, met de sleutels nog in het contactslot, werd dichtbij een schroothandelaar te Jaizkibel teruggevonden, op een paar kilometers van zijn woonst. Aldaya was mede-eigenaar van de ondernemingen Alditrans, Ugaldetxu en Transportes Regueira. Hij was ook de oprichter van de Asociación de Empresarios del Transporte de Guipúzcoa (GUITRANS), werkgeversorganisatie van de transportsector.

Volgens de processen-verbaal had ETA beslist om Aldaya te ontvoeren om op die manier de organisatie te kunnen financieren. Er werd een lokaal gekocht in Gipuzkoa waar een “zulo”, een schuilkelder” werd ingericht. Die “zulo” moest dienst doen als 'cárcel de pueblo', een volksgevangenis. Op 13 april 1996, na het losgeld (waarschijnlijk 901.518 euro’s) te hebben ontvangen, kwam de opdracht om de ondernemer vrij te laten. Hij werd op de Alto de Azkarate achtergelaten. De gijzelnemers, Francisco José Ramada enSagrario Yoldi, namen de benen naar Iparralde en later naar Mexico, waar ze in 2001 aan Spanje werden uitgeleverd.

La Audiencia Nacional veroordeelde Ramada (dader) en Yoldi (medeplichtig) respectievelijk tot 17 en 8 jaar cel, en legde hen een boete op van 1.200.000 euro’s als schadevergoeding, te verdelen 90% voor Ramada en 10 % voor Yoldi.

Een overzicht van de ontvoeringen

Einde van de hoofdrubrieken

Terug naar startpagina